Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR2629
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR2629/1
Bomenverordening Nijkerk
Geldend van 21-08-2003 t/m 01-07-2009
Intitulé
Bomenverordening NijkerkDe raad van de gemeente Nijkerk;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 15 januari 2002;
gelet op artikel 147 van de Gemeentewet;
besluit vast te stellen de volgende Bomenverordening Nijkerk
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
-
1. In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
boom: een houtachtig, overblijvend gewas met een dwarsdoorsnede van de stam van minimaal 10 centimeter op 1,3 meter hoogte boven het maaiveld. In geval van meerstammigheid geldt de dwarsdoorsnede van de dikste stam. In het kader van een herplant- of instandhoudingplicht kunnen voorschriften gesteld en maatregelen genomen worden voor bomen kleiner dan 10 cm dwarsdoorsnede op 1,3 meter boven maaiveld;
- b.
houtopstand: één of meer bomen, hakhout, een houtwal, een grotere (lint)begroeiing van heesters en struiken, een beplanting van bosplantsoen;
- c.
hakhout: één of meer bomen of boomvormers, die na te zijn geveld, opnieuw op de stronk uitlopen;
- d.
knotten/kandelaberen: het tot op de oude snoeiplaats verwijderen van uitgelopen takhout bij knotbomen, gekandelaberde bomen of leibomen als periodiek noodzakelijk onderhoud
- e.
bebouwde kom: de bebouwde kom van de gemeente, vastgesteld ingevolge artikel 1, vijfde lid, van de Boswet;
- f.
boomwaarde: de monetaire waarde van een boom zoals getaxeerd volgens de meest recente richtlijnen van de Nederlandse Vereniging van Taxateurs van Bomen en houtige gewassen;
- g.
college: het college van burgemeester en wethouders van Nijkerk.
- a.
-
2. In deze verordening wordt onder vellen mede verstaan rooien, met inbegrip van verplanten, alsmede het verrichten van handelingen, zowel boven- als ondergronds, die de dood of ernstige beschadiging of ontsiering van houtopstand ten gevolge kunnen hebben.
HOOFDSTUK 2 HET BEWAREN VAN HOUTOPSTANDEN
Artikel 2 Kapverbod
-
1. Het is verboden zonder vergunning van het college of een door het college geaccepteerde melding houtopstand te vellen of te doen vellen.
-
2. De in het eerste lid bedoelde vergunning is vereist voor:
- a.
het vellen of doen vellen van een boom die voorkomt op de lijst, bedoeld in artikel 3, eerste lid;
- b.
het vellen of doen vellen van houtopstand buiten de bebouwde kom.
Voor overige houtopstanden geld de meldingsplicht.
- a.
-
3. Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voor houtopstanden, die op bosbouwkundige of bedrijfseconomische wijze worden geëxploiteerd, indien het betreft:
- a.
populieren en wilgen als wegbeplantingen en éénrijige beplantingen op of langs landbouwgronden, tenzij deze zijn geknot;
- b.
fruitbomen, en windschermen om boomgaarden;
- c.
fijnsparren of andere coniferen, niet ouder dan twaalf jaar, bestemd om te dienen als kerstbomen en geteeld op daarvoor in het bijzonder bestemde terreinen;
- d.
kweekgoed;
- e.
houtopstand, die deel uitmaakt van als zodanig bij het Bosschap geregistreerde bosbouw-ondernemingen en niet gelegen is binnen een bebouwde kom tenzij de houtopstand een zelfstandige eenheid vormt en, ofwel geen grotere oppervlakte beslaat dan 10 are, ofwel in geval van rijbeplanting, gerekend over het totale aantal rijen, niet meer bomen omvat dan 20;
- a.
-
4. Het in het eerste lid gesteld verbod geldt verder niet voor:
- a.
Houtopstand binnen de bebouwde kom die niet als monumentale, waardevolle of toekomstboom op de bomenlijst staat als bedoeld in artikel 3, lid 1 van deze verordening.
- b.
Houtopstand die moet worden geveld krachtens de Plantenziektenwet of krachtens een aanschrijving of last van het college, zulks onverminderd het bepaalde in de artikelen 14 en 16 van deze verordening.
- c.
Het periodiek vellen van hakhout en knotten en kandelaberen van bomen, met uitzondering van de eerste keer, ter uitvoering van het reguliere onderhoud.
- a.
Artikel 3 Monumentale, waardevolle en toekomstbomen
-
1. Het college stelt een lijst vast met bomen, waarvoor in beginsel geen vergunning wordt afgegeven, tenzij sprake is van een ernstige bedreiging van de openbare veiligheid, noodtoestand of andere uitzonderlijke situaties. De veranderingen op deze lijst worden jaarlijks door het college vastgesteld.
-
2. De in het eerste lid genoemde lijst bevat drie categorieën van monumentale bomen en houtopstanden, namelijk:
- -
Monumentale bomen (waaronder nationaal bij de Bomenstichting geregistreerde);
- -
Waardevolle bomen;
- -
Toekomstbomen.
- -
-
3. De lijst met bomen omvat in ieder geval een voor een ieder goed herkenbare omschrijving van de boom, standplaats en de reden van registratie van iedere houtopstand.
-
4. Aan de standplaatsen van monumentale bomen kan de bestemming "groeiplaats boom" worden verleend onder vermelding van de stam- en kroonprojectie van deze bomen.
HOOFDSTUK 3 PROCEDURE VERGUNNINGEN EN MELDINGEN
Artikel 4 Vergunningaanvraag of melding
-
1. De vergunningaanvraag of melding dient, schriftelijk en gemotiveerd middels het formulier van de gemeente Nijkerk, te geschieden. Dit dient te geschieden door of namens dan wel met toestemming van degene, die krachtens zakelijk recht of door degene die krachtens publiekrechtelijke bevoegdheid gerechtigd is over de houtopstand te beschikken.
-
2. Wanneer door of namens de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij aan het college een afschrift is toegezonden van de ontvangstbevestiging als bedoeld in artikel 2 van de Boswet, wordt dit afschrift mede als een vergunningaanvraag beschouwd.
Artikel 5 Beslissing op aanvraag kapvergunning
-
1. Op aanvragen om kapvergunning voor monumentale en waardevolle bomen is afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing. In spoedeisende gevallen kan hiervan, ter beoordeling van het college, worden afgeweken. Het college neemt binnen twaalf weken een beslissing op de aanvraag. Wordt binnen deze termijn geen beslissing genomen, dan wordt de vergunning geacht te zijn geweigerd, tenzij schriftelijk een andere termijn is meegedeeld.
-
2. Op aanvragen om kapvergunning voor houtopstand buiten de bebouwde neemt het college binnen acht weken een beslissing. Wordt binnen deze termijn geen beslissing genomen, dan wordt de vergunning geacht te zijn geweigerd, tenzij schriftelijk een andere termijn is meegedeeld.
Artikel 6 Beslissing op melding kapvoornemen
-
1. Het college reageert binnen vier weken schriftelijk op de melding van een kapvoornemen,
- a.
hetzij door de mededeling dat tegen de voorgenomen kap geen bezwaar bestaat,
- b.
hetzij door de mededeling dat voor de betreffende houtopstand een kapvergunning vereist is.
- a.
-
2. Indien het gestelde in het eerste lid, onder b, van toepassing is, wordt het meldingsformulier beschouwd als aanvraag kapvergunning, waarbij als datum van ontvangst geldt de datum van verzending van de mededeling, bedoeld in het eerste lid, onder b.
-
3. Indien het college niet binnen vier weken schriftelijk op de melding reageert, wordt de melding geacht te zijn geaccepteerd.
Artikel 7 Weigeringsgronden
-
1. De vergunning kan worden geweigerd dan wel onder voorschriften worden verleen in het belang van onder meer:
- -
natuur- en milieuwaarden van de houtopstand;
- -
landschappelijke waarden van de houtopstand;
- -
cultuurhistorische waarden van de houtopstand;
- -
waarden van stads- en dorpsschoon van de houtopstand;
- -
boomwaarde van de houtopstand:
- -
waarden voor recreatie en leefbaarheid van de houtopstand.
- -
-
2. Bij de beslissing op een aanvraag om kapvergunning wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met gemeentelijke groen-, bomen-, bestemmings- of landschapsplannen.
Artikel 8 Aanhouding
De beslissing op een aanvraag om kapvergunning kan worden aangehouden als de aanvraag is ingediend ten behoeve van de realisatie van een vergunningplichtig bouwwerk of een ander werk waarvoor aanlegvergunning vereist is, tot vier weken nadat op vergunningaanvraag is beslist.
Artikel 9 Publicatie
De besluiten tot het verlenen van kapvergunning worden gepubliceerd in een lokaal nieuwsblad.
Artrtikel 10 Standaardvoorwaarde van niet-gebruik
-
1. Een vergunning wordt verleend onder de standaardvoorwaarde van feitelijk niet gebruik tot het moment dat de vergunning rechtens onaantastbaar is geworden.
-
2. Van het bepaalde in het eerste lid kan om dringende redenen worden afgeweken.
Artikel 11 Spoedeisend belang
De burgemeester kan toestemming geven tot direct vellen, indien sprake is van grote gevaarzetting of vergelijkbaar spoedeisend belang, ter bescherming van openbare orde of veiligheid.
Artikel 12 Vervaltermijn vergunning
-
1. De vergunning vervalt, indien daarvan niet binnen één jaar na de datum van verzending gebruik is gemaakt. In het geval het een vergunning voor meer dan één boom betreft is de vergunning voor alle bomen, geveld of niet, slechts voor één jaar geldig, ook als één of enkele andere bomen al geveld zijn.
-
2. Indien bezwaar en/of beroep wordt ingesteld tegen de verleende kapvergunning wordt de termijn, bedoeld in het eerste lid, verlengd, tot een half jaar na de beslissing op bezwaar of beroep.
Artikel 13 Bijzondere vergunningvoorschriften
-
1. Tot de aan de vergunning te verbinden voorschriften kan het voorschrift behoren, dat binnen een bepaalde termijn en overeenkomstig de door het college te geven aanwijzingen moet worden herplant. Indien een gemeentelijk bestemmings-, bomen-, groen-, of landschaps- plan de te vellen houtopstand direct of indirect als beschermingswaardig omschrijft, wordt in beginsel een herplantplicht opgelegd.
-
2. Wordt een voorschrift als bedoeld in het eerste lid gegeven, dan kan daarbij tevens worden bepaald binnen welke termijn na de herplant en op welke wijze niet-geslaagde beplanting moet worden vervangen.
-
3. Tot aan de vergunning te verbinden voorschriften kunnen aanwijzingen behoren ter bescherming van in en rond de houtopstand voorkomende flora en fauna.
-
4. Tot de aan een vergunning te verbinden voorschriften kan behoren het voorschrift om een geldelijke bijdrage te storten ten behoeve van herplant door de gemeente, indien er op het perceel waar de houtopstand stond geen ruimte is voor gelijkwaardige herplant.
HOOFDSTUK 4 OVERIGE BEPALINGEN
Artikel 14 Herplant- en instandhoudingsplicht
-
1. Indien houtopstand waarvoor ingevolge artikel 2, tweede lid, een kapvergunning vereist is, zonder vergunning is geveld, dan wel op andere wijze teniet is gegaan, kan het college aan de zakelijk gerechtigde van de grond waarop zich de houtopstand bevond dan wel aan degene die uit andere hoofde tot het treffen van voorzieningen bevoegd is, de verplichting opleggen te herbeplanten overeenkomstig de daarbij te geven aanwijzingen binnen een daarbij te stellen termijn.
-
2. Wordt een verplichting als bedoeld in het eerste lid opgelegd, dan kan daarbij tevens worden bepaald binnen welke termijn na herbeplanting en op welke wijze niet-geslaagde beplanting moet worden vervangen.
-
3. Indien houtopstand waarvoor ingevolge artikel 2, tweede lid, een kapvergunning vereist is, in het voortbestaan ernstig wordt bedreigd, kan het college aan de zakelijk gerechtigde van de grond waarop zich de houtopstand bevindt dan wel aan degene die uit andere hoofde tot het treffen van voorzieningen bevoegd is, de verplichting opleggen om overeenkomstig de daarbij te geven aanwijzingen binnen een daarbij te stellen termijn voorzieningen te treffen, waardoor die bedreiging wordt weggenomen.
-
4. Bij de uitvoering van dit artikel is het bepaalde in artikel 13, derde en vierde lid, van overeenkomstige toepassing.
Artikel 15 Schadevergoeding
Het college beslist op een verzoek om schadevergoeding op grond van artikel 17 juncto artikel 13 vierde lid, van de Boswet.
Artikel 16 Bestrijding van iepeziekte
-
1. Dit artikel verstaat onder:
- a.
iepeziekte: de aantasting van iepen door de schimmel Ophiostoma ulmi (Buism.) Nannf. (syn. Ceratocystis ulmi (Buism.) C. Moreau);
- b.
iepespintkever: het insekt, in elk ontwikkelingsstadium, behorende tot de soorten Scolytus scolytus (F.) en Scolytus rnultistratus (Marsch) en Scolytus pygmaeus.
- a.
-
2. Indien zich op een terrein één of meer iepen bevinden die naar het oordeel van het college gevaar opleveren van verspreiding van de iepeziekte of voor vermeerdering van de iepespintkevers, is de rechthebbende, indien hij daartoe door het college is aangeschreven, verplicht binnen de bij aanschrijving vast te stellen termijn:
- a.
indien de iepen in de grond staan, deze te vellen;
- b.
de iepen te ontbasten en de bast te vernietigen;
- c.
de niet ontbaste iepen of delen daarvan te vernietigen of zodanig te behandelen dat verspreiding van de iepeziekte wordt voorkomen.
- a.
-
3.
- a.
Het is verboden gevelde iepen of delen daarvan voorhanden of in voorraad te hebben of te vervoeren;
- b.
het verbod is niet van toepassing op geheel ontbast iepehout en op iepehout met een doorsnede kleiner dan 4 centimeter;
- c.
Het college kan ontheffing verlenen van het onder a. van dit lid gestelde verbod.
- a.
HOOFDSTUK 5 STRAF- EN SLOTBEPALINGEN
Artikel 17 Strafbepaling
Hij die handelt in strijd met artikel 2, eerste lid, of artikel 16, derde lid, dan wel een verplichting, opgelegd op grond van artikel 14, eerste of derde lid, niet nakomt, wordt gestraft met een hechtenis van ten hoogste drie maanden of een geldboete van de tweede categorie.
Artikel 18 Opsporing
Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de door het college dan wel door de burgemeester aangewezen personen.
Artikel 19 Slotbepaling
-
1. Deze verordening kan worden aangehaald als: Bomenverordening Nijkerk.
-
2. Zij treedt in werking op een door het college te bepalen tijdstip, rekening houdend met het bepaalde in artikel 22, tweede lid, van de Tijdelijke referendumwet.
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van de raad van de gemeente Nijkerk d.d.
21 februari 2002
de secretaris
H. Verheij
de voorzitter
B. Vries
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl