Regeling vervallen per 01-01-2015

Verordening cliëntenparticipatie gehandicaptenbeleid

Geldend van 01-07-2002 t/m 31-12-2014

Intitulé

Verordening cliëntenparticipatie gehandicaptenbeleid

De raad van de gemeente Tilburg

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders;

gezien de Wet voorzieningen gehandicapten;

en gelet op regel 18 van de "Standaardregels" van de Verenigde Naties-resolutie 48/96 van 4 maart 1994 betreffende het bieden van gelijke kansen aan gehandicapten

Besluit:

vast te stellen de volgende Verordening cliëntenparticipatie gehandicaptenbeleid met toelichting

Artikel 1. Begrippen.

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    Cliëntenparticipatie gehandicaptenbeleid: de gestructureerde wijze waarop de gemeente de zelforganisatie van belanghebbenden betrekt in de beleidsvorming, uitvoering en evaluatie van de Wet voorzieningen gehandicapten (Wvg) en het integrale gemeentelijk gehandicaptenbeleid.

  • 2.

    Integraal gemeentelijk gehandicaptenbeleid: de samenhangende wijze waarop de gemeente in al haar beleid en verantwoordelijkheden, werkt aan de verbetering van de mogelijkheden tot gelijkwaardige maatschappelijke deelname van alle mensen met een functiebeperking of chronische aandoening.

  • 3.

    Platforms:

    • a.

      de in deze gemeente actief zijnde zelforganisatie van mensen met een functiebeperking of chronische aandoening, onder de naam Tilburgs Overleg Gehandicaptenorganisaties (TOG);

    • b.

      de Regionale Federatie van Ouderverenigingen Midden Brabant (RfvO) die zich bezig houdt met de behartiging van de belangen van mensen met een verstandelijke beperking.

Artikel 2. Doelstelling.

  • 1. De cliëntenparticipatie heeft als oogmerk te bewerkstelligen dat belanghebbenden bij de Wvg en het integrale gemeentelijk gehandicaptenbeleid door zelforganisatie vanuit onafhankelijke positie optimaal betrokken zijn bij de voorbereiding, vaststelling, uitvoering en evaluatie van het (mede) voor hen gevoerde gemeentelijk beleid.

  • 2. Op die wijze bij te dragen aan de totstandkoming of verbetering van het integraal gemeentelijk gehandicaptenbeleid gericht op het realiseren van volwaardig burgerschap en op het bieden van gelijke mogelijkheden aan mensen met beperkingen.

Artikel 3. Beleidsterreinen.

In het kader van de cliëntenparticipatie worden de platforms betrokken bij:

  • 1.

    het gemeentelijk beleid met betrekking tot de Wvg: voorbereiding, uitvoering en evaluatie van beleid;

  • 2.

    het integrale gemeentelijk gehandicaptenbeleid, bestaande uit: voornemens, beleid of activiteiten van de gemeente gericht op het brengen van samenhang in het beleid op verschillende terreinen ten behoeve van mensen met verschillende functiebeperkingen en/of chronische aandoeningen.

Artikel 4. Werkwijze.

  • 1. In het kader van cliëntenparticipatie vraagt het gemeentebestuur de platforms om advies. Platforms zijn ook gerechtigd uit eigener beweging advies uit te brengen aan het college van burgemeester en wethouders.

  • 2. Burgemeester en wethouders vragen de platforms in ieder geval om advies bij de onderwerpen beschreven onder artikel

  • 3. Het advies wordt op een zodanig tijdstip gevraagd, dat het van wezenlijke invloed kan zijn op het te nemen besluit. Dit houdt in ieder geval in:

    • a)

      bij nieuw beleid worden de platforms in ieder geval betrokken bij het vaststellen van de hoofdlijnen van het beleid;

    • b)

      bij evaluatie worden de platforms ieder geval betrokken bij het vaststellen van vragen die ten grondslag liggen aan evaluatie.

  • 4. Indien het belang van de zaak daartoe aanleiding geeft, vindt bij de aanbieding van het advies overleg plaats tussen de platforms en de betrokken wethouders.

  • 5. In het geval burgemeester en wethouders in een voorstel aan de gemeenteraad afwijken van het advies van de platforms, wordt dit bij het voorstel vermeld. In dat geval wordt tevens aangegeven op welke gronden van het advies van het platform is afgeweken.

  • 6. De gemeente wijst een vaste contactambtenaar aan als aanspreekpunt voor de communicatie met elk der platforms.

  • 7. Tussen de eerst verantwoordelijk wethouder en de platforms vindt minimaal 2 maal per jaar een structureel overleg plaats.

  • 8. Daarnaast vindt minimaal 2 maal per jaar een overleg plaats tussen de contactambtenaar en vertegenwoordigers van de platforms.

  • 9. Van overleg en afspraken met de platforms doet de gemeente binnen 4 weken schriftelijk verslag aan het platform.

  • 10. Burgemeester en wethouders zorgen er voor dat aan de platforms de informatie wordt verstrekt die zij nodig hebben om naar behoren te kunnen functioneren. Het betreft hier alle informatie die noodzakelijk is om beleid en uitvoering te begrijpen en om ontwikkelingen en wijzigingen te kunnen volgen. De informatie wordt desgevraagd in speciale leesvorm (braille of grootletterschrift) aangeleverd.

Artikel 5. Faciliteiten.

Het gemeentebestuur stelt aan de platforms jaarlijks een subsidie ter beschikking waarmee het platforms in staat moeten worden geacht namens een brede achterban gemeenschappelijke belangen te behartigen. Voor niet reguliere activiteiten kan een projectsubsidie worden toegekend.

Artikel 6. Slotbepalingen

  • 1.

    In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet met betrekking tot cliëntenparticipatie beslissen burgemeester en wethouders in overleg met de platforms.

  • 2.

    Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening cliëntenparticipatie gehandicaptenbeleid".

  • 3.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 maart 2002.

Artikelsgewijze toelichting

Aanhef

Regel 18 uit de Standaardregels van de Verenigde Naties

betreffende het bieden van gelijke kansen voor

gehandicapten behelst de rol van gehandicaptenorganisatie

bij de vorming van het lokale beleid.

Artikel 1 Begrippen

1.Clientenparticipatie gehandicaptenbeleid:

* De clientenparticipatie komt wettelijk voort uit de

Wvg. De wettekst omschrijft echter "dat de reikwijdte

van de clientenparticipatie betrekking heeft op het

integrale gemeentelijke gehandicaptenbeleid". Daarom

wordt hier gekozen voor de bredere term

"clientenparticipatie gehandicaptenbeleid".

* De hier gekozen omschrijving benadrukt dat

clientenparticipatie wordt vormgegeven door middel

van overleg met de zelforganisaties van betrokkenen,

de platforms. In lijn met standaardregels houdt dat

een versterking van de rol van lokale platforms

gehandicapten, chronisch zieken en ouderen in. Deze

vorm van clientenparticipatie onderscheidt zich van

andere, doordat naast de uitvoering ook de

totstandkoming van beleid onderwerp is advisering is

en doordat niet de gemeente mensen op persoonlijke

titel uitnodigt, maar de zelforganisatie van

betrokkenen onder eigen regie tot een inbreng komt.

2.Integraal gemeentelijk gehandicaptenbeleid:

* In de wet is opgenomen dat de reikwijdte van de

clientenparticipatie betrekking heeft op het

integrale gemeentelijke gehandicaptenbeleid.

* Om versnippering van beleid en doelgroepen te

voorkomen zijn in dit kader ook de belangen en het

beleid t.b.v. chronisch zieken expliciet verwoord.

Artikel 3 Beleidsterreinen

1.Sommige zaken maken niet officieel deel uit van het

beleidsvormingsproces Wvg, worden niet aan de

gemeenteraad voorgelegd, zoals contracten met

leveranciers, uitvoerders en indicatiestellers. Deze

zaken kunnen echter voor mensen met een handicap of

chronische aandoening wel grote consequenties hebben.

Daarom zullen de platforms betrokken worden bij

activiteiten in het kader van de voorbereiding van

contracten met leveranciers van Wvg-voorzieningen en

met indicatiestellers (bijvoorbeeld bij het opmaken van

het bestek ten behoeve van een aanbesteding).

Verder zullen de platforms betrokken worden bij het

vaststellen van uitvoeringsregels voor zover deze een

afwijking inhouden van het in de Verordening Wvg en het

Verstrekkingenbesluit neergelegde beleid en vooruit

lopen op een wijziging van die Verordening en/of van

het Verstrekkingenbesluit.

2.Het integraal gehandicaptenbeleid omvat alle

gemeentelijke beleidsterreinen. Het integraal

gehandicapten beleid kijkt naar alle beleidsterreinen

met als invalshoek de mogelijkheden en de leefsituatie

van mensen met een handicap, chronische aandoening. Het

gaat om het beleid op alle terreinen (in zoverre) dat

invloed heeft op de mogelijkheden voor mensen met een

functiebeperking en/of chronische aandoening, waaronder

* onderwijs, media, cultuur, sport, openluchtrecreatie

en toerisme;

* sociale zaken en werkgelegenheid;

* welzijn en volksgezondheid;

* openbare orde en veiligheid;

* ruimtelijke ordening en groen, verkeer en vervoer;

* volkshuisvesting en bouwzaken;

* informatievoorziening, personeel en organisatie

Artikel 4 Werkwijze

1.De gemeente en het platform kunnen in een convenant

verdere afspraken vastleggen over de wijze van

advisering e.d.

2.Het is belangrijk te realiseren, dat het in de wettekst

gebruikte begrip "tijdig" voor ambtenaren een ander

begrip is dan voor een gebruikersvertegenwoordiger.

Daarbij moet o.a. in ogenschouw genomen worden dat

vertegenwoordigers over fundamentele vragen overleg met

hun achterban nodig hebben. Goede communicatie over

begrip "tijdig" tussen gemeente en de platforms daarom

belangrijk. Kern van begrip "tijdig" is dat de

platforms de mogelijkheid krijgt wezenlijke invloed uit

te oefenen op het beleid. "Tijdig" heeft daarom vooral

betrekking op het moment in het beleidsproces (van een

eerste ambtelijk notitie tot een voorstel in de raad).

Hoe eerder het platform in het proces betrokken is, des

te groter kan haar invloed zijn (maar ook haar

verantwoordelijkheid). Daarom zijn afspraken over het

moment in het beleidsvormingsproces van het advies van

belang.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 18 februari 2002.

de voorzitter,

de secretaris,