Marktverordening

1. In de gemeente wordt op vrijdagen de markt gehouden. De markt wordt gehouden van 13.00 tot 18.00 uur op het Plein en de Kolkstraat en op de Wiekslag van 08.30 tot 18.00 uur.

2. Op Goede Vrijdag wordt de markt op het Plein/Kolkstraat gehouden van 13.00 tot 17.00 uur en op de Wiekslag van 08.30 tot 17.00 uur. Valt een andere algemeen erkende Christelijke feestdag, Nieuwjaarsdag of een nationale feest- of herdenkingsdagen samen met vrijdag, dan wordt de markt na overleg met de Marktcommissie, gehouden op een andere door het bestuursorgaan aangewezen dag.

3. Het bestuursorgaan kan om dringende redenen na overleg met de marktcommissie tijdelijk een andere dan door de raad aangewezen plaats aanwijzen.

1. Het bestuursorgaan bepaalt ten aanzien van de markt:

• a.

  Het aantal standplaatsen;

• b.

  De afmetingen van de standplaatsen;

• c.

  De opstelling en indeling van de markt;

• d.

  Welke plaatsen op de marktterreinen uitsluitend bestemd zijn voor standwerkers;

• e.

  Welk gedeelte van de markten eventueel bestemd wordt voor het verhandelen van bepaalde artikelen;

• f.

  Welk gedeelte van de markten eventueel bestemd wordt voor het plaatsen van verkoopwagens.

2. Het bestuursorgaan kan het aantal standplaatsen per branche aan een maximum stellen.

1. Het bestuursorgaan wijst een standplaats bij vergunning toe:

• a.

  Als vaste plaats of

• b.

  Als losse plaats

2. Het bestuursorgaan kan weigeren een vergunning te verlenen voor branches die al op de markt vertegenwoordigd zijn.

1. Een vergunning voor een vaste plaats wordt aangevraagd bij het bestuursorgaan op een vastgesteld aanvraagformulier.

2. Een vergunning voor een losse plaats wordt aangevraagd bij de marktmeester.

1. Om voor een standplaats in aanmerking te komen dient de aanvrager:

• a.

  Een natuurlijk persoon te zijn;

• b.

  Handelingsbekwaam te zijn;

• c.

  Als gebruiker van een verkoopinrichting op de markt voldoende verzekerd te zijn tegen wettelijke aansprakelijkheid en daarvan bewijs te kunnen overleggen. Hieraan wordt voldaan, als een bewijs van lidmaatschap aan een organisatie, die voor leden de bedoelde verzekering collectief heeft afgesloten wordt overgelegd;

• d.

  Te voldoen aan de wettelijke verplichtingen op het gebied van bedrijfsvoering en bedrijfsorganisatie;

2. Om voor een vaste plaats in aanmerking te komen dient de aanvrager bovendien aan te tonen dat hij van het uitoefenen van zijn handel zijn hoofdberoep maakt.

3. Indien de aanvrager geen vaste plaats kan worden toegewezen kan deze bij het bestuursorgaan zich laten inschrijven op een wachtlijst(en). De aanvrager heeft de keus zich te laten inschrijven op een wachtlijst ten aanzien van de markt op de Wiekslag of op een wachtlijst ten aanzien van de markt op het Plein/Kolkstraat. Inschrijving op beide wachtlijsten is toegestaan.

1. Voor de toewijzing van vrijgekomen vaste plaatsen, komen in aanmerking;

• a.

  Het eerst de houders van vaste plaatsen, die aan het bestuursorgaan te kennen hebben gegeven van standplaats te willen veranderen.

• b.

  Vervolgens de overige op de in artikel 6, derde lid, genoemde wachtlijsten ingeschrevenen, zulks in volgorde van hun inschrijving op deze lijst, waarbij rekening zal worden gehouden met de bezetting van de markt per branche.

1. Voor de om respectievelijk 08.30 en 13.00 uur niet door de rechthebbende ingenomen standplaats brengt de marktmeester in aanmerking:

• a.

  Allereerst de kandidaten voor een vaste plaats die in dezelfde branche als de rechthebbende op de vaste plaats waren of goederen verkopen of ten verkoop aanbieden, zulks in volgorde van inschrijving op de in artikel 6, derde lid bedoelde wachtlijsten.

• b.

  Vervolgens de overige op de wachtlijsten voorkomende personen.

• c.

  Tenslotte de andere gegadigden.

2. Indien er meer gegadigden dan beschikbare plaatsen zijn, beslist het lot.

1. De vergunning voor de vaste plaats wordt bij overlijden, pensionering of blijvende arbeidsongeschiktheid van de vergunninghouder overgeschreven op de overblijvende echtgenoot/geregistreerde levenspartner van de vergunninghouder.

2 Indien de vergunning niet kan worden overgeschreven op grond van het eerste lid, kan een kind van de vergunninghouder vergunning voor een vaste plaats krijgen indien hij tenminste drie jaar in loondienst van het marktbedrijf van de vergunninghouder heeft gewerkt of gedurende eenzelfde periode als mede-eigenaar in dit bedrijf heeft gefunctioneerd en zich heeft laten inschrijven op de wachtlijst.

3. Een aanvraag tot overschrijving wordt ingediend binnen vijf weken na het overlijden van de vergunninghouder dan wel nadat de blijvende arbeidsongeschiktheid is vastgesteld.

4. Indien de aanvrager bedoeld in het eerste lid vergunning heeft voor een andere vaste plaats op de markt op de Wiekslag of op de markt op het Plein/Kolkstraat wordt de vergunning voor die plaats ingetrokken.

1. Standwerkers mogen uitsluitend op daartoe aangewezen standplaatsen optreden.

2. De toewijzing van standwerkersplaatsen geschiedt bij door het bestuursorgaan per marktdag af te geven vergunningen.

3. De in het tweede lid bedoelde afgifte geschiedt zonodig bij loting ter bepaling van de volgorde, waarin gegadigden een plaats kiezen, zulks met inachtneming van de wijze van werken.

4. Tot de loting voor een standwerkersplaats kunnen slechts worden toegelaten marktkooplieden die handelingsbekwaam zijn en aantonen dat zij voldoen aan de in artikel 6 gestelde eisen, met dien verstande:

• a.

  dat allereerst tot de loting worden toegelaten de door het Centraal Registratiekantoor c.q. het Hoofd Bedrijfschap Detailhandel als standwerker geregistreerde personen, van wie gebleken is dat zij in de uitoefening van de markthandel uitsluitend en daadwerkelijk als standwerker plegen op te treden;

• b.

  dat vervolgens tot de loting worden toegelaten andere marktkooplieden die door het Centraal Registratiekantoor c.q. het Hoofd Bedrijfschap Detailhandel als standwerker geregistreerd zijn of in het bezit zijn van een geldig standwerkersbewijs en ten aanzien van wie niet gebleken is dat zij op een standwerkersplaats niet daadwerkelijk actief zijn als standwerker.

5. Standwerkers die gezamenlijk willen optreden, kunnen slechts gezamenlijk voor een vergunning voor een standwerkersplaats loten en gezamenlijk slechts één soort artikel op de voor standwerkers geboden wijze ten verkoop aanbieden. De betrokkenen dienen zulks voor de loting aan de marktmeester kenbaar te maken met vermelding van het te verhandelen artikel.

6. Het bestuursorgaan verstrekt geen vergunningen aan standwerkers voor artikelengroepen die al op de markt vertegenwoordigd zijn.

7. Een standwerker mag de aan hem toegewezen plaats niet tezamen met een ander benutten.

8. De standwerkersplaats moet persoonlijk worden ingenomen.

1. Het is verboden op het markterrein:

• a.

  Handel te drijven anders van vanuit een standplaats.

• b.

  Een standplaats in te nemen anders dan waarvoor een vergunning is verleend.

• c.

  Marktartikelen twee uur voor de opening van de markt aan te voeren en later dan drie kwartier na sluitingstijd van de markt te laten verblijven. Voorts dient er zorggedragen te worden dat lege voertuigen zo spoedig mogelijk na het uitpakken worden verplaatst naar de daarvoor bestemde parkeerplaatsen.

• d.

  Een voertuig gedurende de tijd dat de markt voor de handel is opengesteld te doen innemen op een andere plaats dan die, welke door het bestuursorgaan is aangewezen.

• e.

  Tijdens de markt gebruik te maken van luidsprekers en versterkers en dergelijke.

• f.

  Tijdens de duur van de markt met artikelen ten verkoop rond te lopen of rijden behoudens met ontheffing van het bestuursorgaan.

• g.

  Op een markt een artikel aan te prijzen als een geneesmiddel, bedoeld in de Wet op de geneesmiddelenvoorziening.

2. Het is de vergunninghouder verboden:

• a.

  Op een andere dan voor de markt bestemde tijd op het marktterrein artikelen te koop aan te bieden, te verkopen of af te leveren of met de verkoop van artikelen te starten voor de begintijd van de markt.

• b.

  Meer ruimte in te nemen dan hem is toegewezen.

• c.

  De opstal op zijn standplaats tijdens de markt af te breken of te verplaatsen of te verplaatsen;

• d.

  Meer dan een half uur voor de sluitingstijd van de markt te beginnen met het inpakken van marktartikelen.

• e.

  De doorgang in de wandelgangen op en langs het marktterrein te hinderen of te belemmeren.

• f.

  Zich, behoudens ontheffing van het bestuursorgaan, aan de voorzijde van de standplaats op te houden bij het te koop aanbieden, verkopen of afleveren van artikelen.

• g.

  Op de standplaats andere artikelen in voorraad te hebben dan die, waarvoor de vergunning is verleend.

• h.

  Zijn plaats samen met een andere benutten.

1. Personen, die een standplaats op een markt (gaan) innemen, moeten zich kunnen legitimeren door middel van een officieel identiteitsbewijs en dit met de vergunning op eerste aanvraag aan de marktmeester tonen.

2. De vergunninghouder is verplicht:

• a.

  Zijn standplaats vanaf zonsondergang te hebben voorzien van een verlichting, waarmee de uitgestalde waren helder verlicht dienen te zijn van maximaal 150 Watt per kraam;

• b.

  Zijn standplaats tot de sluitingstijd van de markt in te nemen.

• c.

  Gedurende het voor verkoop aanbieden van artikelen, op een duidelijk zichtbare plaats aan de marktkraam of verkoopgelegenheid een naambord in goede staat te hebben, waarop duidelijk leesbaar de voorletters en de naam van de rechthebbende op de betreffende standplaats zijn aangegeven.

• d.

  Er voor zorg te dragen dat de prijsaanduiding van de voor verkoop aangeboden artikelen voor het publiek duidelijk leesbaar is.

• e.

  Indien hem is toegestaan eet- en drinkwaren te verkopen, deze voldoende tegen verontreiniging te beschermen.

• f.

  Ervoor zorg te dragen, dat zijn standplaats steeds een goed verzorgd aanzien biedt.

• g.

  Zijn kraam aan de voorzijde tussen verkoopblad en grond met zeilen af te schermen.

• h.

  Zijn afval en verpakkingsmaterialen tijdens de markt in te zamelen.

• i.

  Zijn standplaats en de onmiddellijke omgeving daarvan schoon op te leveren en het afval zelf af te voeren voordat hij het marktterrein verlaat.

• j.

  Gebruik te maken van kramen die worden verhuurd en geplaatst door een door het bestuursorgaan aangewezen kraamverhuurder, tenzij het bestuursorgaan toestemming heeft gegeven eigen kramen of andere voor verkoop van artikelen bestemde bedrijfsmiddelen te plaatsen en te gebruiken.

3. Vergunninghouders van vaste plaatsen;

• a.

  Die wegens ziekte verhinderd zijn hun standplaats te bezetten, zijn verplicht de marktmeester daarvan voor de betreffende marktdag in kennis te stellen. Bij langdurige afwezigheid wegens ziekte zijn zij verplicht, de marktmeester desgevraagd per drie maanden een geneeskundige verklaring hiervan te overleggen.

• b.

  Moeten aan de marktmeester tijdig mededeling doen, dat zij een markt wegens vakantie niet bezoeken, onder opgave van de duur.

• c.

  Dienen deze plaats uiterlijk een half uur voor de aanvang van de markt te bezetten, bij gebreke waarvan de betreffende standplaats voor die dag als losse plaats wordt aangemerkt;

4. De vergunninghouder mag zich op de standplaats laten bijstaan, maar moet een standplaats persoonlijk innemen, behoudens ontheffing door het bestuursorgaan;

5. Het bestuursorgaan kan de vergunninghouder in de gevallen, bedoeld in het derde lid toestemming verlenen zich te laten vervangen.

1. De vergunning voor een vaste plaats wordt ingetrokken

• a.

  Op verzoek van de vergunninghouder.

• b.

  Bij overlijden van de vergunninghouder, behoudens het bepaalde in artikel 9.

• c.

  Wanneer niet langer wordt voldaan aan de in artikel 6 gestelde eisen.

2. Het bestuursorgaan kan de vergunning voor een vaste plaats al dan niet voorwaardelijk of tijdelijk intrekken, Indien de vergunninghouder:

• a.

  Het bij of krachtens deze verordening bepaalde overtreedt.

• b.

  Het verschuldigde marktgeld dat wordt geheven op grond van artikel 229 van de Gemeentewet, niet of niet tijdig heeft voldaan.

• c.

  Zich schuldig maakt aan wan gedrag of bedrog.

• d.

  Gedurende drie achtereenvolgende weken of drie markten in een periode van 13 weken geen gebruik heeft gemaakt van zijn plaats op de markt, tenzij dit zijn oorzaak vindt in omstandigheden, die betrokkene niet zijn toe te rekenen.