Regeling vervallen per 27-10-2022

Commissie beeldende kunst

Geldend van 14-07-2005 t/m 26-10-2022 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2005

Intitulé

Commissie beeldende kunst

Het college van de gemeente Pijnacker-Nootdorp;

gelet op artikel 84 van de Gemeentewet;

besluit:

in te stellen de

COMMISSIE BEELDENDE KUNST

Artikel 1 Inleidende bepaling en taken

  • 1.

    Er is een commissie van advies die tot taak heeft het college gevraagd en ongevraagd te adviseren over:

    • a.

      het aankopen van kunstwerken in de openbare ruimte;

    • b.

      het formuleren en verstrekken van opdrachten aan kunstenaars voor het vervaardigen van kunstwerken in de openbare ruimte;

    • c.

      het verwijderen dan wel verplaatsen van bestaande kunstwerken.

  • 2.

    De commissie van advies wordt genoemd: Commissie beeldende kunst Pijnacker-Nootdorp.

Artikel 2 Samenstelling en benoeming

  • 1.

    De commissie bestaat uit minimaal 3 en maximaal 5 leden.

  • 2.

    In de commissie moeten in ieder geval: twee beroepsmatig werkzaam zijnde beeldende kunstenaars zitting hebben.

  • 3.

    De overige leden van de commissie dienen affiniteit te hebben met de beeldende kunst en zijn bij voorkeur woonachtig in de gemeente Pijnacker-Nootdorp.

  • 4.

    Het college benoemt de leden van de commissie.

Artikel 3 Duur lidmaatschap

  • 1.

    De leden van de commissie worden benoemd voor een periode van vier jaar.

  • 2.

    De commissie stelt ter behoud van de continuïteit een rooster van aftreden op.

  • 3.

    Aftredende leden kunnen eenmaal voor een aansluitende termijn worden herbenoemd.

  • 4.

    De leden van de commissie kunnen te allen tijde ontslag nemen. De daartoe strekkende kennisgeving zenden zij aan het college.

  • 5.

    In de door ontslag, intrekken van de aanwijzing of door overlijden opengevallen plaats wordt binnen drie maanden voorzien.

  • 6.

    Bij ontslag als lid van een commissie blijft het lid zijn functie vervullen, totdat in zijn opvolging is voorzien.

Artikel 4 Voorzitter

  • 1.

    De voorzitter van de commissie wordt uit en door de leden van de commissie benoemd.

  • 2.

    De commissie regelt de plaatsvervanging van de voorzitter.

  • 3.

    De voorzitter bepaalt de agenda van een commissievergadering.

Artikel 5 Secretaris

  • 1.

    Het college wijst een secretaris aan, die de commissie in haar werkzaamheden bijstaat en die als zodanig een raadgevende stem heeft.

  • 2.

    De secretaris is belast met het maken van een verslag van hetgeen in de vergadering van de commissie is besproken.

Artikel 6 Werkwijze en besluitvorming

  • 1.

    De commissie vergadert tenminste tweemaal per jaar en verder zo dikwijls als de voorzitter nodig oordeelt. Tevens belegt de voorzitter een vergadering indien ten minste drie leden hem daartoe schriftelijk onder opgave van de reden verzoeken.

  • 2.

    De uitnodiging voor een vergadering geschiedt ten minste een week voor de datum waarop de vergadering plaatsvindt. De uitnodiging bevat tevens de agenda.

  • 3.

    Besluiten over adviezen kunnen worden genomen indien ten minste de helft van het aantal leden aanwezig is.

  • 4.

    De commissie besluit bij meerderheid van stemmen. Bij het staken van de stemmen brengt de commissie een verdeeld advies uit aan het college.

  • 5.

    De leden onthouden zich van de beoordeling van zaken die henzelf, hun partners of hun bloed- of aanverwanten tot en met de derde graad, persoonlijk aangaan.

Artikel 7 Deelname aan de vergadering door anderen dan de voorzitter of de commissieleden

De voorzitter van een commissie kan, al dan niet op verzoek van de leden van de commissie, de burgemeester, een wethouder of ambtenaren van de gemeente en andere deskundigen of belanghebbenden uitnodigen de vergadering van de commissie bij te wonen of daarin te verschijnen teneinde desgevraagd over de aan de orde zijnde zaken nadere informatie te verstrekken of aan de beraadslaging deel te nemen.

Artikel 8 Verslaglegging

  • 1.

    Van hetgeen in de commissies wordt besproken, wordt een zakelijke weergave in een verslag opgenomen, waarbij de standpunten van de commissieleden worden vermeld.

  • 2.

    Het verslag zo spoedig mogelijk na een vergadering van de commissie aan de leden toegezonden.

  • 3.

    Het vastgestelde verslag wordt door de voorzitter en de secretaris ondertekend.

Artikel 9 Openbaarheid

De vergaderingen van de commissie zijn openbaar, tenzij de voorzitter besluit dat niet in openbaarheid wordt vergaderd. De datum en plaats van de vergadering van de commissie wordt bekend gemaakt via de lokale pers.

Artikel 10 Vergoedingen

  • 1.

    De leden van de commissie ontvangen voor het bijwonen van vergaderingen, met inachtneming van het bepaalde in artikel 14, vijfde lid van de Verordening voorzieningen wethouders, raads- en commissieleden 2004, een vergoeding van 200% van het bedrag als bedoeld in artikel 14, eerste lid van genoemde verordening.

  • 2. De

    leden van de commissie ontvangen, met inachtneming van het bepaalde in artikel 15 van de Verordening voorzieningen wethouders, raads- en commissieleden 2004, een vergoeding voor reis- en verblijfkosten.

Artikel 11 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking.

Artikel 12 Citeerartikel

Dit besluit wordt aangehaald als: “Instellingsbesluit commissie beeldende kunst Pijnacker-Nootdorp".

Ondertekening

Vastgesteld in de vergadering van het college van
de secretaris, de burgemeester,

Artikelsgewijze toelichting.

Algemeen

Op basis van de vigerende Verordening op de Commissies, niet zijnde raadscommissies, is het bestaan van de Commissie Beeldende Kunst Pijnacker geregeld. Sedert de wetgevingsoperatie ‘Dualisering gemeentebestuur’ is het stelsel van regelgeving voor gemeentelijke commissies aanzienlijk gewijzigd. In het bijzonder komt dit tot uitdrukking in de artikelen 82 t/m 84 van de Gemeentewet. De voorgestelde regeling heeft betrekking op de instelling van een adviescommissie voor het college zoals bedoeld in artikel 84 Gemeentewet. Het is derhalve geen bestuurscommissie in de zin van de wet.

Artikel 1.

In dit artikel is de taak van de commissie vastgelegd: het gevraagd en ongevraagd adviseren van het college over aankopen van kunstwerken, het formuleren en verstrekken van opdrachten en het verwijderen en plaatsen van bestaande kunstwerken. Het vragen van advies aan de commissie geschiedt door of namens het college na een daartoe strekkende opdracht van het college.

Artikel 2.

In de vigerende verordening was sprake van erkenning door de Provincie Zuid-Holland. Met ingang van 1 juli 2004 heeft de provincie een nieuwe Algemene Subsidieverordening en een Subsidieregeling Cultuur Zuid-Holland vastgesteld. Erkenning van een beroepsmatig werkzaam kunstenaar door de provincie is in deze regeling niet opgenomen. En derhalve ook niet in het onderhavige besluit.

Artikel 10.

De vergoeding van de commissieleden wordt geregeld in de door de raad vastgestelde “Verordening voorzieningen raads- en commissieleden”. Volgens deze regeling declareren de commissieleden de door hen bijgewoonde vergaderingen, alsmede de reis- en verblijfkosten voor de in opdracht van het college verrichte werkzaamheden ten behoeve van uit te brengen of uitgebrachte adviezen van de commissie. De declaraties worden ter goedkeuring voorgelegd aan het hoofd van de afdeling Welzijn.