Regeling vervallen per 20-07-2007

Ondermandaat afdelingshoofden, Belastingen, Facilitaire zaken, Financiën, Informatisering & Automatisering, Personeel & Organisatie en Vastgoed van de directie Middelen

Geldend van 01-01-2005 t/m 19-07-2007 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2005

Intitulé

Ondermandaat afdelingshoofden, Belastingen, Facilitaire zaken, Financiën, Informatisering & Automatisering, Personeel & Organisatie en Vastgoed van de directie Middelen

DE DIRECTEUR MIDDELEN VAN HET WATERSCHAP RIVIERENLAND;

overwegende dat,

het algemeen bestuur in zijn vergadering van 3 januari 2005 een delegatiebesluit heeft genomen, alsmede een mandaatregeling heeft vastgesteld, waarin de randvoorwaarden voor het mandaat worden gegeven;

het uit oogpunt van efficiency wenselijk is om bevoegdheden die zijn neergelegd bij het college van dijkgraaf en heemraden uit te laten oefenen door een functionaris, voor zover dat in overeenstemming is met de aard en inhoud van die bevoegdheden;

het college van dijkgraaf en heemraden in zijn vergadering van 6 januari 2005 een mandaatbesluit heeft vastgesteld voor de secretaris-directeur;

de secretaris-directeur bij besluit van 6 januari 2005 ondermandaat heeft verleend aan de directeur Middelen ten aanzien van de uitoefening van bevoegdheden behorende tot het taakgebied van de directie Middelen;

het wenselijk is, dat de directeur middelen ondermandaat verleent aan de afdelingshoofden Belastingen, Facilitaire Zaken, Financiën, Informatisering & Automatisering, Personeel & Organisatie en Vastgoed van de directie Middelen ten aanzien van de uitoefening van bevoegdheden behorende tot het taakgebied van de betreffende afdeling binnen de directie Middelen;

dit besluit uitvoering geeft aan artikel 5 lid 3 sub a van de mandaatregeling;

gelet op de Algemene wet bestuursrecht, de Waterschapswet en het Algemeen reglement voor het Waterschap Rivierenland,

BESLUIT:

Aanhef

Hoofdstuk 1

Hoofdstuk 2 Inwerkingtreding

3. Dit besluit treedt met terugwerkende kracht in werking met ingang van 1 januari 2005.

Hoofdstuk 3 De volgende voorwaarden vast te stellen waaronder de bevoegdheden gemandateerd worden:

4. de directeur Middelen staat op basis van artikel 5 lid 3 sub b van de mandaatregeling toe dat de afdelingshoofden van de directie Middelen vervolgens ondermandaat verlenen aan de onder hen ressorterende functionarissen, zijnde onderafdelingshoofden, projectleiders of coördinatoren;

5. de gemandateerde oefent zijn bevoegdheden uit met inachtneming van de algemene regels die gesteld zijn in de Mandaatregeling, die op 3 januari 2005 is vastgesteld door het algemeen bestuur;

6. de gemandateerde oefent zijn bevoegdheid slechts uit voor zover hierdoor de (onder)mandaten van andere ambtenaren niet worden aangetast.

Hoofdstuk 4

7.

  • bij afwezigheid van het afdelingshoofd Informatisering & Automatisering worden diens bevoegdheden uitgeoefend door het afdelingshoofd Facilitaire Zaken;

  • bij afwezigheid van het afdelingshoofd Facilitaire Zaken worden diens bevoegdheden uitgeoefend door het afdelingshoofd Informatisering & automatisering;

  • bij afwezigheid van het afdelingshoofd Belastingen worden diens bevoegdheden uitgeoefend door het afdelingshoofd Vastgoed;

  • bij afwezigheid van het afdelingshoofd Financiën worden diens bevoegdheden uitgeoefend door het afdelingshoofd Belastingen;

  • bij afwezigheid van het afdelingshoofd Personeel & Organisatie worden diens bevoegdheden uitgeoefend door de directeur Middelen

  • bij afwezigheid van het afdelingshoofd Vastgoed worden diens bevoegdheden uitgeoefend door het afdelingshoofd Financiën.

Tiel, 22 april 2005

de directeur Middelen van Waterschap Rivierenland,

J.J.M. Knoops