Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR271449
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR271449/1
Regeling vervallen per 22-01-2010
Beleidsregels berekening vervuilingswaarde voor lozingen vanuit IBA systemen
Geldend van 13-01-2005 t/m 28-12-2008
Aanhef
Het college van dijkgraaf en heemraden van Waterschap Rivierenland;
gelet op artikel 21 lid 3 van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren en artikel 15 van de verordening verontreinigingsheffing waterschap Rivierenland
BESLUIT:
vast te stellen de volgende beleidsregels voor de berekening van de vervuilingswaarde voor lozingen vanuit IBA systemen.
Artikelen
Artikel 1
In beginsel komen alleen gecertificeerde systemen in aanmerking voor een forfait van één vervuilingseenheid.
Artikel 2
De bepaling van de vervuilingswaarde van een lozing vanuit een IBA systeem vindt plaats aan de hand van:
- •
het totale watergebruik van de aangesloten woon- en bedrijfsruimten;
- •
het zuiveringsrendement van het betreffende IBA-systeem.
Artikel 3
In afwijking van het gestelde in artikel 2 kan het forfait van één vervuilingseenheid standaard worden toegepast, mits sprake is van:
- •
een gecertificeerd IBA-systeem van klasse II, IIIa en IIIb;
- •
aansluiting van maximaal één woonruimte.
Artikel 4
Voor de bepaling van het zuiveringsrendement , zoals genoemd in artikel 2, wordt aangesloten bij de certificering en de daarbij behorende klassenindeling en emissie-eisen. Onderliggende onderzoeksrapporten met exacte zuiveringsprestaties kunnen worden opgevraagd bij Kiwa.
Artikel 5
In geval het waterschap beheerder of medebeheerder is van een IBA-systeem wordt de achterliggende woon- of bedrijfsruimte op grond van het gangbare woonruimte- respectievelijk bedrijfsruimteforfait in de verontreinigingsheffing betrokken.
Artikel 6
Artikel 21 lid 3 Wvo kent voor de lozing vanuit een IBA een forfait van 3 en een forfait van 1 vervuilingseenheid. De vervuilingswaarde wordt op 3 vervuilingseenheden gesteld als de heffingplichtige aannemelijk maakt dat de vervuilingswaarde minder dan 5 vervuilingseenheden bedraagt, en op 1 vervuilingseenheid als aannemelijk is gemaakt dat de vervuilingswaarde minder dan 1 vervuilingseenheid bedraagt. Hiervoor moet in ieder geval de volgende gegevens worden overgelegd:
- •
bewijs van plaatsing van het betreffende IBA-systeem;
- •
kopie van het certificaat van het betreffende IBA-systeem;
- •
opgave van het aantal aangesloten woonruimten;
- •
het waterverbruik per jaar
- •
verklaring dat de verzoeker tevens beheerder is van de het IBA systeem.
Artikel 7
De beleidsregels zijn van toepassing op verzoeken ten aanzien van IBA systemen op grond van artikel 21 lid 3 Wvo die betrekking hebben op de heffing na 1 januari 2005.
Artikel 8
De beleidsregels treden in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
Artikel 9
Deze beleidsregels worden aangehaald als Beleidsregels berekening vervuilingswaarde voor lozingen vanuit IBA systemen.
Aldus vastgesteld door het college van dijkgraaf en heemraden van Waterschap Rivierenland.
de secretaris-directeur, drs. H.C. Jongmans
de dijkgraaf, ir. G.N. Kok
Algemene toelichting
Deze beleidsregels zijn opgesteld ten behoeve van de berekening van de vervuilingswaarde voor lozingen vanuit IBA systemen.
In dit verband wordt opgemerkt dat het waterschap Rivierenland een stimuleringsregeling voor de aanleg van een IBA kende. De looptijd van deze regeling liep tot en met 31 december 2004. Een aanvraag voor een bijdrage voor de aanleg van een IBA moest voor 1 januari 2005 worden ingediend.
Artikelsgewijze toelichting
Artikel 2
Het uitgangspunt voor de bepaling van de vervuilingswaarde is het totale waterverbruik van een woning of bedrijfsruimte. Indien een belangrijk deel van dit water niet via de IBA wordt geloosd, zal deze hoeveelheid van het totale waterverbruik worden afgetrokken. Een reden dat een belangrijk deel van het water niet via de IBA wordt geloosd kan zijn dat een grote hoeveelheid water bijvoorbeeld in het productieproces wordt opgenomen of verwerkt.
Artikel 3
Een forfait van 1 vervuilingseenheid kan zonder meer worden vastgesteld als er sprake is van een gecertificeerd IBA-systeem van klasse II, IIIa en IIIb en een aansluiting van maximaal één woonruimte. In de overige gevallen (bijvoorbeeld geen gecertificeerd systeem, aansluiting van meerdere woonruimten of van bedrijfsruimte) kan niet zonder meer worden uitgegaan van een vervuilingswaarde van minder dan 1 vervuilingseenheid en zal door de heffingplichtige aangetoond moeten worden dat de vervuilingswaarde minder dan één vervuilingseenheid bedraagt. Hierbij wordt verwezen naar artikel 2, 4 en 6 van de beleidsregels.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl