Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR268648
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR268648/2
Regeling vervallen per 01-01-2015
Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive
Geldend van 01-01-2015 t/m 31-12-2014
Intitulé
Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidiveHOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1 Begrippen
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
beslagvrije voet: beslagvrije voet als bedoeld in de artikelen 475c tot en met 475e van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering;
- b.
recidiveboete: bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 18a, vijfde lid, van de Wet werk en bijstand;
- c.
bezit; waarde van de bezittingen waarover belanghebbende of diens gezin beschikt of redelijkerwijs kan beschikken, met uitzondering van het in de woning met bijbehorend erf gebonden vermogen, bedoeld in artikel 50, eerste lid, van de Wet werk en bijstand;
- d.
verrekenen; verrekening als bedoeld in artikel 60, vierde lid, van de Wet werk en bijstand.
HOOFDSTUK II BESCHERMING BESLAGVRIJE VOET BIJ VERREKENING WEGENS RECIDIVE
Artikel 2 Verrekenen zonder in achtneming beslagvrije voet bij voldoende bezit
- 1.
Als het bezit van een belanghebbende ten minste driemaal de toepasselijke bijstandsnorm bedraagt, verrekent het college de recidiveboete zonder inachtneming van de beslagvrije voet.
- 2.
De verrekening, bedoeld in het eerste lid, geschiedt gedurende een tijdvak van drie maanden vanaf het moment van de dagtekening waarop de bestuurlijke boete is opgelegd.
Artikel 3 Verrekenen zonder in achtneming beslagvrije voet bij geen of onvoldoende bezit
- 1.
Als het bezit van een belanghebbende niet ten minste driemaal de toepasselijke bijstandsnorm bedraagt, verrekent het college de recidiveboete gedurende één maand zonder inachtneming van de beslagvrije voet. De verrekening geschiedt vanaf het moment van de dagtekening waarop de bestuurlijke boete is opgelegd.
- 2.
Aansluitend op verrekening als bedoeld in het eerste lid, verrekent het college de recidiveboete in de daarop volgende twee maanden op een dusdanige wijze dat belanghebbende blijft beschikken over een inkomen ter hoogte van 800Zo van de toepasselijke bijstandsnorm.
- 3.
Tot het inkomen, bedoeld in het tweede lid, worden ook middelen gerekend als bedoeld in artikel 31, tweede lid, onderdelen n en r, van de Wet werk en bijstand.
Artikel 4 Verrekenen met inachtneming beslagvrije voet
In afwijking van de artikelen 2 en 3 kan het college de recidiveboete met inachtneming van de beslagvrije voet verrekenen als:
a.aannemelijk is dat verrekening op de wijze, bedoeld in de artikelen 2 of 3, zou leiden tot huisuitzetting van belanghebbende en diens gezin; of b. anderszins sprake is van dringende redenen.
Artikel 5 Eerder opgelegde bestuurlijke boetes
De artikelen 2, 3 en 4 zijn van overeenkomstige toepassing op de verrekening van de bestuurlijke boete, bedoeld in artikel 18a, eerste lid, van de Wet werk en bijstand, als en voor zover deze boete nog niet is betaald op het moment van verrekening van de recidiveboete.
HOOFDSTUK III SLOTBEPALINGEN
Artikel 6 Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking met terugwerkende kracht tot 1 januari 2013.
Artikel 7 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl