Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR243302
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR243302/1
Regeling vervallen per 01-01-2013
verordening op de heffing en invordering van de leges 2013
Geldend van 01-01-2013 t/m 31-12-2012
Intitulé
verordening op de heffing en invordering van de leges 2013Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 22 november 2011; met nummer 2011/31611;
Gelet op:
artikel 156 tweede lid, aanhef en sub a, artikel 219, tweede lid, 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet;
De raad van de gemeente IJsselstein;
BESLUIT:
vast te stellen de:
Verordening op de heffing en invordering van de leges 2012
(legesverordening 2012 )
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
- a.
'dag': de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;
- b.
'week': een aaneengesloten periode van zeven dagen;
- c.
'maand': het tijdvak dat loopt van n e dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand;
- d.
'jaar': het tijdvak dat loopt van de n e dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;
- e.
'kalenderjaar': de periode van 1 januari tot en met 31 december.
Artikel 2 Belastbaar feit
Onder de naam 'leges' worden rechten geheven ter zake van het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten, genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
Artikel 3 Belastingplicht
Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend.
Artikel 4 Vrijstellingen
Leges worden niet geheven voor:
- a.
het raadplegen van de bij de gemeente berustende registers, leggers en plankaarten van de Dienst van het Kadaster en de openbare registers door ambtenaren, in de uitoefening van hun functie; en
- b.
het in behandeling nemen van aanvragen van verklaringen omtrent inkomen en vermogen.
- c.
het in behandeling nemen van een aanvraag als bedoeld in onderdeel 1.10.2, 1.16.2, 1.16.6, 1.16.7, 3.1.2, 3.2.1, 3.2.2 van de bij deze verordening behorende tarieventabel, indien deze aanvraag een vergunning of ontheffing betreft voor een non-profit instelling die zich blijkens haar statuten activiteiten van ideële aard ten doel stelt of indien deze aanvraag een vergunning of ontheffing betreft voor een aanvrager die een activiteit organiseert zonder winstoogmerk.
Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven
-
1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van het overigens in dit artikel bepaalde.
-
2. Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet.
-
3. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
Artikel 6 Wijze van heffing
De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 7 Termijnen van betaling
1In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:
a mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;
b schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 30 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.
2 De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.
Artikel 8 Kwijtschelding
Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 9 Vermindering of teruggaaf
-
1. Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges ter zake van een in de tarieventabel omschreven dienst wordt verleend op een aanvraag als bedoeld in artikel 242 van de Gemeentewet en overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in de bij deze verordening behorende tarieventabel opgenomen bepaling.
-
2. Voor de toepassing van artikel 28, vierde lid, van de Invorderingswet 1990 wordt de teruggaaf van leges, bedoeld in het eerste lid, aangemerkt als een vermindering van de belastingaanslag.
Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden:
Het college is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:
a.van zuiver redactionele aard zijn;
b een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:
- b.
1. onderdeel 1.3.1 (akten burgerlijke stand);
- c.
2. onderdeel 1.4.5 (papieren verstrekking uit gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens);
- d.
3. hoofdstuk 8 (reisdocumenten);
- e.
4. hoofdstuk 9 (rijbewijzen);
- f.
5. hoofdstuk 10 (kansspelen);
- g.
6. hoofdstuk 14 (verstrekkingen op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens);
- h.
7. onderdeel 1.18.1.1 (verklaring omtrent het gedrag);
een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.
Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.
Artikel 12 Overgangsrecht
-
1. De legesverordening 2011 versie mei 2011, laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 23 juni 2011, wordt ingetrokken ingang van de in artikel 13, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten:
-
2. a. die zich voor die datum hebben voorgedaan;
-
3. b. waarop de Wet ruimtelijke ordening of de Woningwet zoals deze luidden voor inwerkingtreding van de Wet Algemene bepalingen omgevingsrecht nog moeten worden toegepast, met dien verstande dat de van toepassing zijnde tarieven worden verhoogd met 2%, waarbij de uitkomst rekenkundig wordt afgerond op twee decimalen.
-
2. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 13, tweede lid opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.. Indiendatum van inwerkingtreding
-
3. De op artikel 10 van de in het eerste lid genoemde verordening gebaseerde regels van het college worden geacht mede gebaseerd te zijn op artikel 11 van deze verordening
Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel
- 1.
De legesverordening 2011 versie mei 2011, wordt introkken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
- 2.
Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2012.
- 3.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2012
4 Deze verordening wordt aangehaald als ‘Legesverordening 2012’.
Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente IJsselstein, gehouden op 22 december 2011
de griffier, de voorzitter,
J.A.M. Kleene drs. P.C. van den Brink
Titel 1 Algemene dienstverlening |
|||||||||
Hoofdstuk 1 Algemeen |
|||||||||
1.1.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: |
||||||||
1.1.1.1 |
gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina |
€ 4,05 |
|||||||
1.1.1.2 |
afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen: |
||||||||
- |
per pagina op papier van A4-formaat |
€ 0,25 |
|||||||
- |
per pagina op papier van een ander formaat |
€ 1,65 |
|||||||
- |
per pagina A4 in kleur |
€ 1,70 |
|||||||
1.1.1.3 |
kaarten, tekeningen en lichtdrukken, al dan niet behorend bij de in de onderdelen 1.1.1.1 en 1.1.1.2 genoemde stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, |
||||||||
- |
per kaart, tekening of lichtdruk |
€ 5,85 |
|||||||
- |
vermeerderd met |
€ 1,70 |
|||||||
voor elke 10 dm2 waarmee de oppervlakte van de kaart, tekening of lichtdruk de 10 dm2 te boven gaat; |
|||||||||
1.1.1.4 |
een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen |
€ 18,75 |
|||||||
1.1.1.5 |
stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina |
€ 5,00 |
|||||||
1.1.2 |
indien op verzoek van de aanvrager toezending per post of thuisbezorging van de in deze tabel genoemde bescheiden plaatsvindt, worden de in deze tabel genoemde tarieven, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per toezending verhoogd met een bedrag van |
€ 2,80 |
|||||||
1.1.3 |
indien het onder 1.1.2 bedoelde geval, de aard van de toe te zenden bescheiden hiertoe noodzaakt, vindt aangetekende toezending plaats en worden de hiervoor in deze tabel genoemde tarieven, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per toezending verhoogd met een bedrag van |
€ 7,75 |
|||||||
Hoofdstuk 2 Bestuursstukken |
|||||||||
1.2.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: |
||||||||
- |
een afschrift van de gemeentelijke programmabegroting |
€ 45,35 |
|||||||
- |
een afschrift van het collegeprogramma |
kosteloos |
|||||||
- |
een afschrift van het gemeentelijke jaarverslag |
€ 46,40 |
|||||||
- |
een afschrift van het gemeentelijke burgerjaarverslag |
kosteloos |
|||||||
€ 0,00 |
|||||||||
1.2.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: |
€ 0,00 |
|||||||
1.2.2.1 |
een afschrift van het verslag van een raadsvergadering, per pagina |
€ 0,25 |
|||||||
1.2.2.2 |
een afschrift van de stukken behorende bij een raadsvergadering, per afschrift |
||||||||
- |
indien afgehaald op het stadhuis |
€ 6,95 |
|||||||
- |
indien toegezonden |
€ 12,05 |
|||||||
1.2.2.3 |
tot het afsluiten van een abonnement voor een kalenderjaar op de stukken behorende bij de raadsvergaderingen: |
||||||||
- |
indien afgehaald op het stadhuis |
€ 52,10 |
|||||||
- |
indien toegezonden |
€ 61,65 |
|||||||
1.2.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: |
||||||||
1.2.3.1 |
een afschrift van de Algemene plaatselijke verordening |
€ 42,10 |
|||||||
1.2.3.2 |
een afschrift van de bouwverordening |
€ 82,90 |
|||||||
1.2.3.3 |
een afschrift van een bestemmingsplan |
€ 63,45 |
|||||||
1.2.3.4 |
een afschrift van een bestemmingsplan inclusief tekeningen |
€ 81,90 |
|||||||
1.2.3.5 |
een afschrift van een belastingverordening |
€ 5,20 |
|||||||
1.2.3.6 |
een afschrift van een mandaatbesluit |
€ 23,20 |
|||||||
1.2.3.7 |
een afschrift van een delegatiebesluit |
€ 21,25 |
|||||||
1.2.4 |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een exemplaar van het Gemeenteblad van IJsselstein per bladzijde |
€ 0,25 |
|||||||
met dien verstande, dat per nummer geen hoger bedrag dan |
€ 82,05 |
||||||||
in rekening wordt gebracht. |
|||||||||
Hoofdstuk 3 Burgerlijke stand |
|||||||||
1.3.1 |
Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap in de raadzaal van het Stadhuis, Overtoom 1 op: |
||||||||
1.3.1.1 |
maandag en donderdag van 9.00 tot 10.00 uur |
nihil |
|||||||
1.3.1.2 |
maandag t/m vrijdag om 10.00, 11.00, 13.00, 14.00, 15.00 en 16.00 uur |
€ 196,45 |
|||||||
1.3.1.3 |
zaterdag om 11.00, 12.00 en 13.00 uur |
€ 505,40 |
|||||||
1.3.1.4.1 |
Het tarief in 1.3.1.2 of 1.3.1.3 wordt bij voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap in het voormalige stadhuis Utrechtsestraat 79, vermeerderd met |
€ 167,60 |
|||||||
1.3.1.4.2 |
Het tarief voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap op de locatie Marnemoende aan de Noord IJsseldijk 109A is |
€ 237,75 |
|||||||
Dit bedrag is exclusief de locatiehuur. De huur voor de locatie dient geregeld te worden met de beheerder van de locatie. |
|||||||||
1.3.1.5 |
Het tarief voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap in een bijzonder huis ingevolge artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek, is |
€ 167,60 |
|||||||
1.3.2 |
Het tarief bedraagt voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk indien daarbij gebruik gemaakt wordt van de raadzaal van het Stadhuis, Overtoom 1 op: |
||||||||
1.3.2.1 |
maandag en donderdag van 9.00 tot 10.00 uur |
nihil |
|||||||
1.3.2.2 |
maandag t/m vrijdag om 10.00, 11.00, 13.00, 14.00, 15.00 en 16.00 uur |
€ 196,45 |
|||||||
1.3.2.3 |
zaterdag om 11.00, 12.00 en 13.00 uur |
€ 505,40 |
|||||||
1.3.2.4 |
Het tarief voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk in een bijzonder huis ingevolge artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek, is |
€ 167,60 |
|||||||
1.3.2.5 |
Het tarief in 1.3.2.2 of 1.3.2.3 wordt bij het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk in het voormalige stadhuis Utrechtsestraat 79, vermeerderd met |
€ 167,60 |
|||||||
1.3.3 |
Het tarief bedraagt ter zake van het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk (alleen opmaken akte, geen plechtigheden) |
€ 11,80 |
|||||||
1.3.3.1 |
Bij het digitaal aanvragen van een afschrift uit het register burgerlijke stand worden in tegenstelling tot het vermelde in artikel 1.1.2 geen verzendkosten in rekening gebracht. |
||||||||
1.3.4 |
Het tarief bedraagt ter zake van het verstrekken van: |
||||||||
1.3.4.1 |
een trouwboekje, partnerschapboekje of duplicaatboekje in een normale uitvoering |
€ 16,50 |
|||||||
1.3.4.2 |
het tarief in 1.3.4.1 wordt indien het trouwboekje, partnerschapboekje of duplicaat- boekje in een luxe uitvoering wordt verstrekt vermeerderd met |
€ 12,30 |
|||||||
1.3.5 |
Het tarief bedraagt voor diensten voor derden: Het aanvragen van een inlichting uit, afschrift van een akte of uittreksel uit de registers van de burgerlijke stand van een andere gemeente, voor elke handeling |
€ 6,85 |
|||||||
1.3.6 |
Het ter legalisatie opzenden van een stuk of het aanvragen van een akte of stuk uit een andere gemeente of van een andere instantie of andere autoriteit per zending of aanvraag |
€ 6,85 |
|||||||
1.3.7 |
Het tarief voor het opstellen van een akte van huwelijksbevoegdheid bedraagt |
€ 21,20 |
|||||||
1.3.8 |
Het tarief voor het doen van nasporingen in de registers van de Burgerlijke stand, voor ieder daaraan besteed kwartier, is |
€ 20,65 |
|||||||
1.3.9 |
Ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand. |
||||||||
1.3.10 |
Indien de huwelijksvoltrekking, de registratie van een partnerschap dan wel de omzetting van het geregistreerde partnerschap in een huwelijk, ongeacht de oorzaak, geen doorgang vindt en de afmelding uiterlijk vier weken voorafgaand aan de datum van de huwelijksvoltrekking, de registratie van het partnerschap dan wel de omzetting van het geregistreerd partnerschap in een huwelijk schriftelijk aan de ambtenaar van de Burgerlijke stand wordt meegedeeld, wordt uitsluitend ontheffing verleend van het bedrag dat op grond van 1.3.1.2, 1.3.1.3, 1.3.1.4.2, 1.3.2.2 en 1.3.2.3 geheven wordt. |
||||||||
Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de Gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens |
|||||||||
1.4.1 |
Voor de toepassing van dit hoofdstuk, met uitzondering van de onderdelen 1.4.2 en 1.4.4, wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon waarvoor de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens moet worden geraadpleegd. |
||||||||
1.4.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
||||||||
1.4.2.1 |
tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking: |
€ 9,30 |
|||||||
1.4.2.1.1 |
In tegenstelling tot hetgeen in artikel 1.1.2 staat vermeld worden bij het digitaal aanvragen van het onder 1.4.2.1 genoemde geen verzendkosten in rekening gebracht. |
||||||||
1.4.2.2 |
tot het afsluiten van een abonnement op het verstrekken van gegevens gedurende de periode van één jaar: |
||||||||
1.4.2.2.1 |
voor 25 verstrekkingen |
€ 25,30 |
|||||||
1.4.2.2.2 |
voor 100 verstrekkingen |
€ 66,30 |
|||||||
1.4.2.2.3 |
voor 500 verstrekkingen |
€ 208,15 |
|||||||
1.4.2.2.4 |
voor 1.000 verstrekkingen |
€ 348,35 |
|||||||
1.4.2.2.5 |
voor 5.000 verstrekkingen |
€ 1.319,10 |
|||||||
1.4.2.2.6 |
voor elke verstrekking boven de 5.000 verstrekkingen, per verstrekking (hieronder worden tevens statistische gegevens verstaan, indien nasporingen dienen te worden verricht, wordt voor ieder daaraan besteed kwartier het tarief genoemd in 1.4.6 in rekening gebracht): |
€ 0,40 |
|||||||
1.4.2.3 |
tot het afsluiten van een abonnement op het wekelijks verstrekken van een opgave van verhuizingen binnen de gemeente, vertrekken uit de gemeente en vestigingen in de gemeente |
€ 66,85 |
|||||||
1.4.3 |
Voor de toepassing van onderdeel 4.4 wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon die niet zijn opgenomen in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens. |
||||||||
1.4.4 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
||||||||
1.4.4.1 |
tot het verstrekken van gegevens: per verstrekking |
€ 9,30 |
|||||||
1.4.4.1.1 |
In tegenstelling tot het geen in artikel 1.1.2 staat vermeld worden bij het digitaal aanvraag van het onder 1.4.4.1 genoemde geen verzendkosten in rekening gebracht. |
||||||||
1.4.4.2 |
tot het afsluiten van een abonnement op het verstrekken van gegevens gedurende de periode van één jaar: |
||||||||
1.4.4.2.1 |
voor 25 verstrekkingen |
€ 25,40 |
|||||||
1.4.4.2.2 |
voor 100 verstrekkingen |
€ 66,30 |
|||||||
1.4.4.2.3 |
voor 500 verstrekkingen |
€ 217,50 |
|||||||
1.4.4.2.4 |
voor 1.000 verstrekkingen |
€ 348,40 |
|||||||
1.4.4.2.5 |
voor 5.000 verstrekkingen |
€ 1.319,20 |
|||||||
1.4.4.2.6 |
Voor elke verstrekking boven de 5.000 verstrekkingen, per verstrekking (hieronder worden tevens statistische gegevens verstaan, indien nasporingen dienen te worden verricht, wordt voor ieder daaraan besteed kwartier het tarief genoemd 1.4.6 in rekening gebracht) |
€ 0,40 |
|||||||
1.4.5 |
In afwijking van de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens als bedoeld in artikel 10, 2e lid van het Besluit gemeentelijke basisadministratie |
€ 2,27 |
|||||||
1.4.6 |
Het tarief voor het op verzoek doornemen van de gemeentelijke basisadministratie, voor ieder daaraan besteed kwartier, is |
€ 18,60 |
|||||||
1.4.7 |
Het tarief voor het verstrekken van GBA-gegevens door middel van alternatieve media aan landelijke GBA-afnemers is |
€ 22,95 |
|||||||
Hoofdstuk 5 Gemeentearchief |
|||||||||
1.5.1 |
Het tarief voor het op verzoek doen van nasporingen in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan besteed kwartier, is |
€ 19,35 |
|||||||
1.5.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van: |
||||||||
1.5.2.1 |
een afschrift of fotokopie van een in het gemeentearchief berustend stuk, per pagina |
€ 0,90 |
|||||||
1.5.2.2 |
een uittreksel uit een in het gemeentearchief berustend stuk |
€ 15,60 |
|||||||
Hoofdstuk 6 Kiezersregister |
|||||||||
1.6.1 |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een inlichting betreffende de registratie van de aanvrager als kiezer, bedoeld in artikel D4 van de Kieswet, is |
€ 14,10 |
|||||||
Hoofdstuk 7 Vastgoedinformatie |
|||||||||
1.7.1 |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag bedraagt: |
||||||||
1.7.1.1 |
voor het verstrekken van een fotokopie van een plan, zoals bestemmingsplan, voorbereidingsbesluit, streekplan, wegenkaart behorende bij de legger bedoeld in onderdeel 1.7.2.2, structuurplan of stadsvernieuwingsplan |
||||||||
- |
in formaat A4 of kleiner, per bladzijde |
€ 0,25 |
|||||||
- |
in formaat A3, per bladzijde |
€ 1,65 |
|||||||
1.7.1.2 |
voor het verstrekken van een lichtdruk van een plan, zoals bestemmingsplan, voorbereidingsbesluit, streekplan, wegenkaart behorende bij de legger bedoeld in onderdeel 1.7.2.2, structuurplan of stadsvernieuwingsplan, per dm 2 lichtdruk |
€ 13,75 |
|||||||
1.7.1.3 |
worden daarentegen kaarten, tekeningen, lichtdrukken of kopieën verstrekt van een standaardbouwplan, dan bedraagt het tarief |
€ 65,75 |
|||||||
1.7.2 |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift bedraagt: |
||||||||
1.7.2.1 |
van de inschrijving in het register bedoeld in artikel 6, eerste lid, van de Monumentenwet 1988 |
€ 16,50 |
|||||||
1.7.2.2 |
uit het openbare register van beschermde monumenten bedoeld in artikel 20 van de Monumentenwet 1988 |
€ 8,35 |
|||||||
1.7.2.3 |
uit de kadastrale massale output, met betrekking tot inzage in het kadastrale of het hypothekenregister dan wel het verstrekken van een uittreksel van een kadastrale kaart |
€ 10,80 |
|||||||
Hoofdstuk 8 Reisdocumenten |
|||||||||
1.8.1 |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag bedraagt: |
||||||||
1.8.1.1 |
voor het verstrekken van een nationaal paspoort, een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen |
€ 48,70 |
|||||||
1.8.1.2 |
voor het verstrekken van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in 1.8.1.1 (zakenpaspoort) |
€ 48,70 |
|||||||
1.8.1.3 |
voor het verstrekken van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort) |
€ 48,70 |
|||||||
1.8.1.4 |
voor het bijschrijven van een kind in een reisdocument als bedoeld in 1.8.1.1, 1.8.1.2 en 1.8.1.3 direct bij de aanvraag van dit nieuwe reisdocument |
€ 9,35 |
|||||||
1.8.1.5 |
voor het bijschrijven van een kind middels een bijschrijvingsticker in een reeds uitgegeven reisdocument als bedoeld in 1.8.1.1, 1.8.1.2 en 1.8.1.3 |
€ 21,85 |
|||||||
1.8.1.6 |
voor het verstrekken van een Nederlandse identiteitskaart (NIK)als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de Paspoortwet voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van veertien jaar heeft bereikt |
€ 40,05 |
|||||||
1.8.1.6.1 |
voor het verstrekken van een Nederlandse identiteitskaart (NIK) als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de Paspoortwet voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van veertien jaar nog niet heeft bereikt |
€ 30,00 |
|||||||
1.8.2 |
Spoedlevering |
||||||||
1.8.2.1 |
De tarieven als genoemd in de onderdelen 1.8.1.1 tot en met 1.8.1.3 alsmede in 1.8.1.6 en 1.8.1.6.1 worden bij een spoedlevering vermeerderd met een bedrag van |
€ 45,90 |
|||||||
1.8.2.2 |
Het tarief als genoemd in 1.8.2.1 wordt bij een gecombineerde spoedlevering van een nieuw reisdocument als bedoeld in 1.8.1.1, 1.8.1.2 en 1.8.1.3 en het bijschrijven van één of meer kinderen als bedoeld in 1.8.1.4, slechts één keer per reisdocument berekend. |
||||||||
1.8.2.3 |
Het tarief als genoemd in onderdeel 1.8.1.5 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met een bedrag per bijschrijvingsticker van |
€ 21,80 |
|||||||
1.8.3 |
Indien aan de hand van een ander geldig identiteitsbewijs de identiteit van de aanvrager niet vastgesteld kan worden, wordt bij het niet inleveren van een oud reisdocument het tarief genoemd in 1.8.1.1, 1.8.1.2 en 1.8.1.3 en 1.8.1.6 verhoogd met |
€ 21,70 |
|||||||
Hoofdstuk 9 Rijbewijzen |
|||||||||
1.9.1 |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs bedraagt |
€ 42,15 |
|||||||
dan wel het wettelijke maximale tarief |
|||||||||
1.9.2 |
Indien aan de hand van een ander geldig identiteitsbewijs de identiteit van de aanvrager niet vastgesteld kan worden, wordt het tarief vermeld in 1.9.1 verhoogd met |
€ 21,70 |
|||||||
dan wel het wettelijke maximale tarief |
|||||||||
1.9.3 |
Het tarief voor een aanvraag tot het verkrijgen van gegevens uit het Centraal Register Rijbewijzen bedraagt |
€ 10,35 |
|||||||
1.9.4 |
Het tarief als genoemd in onderdeel 1.9.1 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met een bedrag van |
€ 33,50 |
|||||||
Hoofdstuk 10 Wet op de kansspelen |
|||||||||
1.10.1 |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen is: |
||||||||
1.10.1.1 |
voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat |
€ 45,90 |
|||||||
1.10.1.2 |
voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer kansspelautomaten, voor de eerste kansspelautomaat |
€ 45,90 |
|||||||
en voor iedere volgende kansspelautomaat |
€ 45,90 |
||||||||
1.10.2 |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning) is |
€ 45,90 |
|||||||
Hoofdstuk 11 Winkeltijdenwet |
|||||||||
1.11.1 |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag is: |
||||||||
1.11.1.1 |
voor een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet of het Vrijstellingen- besluit Winkeltijdenwet |
€ 46,50 |
|||||||
1.11.1.2 |
voor het verlenen van toestemming om een in onderdeel 1.11.1.1 bedoelde ontheffing over te dragen aan een ander |
€ 46,50 |
|||||||
1.11.1.3 |
voor het intrekken of wijzigen van een in onderdeel 1.11.1.1 bedoelde ontheffing |
€ 46,50 |
|||||||
Hoofdstuk 12 Huisvestingswet |
|||||||||
1.12.1 |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag is: |
||||||||
1.12.1.1 |
voor het verkrijgen van een huisvestingsvergunning als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Huisvestingswet |
€ 38,75 |
|||||||
1.12.1.2 |
Het tarief voor een verklaring omtrent de zuiverheid van gebouwen, woning en huisraad bedraagt |
€ 38,75 |
|||||||
1.12.1.3 |
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag inzake het verkrijgen van een medische urgentie verbonden aan de toewijzing van een woning op grond van de Regionale Huisvestingsverordening BRU, bedraagt het tarief, het bedrag van de hieraan verbonden medische keuring door de gemeentelijke medische adviseur |
€ 154,05 |
|||||||
1.12.1.4 |
Het tarief voor het verrichten van een medisch onderzoek in het kader van het verkrijgen een aanvullend advies omtrent het zoekprofiel, voor een woning als bedoeld in de Huisvestingsverordening BRU bedraagt: |
€ 154,05 |
|||||||
1.12.1.5 |
In die gevallen dat voor het in behandeling nemen van een aanvraag inzake het verkrijgen van een medische urgentie verbonden aan de toewijzing van een woning op grond van de Regionale Huisvestingsverordening BRU, een huisbezoek moet worden gebracht, worden de tarieven genoemd in 1.12.1.3 en 1.12.1.4 verhoogd met een bedrag van |
€ 40,10 |
|||||||
1.12.1.6 |
Indien een aanvraag voor een medische urgentie wordt ingetrokken op het moment dat het verzoek om advies al door de medische adviseur in procedure is genomen, zal hiervoor het bedrag ad |
€ 71,55 |
|||||||
worden berekend, zijnde het bedrag dat daarvoor door de medische adviseur bij de gemeente in rekening wordt gebracht. Dit bedrag zal in mindering worden gebracht op het betaalde bedrag voor de medische keuring. |
|||||||||
1.12.2 |
Splitsing, samenvoeging en onttrekking |
||||||||
Indien de aanvraag om een vergunning betrekking heeft op een splitsing, samenvoeging of onttrekking in het kader van de Huisvestingswet, bedraagt het tarief |
€ 104,90 |
||||||||
Hoofdstuk 13 Verkeer en vervoer |
|||||||||
1.13.1 |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag is: |
||||||||
1.13.1.1 |
voor het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 |
€ 36,50 |
|||||||
1.13.1.2 |
voor het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 7.1 van het Voertuigreglement |
€ 36,50 |
|||||||
1.13.1.3 |
Indien ingevolge artikel 2 Regeling Gehandicaptenkaart een medische keuring is vereist voor het verkrijgen of verlengen van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (BABW), bedraagt het tarief |
€ 107,10 |
|||||||
1.13.1.4 |
Indien voor het verkrijgen, behouden, verlengen of vernieuwen van een gehandicaptenkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (BABW) een medische keuring, herkeuring of anderszins een keuring vereist is, bedraagt het tarief |
€ 107,10 |
|||||||
1.13.1.5 |
Indien de medische keuring of herkeuring uitsluitend heeft bestaan uit dossieronderzoek en de keuringsinstantie dit verklaart, bedraagt het tarief: |
€ 52,00 |
|||||||
1.13.1.6 |
Indien op verzoek van de aanvrager een aanvullend medisch advies wordt gevraagd bedraagt het tarief daarvoor: |
€ 52,00 |
|||||||
1.13.1.7 |
tot het toekennen van een gehandicaptenparkeerplaats: |
€ 16,20 |
|||||||
1.13.1.8 |
Indien er door de keuringsarts van de keuringsinstantie een huisbezoek moet worden afgelegd bedraagt het tarief |
€ 164,55 |
|||||||
Hoofdstuk 14 Wet Bescherming persoonsgegevens |
|||||||||
1.14.1 |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een bericht als bedoeld in artikel 35 van de Wet bescherming persoonsgegevens is: |
||||||||
1.14.1.1 |
bij verstrekking op papier, indien het afschrift bestaat uit: |
||||||||
1.14.1.2 |
ten hoogste 100 pagina's, per pagina |
€ 0,25 |
|||||||
1.14.1.3 |
met een maximum per bericht van |
€ 4,70 |
|||||||
1.14.1.4 |
meer dan 100 pagina's |
€ 23,50 |
|||||||
1.14.1.5 |
bij verstrekking anders dan op papier |
€ 4,70 |
|||||||
1.14.1.6 |
dat bestaat uit een afschrift van een, vanwege de aard van de verwerking, moeilijk toegankelijke gegevensverwerking |
€ 4,70 |
|||||||
1.14.1.7 |
Indien voor hetzelfde bericht op grond van de onderdelen 1.14.1.1 en 1.14.1.6 meerdere vergoedingen kunnen worden gevraagd, wordt slechts de hoogste gevraagd. |
||||||||
1.14.1.8 |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een verzet als bedoeld in artikel 40 van de Wet bescherming persoonsgegevens |
€ 4,70 |
|||||||
Hoofdstuk 15 Kabels en Leidingen |
|||||||||
1.15.1 |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent tijdstip, plaats en werkwijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.2, derde lid, van de Telecommunicatiewet |
€ 82,55 |
|||||||
1.15.2 |
Indien de lengte van de kabel of leiding meer bedraagt dan 30 meter, wordt het bedrag in artikel 1.15.1 per 30 meter verhoogd met |
€ 6,00 |
|||||||
1.15.3 |
Indien met betrekking tot een melding overleg moet plaatsvinden tussen gemeente, andere beheerders van openbare grond en de aanbieder van het netwerk, verhoogd met |
€ 60,20 |
|||||||
per uur, welk bedrag voorafgaand aan het in behandeling van de aanvraag aan de aanvrager wordt medegedeeld. |
|||||||||
1.15.4 |
Indien met betrekking tot een melding onderzoek naar de status van de kabel plaatsvindt, verhoogd met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de melding aan de melder meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die ter zake door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
||||||||
1.15.5 |
Indien een begroting als bedoeld in 1.15.4 is uitgebracht, wordt een melding in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de melder ter kennis is gebracht, tenzij de melding voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
||||||||
1.15.6 |
Het tarief, ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag voor een vergunning op grond van artikel 2:10A APV voor het leggen van kabels en leidingen, bedraagt |
€ 82,55 |
|||||||
1.15.7 |
Indien de lengte van de kabel of leiding meer bedraagt dan 30 meter, wordt het bedrag in artikel 1.15.6 per 30 meter verhoogd met |
€ 6,00 |
|||||||
1.15.8 |
Indien met betrekking tot het in behandeling nemen van een aanvraag als bedoeld in 1.15.6 coördinatie van gemeentewege dient plaats te vinden, wordt het bedrag bedoeld in 1.15.6 verhoogd met |
€ 60,20 |
|||||||
per uur, welk bedrag voorafgaand aan het in behandeling van de aanvraag aan de aanvrager wordt medegedeeld. |
|||||||||
Hoofdstuk 16 Algemene plaatselijke verordening gemeente IJsselstein 2011 (APV) |
|||||||||
1.16.1 |
Het tarief, ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning of ontheffing als bedoeld in de APV van de gemeente IJsselstein, voor zover daarvoor niet in deze tabel onder de titels 1, 2 of 3 of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, bedraagt |
€ 46,50 |
|||||||
1.16.2 |
Het tarief, voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een standplaatsvergunning zoals bedoeld in artikel 5:18 van de APV, bedraagt |
€ 66,35 |
|||||||
1.16.2.1 |
Het overeenkomstig 1.16.2 geheven bedrag wordt vermeerderd met: |
€ 0,35 |
|||||||
per dag, berekend naar het aantal dagen waarvoor de in 1.16.2 bedoelde ontheffing wordt verleend. |
|||||||||
1.16.3 |
Voor het waarmerken van een door de handelaar verplicht bij te houden register op grond van artikel 2:67 van de APV wordt geheven |
€ 16,50 |
|||||||
1.16.4 |
Het tarief, voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning voor het inzamelen van geld of goederen (collecte) zoals bedoeld in artikel 5:13 APV, bedraagt |
€ 81,75 |
|||||||
1.16.5 |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een verzoek tot het doen van een aanwijzing zoals bedoeld in artikel 2 van de afvalstoffenverordening bedraagt |
€ 81,75 |
|||||||
1.16.6 |
Het tarief, voor het in behandeling nemen van een vergunningaanvraag voor het plaatsen van sandwichborden overeenkomstig het gestelde in artikel 2:10A van de APV, bedraagt |
€ 82,55 |
|||||||
1.16.7 |
Het tarief, voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een vergunning voor het in gebruik nemen van gemeenteterrein op grond van artikel 2:10A APV, bedraagt |
€ 82,55 |
|||||||
1.16.7.1 |
Wanneer sprake is van het plaatsen van meer dan één object, wordt voor het tweede en elke volgend object het tarief van 1.16.7 verhoogd met |
€ 6,10 |
|||||||
1.16.7.2 |
Indien de vergunning voor langer dan één week wordt verleend, wordt het tarief van 1.16.7 per 2 maanden verhoogd met |
€ 11,95 |
|||||||
1.16.8 |
Het tarief, voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een vergunning inzake ontheffing van het verbod op grond van artikel 5:34 van de APV (verbod stoken van vuur), bedraagt |
€ 136,10 |
|||||||
Hoofdstuk 17 Leegstandwet |
|||||||||
1.17.1 |
Handelingen in het kader van de Leegstandswet |
||||||||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|||||||||
1.17.1.1 |
tot het verkrijgen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet |
€ 104,90 |
|||||||
1.17.1.2 |
tot verlenging van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, vierde lid, van de Leegstandwet |
€ 52,40 |
|||||||
Hoofdstuk 18 Diversen |
|||||||||
1.18.1 |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag bedraagt: |
||||||||
1.18.1.1 |
tot het verkrijgen van een verklaring omtrent het gedrag |
€ 30,05 |
|||||||
1.18.1.2 |
tot het verkrijgen van een bewijs van in leven zijn |
€ 9,20 |
|||||||
1.18.1.3 |
tot het verkrijgen van een legalisatie van een handtekening |
€ 9,20 |
|||||||
1.18.1.4 |
tot het verkrijgen ven een Attestatie de vita, afgegeven door de ambtenaar van de burgerlijke stand |
€ 11,80 |
|||||||
1.18.2 |
Het tarief, voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven van een bewijs van Nederlanderschap dat niet bestemd is om als reisdocument te dienen, bedraagt |
€ 9,30 |
|||||||
1.18.3 |
Het tarief, voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven van een verklaring, dat het portret op een stuk, het portret is van degene te wiens name het stuk is gesteld of van degene die in het stuk wordt bedoeld, bedraagt |
€ 10,35 |
|||||||
1.18.4 |
Het tarief, voor elke niet elders in deze tabel opgenomen verklaring omtrent een bepaald persoon, bedraagt |
€ 10,35 |
|||||||
1.18.5 |
Het tarief, ter zake het verstrekken van een duplicaat van aanslag gemeentelijke belastingen/WOZ-beschikking, bedraagt |
€ 5,30 |
|||||||
1.18.6 |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een vergunning voor het aanbrengen van gevelornamenten, inclusief welstands- advieskosten bedraagt |
€ 33,95 |
|||||||
1.18.7 |
Het tarief, voor het op verzoek verstrekken van gegevens inzake de vervuiling van de bodem, waaronder mede begrepen wordt het verstrekken van gegevens inzake de aan- of afwezigheid van olietanks op een perceel, bedraagt |
€ 13,00 |
|||||||
Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving / omgevingsvergunning |
|||||||||
Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen |
|||||||||
2.1.1 |
Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder: |
||||||||
2.1.1.1 |
aanlegkosten: |
||||||||
de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft. |
|||||||||
2.1.1.2 |
bouwkosten: |
||||||||
de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV 1989), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten, exclusief omzetbelasting, bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft. |
|||||||||
2.1.1.3 |
vooroverleg: |
||||||||
een eenmalig overleg waarbij aan de hand van relevante tekeningen van de bestaande- en beoogde situatie een advies wordt gegeven over een in te dienen aanvraag. (Dit geldt ook voor het beoordelen van schetsplannen en principe aanvragen) |
|||||||||
2.1.1.4 |
Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. |
||||||||
2.1.2 |
In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld. |
||||||||
2.1.3 |
In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld. |
||||||||
Hoofdstuk 2 Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag |
|||||||||
2.2 |
Vooroverleg |
||||||||
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag is: |
|||||||||
2.2.1 |
om vooroverleg in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project in het kader van de Wabo vergunbaar is naast genoemd bedrag |
€ 81,60 |
|||||||
per uur, welk bedrag voorafgaand aan het vooroverleg aan de aanvrager wordt medegedeeld. |
|||||||||
2.2.2 |
om beoordeling van een conceptaanvraag om een omgevingsvergunning: |
50% |
|||||||
naast genoemd percentages van de leges zoals deze bij een daadwerkelijke aanvraag om een omgevingsvergunning voor het project zouden worden vastgesteld. |
|||||||||
Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning |
|||||||||
2.3 |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project bedraagt: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd. |
||||||||
2.3.1 |
Bouwactiviteiten |
||||||||
2.3.1.1 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief naast genoemd percentage |
2,59% |
|||||||
van de bouwkosten met een minimum van: |
€ 104,90 |
||||||||
2.3.1.2 |
Welstandstoets |
||||||||
2.3.1.2.1 |
Indien de aanvraag betrekking heeft op een bouwplan waarvoor een omgevingsvergunning is aangevraagd en toetsing aan welstandscriteria van de welstandsnota moet plaatsvinden wordt: |
||||||||
2.3.1.2.1.1 |
indien hierover het advies van de Welstandscommissie moet worden ingewonnen, wordt het overeenkomstig onderdeel 2.3.1.1 berekende bedrag verhoogd met naast genoemd percentage |
0,53% |
|||||||
van de bouwkosten met een minimumbedrag van: |
€ 78,65 |
||||||||
2.3.1.2.2 |
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien zich tijdens de beoordeling van de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wijzigingen voordoen in het bouwplan en daarvoor een nieuwe welstandstoets noodzakelijk is |
€ 77,60 |
|||||||
2.3.1.3 |
Verplicht advies agrarische commissie |
||||||||
2.3.1.3.1 |
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de Stichting Agrarische beoordelingscommissie wordt beoordeeld |
€ 564,40 |
|||||||
2.3.1.3.2 |
waarbij dit bedrag wordt verhoogd met |
€ 125,40 |
|||||||
indien het advies nieuwe vestigingen of bedrijfsverplaatsingen betreft. |
|||||||||
2.3.1.4 |
Aanvraag hogere waarden geluidhinder |
||||||||
Het tarief, voor het in behandeling nemen van een aanvraag hogere waarden geluidhinder ingevolge artikel 83 Wet geluidhinder, bedraagt |
€ 285,65 |
||||||||
2.3.1.5 |
Achteraf ingediende aanvraag |
||||||||
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 binnen deze titel bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit naast genoemd percentage |
25% |
||||||||
van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges. |
|||||||||
2.3.2 |
Aanlegactiviteiten |
||||||||
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief het hiernaast genoemde percentage |
2,59% |
||||||||
van de aanlegkosten met een minimumbedrag van: |
€ 104,90 |
||||||||
2.3.3 |
Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit |
||||||||
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1: |
|||||||||
2.3.3.1 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking, krachtens artikel 3.6, eerste lid, sub c van de Wet ruimtelijke ordening) |
€ 367,25 |
|||||||
2.3.3.2 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking, krachtens artikel 3.23 van de Wet ruimtelijke ordening) |
€ 477,45 |
|||||||
2.3.3.3 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking): |
||||||||
- |
in de vorm van een projectbesluit (krachtens artikel 3.10 van de Wet ruimtelijke ordening) |
€ 1.632,15 |
|||||||
- |
in de vorm van een bestemmingsplanherziening (krachtens artikel 3.1 en 3.8 van de Wet ruimtelijke ordening) |
€ 1.836,20 |
|||||||
2.3.3.4 |
indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking, krachtens artikel 3.22 van de Wet ruimtelijke ordening) |
€ 477,45 |
|||||||
2.3.3.5 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan, krachtens artikel 6.12 lid 6 van de Wet ruimtelijke ordening) |
€ 367,25 |
|||||||
2.3.3.6 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit, krachtens artikel 3.7 lid 4 van de Wet ruimtelijke ordening) |
€ 367,25 |
|||||||
2.3.3.7 |
indien de aanvraag een project van nationaal of provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1 of 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale of provinciale regelgeving), het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
offerte basis |
|||||||
2.3.4 |
Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit |
||||||||
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
|||||||||
2.3.4.1 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking, krachtens artikel 3.6, eerste lid, sub c van de Wet ruimtelijke ordening) |
€ 403,95 |
|||||||
2.3.4.2 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking, krachtens artikel 3.23 van de Wet ruimtelijke ordening) |
€ 501,85 |
|||||||
2.3.4.3 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking): |
||||||||
- |
in de vorm van een projectbesluit (krachtens artikel 3.10 van de Wet ruimtelijke ordening) |
€ 1.683,15 |
|||||||
- |
in de vorm van een bestemmingsplanherziening (krachtens artikel 3.1 en 3.8 van de Wet ruimtelijke ordening) |
€ 1.897,40 |
|||||||
2.3.4.4 |
indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking, krachtens artikel 3.22 van de Wet ruimtelijke ordening) |
€ 501,85 |
|||||||
2.3.4.5 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan, krachtens artikel 6.12 lid 6 van de Wet ruimtelijke ordening) |
€ 399,85 |
|||||||
2.3.4.6 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit, krachtens artikel 3.7 lid 4 van de Wet ruimtelijke ordening) |
€ 399,85 |
|||||||
2.3.4.7 |
indien de aanvraag een project van nationaal of provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1 of 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale of provinciale regelgeving), het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
offerte basis |
|||||||
2.3.5 |
In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid |
||||||||
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, wordt het hiernaast genoemde bedrag |
€ 173,75 |
||||||||
vermeerderd met een bedrag voor een inrichting met een vloeroppervlak binnende constructie van de gebouwfunctie van: |
|||||||||
- |
0 tot en met 100 m2 |
€ 335,10 |
|||||||
- |
101 tot en met 250 m2 |
€ 502,70 |
|||||||
- |
251 tot en met 750 m2 |
€ 670,20 |
|||||||
- |
751 tot en met 1.500 m2 |
€ 1.005,35 |
|||||||
- |
1.501 tot en met 2.500 m2 |
€ 1.507,30 |
|||||||
- |
2.501 tot en met 5.000 m2 |
€ 2.178,25 |
|||||||
- |
5.001 tot en met 10.000 m2 |
€ 3.015,10 |
|||||||
- |
10.001 m2 en meer |
€ 4.021,45 |
|||||||
2.3.6 |
Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten |
||||||||
2.3.6.1 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens provinciale verordening of de gemeentelijke Monumentenverordening aangewezen monument, waarvoor op grond van die provinciale of gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief naast het in 2.3.1.1. genoemde bedrag |
€ 52,35 |
|||||||
2.3.6.1.1 |
voor het wijzigen van een rijks- of gemeentelijk beschermd monument als bedoeld in de Monumentenwet of de Monumentenverordening: |
||||||||
wordt het bedrag uit 2.3.6.1 verhoogt met naast genoemd percentage |
0,53% |
||||||||
van de bouwkosten. |
|||||||||
2.3.6.2 |
Archeologievergunning |
||||||||
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een archeologievergunning in het kader van de Gemeentelijke monumentenvergunning bedraagt |
€ 104,90 |
||||||||
2.3.7 |
Projecten of handelingen in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998 |
||||||||
2.3.7.1 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelingen in een beschermd natuurgebied die schadelijk kunnen zijn voor het natuurschoon, de natuurwetenschappelijke betekenis of voor de dieren of planten, als bedoeld in artikel 16, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 bedraagt het tarief naast het in 2.3.1.1 genoemde bedrag |
€ 104,90 |
|||||||
2.3.7.2 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het realiseren van projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats en soorten in een door de minister van economische zaken, landbouw en innovatie aangewezen gebied als bedoeld in artikel 19d, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998, bedraagt het tarief naast het in 2.3.1.1 genoemde bedrag |
€ 104,90 |
|||||||
2.3.8 |
Handelingen in het kader van de Flora- en Faunawet |
||||||||
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een handeling waarvoor op grond van artikel 75, derde lid, van de Flora- en Faunawet ontheffing nodig is, bedraagt het tarief naast het in 2.3.1.1 genoemde bedrag |
€ 104,90 |
||||||||
2.3.9 |
Andere activiteiten |
||||||||
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling |
|||||||||
2.3.9.1 |
behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief |
€ 104,90 |
|||||||
2.3.9.2 |
behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief |
€ 104,90 |
|||||||
2.3.9.2.1 |
als het een gemeentelijke verordening betreft: het bedrag dat op grond van deze tarieventabel voor de betreffende vergunning of ontheffing verschuldigd is als de activiteit zou worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning. Als de activiteit in geen enkel geval kan worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning bedraagt het tarief |
€ 104,90 |
|||||||
2.3.9.2.2 |
als het een provinciale of waterschapsverordening betreft: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
offerte basis |
|||||||
2.3.10 |
Omgevingsvergunning in twee fasen |
||||||||
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
|||||||||
2.3.10.1 |
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft. |
||||||||
2.3.10.2 |
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft, vermeerderd met naast genoemd percentage |
25% |
|||||||
van de, volgens dit hoofdstuk te betalen leges voor de gehele activiteit (deelactiviteiten van fase 1 en 2 tezamen). |
|||||||||
2.3.10.3 |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een gewijzigde omgevingsvergunning eerste fase: het bedrag naar het tarief en berekend op de wijze als in 2.3.11.1 bepaald en verminderd met de voor de primaire omgevingsvergunning eerste fase berekende leges. Met dien verstande dat in elk geval naast genoemd bedrag verschuldigd is en dat geen restitutie van de voor de primaire omgevingsvergunning eerste fase betaalde leges plaatsvindt. |
€ 104,90 |
|||||||
2.3.11 |
Beoordeling bodemrapport |
||||||||
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld: |
|||||||||
2.3.11.1 |
voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport |
€ 104,90 |
|||||||
2.3.11.2 |
voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport |
€ 178,60 |
|||||||
2.3.12 |
Advies |
||||||||
2.3.12.1 |
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
offerte basis |
|||||||
Als begroting is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|||||||||
2.3.13 |
Verklaring van geen bedenkingen |
||||||||
2.3.13.1 |
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo: |
||||||||
2.3.13.1.1 |
indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: |
€ 198,90 |
|||||||
2.3.13.1.2 |
indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
offerte basis |
|||||||
Als deze begroting is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|||||||||
2.3.14 |
parapluvergunning In gevallen waarvoor op grond van artikel 8.1.1 van de Bouwverordening tot het verkrijgen van een vergunning of ontheffing, door een woningcorporatie op basis van het Aedesprotocol "Asbestverwijdering bij mutatie- en klachtenonderhoud woningcorporaties", is vereist, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
€ 2.170,95 |
|||||||
Hoofdstuk 4 Vermindering |
|||||||||
2.4.1 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning binnen één jaar is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg of beoordeling van een conceptaanvraag als bedoeld in hoofdstuk 2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, wordt naast genoemd percentage |
70% |
|||||||
van de ter zake van het vooroverleg of de beoordeling van de conceptaanvraag geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning bedoeld in hoofdstuk 3. |
|||||||||
2.4.2 |
Korting bij integrale indiening |
||||||||
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op meer dan één activiteit, worden leges met naast genoemd percentage verminderd. Dit met uitzondering van het legesdeel voor de onderdelen 2.3.1.2, 2.3.1.3, 2.3.1.4, 2.3.8, 2.3.9, 2.3.10.2.2 en 2.3.13 en 2.3.14. |
25% |
||||||||
van de voor die activiteiten verschuldigde leges, met uitzondering van de leges voor die activiteit met de hoogste legeskosten. Voor de activiteit met de hoogste legeskosten wordt naast genoemd percentage in rekening gebracht |
100% |
||||||||
Hoofdstuk 5 Teruggaaf |
|||||||||
2.5.1 |
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanlegactiviteiten |
||||||||
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of een verzoek tot beoordeling van een conceptaanvraag voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1.1, 2.3.2, 2.3.6.1 en 2.3.7.1, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van naast genoemd deel van de van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. |
50% |
||||||||
2.5.2 |
Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, aanlegactiviteiten |
||||||||
Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project geheel intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen twee jaren na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt naast genoemd percentage van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. |
25% |
||||||||
2.5.3 |
Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanlegactiviteiten |
||||||||
2.5.3.1 |
Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1.1, 2.3.2 of 2.3.6.1 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van: |
25% |
|||||||
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. |
|||||||||
2.5.3.2 |
Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.5.3.1 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak. |
||||||||
a. |
Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 2.3.1.2, 2.3.1.3, 2.3.1.4, 2.3.7, 2.3.8, 2.3.9, 2.3.10, 2.3.12 of 2.3.13 wordt geen teruggaaf verleend. |
||||||||
b. |
Er vindt geen legesteruggaaf plaats als gevolg van het lager zijn van de daadwerkelijke bouw- en aanlegkosten, dan waarvan bij de indiening van de aanvraag is uitgegaan. |
||||||||
c. |
Indien een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning zoals bedoeld in hoofdstuk 3 of een verzoek tot beoordeling van een conceptaanvraag zoals bedoeld in hoofdstuk 2 buiten behandeling wordt gelaten in verband met niet-voldoen aan de indieningvereisten zoals vermeld in het Besluit omgevingsrecht, bestaat aanspraak op teruggaaf van naast genoemd percentage van de geheven leges. |
50% |
|||||||
Hoofdstuk 6 Intrekking omgevingsvergunning |
|||||||||
2.6 |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.33, tweede lid, onder b, van de Wabo, bedraagt: |
€ 104,90 |
|||||||
Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project |
|||||||||
2.7.1 |
Indien een aanvraag tot het verkrijgen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het realiseren van een activiteit in afwijking van een eerder ingediend plan, waarvoor reeds een vergunning is verleend, maar waarvan nog geen gebruik is gemaakt, worden de voor de oorspronkelijke vergunning geheven leges verrekend met het bedrag dat verschuldigd is door toepassing van het tarief als vermeld in de onderdelen uit deze titel met dien verstande dat zij niet minder dan naast genoemd bedrag zullen bedragen |
€ 104,90 |
|||||||
Het vorenstaande vindt geen toepassing indien de afwijking zodanig is dat naar de omstandigheden beoordeeld van een nieuw plan sprake is. |
|||||||||
2.7.2 |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van de tenaamstelling van een verleende omgevingsvergunning bedraagt |
€ 52,35 |
|||||||
Hoofdstuk 8 Overige bestemmingswijzigingen |
|||||||||
2.8.1 |
Het verschuldigde bedrag op grond van onderdeel 2.3.1.1 wordt, indien de aanvraag betrekking heeft op een bouwwerk ten aanzien waarvan: |
||||||||
2.8.1.1 |
een ontheffing als bedoeld in artikel 6.12, zesde lid, van de Wet ruimtelijke ordening wordt verleend, verhoogd met |
€ 1.836,20 |
|||||||
2.8.1.2 |
artikel 50a, derde lid, van de Woningwet wordt toegepast, verhoogd met |
€ 367,25 |
|||||||
2.8.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening |
€ 1.836,20 |
|||||||
2.8.3 |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening, bedraagt |
€ 673,25 |
|||||||
Hoofdstuk 9 In deze titel niet benoemde beschikking |
|||||||||
2.9 |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking bedraagt |
€ 104,90 |
|||||||
Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn |
|||||||||
Hoofdstuk 1 Horeca |
|||||||||
3.1.1 |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning ingevolge artikel 3, van de Drank- en Horecawet is |
€ 531,00 |
|||||||
3.1.1.1 |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot een wijziging van een reeds ingevolge artikel 3, van de Drank- en Horecawet verleende vergunning is |
€ 295,95 |
|||||||
3.1.2 |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Drank- en Horecawet is |
€ 51,20 |
|||||||
3.1.3 |
Het tarief, voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een exploitatievergunning voor een horecabedrijf overeenkomstig hetgeen bepaald is in artikel 2:28 van de APV, is |
€ 168,50 |
|||||||
3.1.4 |
Het tarief genoemd in artikel 3.1.3 wordt, indien de exploitatievergunning ook geldt voor een bij het horecabedrijf behorend terras, verhoogd met |
€ 136,10 |
|||||||
3.1.5 |
Het tarief, voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verkrijgen van een wijziging van de exploitatievergunning in verband met de exploitatie van een niet eerder in de exploitatievergunning opgenomen terras, is |
€ 136,10 |
|||||||
3.1.6 |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een ontheffing sluitingstijd zoals bedoeld in artikel 2:29 APV is |
€ 84,10 |
|||||||
Hoofdstuk 2 Organiseren evenementen of markten |
|||||||||
3.2.1 |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor de verkrijging van een evenementenvergunning op grond van artikel 2:25 APV is, indien het gaat om: |
||||||||
3.2.1.1 |
een straatfeest, straat barbecue, buurtfeest, buur barbecue danwel feest |
€ 46,50 |
|||||||
3.2.1.2 |
een kleinschalig evenement |
€ 66,35 |
|||||||
3.2.1.3.1 |
een grootschalig ééndaags evenement |
€ 442,50 |
|||||||
3.2.1.3.2 |
een grootschalig meerdaags evenment |
€ 553,20 |
|||||||
3.2.2 |
Het tarief, voor het in behandeling nemen van een aanvraag om ontheffing van artikel 4:6 van de APV (overige geluidshinder), is |
€ 66,35 |
|||||||
Hoofdstuk 3 Prostitutiebedrijven |
|||||||||
3.3.1 |
Het tarief, voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning voor het exploiteren van een seksinrichting of een escortbedrijf als bedoeld in artikel 3:4 van de APV, is |
€ 757,90 |
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl