Regeling vervallen per 06-01-2018

De verordening op de heffing en de invordering van rioolheffing 2017

Geldend van 01-01-2017 t/m 30-12-2017

De raad van de gemeente Menameradiel;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 15 november 2016;

gelet op artikel 228a, van de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de:

Verordening op de heffing en de invordering van rioolheffing 2017.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    gemeentelijke riolering: een voorziening of combinatie van voorzieningen voor inzameling, verwer-king, zuivering of transport van huishoudelijk afvalwater, bedrijfsafval water, hemelwater of grondwater, in eigendom, in beheer of in onderhoud bij de ge-meente;

  • b.

    water: huishoudelijk afvalwater, bedrijfsafvalwater, hemelwater of grondwater.

  • c.

    perceel: een onroerende zaak of een zelfstandig gedeelte daarvan;

Artikel 2 Aard van de belasting

Onder de naam rioolheffing wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan:

  • a.

    de inzameling en het transport van huishoudelijk afvalwater en bedrijfsafval-water, alsmede de zuivering van huishoudelijk afvalwater; en

  • b.

    de inzameling van afvloeiend hemelwater en de verwerking van het ingeza-melde hemelwater, alsmede het treffen van maatregelen teneinde structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven be-stemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken.

Artikel 3 Belastbaar feit en belastingplicht

  • 1.

    De belasting wordt geheven van de gebruiker van een perceel

  • 2.

    Met betrekking tot de belasting als bedoeld in het eerste lid wordt als gebruiker aangemerkt:

    • a.

      degene die naar de omstandigheden beoordeeld het perceel al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruikt;

    • b.

      ingeval een gedeelte van een perceel– niet een gedeelte als bedoeld in arti-kel 4 – voor gebruik is afgestaan: degene die dat gedeelte voor gebruik heeft afgestaan.

Artikel 4 Zelfstandige gedeelten

Indien gedeelten van een in artikel 3 bedoeld perceel blijkens hun indeling be-stemd zijn om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt, wordt de belasting gehe-ven ter zake van elk als zodanig bestemd gedeelte, met dien verstande dat indien twee of meer van die gedeelten tezamen als één geheel worden gebruikt, deze als één perceel worden aangemerkt.

Artikel 5 Maatstaf van heffing

  • 1.

    De belasting wordt geheven naar een vast basisbedrag per bebouwd perceel als bedoeld in art. 2 lid b.

  • 2.

    Daarnaast wordt een belasting geheven naar een vast bedrag per bebouwd perceel voor zover van dat bebouwd perceel afvalwater kan worden afge-voerd afhankelijk van het gebruik van dat perceel, als bedoeld in art. 2 lid a.

  • 3.

    Voor zover het perceel een recreatieterrein betreft van waaruit hemelwater en afvalwater kan worden afgevoerd, ongeacht de verblijfsduur, wordt een vast bedrag per recreatie perceel geheven als bedoeld in art. 2 lid a en b.

Artikel 6 Belastingtarieven

  • 1.

    Het vaste bedrag van de rioolheffing (basistarief) als bedoeld in artikel 5 lid 1 bedraagt € 76,05 per belastingjaar

  • 2.

    Het vaste bedrag van de rioolheffing als bedoeld in artikel 5 lid 2 bedraagt voor:

    • a.

      Het gebruik van elk perceel, van waaruit een éénpersoonshuishouding huishoudelijk afvalwater kan afvoeren, € 130,10 per aansluiting per be-lastingjaar

    • b.

      Het gebruik van elk perceel, van waaruit een meerpersoonshuishou-ding huishoudelijk afvalwater kan afvoeren, € 188,55 per aansluiting per jaar

    • c.

      Het gebruik van elk perceel, van waaruit bedrijfsafvalwater kan wor-den afgevoerd € 274,50 per aansluiting per jaar

  • 3.

    Het vaste bedrag van de rioolheffing als bedoeld in artikel 5 lid 3 bedraagt € 132,30 per belastingjaar.

  • 4.

    De belastingtarieven genoemd onder lid 2a en 2b zijn van toepassing naar de situatie per 1 januari van een belastingjaar of, indien de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht.

Artikel 7 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven voor het gebruik van een perceel dat:

  • a.

    uitsluitend bestemd is voor de publieke dienst van de gemeente Menameradiel en als zodanig in gebruik is;

  • b.

    uitsluitend bestemd is voor het beoefenen van sportactiviteiten en als zodanig in gebruik is.

Artikel 8 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 9 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 10 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht met betrekking tot het gebruik van een perceel in de loop van het belastingjaar aanvangt, is het recht verschuldigd over zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden over-blijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht met betrekking tot het gebruik van een perceel in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblij-ven.

  • 4.

    Het derde lid is niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de ge-meente verhuist en aldaar een ander perceel in gebruik neemt.

Artikel 11 Termijn van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in drie gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt 1 maand na dagtekening van het aanslagbiljet en elke volgende termijn telkens twee maanden later.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid geldt dat zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, de aanslagen moeten worden betaald in acht gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de vol-gende termijnen telkens een maand later.

  • 3.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestel-de termijnen.

Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met be-trekking tot de heffing en invordering van de rioolheffing.

Artikel 13 Overgangsbepaling

De “verordening op de heffing en invordering van rioolheffing 2016”, vastgesteld

bij raadsbesluit van 22 december 2015, wordt ingetrokken met ingang van

1 januari 2017, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare

feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 14 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking, doch niet voor de in lid 2 genoemde datum;

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2017.

Artikel 15 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening rioolheffing 2017”.

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Menameradiel

in zijn openbare vergadering van 21 december 2016;

de griffier,

de voorzitter,