Regeling vervallen per 01-01-2019

de Verordening geurhinder en veehouderij

Geldend van 25-06-2006 t/m 31-12-2018

Intitulé

de Verordening geurhinder en veehouderij

BESLUIT:

Vast te stellen de volgende verordening houdende regels met betrekking tot beslissingen inzake vergunningen krachtens de Wet milieubeheer voor veehouderijen, voor zover het betreft geurhinder vanwege tot die veehouderijen behorende dierverblijven:

de Verordening geurhinder en veehouderij.

Artikel 1: Begripsbepaling

In deze verordening wordt verstaan onder:

Dierenverblijf:

al dan niet overdekte ruimte waarbinnen dieren worden gehouden;

Geurgevoelig object:

gebouw, bestemd voor en blijkens aard, indeling en inrichting geschikt om te worden gebruikt voor menselijk wonen of menselijk verblijf en die daarvoor permanent of een daarmee vergelijkbare wijze van gebruik, wordt gebruikt;

Veehouderij:

inrichting die tot een krachtens artikel 1.1, derde lid, van de Wet milieubeheer aangewezen categorie behoort en is bestemd voor het fokken, mesten, houden, verhandelen, verladen of wegen van dieren;

Vergunning:

milieuvergunning als bedoeld in artikel 8.1 van de Wet milieubeheer;

Wet:

de Wet geurhinder en veehouderij.

Artikel 2: Aanwijzing gebieden

Als gebied(en) als bedoeld in artikel 6 van de Wet wordt/worden aangewezen het volgende gebied/de volgende gebieden:

A .

Invloedsgebied woonkernen.

Het gebied dat de woonkernen of een deel van de woonkernen omsluit en dat nader aangegeven is op de bij deze verordening behorende en als zodanig gewaarmerkte kaart.

B .

Plangebieden voor woningbouw.

Plangebieden bestemd voor toekomstige woningbouw welke nader aangegeven zijn op de bij deze verordening behorende en als zodanig gewaarmerkte kaart.

C.

Bedrijfsterreinen

Gebieden bestemd voor bedrijfsterrein welke nader aangegeven zijn op de bij deze verordening behorende en als zodanig gewaarmerkte kaart.

Artikel 3: Andere waarden voor de geurbelasting of afstanden

In gebieden A als omschreven in artikel 2 van deze verordening, geldt de volgende andere waarde.

Op grond van artikel 6, lid 1 van de Wet en in afwijking van artikel 3, lid 1 van de Wet bedraagt de maximale waarde voor de geurbelasting van een veehouderij voor zover de voor geur gevoelige objecten in het gebied zich bevinden binnen de bebouwde kom van Nijnsel en Sint Oedenrode: 1 ouE/m3.

In gebieden B en C als omschreven in artikel 2 van deze verordening, geldt de volgende andere waarde.

Op grond van artikel 6, lid 1 van de Wet en in afwijking van artikel 3, lid 1 van de Wet bedraagt de maximale waarde voor de geurbelasting van een veehouderij voor zover de voor geur gevoelige objecten zich bevinden binnen dit gebied: 7 ouE/m3.

Artikel 4: Citeertitel

Deze verordening kan aangehaald worden als de “Verordening geurhinder en veehouderij”.

Ondertekening

Aldus besloten door de raad van de gemeente Sint-Oedenrode in zijn openbare vergadering van 25 juni 2009.

De griffier

De voorzitter