Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR254340
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR254340/2
Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Echt-Susteren houdende regels omtrent materiële en financiële gelijkstelling onderwijs (Verordening materiële en financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Echt-Susteren 2012)
Geldend van 25-12-2020 t/m 11-04-2022
Intitulé
Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Echt-Susteren houdende regels omtrent materiële en financiële gelijkstelling onderwijs (Verordening materiële en financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Echt-Susteren 2012)De raad van de gemeente Echt-Susteren,
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van Echt-Susteren d.d. 22-5-2012 en BBV nummer 141436;
gelet op artikel 140 van de Wet op het primair onderwijs en artikel 96g van de Wet op het voortgezet ondenwijs;
gelet op de artikelen XIII, XV en XVII van de Wet dualisering gemeentelijke medebewindsbevoegdheden; |
gelet op artikel 5 van de Gemeentewet;
gelet op hoofdstuk 4 van de Algemene wet bestuursrecht;
besluit:
Vast te stellen de volgende 'Verordening materiële en financiële gelijkstelling ondenwijs gemeente Echt-Susteren 2012'.
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1 Begripsbepaling
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Echt-Susteren;
- b.
schoolbestuur: bevoegd gezag van een volgens de Wet op het primair onderwijs en de Wet op het voortgezet onderwijs bekostigde in de gemeente gelegen openbare of bijzondere school;
- c.
school: school voor basisonderwijs of school voor voortgezet onderwijs;
- ·
school voor basisonderwijs: een basisschool of een speciale school voor basisonderwijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs;
- ·
school voor voortgezet onderwijs: school of scholengemeenschap voor voorbereidend wetenschappelijk onderwijs, voor hoger en middelbaar algemeen voortgezet onderwijs, voor voorbereidend beroepsonderwijs en voor praktijkonderwijs.
- ·
- d.
voorziening: een voorziening zoals opgenomen in de bijlage Voorzieningen van deze verordening;
- e.
aanvullende voorziening: een door het college vastgestelde nieuwe voorziening waarmee de verordening tijdelijk wordt aangevuld;
- f.
indieningsdatum: uiterste moment zoals opgenomen in de bijlage Voorzieningen van deze verordening, waarvoor een aanvraag voor een voorziening voor het eerste daaropvolgende tijdvak moet zijn ingediend;
- g.
toekenningscriteria: de omstandigheden zoals opgenomen in de bijlage Voorzieningen van deze verordening, waaronder een schoolbestuur in aanmerking komt voor een voorziening of een aanvullende voorziening;
- h.
tijdvak: periode zoals opgenomen in de bijlage Voorzieningen van deze verordening, waarvoor een voorziening wordt toegekend;
- i.
subsidieplafond: een bedrag zoals bedoeld in artikel 4:22 van de wet, dat beschikbaar is voor een voorziening, of een aanvullende voorziening;
- j.
feitelijke beschikbaarstelling: de beschikking van het college waarbij een voorziening of aanvullende voorziening in natura beschikbaar wordt gesteld;
- k.
subsidieverlening: de beschikking van het college waarbij een voorwaardelijke financiële aanspraak ontstaat op het subsidiebedrag voor een voorziening of een aanvullende voorziening;
- l.
subsidievaststelling: een beschikking zoals bedoeld in artikel 4:42 van de wet ;
- m.
wet: de Algemene wet bestuursrecht .
Artikel 2 Subsidieplafond en verdelingsregels
-
1. De raad kan voor een voorziening een subsidieplafond vaststellen. Hierbij bepaalt de raad hoe het beschikbare bedrag wordt verdeeld.
-
2. De raad kan voor een voorziening het gestelde in het eerste lid overdragen aan het college. Het college neemt daarbij de gemeentebegroting in acht.
-
3. Het college maakt het subsidieplafond en de wijze van verdeling van het beschikbare bedrag, uiterlijk zes weken voor de indieningsdatum aan de schoolbesturen bekend.
Artikel 3 Aanvullende voorziening
-
1. Het college kan bepalen dat de verordening tijdelijk wordt aangevuld met een voorziening.
-
2. Het college stelt de toekenningscriteria vast waaronder aanspraak bestaat op de aanvullende voorziening.
Artikel 4 Jaarlijks overzicht
Jaarlijks voor 1 juli zendt het college aan de schoolbesturen een overzicht van de op basis van deze verordening toegekende voorzieningen. Het overzicht omvat de periode van 1 juni van het voorafgaande jaar tot en met 31 mei van het jaar van toezending.
Hoofdstuk 2 Procedures
Paragraaf 2.1 Aanvraag voorzieningen; weigeringsgronden
Artikel 5 Toevoegen, wijzigen en intrekken
Een wijziging van de verordening die leidt tot het toevoegen, wijzigen of intrekken van een voorziening, wordt uiterlijk zes weken voor de indieningsdatum bekendgemaakt door het college.
Artikel 6 Indiening aanvraag
-
1. Het schoolbestuur dat een voorziening voor het eerste daaropvolgend tijdvak wenst, dient voor de indieningsdatum een aanvraag in bij het college. De indieningsdatum is niet van toepassing indien voor de voorziening is bepaald dat een indieningsdatum niet is voorgeschreven. Indien de aanvraag niet voor de indieningsdatum is ingediend, besluit het college om de aanvraag niet te behandelen.
-
2. De aanvraag vermeldt:
- a.
naam en adres van het schoolbestuur;
- b.
de dagtekening;
- c.
de gewenste voorziening;
- d.
de naam van de school en de onderwijssoort indien de voorziening is bestemd voor een school;
- e.
een motivering dat wordt voldaan aan de toekenningscriteria.
- a.
-
3. Bij het ontbreken van een of meer gegevens deelt het college dit schriftelijk mee aan het schoolbestuur. Daarbij krijgt het schoolbestuur de gelegenheid om binnen drie weken na de datum van verzending van de mededeling de gegevens schriftelijk aan te vullen. Indien het schoolbestuur de ontbrekende gegevens niet binnen deze termijn verstrekt, beslist het college de aanvraag niet te behandelen.
Artikel 7 Beslissingstermijn
-
1. Het college besluit binnen twaalf weken na de indieningsdatum op een aanvraag. Indien ten aanzien van een voorziening geen indieningsdatum is voorgeschreven, beslist het college binnen twaalf weken na ontvangst van de aanvraag.
-
2. Het college kan de termijn van twaalf weken met vier weken verlengen. Bij verlenging wordt uiterlijk twee weken voor het einde van de termijn van twaalf weken hiervan door het college schriftelijk mededeling gedaan aan het schoolbestuur. Hierbij geeft het college de reden voor de verlenging aan.
-
3. Het college stelt binnen twee weken na de datum van de beschikking op de aanvraag het schoolbestuur hiervan schriftelijk in kennis.
Artikel 8 Weigeringsgronden
Het college weigert de voorziening in ieder geval indien:
- a.
de gewenste voorziening geen voorziening is in de zin van deze verordening;
- b.
niet is voldaan aan één van de toekenningscriteria;
- c.
door verstrekking van de subsidie het subsidieplafond zou worden overschreden.
Paragraaf 2.2 Aanvraag aanvullende voorzieningen; weigeringsgronden
Artikel 9 Indiening aanvraag
-
1. Het schoolbestuur dat een aanvullende voorziening wenst, dient een aanvraag in bij het college.
-
2. Op de aanvraag is artikel 6, tweede en derde lid, van toepassing.
Artikel 10 Beslissingstermijn
Het college besluit binnen vier weken na ontvangst van de aanvraag of binnen vier weken na de verstrekking van de aanvullende gegevens. Binnen twee weken na de datum van de beschikking stelt het college het schoolbestuur hiervan schriftelijk in kennis.
Artikel 11 Weigeringsgronden
Het college weigert de aanvullende voorziening in ieder geval indien:
- a.
de gevraagde voorziening geen aanvullende voorziening zoals bedoeld in artikel 3 is;
- b.
niet is voldaan aan een van de toekenningscriteria.
Paragraaf 2.3 Toekenning; uitvoering beschikking subsidieverlening; intrekking of wijziging; verbod vervreemding
Artikel 12 Inhoud beschikking tot toekenning; betaling
-
1. De beschikking van het college tot toekenning van een voorziening of een aanvullende voorziening kan inhouden:
- a.
feitelijke beschikbaarstelling van de voorziening;
- b.
een subsidieverlening, of
- c.
een subsidievaststelling.
- a.
-
2. De beschikking bevat:
- a.
het tijdvak en het doel waarvoor de voorziening is toegekend;
- b.
de wijze waarop het schoolbestuur de voorziening dient uit te voeren.
- a.
-
3. De beschikking tot subsidieverlening of subsidievaststelling bevat voorts:
- a.
het bedrag van de subsidie of indien de beschikking tot subsidieverlening het bedrag niet vermeldt, het bedrag waarop de subsidie ten hoogste wordt vastgesteld;
- b.
het bedrag van het voorschot of de wijze van vaststelling daarvan indien de beschikking tot subsidieverlening bepaalt dat het college een voorschot verleent;
- c.
voorzover van belang de wijze waarop rekening en verantwoording door het schoolbestuur wordt afgelegd aan het college.
- d.
de bepaling dat de wet van toepassing is en voorzover van belang welke afzonderlijke bepalingen of afwijkingen hierop van kracht zijn.
- a.
-
4. De betaling van het subsidiebedrag vindt binnen zes weken na de subsidievaststelling plaats.
Artikel 13 Uitvoering beschikking tot subsidieverlening
-
1. Na een beschikking tot subsidieverlening dient het schoolbestuur uiterlijk acht weken na afloop van het tijdvak waarvoor de voorziening is toegekend een aanvraag tot subsidievaststelling in. Het college stelt de subsidie ambtshalve vast indien de aanvraag achterwege blijft.
-
2. Bij de aanvraag toont het schoolbestuur aan dat de aan de subsidieverlening verbonden verplichtingen als genoemd in artikel 12 zijn nagekomen.
-
3. Indien het schoolbestuur niet of niet voldoende aantoont dat de verplichtingen zijn nagekomen, deelt het college dit schriftelijk mee aan het schoolbestuur. Hierbij geven zij aan op welke onderdelen het schoolbestuur aanvullende informatie moet verschaffen. Daarbij krijgt het schoolbestuur de gelegenheid om binnen drie weken na ontvangst van de mededeling de gevraagde informatie schriftelijk te verschaffen. Indien het schoolbestuur de gevraagde informatie niet binnen deze termijn verstrekt, stelt het college de subsidie ambtshalve vast.
Artikel 14 Subsidievaststelling volgend op verlening
-
1. Het college beslist binnen acht weken na de indiening van de aanvraag als bedoeld in artikel 13, of binnen acht weken na de verstrekking van de aanvullende informatie. Binnen twee weken na de datum van de beschikking stelt het college het schoolbestuur hiervan schriftelijk in kennis.
-
2. Het college betaalt het subsidiebedrag onder verrekening van de betaalde voorschotten, overeenkomstig de subsidievaststelling. De betaling vindt binnen zes weken na de subsidievaststelling plaats.
Artikel 15 Intrekken of wijzigen beschikking; terugvordering
Ten aanzien van het beleid tot intrekking, wijziging, stopzetting of verlaging van de afgegeven subsidiebeschikking dan wel terugvordering van gegeven subsidie is titel 4:2 van de wet van toepassing.
Artikel 16 Intrekken of wijzigen beschikking tot subsidieverlening
-
1. Zolang de subsidie niet is vastgesteld, kan het college een beschikking tot subsidieverlening intrekken of ten nadele van het schoolbestuur wijzigen, indien:
- a.
het bepaalde in artikel 16, eerste lid, onder b en c van toepassing is;
- b.
de voorziening niet of niet geheel heeft plaatsgevonden, of zal plaatsvinden;
- c.
het schoolbestuur onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een andere beschikking zou hebben geleid.
- a.
-
2. De intrekking of wijziging werkt terug tot en met het tijdstip van toekenning van de voorziening, tenzij bij de intrekking of wijziging anders is bepaald.
Artikel 17 Verbod tot vervreemding
Vervreemding door het schoolbestuur van op basis van deze verordening toegekende voorzieningen, is niet toegestaan zonder toestemming van het college tenzij sprake is van een overdracht van voorzieningen aan een ander schoolbestuur als gevolg van samenvoeging van het betreffende schoolbestuur met een ander schoolbestuur.
HOOFDSTUK 3 Slotbepalingen
Artikel 18 Informatieverstrekking
Het schoolbestuur verstrekt op verzoek van het college nadere gegevens die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van het bepaalde in deze verordening.
Artikel 19 Beslissing van het college in gevallen waarin de verordening niet voorziet
In gevallen, de uitvoering van de verordening betreffende, waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.
Artikel 20 Intrekking
De 'Verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs 2010 gemeente Echt-Susteren', vastgesteld op 10 juni 2010 en vervolgens gewijzigd op 13 december 2010 en 29 juni 2011, wordt ingetrokken.
Artikel 21 Citeertitel; inwerkingtreding
-
1. De verordening kan worden aangehaald als: Verordening materiële en financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Echt-Susteren 2012.
-
2. De verordening treedt in werking op de eerste dag na de datum van bekendmaking.
Ondertekening
Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad d.d. 4-7-2012.
De raad voornoemd,
de griffier, de burgemeester,
mr. M.M.W.H.Y. Hermans CMC, Drs. J.W.M.M.J. Hessels
Bijlage 1 voorzieningen, zoals bedoeld in artikel 1, sub d, van de 'Verordening materiële en financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Echt-Susteren 2012'.
1 Voorziening leerlingenvervoer bewegingsonderwijs primaironderwijs.
I Aanduiding van de voorziening
Door de gemeente georganiseerd vervoer van leerlingen van school naar de dichtstbijzijnde beschikbare sportaccommodatie en terug, in het kader van bewegingsonderwijs.
II Indieningsdatum
Het vervoer wordt van gemeentewege geregeld. Het schoolbestuur behoeft terzake geen aanvraag in te dienen.
Het aantal voor de scholen beschikbare klokuren bewegingsonderwijs wordt bepaald op basis van de op grond van artikel 117 van de Wet primair onderwijs vastgestelde Beleidsregel voor bekostiging gymnastiekruimte voor basisonderwijs.
Het bewegingsonderwijs wordt binnen de gemeente aanwezige sportaccommodaties, in overleg met de directeuren van de betrokken scholen, ingeroosterd.
III Tijdvak waarvoor voorziening wordt toegekend
Schooljaar.
IV Toekenningscriteria op grond waarvan een schoolbestuur in aanmerking komt voor een voorziening
IVa Schoolsoort
De voorziening is beschikbaar voor de scholen voor primair onderwijs.
IVb Overige criteria op basis waarvan het schoolbestuur van een school in aanmerking komt voor een voorziening
De voorziening is van toepassing op de leerlingen van de nader aan te wijzen:
- Leerlingengroepen 3 tot en met 8 van de basisscholen, waarvan de loopafstand van het schoolgebouw tot de dichtstbijzijnde beschikbare sportaccommodatie groter is dan 800 meter;
- Leergroepen - met leerlingen in de leeftijd vanaf 6 jaar - van een speciale school voor basisonderwijs, waarvan de loopafstand van het schoolgebouw tot de dichtstbijzijnde beschikbare sporttaccommodatie groter is dan 800 meter.
Loopafstand: de afstand:'te voet', ANWB Routeplanner (www.anwb.nl).
Peildatum leeftijd leerling speciale school voor basisonderwijs: de leeftijd van de leerling op 1 augustus van het schooljaar waarop de voorziening betrekking heeft.
V Wijze van toekenning met eventueel daarbij behorende berekeningseenheid
Betreft een feitelijke beschikbaarstelling van de door de gemeente georganiseerde vervoersvoorziening.
De te vervoeren leer(lingen)groepen worden door de gezamenlijke schooldirecteuren (of andere daarvoor door de betrokken schoolbesturen aangewezen personen) aangewezen; dit met inachtname van het subsidieplafond. De directeuren van de scholen die voor een vervoersvoorziening in aanmerking komen, worden door de gemeente tijdig voor de start van het nieuwe schooljaar voor het aanwijzigingsoverleg uitgenodigd.
In het geval dat het aanwijzingsoverleg niet tot overeenstemming leidt, beslissen de betrokken schoolbesturen. Komen ook de schoolbesturen niet tot overeenstemming beslist het College van burgemeester en wethouders, rekening houdende met het vervoersrooster van het lopende schooljaar en de daarover gemaakte afspraken, het aantal beschikbare klokuren bewegingsonderwijs, de afstand tussen de school en de sportaccommodatie en de beschikbaarheid van de sportaccommodaties.
VI Subsidieplafond
Het subsidieplafond betreft het door de gemeenteraad voor het leerlingenvervoer bewegingsonderwijs opgenomen bedrag in de gemeentebegroting.
2 Voorzieningonderwijsbegeleiding primair onderwijs.
I Aanduiding van de voorziening
Tegemoetkoming in de kosten van de door het college goedgekeurde activiteiten van onderwijs & zorg, binnen de door college en schoolbesturen gezamenlijk vastgestelde beleidsthema's. Het gaat daarbij om beleidsthema's waar de gemeente een wettelijke zorgplicht of een gedeelte verantwoordelijkheid heeft.
II Indieningsdatum
Uiterlijk 4 weken voorafgaande aan de activiteit.
III Tijdvak waarvoor voorziening wordt toegekend
Schooljaar of een gedeelte ervan.
IV Toekenningscriteria op grond waarvan een schoolbestuur in aanmerking komt voor een voorziening
IVa Schoolsoort
De voorziening is beschikbaar voor de scholen voor primair onderwijs.
IVb Overige criteria op basis waarvan het schoolbestuur van een school in aanmerking komt voor een voorziening
Niet van toepassing.
V Wijze van toekenning met eventueel daarbij behorende berekeningseenheid
De tegemoetkoming bedraagt 50% van de kosten van de door het college goedgekeurde activiteit(en) tot een maximum van het voor de school voor het schooljaar beschikbare vergoeding.
De voor de school beschikbare vergoeding wordt als volgt berekend:
A:B x C
A = Het in de gemeentebegroting opgenomen bedrag: voor onderwijsbegeleiding.
B = Het totaal aantal leerlingen binnen de in de gemeente Echt-Susteren gelegen scholen voor primair onderwijs op 1 oktober van het jaar voorafgaande aan het schooljaar waarop de aanvraag betrekking heeft.
C = Het aantal leerlingen op de school waarvoor de aanvraag wordt gedaan op 1 oktober van het jaar voorafgaande aan het schooljaar waarop de aanvraag betrekking heeft.
Het college kan besluiten tot het vergoeden van een hoger percentage van de kosten.
VI Subsidieplafond
Het subsidieplafond betreft het door de gemeenteraad voor onderwijsbegeleiding opgenomen bedrag in de gemeentebegroting.
3. Voorziening levensduurverlengende renovatie schoolgebouwen voortgezet onderwijs.
I Aanduiding van de voorziening
Bijdrage in de kosten van de levensduurverlengende renovatie van schoolgebouwen voor voortgezet onderwijs. Onder levensduurverlengende renovatie (verder renovatie) wordt verstaan:
Een grootschalige en integrale aanpak van een bestaand schoolgebouw gericht op levensduurverlenging van een gebouw met tenminste 25 jaar, waarbij het gebouw bouwkundig wordt gerenoveerd en een update krijgt op basis waarvan het gebouw (weer) voldoet aan de functionele eisen, aan de wettelijke eisen van het actuele bouwbesluit en aan de hedendaagse eisen van duurzaamheid en frisse scholen.
II Indieningsdatum
Vanaf de datum van inwerkingtreding van de voorziening tot uiterlijk 1 juni 2021.
III Tijdvak waarvoor voorziening wordt toegekend
Uitgangspunt is dat de renovatie vóór 1 januari 2023 wordt uitgevoerd en opgeleverd.
IV Toekenningscriteria op grond waarvan een schoolbestuur in aanmerking komt voor een voorziening
IVa Schoolsoort
De bekostiging kan worden aangevraagd door het bevoegd gezag van een school voor voortgezet onderwijs.
IVb Gebouwen met een permanente bouwaard/gebouwen met een tijdelijke bouwaard.
De voorziening staat uitsluitend open voor schoolgebouwen met een permanente bouwaard.
IVc Overige voorwaarden op basis waarvan het schoolbestuur van een school in aanmerking komt voor een voorziening
Aanspraak op bekostiging bestaat als:
- 1.
Het schoolgebouw tenminste 40 jaar oud is. Wanneer het schoolgebouw uit meerdere bouwjaren bestaat, dient tenminste 70% van het gebouw 40 jaar of ouder te zijn.
- 2.
Een leerlingenprognose uitwijst dat het schoolgebouw tenminste 15 jaar noodzakelijk is voor het huisvesten van de school.
- 3.
Bij de aanvraag een besteksgereed bouwplan met kostenraming wordt overleg, waaruit blijkt dat:
- a.
de renovatie leidt tot een levensduurverlenging van tenminste 25 jaar;
- b.
het schoolgebouw na de renovatie voldoet aan de eisen van het Bouwbesluit en in het beginsel aan het Programma van Eisen Frisse scholen, klasse B of beter;
- c.
voor wat betreft het onderdeel duurzaamheid de ambitie van ‘Bijna Energie Neutrale Gebouwen’ (BENG) beargumenteerd is benaderd tot het niveau dat de te plegen investeringen in verhouding staan tot de opbrengsten;
- d.
zoveel als mogelijk rekening is gehouden met multifunctioneel gebruik van ruimten;
- e.
leegstand daar waar mogelijk is teruggebracht. Daar waar dat om praktische redenen niet kan dienen de ruimten die nu of op termijn niet nodig zijn voor het eigen onderwijs geschikt of geschikt maken zijn voor het in medegebruik geven, dan wel voor verhuur.
- a.
V Wijze van toekenning met eventueel daarbij behorende berekeningseenheid
De bekostiging bedraagt 64,275% van de kosten van de renovatie.
VI Subsidieplafond
Voor deze voorziening wordt een subsidieplafond gehanteerd van € 2.264.500.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl