Beleidsregels baggerontvangstbijdrage en klasse 3-4 baggerspecie in B-watergangen

Het college van dijkgraaf en heemraden van Waterschap Rivierenland gelezen het voorstel van het directieteam;

gelet op de desbetreffende bepalingen van het delegatiebesluit van Waterschap Rivierenland, vastgesteld bij besluit van het algemeen bestuur d.d. 20 mei 2005;

gelet op de desbetreffende bepalingen van de Waterschapswet en het algemeen reglement van Waterschap Rivierenland;

besluit:

- In te stemmen met de beleidsregel baggerontvangstbijdrage voor bagger uit watergangen waarvoor het waterschap onderhoudsplichtig is, gel­dend voor het gehele beheergebied, waarbij wordt uitgekeerd per strekkende meter en standaard­bedragen per breedteklasse worden gehanteerd.

- In te stemmen met de beleidsregel klasse 3-4 baggerspecie in B-watergangen, waarin is opge­no­men dat het waterschap voor eigen rekening de waterbodem onderzoekt bij verdachte B-water­gangen in onderhoud bij derden; de totale uitvoeringskosten voor eigen rekening neemt in het geval klasse 3-4 baggerspecie is aangetoond in B-watergangen in onderhoud bij particulieren, natuurbeschermingsorganisaties of bedrijven en 30 % van de totale uitvoeringskosten voor eigen rekening neemt in het geval klasse 3-4 baggerspecie wordt aangetoond in B-watergangen in onderhoud bij gemeenten, Rijkswaterstaat, provincies en NS.

- Deze beleidsregels treden in werking op 1 september 2006, waarbij de regelingen met betrekking tot het op de kant zetten van baggerspecie uit A- c.q. hoofdwatergangen en weg- en dijksloten en bijdragen aan baggeren door derden, zoals die van kracht waren bij de integratiepartners, worden ingetrokken, behoudens de bijdragen in het kader van het overnametraject stedelijk water.

aldus besloten in de vergadering van d.d. 30 juni 2006

het college van dijkgraaf en heemraden voornoemd,

de secretaris-directeur, drs. H.C. Jongmans.

de dijkgraaf, ir. G.N. Kok.