Mandaatbesluit invorderingsambtenaar inzake invorderen leges door de Omgevingsdienst Flevoland Gooi & Vechtstreek

Geldend van 01-01-2013 t/m heden

Intitulé

Mandaatbesluit invorderingsambtenaar inzake invorderen leges door de Omgevingsdienst Flevoland Gooi & Vechtstreek

Mandaatbesluit invorderingsambtenaar inzake invorderen leges door de Omgevingsdienst Flevoland & Gooi en Vechtstreek

De provincieambtenaar belast met de invordering van provinciale belastingen van de provincie Flevoland,

Overwegende dat:

door gedeputeerde staten van Flevoland bij besluit van 30 oktober 2012, nummer RWN/1404202 aan de directeur van de Omgevingsdienst Flevoland & Gooi en Vechtstreek mandaat is verleend om op grond van de in dit mandaatbesluit genoemde wet- en regelgeving, namens hen te beslissen op ingediende aanvragen om vergunning/ontheffing;

op grond van de legesverordening provincie Flevoland voor het in behandeling nemen van een aanvraag om vergunning c.q. ontheffing, leges wordt geheven en in bij deze legesverordening bepaalde gevallen kan worden teruggegeven;

de bevoegdheid om leges te heffen in artikel 227a, tweede lid onderdeel b van de Provinciewet is toegekend aan de provincieambtenaar belast met de heffing van provinciale belastingen, waartoe ook de leges worden gerekend;

de bevoegdheid tot invordering van leges in artikel 227a, tweede lid onderdeel c van de Provinciewet is toegekend aan de provincieambtenaar belast met de invordering van provinciale belastingen, waartoe ook de leges worden gerekend;

gedeputeerde staten bij besluit van 12 juni 2012, nummer 1281892 de instructie kassier hebben vastgesteld waarin zij in artikel 11 sub b de kassier hebben aangewezen als provincieambtenaar belast met het invorderen van aan de provincie verschuldigde gelden, waartoe ook leges behoort;

de provincieambtenaar belast met het heffen van provinciale belastingen uit een oogpunt van efficiency, bij besluit van ….. nummer 1414034 aan de directeur van de Omgevingsdienst Flevoland & Gooi en Vechtstreek zijn bevoegdheid heeft gemandateerd om namens hem leges te heffen;

het uit een oogpunt van efficiëncy gewenst is dat ook de bevoegdheid tot het invorderen van leges aan de directeur van de Omgevingsdienst Flevoland & Gooi en Vechtstreek wordt gemandateerd;

gelet op het bepaalde in afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht;

de op grond van artikel 10.4, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht verleende instemming van de directeur van de Omgevingsdienst Flevoland & Gooi en Vechtstreek, nadat die zich ervan vergewist heeft dat het algemeen bestuur van de Omgevingsdienst hiermee instemt.

BESLUIT:

Vast te stellen het “Mandaatbesluit invorderingsambtenaar inzake invorderen leges door de Omgevingsdienst Flevoland Gooi & Vechtstreek”

Artikel 1. Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a.

    invorderingsambtenaar: de door gedeputeerde staten bij besluit van 12 juni 2012, nummer 1281892 in artikel 11 sub b aangewezen provincieambtenaar belast met de invordering van provinciale belastingen als bedoeld in artikel 227a, tweede lid onderdeel c van de Provinciewet;

  • b.

    mandaat: de bevoegdheid om in naam van de invorderingsambtenaar leges in te vorderen die op grond van het “Mandaatbesluit heffingsambtenaar inzake legesheffing door de Omgevingsdienst Flevoland & Gooi en Vechtstreek” door de directeur wordt geheven.

  • c.

    OFGV: Omgevingsdienst Flevoland & Gooi en Vechtstreek;

  • d.

    directeur: de directeur van de OFGV.

  • e.

    legesverordening: legesverordening provincie Flevoland 1998.

  • f.

    mandaatbesluit heffingsambtenaar: “Mandaatbesluit heffingsambtenaar inzake legesheffing door de Omgevingsdienst Flevoland & Gooi en Vechtstreek” van 12 december 2012, nummer 1438008.

Artikel 2. Mandaat

  • 1 De invorderingssambtenaar verleent aan de directeur van de OFGV de bevoegdheid om namens hem leges in te vorderen, die op grond van het mandaatbesluit heffingsambtenaar door de directeur wordt geheven voor het in behandeling nemen van ingediende aanvragen om vergunning c.q. ontheffing;

  • 2 Het in het eerste lid bedoelde mandaat omvat zowel de bevoegdheid om het besluit tot het invorderen van leges te nemen als de bevoegdheid om dit besluit voor te bereiden en de met de voorbereiding samenhangende correspondentie te ondertekenen.

Artikel 3. Ondermandaat

  • 1 De directeur kan de in artikel 2 genoemde bevoegdheid in ondermandaat opdragen aan een medewerker die onder zijn verantwoordelijkheid valt.

  • 2 De directeur is verplicht om het in het eerste lid genoemde ondermandaatbesluit toe te sturen aan de invorderingsambtenaar. Het ondermandaatbesluit wordt gepubliceerd in het provinciaal blad.

Artikel 4. Vervanging

In geval van afwezigheid van de directeur kan het mandaat worden uitgeoefend door diens formele plaatsvervanger.

Artikel 5. Voorwaarden mandaat

De directeur houdt zich bij de uitoefening van het aan hem verleende mandaat aan relevante wet- en regelgeving.

Artikel 6. Terugkoppeling

  • 1 Indien in enig geval wordt getwijfeld of de voorgenomen uitoefening in overeenstemming is met het bepaalde in artikel 5, oefent de directeur zijn bevoegdheid niet uit dan nadat hij daarover overleg heeft gepleegd met de invorderingsambtenaar.

  • 2 Het bepaalde in het eerste lid vindt in elk geval plaats wanneer:

    • a.

      de invorderingsambtenaar daartoe de wens heeft geuit;

    • b.

      de uitoefening van de bevoegdheid (vermoedelijk) bestuurlijke/politieke consequenties kan hebben;

    • c.

      precedentwerking is te verwachten.

Artikel 7. Verantwoording

De directeur brengt ieder half jaar schriftelijk verslag uit aan de invorderingsambtenaar over het door hem uitgeoefende mandaat en het door hem verleende ondermandaat, waarbij aandacht wordt besteed aan aantallen, (financiële) risico’s en rechtmatigheid.

Artikel 8. Ondertekening

Uit de ondertekening van uitgaande stukken waarop het mandaat betrekking heeft, moet blijken dat het namens de invorderingsambtenaar is genomen.

Artikel 9. Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2013.

Ondertekening

Aldus besloten, 12 december 2012
De invorderingsambtenaar,
M. Kluijver
Aldus – gelet op het bepaalde in artikel 10:4, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht - mee ingestemd door:
De directeur van de OFGV P.Schuurmans
Datum: