Regeling vervallen per 10-06-2014

Verordening op de adviescommissie gemeentelijk ouderenbeleid 1997

Geldend van 19-11-1997 t/m 09-06-2014

Intitulé

Verordening op de adviescommissie gemeentelijk ouderenbeleid 1997

Artikel 1.

Er is een commissie als bedoeld in artikelen 82 en 91, eerste lid van de Gemeentewet, genaamd adviescommissie voor het gemeentelijk ouderenbeleid, kortweg Seniorenraad.

Artikel 2.

De commissie heeft tot taak het gevraagd en ongevraagd adviseren van gemeenteraad en/of het college van burgemeester en wethouders ten aanzien van algemene thema's die de hoofdlijnen van het gemeentelijk ouderenbeleid aangaan.

Artikel 3.

  • 1. De commissie bestaat uit zeven leden.

  • 2. De leden van de commissie dienen 55 jaar of ouder te zijn en bij voorkeur in Tilburg woonachtig.

  • 3. De gemeenteraad benoemt de leden van de commissie.

  • 4. Het college van burgemeester en wethouders draagt aan de gemeenteraad, op basis van een open sollicitatieprocedure, zeven leden waaronder een voorzitter voor.

  • 5. De benoeming van de voorzitter en de leden van de commissie geschiedt voor de zittingsperiode gelijk aan die van de leden van de zittende gemeenteraad.

  • 6. De aftredende leden zijn terstond herbenoembaar.

  • 7. De leden van de commissie kunnen te allen tijde ontslag nemen. Zij geven daarvan schriftelijk kennis aan de voorzitter van de gemeenteraad.

  • 8. De leden van de commissie kunnen tussentijds door de gemeenteraad worden ontslagen. De gemeenteraad ontslaat geen lid dan nadat de commissie is gehoord.

  • 9. In de tussentijds in de commissie opengevallen plaatsen wordt zo spoedig mogelijk voorzien. Een alsdan benoemd lid heeft zitting voor de resterende zittingstijd van zijn voorganger.

Artikel 4.

  • 1. Indien de commissie een beroep wil doen op medewerking van de gemeentelijke diensten en bedrijven, wendt zij zich daarvoor tot burgemeester en wethouders. Deze bevorderen, dat de gevraagde medewerking wordt verleend, tenzij andere belangen zich daartegen verzetten. Indien dit laatste het geval is, geven burgemeester en wethouders daarvan kennis aan de commissie onder vermelding van de redenen.

  • 2. Tussenkomst van burgemeester en wethouders, als in het eerste lid bedoeld, is niet vereist, wanneer het betreft verzoeken om informatie, welke onmiddellijk kan worden verstrekt.

Artikel 5.

De vergaderingen van de commissie kunnen door een lid van het college van burgemeester en wethouders worden bijgewoond, welk lid alsdan aan de beraadslagingen kan deelnemen. Het college ontvangt daartoe tijdig een exemplaar van de convocaties en van de vergaderstukken.

Artikel 6.

Het bepaalde in artikel 4 lid 3, artikel 6 leden 1, 2 en 3, de artikelen 7 tot en met 10 en artikel 11 van het commissiestatuut is van overeenkomstige toepassing op de vergaderingen van de adviescommissie voor het gemeentelijk ouderenbeleid.

Artikel 8.

Vervallen.