Regeling vervallen per 08-07-2012

Verordening behandeling bezwaarschriften 2002

Geldend van 10-12-2002 t/m 07-07-2012

Intitulé

Verordening behandeling bezwaarschriften 2002

Paragraaf I. Algemene bepalingen.

Artikel 1.

Begripsbepalingen.

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • ·

    bezwaarschrift: een bezwaarschrift als bedoeld in de Algemene wet bestuursrecht tegen een besluit van de raad, een bestuurscommissie, het college of de burgemeester.

  • ·

    bestuurscommissie: een door de raad, het college of de burgemeester op grond van artikel 82 van de Gemeenwet ingestelde commissie, die bevoegdheden uitoefent die door de raad, het college, respectievelijk de burgemeester aan haar zijn overgedragen.

Artikel 2.

Commissie.

Indien een bezwaarschrift wordt ingediend tegen een besluit van de raad, het college, de burgemeester of een bestuurscommissie wordt de beslissing op het bezwaarschrift, waaronder begrepen het horen van belanghebbenden, voorbereid door de desbetreffende commissie voor de bezwaarschriften.

Artikel 3.

Persoonlijk belang.

De leden van een commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift waarbij zij persoonlijk direct of indirect betrokken zijn.

Artikel 4.

Hoorzitting.

  • 1.

    Binnen een redelijke termijn ná ontvangst van het bezwaarschrift wordt een hoorzitting belegd.

  • 1.

    De indiener(s) van het bezwaarschrift en zonodig andere belanghebbenden worden tijdig schriftelijk uitgenodigd voor de hoorzitting.

  • 2.

    De hoorzittingen zijn openbaar tenzij er gewichtige redenen zijn, die zich daartegen verzetten.

Artikel 5.

Quorum.

  • 1.

    De hoorzitting vindt geen doorgang indien blijkt dat niet meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden, de voorzitter inbegrepen, aanwezig is.

  • 2.

    Indien blijkt dat het vereiste aantal leden niet aanwezig is wordt een nieuwe hoorzitting belegd waarbij rekening wordt gehouden met de agenda van de bezwaarmakers.

Artikel 6.

Ondertekening.

De van de commissie uitgaande brieven worden door de secretaris van de commissie ondertekend.

Artikel 7.

Overdracht.

De voorzitter kan de uitvoering van bepalingen van deze verordening, voor zover die uitvoering tot zijn bevoegdheden behoort, opdragen aan de secretaris.

Paragraaf II. Behandeling van bij de raad ingediende bezwaarschriften.

Artikel 8.

Procedure.

Elk ingekomen bezwaarschrift dat zich richt tegen een besluit van de raad wordt via de lijst van ingekomen stukken ter kennis van de raad gebracht met het verzoek aan de commissie om daarover een advies aan de raad uit te brengen.

Artikel 9.

Samenstelling commissie.

  • 1.

    De commissie bestaat uit een aantal leden dat gelijk is aan het aantal fracties in de raad.

  • 2.

    De leden van de commissie worden aan het begin van een nieuwe zittingsperiode aan de raad door de raad uit zijn midden benoemd.

  • 3.

    Elk lid van de commissie wijst bij verhindering een ander lid uit de fractie als plaatsvervanger aan.

  • 4.

    De benoeming geschiedt voor de zittingsperiode gelijk aan die van de leden van de zittende raad. Dit geldt eveneens voor tussentijdse benoemingen.

  • 5.

    Een commissielid kan tussentijds door de raad worden ontslagen.

  • 6.

    Hij die ophoudt lid van de raad te zijn kan geen lid meer van de commissie zijn.

  • 7.

    Een commissielid kan te allen tijde ontslag nemen. Hij geeft daarvan schriftelijk kennis aan de voorzitter van de raad.

  • 8.

    In tussentijds in de commissie opengevallen plaatsen wordt binnen acht weken voorzien.

Artikel 10.

Voorzitter.

De commissie wijst uit haar midden een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter aan.

Artikel 11.

Secretariaat.

Het secretariaat van de commissie wordt verzorgd door het organisatie-onderdeel dat is belast met centrale juridische zaken.

Artikel 12.

Werkwijze commissie.

  • 1.

    De commissie stelt de indiener van een bezwaarschrift in de gelegenheid om het bezwaarschrift ten overstaan van de commissie mondeling toe te lichten.

  • 2.

    Voorts kan de commissie een medewerker van de eerstverantwoordelijke dienst uitnodigen om het bestreden besluit toe te lichten.

  • 3.

    Op grond van het besprokene tijdens de zitting van de commissie neemt de commissie een standpunt in over het aan de raad uit te brengen advies.

  • 4.

    Dit advies wordt door het organisatie-onderdeel, dat belast is met centrale juridische zaken, in de vorm van een raadsvoorstel opgesteld.

  • 5.

    Na akkoordverklaring van de commissie wordt het advies aan de raad aangeboden.

  • 6.

    Het advies van de commissie wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris.

Artikel 13.

Behandeling in raad.

  • 1.

    De voorzitter van de commissie dan wel een door de commissie uit zijn midden aangewezen lid wordt in de gelegenheid gesteld om in de vergadering van de raad het advies van de commissie toe te lichten.

  • 2.

    Indien de raad daartoe termen aanwezig acht, kan hij een zaak voor nader advies of ter nadere voorbereiding naar de commissie terugverwijzen.

  • 3.

    De raad neemt een besluit over het uitgebrachte advies.

Paragraaf III. Behandeling van bij het college ingediende bezwaarschriften.

Artikel 14.

Commissie.

Indien het bezwaarschrift zich richt tegen een besluit van het college heeft de commissie voor de bezwaarschriften de volgende samenstelling:

  • a.

    voorzitter van de commissie is het lid van het college tot wiens portefeuille het onderwerp van het bezwaarschrift hoort dan wel, bij ontstentenis van deze, een ander lid van het college;

  • b.

    de directeur van de dienst, op het werkterrein waarvan het bezwaarschrift betrekking heeft, of een door hem aan te wijzen vertegenwoordiger;

  • c.

    secretaris van de commissie is een medewerker van het organisatie-onderdeel, dat belast is met centrale juridische zaken.

Artikel 15.

Werkwijze commissie.

  • 1.

    De commissie stelt de indiener van een bezwaarschrift in de gelegenheid om het bezwaarschrift ten overstaan van de commissie mondeling toe te lichten.

  • 2.

    De commissie is bevoegd om de indiener van het bezwaarschrift om nadere informatie over het aan de orde zijnde bezwaarschrift te verzoeken.

  • 3.

    De commissie stelt de aanwezige belanghebbenden in de gelegenheid om het woord te voeren.

  • 4.

    Op grond van het besprokene tijdens de zitting neemt de commissie een standpunt in over het uit te brengen advies aan het college.

  • 5.

    Het advies wordt uitgebracht in de vorm van een ontwerpbeslissing op het bezwaarschrift.

  • 6.

    Het advies wordt opgesteld door het organisatie-onderdeel, dat met centrale juridische zaken is belast en aangeboden aan het college.

  • 7.

    Op basis van dit advies neemt het college een besluit.

Paragraaf IV. Behandeling van bij de burgemeester ingediende bezwaarschriften.

Artikel 16.

Commissie.

Indien het bezwaarschrift zich richt tegen een besluit van de burgemeester heeft de commissie voor de bezwaarschriften de volgende samenstelling:

  • a.

    de burgemeester is voorzitter van de commissie;

  • b.

    de directeur van de dienst, op het werkterrein waarvan het bezwaarschrift betrekking heeft, of een door hem aan te wijzen vertegenwoordiger;

  • c.

    secretaris van de commissie is een medewerker van het organisatie-onderdeel, dat belast is met centrale juridische zaken.

Artikel 17.

Werkwijze commissie.

  • 1.

    De commissie stelt de indiener van een bezwaarschrift in de gelegenheid om het bezwaarschrift ten overstaan van de commissie mondeling toe te lichten.

  • 2.

    De commissie is bevoegd om de indiener van het bezwaarschrift om nadere informatie over het aan de orde zijnde bezwaarschrift te verzoeken.

  • 3.

    De commissie stelt de aanwezige belanghebbenden in de gelegenheid om het woord te voeren.

  • 4.

    Op grond van het besprokene tijdens de zitting neemt de commissie een standpunt in over het uit te brengen advies aan de burgemeester.

  • 5.

    Het advies wordt uitgebracht in de vorm van een ontwerpbeslissing op het bezwaarschrift.

  • 6.

    Het advies wordt opgesteld door het organisatie-onderdeel, dat met centrale juridische zaken is belast en aangeboden aan de burgemeester.

  • 7.

    Op basis van dit advies neemt de burgemeester een besluit.

Paragraaf V. Behandeling van bij bestuurscommissie ingediende bezwaarschriften.

Artikel 18.

Commissie.

Indien het bezwaarschrift zich richt tegen een besluit van een bestuurscommissie heeft de commissie voor de bezwaarschriften de volgende samenstelling:

  • a.

    voorzitter van de commissie is de voorzitter van de bestuurscommissie of een ander lid van de bestuurscommissie;

  • b.

    de directeur van de dienst, op het werkterrein waarvan het bezwaarschrift betrekking heeft, of een door hem aan te wijzen vertegenwoordiger;

  • c.

    secretaris van de commissie is een medewerker van het organisatie-onderdeel, dat belast is met centrale juridische zaken.

Artikel 19.

Werkwijze commissie.

  • 1.

    De commissie stelt de indiener van een bezwaarschrift in de gelegenheid om het bezwaarschrift ten overstaan van de commissie mondeling toe te lichten.

  • 2.

    De commissie is bevoegd om de indiener van het bezwaarschrift om nadere informatie over het aan de orde zijnde bezwaarschrift te verzoeken.

  • 3.

    De commissie stelt de aanwezige belanghebbenden in de gelegenheid om het woord te voeren.

  • 4.

    Op grond van het besprokene tijdens de zitting neemt de commissie een standpunt in over het uit te brengen advies aan de bestuurscommissie.

  • 5.

    Het advies wordt uitgebracht in de vorm van een ontwerpbeslissing op het bezwaarschrift.

  • 6.

    Het advies wordt opgesteld door het organisatie-onderdeel dat met centrale juridische zaken is belast en aangeboden aan de bestuurscommissie.

  • 7.

    Op basis van dit advies neemt de bestuurscommissie een besluit.

Paragraaf VI. Slotbepalingen.

Artikel 20.

Andere samenstelling commissie.

Het college, de burgemeester respectievelijk een bestuurscommissie zijn bevoegd om, in afwijking van het bepaalde in de voorgaande paragrafen de commissie anders samen te stellen ten aanzien van hen aan te geven categorieën van besluiten, in welk geval tevens een van deze verordening afwijkende werkwijze kan worden vastgesteld.

Artikel 21.

Uitleg verordening.

Bij twijfel over de betekenis of de toepassing van deze verordening en in gevallen, waarin niet in deze verordening is voorzien, beslist de voorzitter van de commissie.

Artikel 22.

Tijdstip inwerkingtreding en citeertitel.

  • 1.

    Deze verordening treedt onmiddellijk na de bekendmaking ervan in werking.

  • 2.

    Op het tijdstip als bedoeld in het eerste lid vervalt de "Verordening behandeling bezwaar- en beroepschriften" zoals vastgesteld in de raadsvergadering van 2 januari 1997.

  • 3.

    Deze verordening kan worden aangehaald als: "Verordening behandeling bezwaarschriften 2002".