Regeling vervallen per 29-12-2022

Algemeen delegatiebesluit Druten 2013

Geldend van 09-06-2016 t/m 28-12-2022

Intitulé

Algemeen delegatiebesluit Druten 2013

De raad van de gemeente Druten;

Overwegende dat,

het in 2001 genomen delegatiebesluit nog dateert van vóór de invoering van het dualisme en daarom dient te worden geactualiseerd;

als gevolg van de invoering van het dualisme de bevoegdheden onder I, a t/m g, i, k, l m en p op grond van artikel 160 van de Gemeentewet en andere wetten aan het college zijn toebedeeld;

het wenselijk is om enkele bestaande bevoegdheden van de raad te delegeren aan het college, gelet op overige daarmee samenhangende besluiten die al door het college worden genomen en de beoogde procedurele voordelen;

na 2001 nog diverse “losse” delegatiebesluiten zijn genomen, wat de overzichtelijkheid niet ten goede komt;

door het nemen van één nieuw besluit, waarin alle gedelegeerde bevoegdheden zijn opgenomen én alle voorgaande delegatiebesluiten in te trekken, er een overzichtelijke situatie ontstaat, waarin in een oogopslag duidelijk is welke bevoegdheden aan het college zijn gedelegeerd.

Gelezen het voorstel van het college van 13 november 2012;

Gelet op de desbetreffende bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet;

Besluiten vast te stellen:

Algemeen delegatiebesluit Druten 2013, waarin de volgende bevoegdheden aan het college van burgemeester en wethouders worden gedelegeerd.

 

Artikel 1 Algemene wet bestuursrecht

  • 1 Het openstellen van de elektronische weg voor berichtenverkeer alsmede het stellen van nadere eisen aan het gebruik van de elektronische weg als bedoeld in artikel 2:15 Algemene wet bestuursrecht.

  • 2 Het toepassen van de bevoegdheden met betrekking tot de beslistermijnen en dwangsommen als bedoeld in de artikelen 4:14 t/m 4:20f van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 3 Het nemen van een besluit tot verdaging, opschorting en/of verder verlenen van uitstel van de termijn voor het beslissen op een bij de raad ingediend bezwaarschrift, als bedoeld in artikel 7:10 van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 2 Gemeentewet

Het optreden in c.q. het voeren van verweer en het voorzien in de formele procesvertegenwoordiging bij de behandeling van door derden of namens de gemeente ingediende bezwaar-, beroep en verzetschriften c.q. verzoeken om voorlopige voorziening en het voeren van overleg ex artikel 10:30 van de Algemene wet bestuursrecht, waarbij de raad als bestuursorgaan van de gemeente is betrokken.

Artikel 3 Wet openbaarheid van bestuur

  • 1 Het beslissen op aan de raad gerichte verzoeken om informatie, inclusief het opschorten en verdagen, op grond van de artikelen 6 en 7 van de Wet openbaarheid van bestuur.

  • 2 De raad ontvangt een afschrift van iedere beslissing op een verzoek.

Artikel 4 Mediawet

Het beslissen tot benoeming en ontslag van leden van de Regionale Programmaraad, als bedoeld in de artikelen 6.16 en 6.17 van de Mediawet 2008.

Artikel 5 Wet ruimtelijke ordening

  • 1 Het beslissen tot het vaststellen van een exploitatieplan en de beslissing geen exploitatieplan vast te stellen, als bedoeld in artikel 6.12 van de Wet ruimtelijke ordening, voor zover dit exploitatieplan betrekking heeft op een wijzigingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid van de Wet ruimtelijke ordening.

  • 2 Het beslissen tot het vaststellen van een exploitatieplan en de beslissing geen exploitatieplan vast te stellen, als bedoeld in artikel 6.12 van de Wet ruimtelijke ordening, indien dit exploitatieplan betrekking heeft op een omgevingsvergunning waarbij met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, sub 2 of 3, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht van het bestemmingsplan wordt afgeweken.

  • 3 Dat voor de categorieën van gevallen genoemd in bijlage 1, waarin het college van burgemeester en wethouders met toepassing van artikel 2.12, eerste lid onder a, onder 3 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht in afwijking van het bestemmingsplan een omgevingsvergunning verleent, geen verklaring van geen bedenkingen van onze raad is vereist.

Artikel 6 Wet milieubeheer

Bij het nemen van raadsbesluiten, waarvoor een milieueffectrapportage moet worden gemaakt: het verrichten van uitvoeringshandelingen milieueffectrapportage, zoals omschreven in de Wet Milieubeheer: § 7.2 M.E.R.-plichtig besluit § 7.5 Voorbereiding M.E.R. § 7.6 Beoordeling M.E.R. § 7.9 Evaluatie.

Artikel 7 Wegenwet

Het onttrekken van een weg aan het openbaar verkeer op grond van de artikel 7 en 9 van de Wegenwet.

Artikel 8 Wet vervoer gevaarlijke stoffen

Het aanwijzen van wegen of weggedeelten op het grondgebied van de gemeente Druten, waarover de krachtens artikel 12 van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen aangewezen gevaarlijke stoffen bij uitsluiting mogen worden vervoerd.

Artikel 9 Wet gemeenschappelijke regelingen

  • 1 Het naar voren brengen van zienswijzen als bedoeld in artikel 35, derde, vierde en vijfde lid van de Wet gemeenschappelijke regelingen omtrent de ontwerpbegrotingen, -meerjarenbegrotingen en –begrotingswijzigingen, alsmede omtrent de ontwerpjaarverslagen en - jaarrekeningen van gemeenschappelijke regelingen waaraan de gemeente deelneemt.

  • 2 Het bepaalde in het eerste lid geschiedt onder de volgende voorwaarden:

    • 1.

      Het college doet de raad een afschrift toekomen van elke reactie aangaande ontwerpbegrotingen en jaarrekeningen in de richting van de GR;

    • 2.

      Er wordt geen gebruik gemaakt van de delegatie als er sprake is van beleidswijzigingen of wanneer het saldo van de voorgelegde ontwerpbegroting meer dan 5% afwijkt van de meerjarenbegroting van de betreffende GR of als het saldo van de voorgelegde jaarrekening meer dan 5% afwijkt van de begroting van de betreffende gemeenschappelijke regeling.

Artikel 10 Aanwijzen trouwlocaties

De bevoegdheid tot het aanwijzen van “het huis der gemeente” ten behoeve van het voltrekken van huwelijke en partnerregistraties als bedoeld in artikel 1:63 van het Burgerlijk Wetboek.

Artikel 11 Werkgeversschap griffier

  • 1 De bevoegdheid tot het uitvoeren van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Druten en de daaraan verbonden nadere regelingen ten behoeve van de griffier, behoudens voor zover het betreft:

    • 1.

      a. Het nemen van besluiten met betrekking tot de aanstelling, overplaatsing, schorsing of het ontslag van de griffier;

    • 2.

      b. Het vaststellen van instructies en dienstopdrachten ten aanzien van de griffier;

    • 3.

      c. Het verlenen van vakantie en verlof van de griffier;

    • 4.

      d. Besluiten m.b.t. de ontwikkeling, beoordeling en beloning van de griffier;

    • 5.

      e. Het nemen van disciplinaire maatregelen ten aanzien van de griffier.

  • 2 De voorbereiding van de in artikel 11 onder a, b en e bedoelde besluiten ten aanzien van de griffier die zijn voorbehouden aan de raad worden namens de raad uitgevoerd door de burgemeester als voorzitter van de raad.

  • 3 De bevoegdheden met betrekking tot de in artikel 11 onder c en d genoemde onderwerpen worden namens de raad uitgevoerd door de burgemeester als voorzitter van de raad voor zover het de griffier betreft.

Artikel 12 Slotbepalingen

  • 1 Dit besluit wordt bekendgemaakt in het elektronisch gemeenteblad en treedt in werking op 1 januari 2013.

  • 2 Het delegatiebesluit 28 juni 2001, vastgesteld door de gemeenteraad in zijn vergadering van 28 juni 2001, alsmede alle latere door de gemeenteraad vastgestelde delegatiebesluiten, worden ingetrokken.

  • 3 Dit besluit kan worden aangehaald als: “Algemeen delegatiebesluit Druten 2013”.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van 13 december 2012;
de raadsgriffier (plv.)                 de voorzitter,
 G.J. Bouwmeester                     drs. L.J.E.M. van Riswijk

Bijlage 1

Algemene voorwaarden:

Een combinatie van de onderstaande categorieën voor één project is mogelijk.

Projecten in stedelijk gebied 

1.Wonen

(Bouw)projecten voor woonfuncties, mits niet gesitueerd op een bedrijventerrein.

2. Recreatieve en maatschappelijke doeleinden

(Bouw)projecten voor recreatieve dan wel maatschappelijke doeleinden/functies, mits niet gesitueerd op een bedrijventerrein.

3. Werken

(Bouw)projecten voor kleinschalige werkfuncties behorende tot milieucategorie 1 en 2, mits niet gesitueerd op een bedrijventerrein.

4. Bedrijven

(Bouw)projecten voor bedrijfsfuncties op een bedrijventerrein, mits er geen wijziging plaatsvindt van de toegestane milieucategorie.

5. Infrastructuur

(Bouw)projecten voor aanleg van en aanpassing van bestaande weg-, water-, parkeer-, en groenvoorzieningen van lokale aard.

6. Nutsvoorzieningen

(Bouw)projecten voor openbare nutsvoorzieningen, voorzieningen voor het openbaar vervoer of het wegverkeer.

7. Evenementen

(Bouw)projecten voor evenementen.

8. Bouwwerken, geen gebouw zijnde

(Bouw)projecten voor bouwwerken, geen gebouw zijnde.

9. Onbebouwde gronden

Projecten voor het wijzigen van de functie van onbebouwde gronden, niet ten behoeve van bouwen.

10. Bouwen

Bouwprojecten zonder het wijzigen van de functie waarbij de bestemmingsgrens tot maximaal 75% van de oppervlakte van het gebouw wordt overschreden, mits niet gesitueerd op een bedrijventerrein.

Projecten in landelijk gebied

11. Landbouw

(Bouw)projecten voor uitbreiding of nieuwvestiging van volwaardige landbouwbedrijven, niet zijnde glastuinbouw.

12. Dienst- of burgerwoning

Bouwprojecten voor het geheel of gedeeltelijk vernieuwen, veranderen of uitbreiden van een

bestaande en als zodanig bestemde dienst- of burgerwoning (daaronder ook begrepen plattelandswoning), mits de uitbreiding plaatsvindt op de daartoe bestemde gronden die aansluiten bij de woning.

13. Niet-agrarische bedrijvigheid

Bouwprojecten voor het eenmalig uitbreiden van een bestaand en als zodanig bestemd niet-agrarisch bedrijf tot een maximum van 20% van het bebouwd oppervlak, waarbij het totale oppervlak van de bedrijfsbebouwing niet meer mag bedragen dan 375 m2. Voor een gebiedsgebonden bedrijf geldt een maximum van 40% van het bebouwd oppervlak en een maximaal totaal oppervlak voor bedrijfsbebouwing van 500 m2.

14. Recreatie

(Bouw)projecten voor extensieve recreatie.

15. Natuur

(Bouw)projecten voor behoud en ontwikkeling van de natuur.

16. Evenementen

(Bouw)projecten voor evenementen met een maximum omvang van 6 ha en een maximale tijdsduur van 1 week.

17. Infrastructuur

(Bouw)projecten voor aanleg van en aanpassing van bestaande weg-, water-, parkeer-, en groenvoorzieningen van lokale aard, mits niet zijnde het verharden van een zandweg.

18. Nutsvoorzieningen

(Bouw)projecten voor openbare nutsvoorzieningen en voorzieningen voor het openbaar vervoer of het wegverkeer met een maximum oppervlakte van 75 m2.

19. Bouwwerken, geen gebouw zijnde

(Bouw)projecten voor bouwwerken, geen gebouw zijnde.

Bijlage 2 Toelichting behorende bij art. 5, lid 3

Algemeen

Voor alle projecten geldt dat de bij de functie behorende voorzieningen tevens onder de werking van de desbetreffende categorie vallen. Onder de voorzieningen worden onder andere verstaan bijgebouwen / bijbehorende bouwwerken, ontsluiting, water(berging), speelruimte en groenvoorzieningen.

Voor alle projecten ten behoeve van wonen geldt dat de projecten dienen te passen binnen het gemeentelijk volkshuisvestingsbeleid.

Uitleg begrippen

Stedelijk gebied:

Onder stedelijk gebied vallen die gebieden die in de gemeentelijke bouwverordening zijn aangemerkt als gebied gelegen binnen de stedenbouwkundige bebouwde kom.

Bedrijventerrein

Een terrein dat vanwege zijn bestemming geschikt is voor gebruik voor handel, nijverheid,

commerciële dienstverlening en industrie. Onder deze omschrijving vallen ook (delen van)

bedrijventerreinen die gedeeltelijk bestemd zijn en geschikt zijn voor kantoren. Er is geen sprake van een bedrijventerrein bij een incidentele bedrijfsbestemming ten behoeve van de vestiging van één bedrijf.

Landelijk gebied

Onder landelijk gebied valt het gebied dat niet tot het stedelijk gebied behoort.

Maatschappelijke doeleinden:

Onder andere scholen, bejaardentehuizen, gemeentehuizen, kerken, musea en

gezondheidsinstellingen.

Milieucategorie:

Zoals bedoeld in de brochure “Bedrijven en milieuzonering” van de VNG.

Werkfuncties:

Bedrijven, detailhandel, horeca en dienstverlening (waaronder kantoren).

Evenementen:

Elk voor het publiek toegankelijke verrichting van vermaak die in tijd is begrensd en herhaaldelijk terugkeert.

Extensieve recreatie:

Kleinschalige nevenactiviteiten, zijnde verhuur van recreatieve producten of horeca aan huis, kleinschalig kamperen (maximaal 25 parkeerplaatsen) of gelijksoortige vormen met een beperkte capaciteit.

Volwaardige landbouwbedrijven:

Uit de ruimtelijke onderbouwing behorende bij de vergunningaanvraag dient uitdrukkelijk te blijken dat het een volwaardig landbouwbedrijf betreft. Er is sprake van een volwaardig landbouwbedrijf indien dit blijkt uit een advies van een onafhankelijke deskundige.