Regeling vervallen per 06-01-2018

De verordening op de heffing en de invordering van rioolheffing 2016

Geldend van 01-01-2016 t/m 31-12-2016

De raad van de gemeente Menameradiel;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 24 november 2015;

gelet op artikel 228a, van de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de:

Verordening op de heffing en de invordering van rioolheffing 2016.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    gemeentelijke riolering: een voorziening of combinatie van voorzieningen voor inzameling, verwerking, zuivering of transport van huishoudelijk afvalwater, bedrijfsafval water, hemelwater of grondwater, in eigendom, in beheer of in onderhoud bij de gemeente;

  • b.

    water: huishoudelijk afvalwater, bedrijfsafvalwater, hemelwater of grondwater.

  • c.

    perceel: een onroerende zaak of een zelfstandig gedeelte daarvan;

Artikel 2 Aard van de belasting

Onder de naam rioolheffing wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan:

  • a.

    de inzameling en het transport van huishoudelijk afvalwater en bedrijfsafvalwater, alsmede de zuivering van huishoudelijk afvalwater; en

  • b.

    de inzameling van afvloeiend hemelwater en de verwerking van het ingezamelde hemelwater, alsmede het treffen van maatregelen teneinde structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken.

Artikel 3 Belastbaar feit en belastingplicht

  • 1.

    De belasting wordt geheven van de gebruiker van een perceel

  • 2.

    Met betrekking tot de belasting als bedoeld in het eerste lid wordt als gebruiker aangemerkt:

    • a.

      degene die naar de omstandigheden beoordeeld het perceel al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruikt;

    • b.

      ingeval een gedeelte van een perceel– niet een gedeelte als bedoeld in artikel 4 – voor gebruik is afgestaan: degene die dat gedeelte voor gebruik heeft afgestaan.

Artikel 4 Zelfstandige gedeelten

Indien gedeelten van een in artikel 3 bedoeld perceel blijkens hun indeling bestemd zijn om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt, wordt de belasting geheven ter zake van elk als zodanig bestemd gedeelte, met dien verstande dat indien twee of meer van die gedeelten tezamen als één geheel worden gebruikt, deze als één perceel worden aangemerkt.

Artikel 5 Maatstaf van heffing

  • 1.

    De belasting wordt geheven naar een vast basisbedrag per bebouwd perceel als bedoeld in art. 2 lid b.

  • 2.

    Daarnaast wordt een belasting geheven naar een vast bedrag per bebouwd perceel voor zover van dat bebouwd perceel afvalwater kan worden afgevoerd afhankelijk van het gebruik van dat perceel, als bedoeld in art. 2 lid a.

  • 3.

    Voor zover het perceel een recreatieterrein betreft van waaruit hemelwater en afvalwater kan worden afgevoerd, ongeacht de verblijfsduur, wordt een vast bedrag per recreatie perceel geheven als bedoeld in art. 2 lid a en b.

Artikel 6 Belastingtarieven

  • 1.

    Het vaste bedrag van de rioolheffing (basistarief) als bedoeld in artikel 5 lid 1 bedraagt € 76,05 per belastingjaar

  • 2.

    Het vaste bedrag van de rioolheffing als bedoeld in artikel 5 lid 2 bedraagt voor:

    • a.

      Het gebruik van elk perceel, van waaruit een éénpersoonshuishouding huishoudelijk afvalwater kan afvoeren, € 130,10 per aansluiting per belastingjaar

    • b.

      Het gebruik van elk perceel, van waaruit een meerpersoonshuishouding huishoudelijk afvalwater kan afvoeren, € 188,55 per aansluiting per jaar

    • c.

      Het gebruik van elk perceel, van waaruit bedrijfsafvalwater kan worden afgevoerd € 274,50 per aansluiting per jaar

  • 3.

    Het vaste bedrag van de rioolheffing als bedoeld in artikel 5 lid 3 bedraagt € 132,30 per belastingjaar.

  • 4.

    De belastingtarieven genoemd onder lid 2a en 2b zijn van toepassing naar de situatie per 1 januari van een belastingjaar of, indien de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht.

Artikel 7 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven voor het gebruik van een perceel dat:

  • a.

    uitsluitend bestemd is voor de publieke dienst van de gemeente Menameradiel en als zodanig in gebruik is;

  • b.

    uitsluitend bestemd is voor het beoefenen van sportactiviteiten en als zodanig in gebruik is.

Artikel 8 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 9 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 10 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht met betrekking tot het gebruik van een perceel in de loop van het belastingjaar aanvangt, is het recht verschuldigd over zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht met betrekking tot het gebruik van een perceel in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4.

    Het derde lid is niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in gebruik neemt.

Artikel 11 Termijn van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in maximaal twee gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de rioolheffing.

Artikel 13 Overgangsbepaling

De “verordening op de heffing en invordering van rioolheffing 2015”, vastgesteld bij raadsbesluit van 11 december 2014, wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2016, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 14 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking, doch niet voor de in lid 2 genoemde datum;

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2016.

Artikel 15 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening rioolheffing 2016”.

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Menameradiel

in zijn openbare vergadering van 22 december 2015;

de griffier,

de voorzitter,