Marktverordening gemeente Nuenen ca. 2010

Geldend van 18-06-2010 t/m heden

Intitulé

Marktverordening gemeente Nuenen ca. 2010

De raad van de gemeente Nuenen ca.;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 13 april 2010

gelet op de artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet;

BESLUIT:

De Marktverordening gemeente Nuenen ca. 2010 vast te stellen als volgt:

Marktverordening gemeente Nuenen ca. 2010.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    markt: de door het college ingestelde warenmarkt;

  • b.

    standplaats: de ruimte die voor de duur van de markt is aangewezen voor het uitoefenen van de markthandel;

  • c.

    vaste standplaats: de standplaats die voor onbepaalde tijd ter beschikking is gesteld aan een vergunninghouder;

  • d.

    dagplaats: de standplaats die per marktdag ter beschikking wordt gesteld aan een vergunninghouder, omdat deze niet als vaste standplaats is toegewezen dan wel ingenomen;

  • e.

    standwerken: de activiteit waarbij de vergunninghouder publiek om zich heen verzamelt en dat publiek door een aansprekende uiteenzetting probeert over te halen tot de aankoop van een artikel;

  • f.

    standwerkersplaats: de standplaats die per marktdag ter beschikking wordt gesteld om te standwerken;

  • g.

    vergunninghouder: degene aan wie door het college vergunning is verleend voor het innemen van een standplaats;

  • h.

    wachtlijst: de lijst van gegadigden voor een vaste standplaats;

  • i.

    anciënniteitlijst: de lijst van vergunninghouders van een vaste standplaats;

  • j.

    marktmeester: de persoon die als zodanig is aangewezen door het college;

  • k.

    brancheringslijst: overzicht van op de markt wenselijk geachte branches.

De brancheringslijst is als bijlage toegevoegd aan het marktreglement.

De wachtlijst zal in het marktreglement als afgeschaft worden aangemerkt.

Artikel 2 Inrichting van de markt; branche-indeling

  • 1. Het college bepaalt ten aanzien van de markt:

    • a.

      het aantal standplaatsen;

    • b.

      de afmetingen van de standplaatsen;

    • c.

      de opstelling en indeling van de markt;

    • d.

      welke standplaatsen worden toegewezen als vaste standplaats en als standwerkersplaats

  • 2. Het college kan voor de markt vaststellen:

    • a.

      een lijst met artikelgroepen of branches;

    • b.

      een maximumaantal standplaatsen per branche.

    Een lijst van artikelengroepen of branches zal met deze verordening worden vastgesteld.

Artikel 3 Nadere regels

Het college is bevoegd nadere regels te stellen betreffende het bepaalde in deze verordening.

Artikel 4 Voorschriften en beperkingen

  • 1. Het college kan voorschriften en beperkingen verbinden aan een krachtens deze verordening verleende vergunning of ontheffing, ter bescherming van de belangen in verband waarmee de vergunning of ontheffing is vereist.

  • 2. Degene aan wie krachtens deze verordening een vergunning of ontheffing is verleend, is verplicht de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen in acht te nemen.

Hoofdstuk 2 Bepalingen over vergunningen

Artikel 5 Standplaatsvergunning

Het is verboden een standplaats op een markt in te nemen zonder vergunning van het college.

Artikel 6 Vereisten

Voor toewijzing van een standplaats komt uitsluitend in aanmerking een handelingsbekwaam natuurlijk persoon die de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt en een aanvraag voor een vergunning heeft ingediend bij het college. Deze persoon wordt geacht aan alle publiekrechtelijke verplichtingen te hebben voldaan.

Zie toelichting.

O.a. de verwijzing naar de wettelijke vereisten van Vreemdelingenwet 2000 t.z.v. verblijfsrecht staan in de toelichting.

Artikel 7 Intrekking vaste standplaatsvergunning

  • 1. Het college trekt een vaste standplaatsvergunning in:

    • a.

      op schriftelijk verzoek van de vergunninghouder;

    • b.

      bij overlijden van de vergunninghouder, tenzij op grond van artikel 7 van het marktreglement van de gemeente de vergunning wordt overgeschreven.

  • 2. Het college kan een vaste standplaatsvergunning intrekken:

    • a.

      indien ter verkrijging daarvan onjuiste dan wel onvolledige gegevens zijn verstrekt;

    • b.

      indien de vergunninghouder niet meer voldoet aan de in artikel 6 genoemde vereisten.

  • 3. Indien degene op wie een vergunning ingevolge artikel 7 van het marktreglement van de gemeente is overgeschreven, reeds vergunning heeft voor een andere vaste standplaats op dezelfde markt, wordt laatstgenoemde vergunning ingetrokken.

Hoofdstuk 3 Straf-, overgangs- en slotbepalingen

Artikel 8 Intrekking en schorsing vaste standplaatsvergunning

Onverminderd het bepaalde in artikel 7 kan het college een vergunning voor een vaste standplaats, al dan niet voorwaardelijk, intrekken dan wel telkens voor ten hoogste vier achtereenvolgende marktdagen schorsen, indien de vergunninghouder of een persoon die hem bijstaat:

  • a.

    het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de voorschriften van de vergunning overtreedt;

  • b.

    zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog; of

  • c.

    niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet, dat wordt geheven op grond van artikel 229 van de Gemeentewet.

Procedure wordt beschreven in marktreglement.

Artikel 9 Uitsluiting dagplaatshouder of standwerker

Het college kan een vergunninghouder van een dagplaats of een standwerkersplaats van de toewijzing van een dagplaats of een standwerkersplaats uitsluiten voor ten hoogste vier marktdagen, indien deze:

  • a.

    het bepaalde bij of krachtens deze verordening overtreedt;

  • b.

    zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;

  • c.

    niet als standwerker actief is op een hem toegewezen standwerkersplaats;

  • d.

    niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet, dat wordt geheven op grond van artikel 229 van de Gemeentewet.

Artikel 10 Onmiddellijke verwijdering

Onverminderd het bepaalde in artikel 125 van de Gemeentewet kan het college een vergunninghouder gelasten zich onmiddellijk van de markt te verwijderen indien hij:

  • a.

    het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de voorschriften van de vergunning overtreedt;

  • b.

    zich op de markt schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;

  • c.

    niet als standwerker actief is op een hem toegewezen standwerkersplaats.

Artikel 11 Strafbepaling

Overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze verordening wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie of hechtenis van ten hoogste drie maanden en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

Artikel 12 Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de marktmeester en de bij besluit van het college aangewezen personen.

Artikel 13 Intrekking oude regeling

De Verordening op de markten voor de gemeente Nuenen van 24 februari 1994 en daarop volgende wijzigingen worden ingetrokken met ingang van de datum dat de Marktverordening gemeente Nuenen ca. 2010 in werking treedt.

Artikel 14 Overgangsbepalingen

  • 1. Besluiten van het college die genomen zijn krachtens Verordening op de weekmarkten voor de gemeente Nuenen 1994 gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening.

  • 2. Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de Verordening op de weekmarkten voor de gemeente Nuenen 1994 is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet definitief op de aanvraag is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.

Artikel 15 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na die waarop zij is bekendgemaakt.

Artikel 16 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Marktverordening gemeente Nuenen 2010.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in zijn openbare vergadering van

DE RAAD VOORNOEMD,

de griffier,
drs. H.A.J.P. Duijmelinck
de voorzitter,
mr. W.R. Ligtvoet.

BRANCHERING

STAAN

GEWENST

TEXTIEL

1

Bovenkleding volwassen dames

ook complete outfit

1

2

Bovenkleding volwassen heren

ook complete outfit

3

Onder en nachtkleding volwassen en kinder incl. t-shirts

1

1

4

Baby en kinderkleding

t/m maat 116 incl. kousen en sokken

1

5

Kinderkleding

t/m maat 176 excl. kousen en sokken

6

Stoffen t.b.v. vervaardigen van kleding

alle stoffen per meter en of coupon

1

7

Seniorenkleding

8

Werkkleding

9

Beenmode

kousen sokken panties nylons kniekousen

1

1

kousenvoetjes kinderen en volwassen

INTERIEURBEKLEDING

10

Bekleding t.b.v. verschillende ruimten

in de breedste zin, maar met uitsluiting

waaronder woonkamer

van stoffen onder 6

11

Huishoudtextiel

1

1

OVERIG TEXTIEL

12

Kleinvakartikelen

t.b.v. zelfmaakmode, garens naalden enz.

1

1

VOEDINGSARTIKELEN

13

Aardappelen groente en fruit

1

1

14

Aardappelen groente en fruit

kant en klare maaltijdcomponenten,

gesneden en bewerkte producten

15

Aardappelen en peulvruchten m.u.v. pinda's

16

Groenten

17

Fruit

1

1

18

Geringe eet en drinkwaren bestemd om ter

patates frites en gefrituurde snacks

plaatse te consumeren

19

Geringe eet en drinkwaren bestemd om ter

belegde broodjes

plaatse te consumeren

20

Geringe eet en drinkwaren bestemd om ter

meerdere aanbieders van duidelijk

plaatse te consumeren

21

Vietnamese loempia's

1

1

22

Consumptie ijs

23

Poelierswaren en eieren

1

24

Vis

alle soorten bewerkt en onbewerkt

2

1

gebakken en ongebakken

25

Vis gebakken

uitsluitend gebakken gerookt

gestoomd bewerkt. Ingeblikt verpakt

26

Verse vis

uitsluitend verse vis onbewerkt

27

Haring

in alle soorten

28

Brood koek banket

1

1

29

Chocolade drop suikerwerken

1

1

30

Stroopwafels

uitsluitend ter plekke bereid

1

31

Zuivelproducten

melk boter kaas eieren

1

1

32

Traiteur

kant en klare maaltijden en/of

gedeelte daarvan

33

Vleeswaren bewerkt en als broodbeleg

fijn gesneden bewerkte en verduurzaamde

soorten ook worstsoorten

34

Vlees

onbewerkt vers van het mes niet

bewerkt of verduurzaamd

35

Worstsoorten

alle voorkomende worstsoorten

ongesneden bewerkt en voor snack gebruik

36

Noten en verduurzaamde zuidvruchten

alle bewerkte en voor snack gebruik

1

bedoelde soorten bewerkt en onbewerkt

incl. zoutjes bakproducten honing gebersoorten

37

Reformartikelen

alle voor een gezonde leefstijl bedoelde

1

artikelen verpakt en onverpakt

38

Kruiden specerijen thee koffiesoorten 1

39

Rijsttafelartikelen

alle specifiek bij rijsttafel behorende

artikelen voor zover

40

Diepvriesvoedingsartikelen

voorverpakt in grotere verpakking

(meerdere stuks fabrieksverpakking) anders

dan diepvries voorraad behorende bij poeliers

41

Kruidenierswaren

uiterste voorzichtigheid geboden

vrijwel alle levensmiddelen vallen onder deze groep

SCHOEISEL LEDERWAREN EN REISARTIKELEN

42

Schoeisel

schoenen laarsen klompen pantoffels

1

kousevoetjes inlegzooltjes veters schoenpoets

43

Tassen koffers portefeuilles en portemonnees

alle soorten materiaal

1

1

44

Lederwaren

riemen lederen veters schoenreparatie artikelen

HORLOGE en SIERADEN

45

Uurwerken

46

Bijouterien en edelstenen

1

BEZIGHEIDSARTIKELEN

47

Speelgoed

mogelijk op te splitsen in algemeen en specifiek

zoals houten speelgoed

48

Lectuur en posters

49

Wenskaarten

1

1

50

Hobbyartikelen

51

Verzamelobjecten

52

Geluid en beelddragers

53

Kantoorartikelen

54

Telefoon

IJZERWAREN en MOTORTECHNISCHE ARTIKELEN

55

Gereedschap en motortechnische artikelen

motorolie poetsmiddelen rijwielen en onderdelen

onderdelen huishoudelijke apparaten

HUISHOUDELIJKE en GESCHENKARTIKELEN

56

Glas porselein en aardewerk

57

Koper tin e.d.

58

Borstelwerk

ook dweilen vaatdoeken en schuursponsen

1

59

Reinigingsartikelen

stofzuigerzakken en onderdelen

1

schoonmaakmiddelen vaatdoekjes en

schoonmaakdoeken dweilen borstels

60

Meubelen en kleinmeubelen

61

Pannen en keukengereedschap

TUIN en PERKARTIKELEN BLOEMEN

62

Zaden bloembollen bomen heesters perkplanten

moestuinplanten

63

Kamerplanten

64

Snijbloemen

1

1

65

Kamer en tuinplanten

1

OVERIGE ARTIKELEN

66

Verlichtingsartikelen

ook voor de tuin

67

Diervoer en benodigheden

incl. riemen kettingen toiletartikelen voor dieren

1

1

68

Drogisterijartikelen

1

69

Modeaccecoires

haarbandjes haarspelden ceintuur en broches

1

70

Parfumerie en cosmetica

71

Rookartikelen

72

Sportartikelen

alles waarmee sport is uit te oefenen

behalve kleding

73

Kranten en tijdschriften

74

Kunstbloemen

gemaakt van kunststof of zijde

75

Gedroogde bloemen en planten

76

Biologische artikelen

uitsluitend indien dit aangetoond kan worden via

keurmerk EKO vereist

77

Tweedehands goederen

partijgoederen (restpartijen) welke zeer regelmatig

van assortiment moeten veranderen

78

Gebruikte goederen

SEIZOENSGEBONDEN ARTIKELEN

79

Zonnebrillen

80

Campingartikel incl tuinmeubelen

Lingerie

Chocolade drop suikerwerken verpakte koek

Hoofdbedekking

Handwerkartikelen

Lederen en suede kleding

Wenskaarten en hobby

Gegrilde kip

Toelichting Marktreglement Nuenen 2010

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nuenen

gelet op artikel 160, eerste lid sub h, Gemeentewet, artikel 3 van de Marktverordening gemeente Nuenen c.a. 2010, en de Algemene wet bestuursrecht;

overwegende dat het wenselijk is nadere regels vast te stellen met betrekking tot uitvoering van de marktverordening en een ordelijk verloop van de weekmarkt in Nuenen;

B E S L U I T:

vast te stellen de volgende nadere regels voor de weekmarkt in de gemeente Nuenen;

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijving

De in artikel 1 van de Marktverordening gemeente Nuenen c.a. 2010 gegeven begripsomschrijvingen zijn van overeenkomstige van toepassing op deze nadere regels.De weekmarkt van de gemeente Nuenen zal vindt plaats op iedere maandag van 12.00 uur tot 16.30 uur op locatie Park, met door college vast te stellen uitzonderingen.

Hoofdstuk 2 Bepalingen over vergunningen

Artikel 2 Inhoud vaste standplaatsvergunning

  • 1.

    Een vaste standplaatsvergunning vermeldt in ieder geval:

    • a.

      de naam en voornamen, de geboortedatum en -plaats, het adres en de woonplaats van de vergunninghouder;

    • b.

      een duidelijke omschrijving van de toegewezen vaste standplaats met vermelding van de afmetingen daarvan;

    • c.

      de kraam of andere verkoopmaterialen die de vergunninghouder bij het innemen van de standplaats mag gebruiken;

    • d.

      het soort artikelen dat de vergunninghouder mag verhandelen of de branche waartoe de vergunninghouder behoort;

    • e.

      de datum waarop aan de vergunninghouder voor het eerst vergunning is verleend;

    • f.

      dat de vergunninghouder zelf zorg draagt voor de inzameling en afvoer van zijn afval en dat hij zijn standplaats schoon oplevert;

    • g.

      de wijze waarop de vergunninghouder zijn elektriciteit betrekt;

    • h.

      welke geluidsapparatuur op de standplaats is toegestaan;

    • i.

      welke kook-, bak- en verwarmingsapparatuur zijn toegestaan.

Artikel 3 De anciënniteitlijst

  • 1.

    Vergunninghouders van vaste standplaatsen worden niet ingeschreven op een anciënniteitenlijst

Artikel 4 Inschrijving op de wachtlijst

  • 1.

    De inschrijving op de wachtlijst wordt met ingaan van deze verordening gestaakt.

  • 2.

    De inschrijving op de wachtlijst wordt doorgehaald op 1 januari 2011, wanneer de wachtlijst wordt opgeheven. De rechten van de inschrijvingen op de lijst zullen in 2010 worden gerespecteerd.

Artikel 5 Volgorde toewijzing vaste standplaatsen

Indien voor de toewijzing van een beschikbare vaste standplaats meer aanvragers in aanmerking komen, wordt de standplaats achtereenvolgens toegewezen aan:

  • a.

    tot 11 januari 2011 de vergunninghouder van een vaste standplaats die aan het college schriftelijk de wens te kennen heeft gegeven van standplaats te willen veranderen;

  • b.

    vanaf 1 januari 2011; door het college te bepalen, degene die op basis van het belang van een goede verdeling van branches over de markt en het functioneren van de markt als geheel daarvoor in aanmerking komt.

Artikel 6 Overschrijving vaste standplaatsvergunning

  • 1.

    In geval van overlijden, of blijvende arbeidsongeschiktheid van de vergunninghouder, of in geval van bedrijfsbeëindiging kan de vaste standplaatsvergunning worden overgeschreven op de echtgenoot, de geregistreerde partner of een andere achterblijvende persoon met wie hij duurzaam samenwoonde.

  • 2.

    Indien de vergunning niet kan worden overgeschreven op grond van het eerste lid, kan een kind of een medewerk(st)er van de vergunninghouder de vergunning voor een vaste standplaats krijgen indien hij/zij persoonlijk voldoet aan de vereisten in artikel 6 van de verordening.

  • 3.

    Een aanvraag tot overschrijding wordt ingediend binnen twee maanden na het overlijden van de vergunninghouder of nadat de blijvende arbeidsongeschiktheid is vastgesteld.

Artikel 7 Toewijzing vaste standplaatsen

Bij de toewijzing van een beschikbare vaste standplaats worden achtereenvolgens de volgende aspecten betrokken:

  • 1.

    Indien al aanwezige marktondernemers de nog niet aanwezige "brancheartikelen" wensen te verkopen, dan verdient dit de voorkeur;

  • 2.

    Nieuwe ondernemers in de branches die nog niet vertegenwoordigd zijn op de markt, maar wenselijk;

  • 3.

    Als zowel door eigen ondernemers als door derden geen animo is om "nieuwe branches" te verkopen, dan krijgen eigen ondernemers de voorkeur om hun branche / standplaats uit te breiden.

  • 4.

    De uiteindelijke keuze wordt ook ingegeven door de behoefte en de kwaliteit die de ondernemer te bieden heeft.

  • 5.

    Ten behoeve van een goede marktopstelling kan dit een verplaatsing op de markt c.q. verschuiving van de markt betekenen;

  • 6.

    De vergunningaanvraag wordt beoordeeld door de commissie van advies, de marktmeester, de marktbeheerder en het college. De eerste maand van inname van de standplaats wordt als proefperiode beschouwd en kan leiden tot definitieve plaatsing of verwijdering.

Artikel 8 Toewijzing dagplaats

  • 1.

    Toewijzing van een dagplaats geschiedt door afgifte van een vergunning door het college op het moment dat de standplaats niet als vaste standplaats wordt ingenomen.

  • 2.

    De dagplaats wordt toegewezen overeenkomstig de plaats op de wachtlijst van de gegadigden die zich daarvoor op de dag zelf vóór 11.00 uur aanmelden bij de marktmeester.

Artikel 9 Toewijzing standwerkersplaats

  • 1.

    Het college wijst een standwerkersplaats toe door middel van loting.

  • 2.

    Indien een standwerker zich wil doen bijstaan, meldt hij dit vooraf aan de marktmeester onder vermelding van de naam van degene die hem zal bijstaan. Degene die hem zal bijstaan, mag niet op eigen naam deelnemen aan de loting.

Hoofdstuk 3 Bepalingen over het gebruik van de standplaats

Artikel 10 Persoonlijk innemen standplaats; bijstand

  • 1.

    De vergunninghouder neemt de standplaats die hem in toegewezen persoonlijk in. Hij mag de standplaats niet aan een ander afstaan of in gebruik geven.

  • 2.

    De vergunninghouder mag zich op de standplaats doen bijstaan.

  • 3.

    De vergunninghouder dient tenminste eenmaal per twee weken en tenminste negenmaal per kwartaal zijn standplaats in te nemen.

Artikel 11 Afwezigheid wegens vakantie of bijzondere omstandigheden

  • 1.

    De vergunninghouder van een vaste standplaats die wegens vakantie of bijzondere omstandigheden verhinderd is zijn vaste standplaats in te nemen, deelt dit schriftelijk mee aan het college. Bij vakantie geeft de vergunninghouder aan hoe lang zijn afwezigheid duurt.

  • 2.

    De afwezigheid vanwege vakantie mag niet langer duren dan 5 achtereenvolgende marktdagen. Het college kan hiervan ontheffing verlenen.

  • 3.

    De schriftelijke mededeling wordt tijdig voor de desbetreffende marktdag gedaan. Plotselinge verhindering wordt mondeling of telefonisch aan de marktmeester gemeld.

Artikel 12 Ontheffing en vervanging

  • 1.

    In geval van vakantie of bijzondere omstandigheden kan het college op aanvraag van de vergunninghouder van een vaste standplaats hem tijdelijk ontheffing verlenen van de verplichting uit artikel 10 en artikel 11.

  • 2.

    Het college kan op aanvraag van de vergunninghouder hem vergunning verlenen zich op zijn standplaats te laten vervangen door een met name genoemde persoon.

Artikel 13 Legitimatie en identiteit vergunninghouder

  • 1.

    Degene die een standplaats op de markt inneemt of wenst in te nemen, dient op de eerste aanvraag van de marktmeester aan te tonen dat hij de vergunninghouder is.

  • 2.

    De vergunninghouder dient bij zijn standplaats duidelijk zichtbaar zijn naam en eventuele bedrijfsnaam aan te geven

Artikel 14 Tijdstip innemen standplaatsen/aan- en afvoer goederen

  • 1.

    Het is verboden voor vergunninghouders op het marktterrein meer dan 2 uur voor aanvang van de markt met een voertuig, goederen of anderszins ruimte in te nemen of goederen aan of af te voeren.

  • 2.

    De vergunninghouder is verplicht zijn standplaats tot de sluitingstijd van de markt te blijven innemen. Het college kan hiervan ontheffing verlenen.

  • 3.

    Indien de vergunninghouder zijn vaste standplaats niet uiterlijk om 11.00 uur heeft ingenomen, wordt de desbetreffende standplaats voor die dag als dagplaats aangemerkt, tenzij de marktmeester de standplaats op tijdig verzoek van de vergunninghouder voor hem beschikbaar houdt.

Artikel 15 Verzorging standplaats

De vergunninghouder dient:

  • a.

    ervoor te zorgen dat zijn standplaats steeds een goed verzorgd aanzien biedt;

  • b.

    tijdens de markt zelf zijn afval, verpakkingsmaterialen en dergelijke in te zamelen;

  • c.

    voordat hij het marktterrein verlaat zijn standplaats en de onmiddellijke omgeving daarvan schoon achter te laten en zelf zorg te dragen voor de afvoer van het afval.

Artikel 16 Afvalbakken

De vergunninghouder aan wie vergunning is verleend om geringe eet- en drinkwaren voor consumptie gereed te maken en te verkopen, dient aan de voorzijde van zijn standplaats voldoende afvalbakken te plaatsen.

Artikel 17 Elektriciteit

Het is de standplaatshouder zonder ontheffing van het college verboden op zijn standplaats:

  • a.

    gebruik te maken van andere dan elektrische verlichting;

  • b.

    elektriciteit te betrekken van een ander dan degene die door het college voor het leveren daarvan is aangewezen of om zelf hierin te voorzien.

Artikel 19 Geluidsapparatuur

  • 1.

    Het is verboden op de standplaats gebruik te maken van luidsprekers, versterkers en andere middelen ter versterking van het geluid.

  • 2.

    Het aanwezig hebben van radio's, cd-spelers en overige geluidsapparatuur op de standplaats, voor een ander doel dan verkoop daarvan, is evenmin toegestaan.

  • 3.

    Het college kan ontheffing verlenen van de in het eerste en tweede lid gestelde verboden, onder door hem te stellen voorwaarden.

Artikel 20 Kook-, bak- en verwarmingsapparatuur

Het is de vergunninghouder zonder ontheffing van het college verboden verwarmingstoestellen, bak- of kookinstallaties te gebruiken.

Artikel 21 Parkeren marktvoertuigen

Het is verboden rij- en voertuigen, waarmee goederen of waren naar de markt worden of zijn aangevoerd, op het marktterrein aanwezig te hebben op een andere plaats dan die, welke door het college is aangewezen.

Artikel 22 Overige verbodsbepalingen

Het is de vergunninghouder verboden:

  • a.

    zich behoudens ontheffing van het college langer dan 1/2 uur van zijn standplaats te verwijderen; gedurende deze tijd mag hij zijn standplaats niet onbeheerd achterlaten;

  • b.

    op het marktterein op een andere dan voor de markt bestemde tijd goederen of waren te koop aan te bieden, te verkopen of af te leveren;

  • c.

    meer ruimte in te nemen achter de kraam dan hem is toegewezen;

  • d.

    de opstal op zijn standplaats tijdens de markt af te breken of te verplaatsen;

  • e.

    de doorgang in de wandelgangen op en langs het marktterrein te hinderen of te belemmeren;

  • f.

    zich behoudens ontheffing van het college aan de voorzijde van de standplaats op te houden bij het te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen of waren;

  • g.

    op de standplaats andere goederen of waren in voorraad te hebben dan die waarvoor vergunning is verleend. Het college kan van deze bepaling ontheffing verlenen ten aanzien van bepaalde seizoensgebonden artikelen;

  • h.

    op de markt afval aan te voeren. Onder afval wordt mede verstaan waren, goederen of partijen daarvan, die geheel of in belangrijke mate ongeschikt zijn om te verhandelen.

Artikel 23 Handhaving bij strafbepalingen van Hoofdstuk 3 van de Marktverordening

  • 1.

    Het toepassen van bestuurlijke handhaving gebeurt onder toepassing van hoofdstuk 5 van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 2.

    Ter bescherming van de zorgvuldigheid en belangenafweging conform Afdeling 3.2 van de Algemene wet bestuursrecht worden bij handhaving de volgende stappen gevolgd:

    • a.

      controle en eerste aanschrijving met expliciete vermelding van de aard van de overtreding (waarschuwing);

    • b.

      hercontrole en horen (uitnodigen tot indienen van zienswijze of gehoord te worden);

    • c.

      oplegging en uitvoering van bestuursrechtelijke beschikking (sanctie).

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

Artikel 24 Inwerkingtreding

Dit reglement treedt in werking op de achtste dag na die waarop zij is bekendgemaakt.

Artikel 25 Citeertitel

Dit reglement wordt aangehaald als: Marktreglement Nuenen 2010.

Nuenen, 1 juni 2010

burgemeester en wethouders van Nuenen c.a.,

de secretaris, drs. P.T.O. van Laarhoven-Rovers

de burgemeester, mr. W.R. Ligtvoet

Algemene toelichting

De raad geeft het college op grond van artikel 3 van de Marktverordening gemeente Nuenen c.a. 2010 de bevoegdheid nadere regels te stellen. Met dit reglement wordt hieraan invulling gegeven. Getracht wordt om hiermee een duidelijk handvat aan te reiken voor de marktmeesters. Het verdient aanbeveling om beleidsregels vast te stellen ten aanzien van het toestaan van standwerkers, de wachtlijsten, het toegestane verkoopmateriaal, de verzorging van de standplaats, het gebruik van elektriciteit, et cetera.

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsomschrijving

Aangezien het reglement feitelijk een uitwerking is van artikel 3 van de modelmarktverordening (individuele vergunning), is het wenselijk de gehanteerde begrippen hierbij aan te laten sluiten.

In de verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    markt: de door het college ingestelde warenmarkt;

  • b.

    standplaats: de ruimte die voor de duur van de markt is aangewezen voor het uitoefenen van de markthandel;

  • c.

    vaste standplaats: de standplaats die voor onbepaalde tijd ter beschikking is gesteld aan een vergunninghouder;

  • d.

    dagplaats: de standplaats die per marktdag ter beschikking wordt gesteld aan een vergunninghouder, omdat deze niet als vaste standplaats is toegewezen dan wel ingenomen;

  • e.

    standwerken: de activiteit waarbij de vergunninghouder publiek om zich heen verzamelt en dat publiek door een aansprekende uiteenzetting probeert over te halen tot de aankoop van een artikel;

  • f.

    standwerkersplaats: de standplaats die per marktdag ter beschikking wordt gesteld om te standwerken;

  • g.

    vergunninghouder: degene aan wie door het college vergunning is verleend voor het innemen van een standplaats;

  • h.

    wachtlijst: de lijst van gegadigden voor een vaste standplaats;

  • i.

    anciënniteitlijst: de lijst van vergunninghouders van een vaste standplaats;

  • j.

    marktmeester: de persoon die conform artikel 5:11 Awb, als zodanig is aangewezen door het college;

  • k.

    brancheringslijst: de als bijlage 1 bij het reglement toegevoegde overzicht van op de markt wenselijk geachte branches.

Onder c is het begrip vaste standplaats opgenomen. Door gebruik van het woord ‘persoon’ in plaats van het begrip ‘ambtenaar’ bij de begripsomschrijving van marktmeester onder j kan een niet-ambtenaar ook tot marktmeester worden aangewezen. Bij aanwijzing (= mandaat) van een niet-ondergeschikte dient deze (en zijn werkgever) in te stemmen met de mandaatverlening overeenkomstig artikel 10:4 van de Awb.

Hoofdstuk 2. Bepalingen over vergunningen

Artikel 2. Inhoud vaste standplaatsvergunning

In dit artikel wordt weergegeven welke onderdelen een vaste standplaatsvergunning ten minste weergeeft. Het is van belang dat gemeenten met betrekking tot de hier opgesomde punten zelf een duidelijk beleid ontwikkelen. Het verdient aanbeveling dat gemeenten zich hierbij mede baseren op de Handreiking veiligheid markten. Dit is een uitgave die tot stand is gekomen met behulp van de HBD, CVAH en de VNG, en opgesteld door het onderzoeks- en adviesbureau SGBO in 2008. De handreiking geeft richtlijnen voor maatregelen voor zowel gemeenten als ondernemers.

Onder het eerste lid, onderdeel a, is expliciet opgenomen dat naam én voornamen van de vergunninghouder in de vergunning worden opgenomen. Dit vergemakkelijkt de identificatie van de vergunninghouder. Ook de eis van het tweede lid dient dit laatste doel.

Onder een duidelijke omschrijving, bedoeld in het eerste lid, onder b, wordt bij voorkeur gedacht aan een tekening of plattegrond waarop de afmetingen van de standplaatsen en de nummering daarvan zijn aangegeven.Ingevolge het vermelde onder c worden in de vergunning de verkoopmaterialen (kramen, tafels, (verkoop)wagens en dergelijke) opgesomd die de vergunninghouder bij het innemen van de standplaats mag gebruiken. In dit model is er voor gekozen dit punt niet nader uit te werken. In dit kader wordt er nogmaals opgewezen dat het aanbeveling verdient beleidsregels vast te stellen ten aanzien van het toegestane materiaal, standaardmateriaal dan wel alternatieve materialen. Zie ook de toelichting op artikel 2, eerste lid, onder c van de Marktverordening gemeente Nuenen c.a. 2010.

Artikel 3. Inschrijving op de anciënniteitslijst

De weekmarkt in Nuenen is niet van een dergelijke omvang dat het bijhouden van een anciënniteitslijst noodzakelijk is. De plaatsing wordt mede bepaald door de omvang van wagen en/of kraam. Ook door de optimale opstelling van een aantrekkelijke markt.

Artikel 4. Inschrijving op de wachtlijst

Omdat de wachtlijst per 1 januari 2011 wordt opgeheven en nu dus in een overgangsfase zit, wordt de wachtlijst verder niet toegelicht.

Artikel 5. Volgorde toewijzing vaste standplaatsen

In dit artikel is de volgorde van toewijzing van vaste standplaatsen op de markt geregeld. Aangezien niet alle standplaatsen dezelfde mogelijkheden bieden, is het redelijk dat in eerste aanleg aan vergunninghouders van een vaste standplaats de gelegenheid wordt geboden een naar hun oordeel betere standplaats te verkrijgen. Indien het college een branche-indeling heeft vastgesteld, zal hiermee bij de toewijzing van vaste standplaatsen rekening dienen te worden gehouden.

Artikel 6. Overschrijving vaste standplaatsvergunning

Komt een vergunninghouder te overlijden, wordt hij blijvend arbeidsongeschikt, of is er sprake van bedrijfsbeëindiging, dan moet het op sociale overwegingen gerechtvaardigd worden geacht, dat zijn vergunning voor een vaste standplaats op de achterblijvende echtgenoot, de geregistreerde partner (als bedoeld in artikel 1:80a van het Burgerlijk Wetboek) of een andere achterblijvende persoon met wie hij duurzaam samenwoonde kan worden overgeschreven. In het eerste lid is vastgelegd dat de echtgenoot en de daarmee gelijkgestelde partners recht hebben op de vaste standplaats van de vergunninghouder.

Een kind van de vergunninghouder, dat voldoet aan de in het tweede lid gestelde eisen, heeft recht op een vaste standplaats op de markt. Bij de herziening van de verordening en het opstellen van het reglement in 2008 is hier de mogelijkheid aan toegevoegd, dat de vergunning ook op een medewerk(st)er kan worden overgeschreven. Dit omdat het tegenwoordig niet meer vanzelfsprekend is dat een kind het bedrijf van zijn ouders voort wil zetten en het in de praktijk wenselijk bleek dat deze mogelijkheid ook voor medewerkers werd geboden.

Lid 4 is toegevoegd om de mogelijkheid te hebben om ook in andere gevallen de vergunning te kunnen overschrijven indien dit het functioneren van de markt ten goede komt en de belangen van de vaste standplaatshouders en de belangen van degenen die tijdens de overgangsperiode op de wachtlijst staan niet worden geschaad.

Artikel 7. Toewijzing vaste standplaatsen

Dit artikel biedt de mogelijkheid om de wensen van de brancheringslijst zo optimaal mogelijk te realiseren.

Artikel 8. Toewijzing dagplaats

De in het eerste lid vereiste vergunning wordt veelal mondeling verleend, doch het verdient aanbeveling de marktmeester in mandaat een (standaard voorbedrukte) schriftelijke vergunning te laten afgeven waarop hij het nummer van de standplaats invult. Uiteraard dient, indien voor de markt een branche-indeling is vastgesteld, daarmee bij het toewijzen van dagplaatsen rekening te worden gehouden.

Het in het tweede lid vermelde uiterste tijdstip van melding bij de marktmeester dient te worden gekoppeld aan het in artikel 14, derde lid, genoemde uiterste tijdstip voor het innemen van een vaste standplaats.

Artikel 9. Toewijzing standwerkersplaats

Wanneer standwerkersplaatsen worden toegewezen, is het gewenst dat dit zo objectief mogelijk gebeurt om de bekende en de minder bekende standwerkers een gelijke kans te geven. Daarom is in het eerste lid bepaald dat de toewijzing geschiedt door loting. Het college dient van tevoren de manier van loting vast te stellen. Het verdient daarbij aanbeveling hierbij voorrang te geven aan de marktkooplieden van wie is gebleken dat zij in de uitoefening van de markthandel uitsluitend en daadwerkelijk als standwerker plegen op te treden.

Gebleken is dat een sterke behoefte bestaat aan uniforme en duidelijke richtlijnen voor de toewijzing van standwerkersplaatsen, zowel bij de marktbeheerders als bij de marktgebruikers, in het bijzonder bij de standwerkers zelf.

Deze groep kooplieden heeft een eigen wijze van werken. Bij de benadering van het publiek treden zij geheel anders op dan de zogenaamde stille kramers. Zij verhogen de levendigheid van de markt en maken deze daardoor aantrekkelijker voor het publiek.

Teneinde verstarring tegen te gaan en om te voorkomen dat de standwerker, die jaar in jaar uit dezelfde plaats bezet, langzamerhand een stille kramer zou worden, wordt het in het algemeen ongewenst geacht aan deze categorie kooplieden vaste standplaatsen toe te wijzen. Dit standpunt wordt door de officiële landelijke organisatie van standwerkers (Stibesta) steeds met klem naar voren gebracht. Vooral ook omdat het werkterrein van de standwerkers zich over het gehele land uitstrekt, is het voorts gewenst, dat de regels voor de toewijzing van de standplaatsen aan deze bijzondere categorie kooplieden op alle markten in Nederland zo veel mogelijk gelijkluidend zijn.

Hoewel in principe een scherpe scheiding tussen de voor de stille kramers en de voor standwerkers bestemde standplaatsen dient te blijven bestaan, zal het in sommige gevallen - in het belang van de markt dan wel uit billijkheidsoverwegingen tegenover de betrokken kooplieden - niet van overwegend bezwaar zijn, opengebleven standwerkersplaatsen aan stille kramers toe te wijzen, met dien verstande, dat aan laatstbedoelde kooplieden wordt duidelijk gemaakt, dat zij hieraan nimmer enig recht op de betreffende standplaats zullen kunnen ontlenen. Tot toewijzing van dergelijke standplaatsen aan stille kramers is alleen dan over te gaan, indien op de markt beslist geen voor deze categorie kooplieden bestemde standplaatsen meer beschikbaar zijn.

Belangrijk is voorts de in het derde lid opgenomen mogelijkheid om als koppel of duo een standwerkersplaats te kunnen betrekken. Uitdrukkelijk is hierbij echter de voorwaarde gesteld dat een duo zich tevoren als zodanig bij de marktmeester moet melden en dat een duo als één loting wordt aangemerkt.

Jurisprudentie

ARRS 26 juli 1991, JG 92.0124 m.nt. van L.J.J. Rogier, inzake sanctioneren van een standwerker

Hoofdstuk 3. Bepalingen over het gebruik van de standplaats

Artikel 10. Persoonlijk innemen standplaats; bijstand

In artikel 11 is bepaald dat de vergunninghouder in principe verplicht is zelf op zijn standplaats aanwezig te zijn. Aangezien in artikel 6 van de Marktverordening gemeente Nuenen c.a. 2010 (individuele vergunning) is bepaald dat de vergunninghouder een natuurlijk persoon moet zijn, betekent dit dat de standplaats niet door bijvoorbeeld een medevennoot van de vergunninghouder kan worden ingenomen.

De vergunninghouder kan zich doen bijstaan op grond van het tweede lid. De artikelen 11 (‘bijzondere omstandigheden’) en 14 geven aan de vergunninghouder de mogelijkheid om zaken te regelen, bijvoorbeeld om naar de veiling te gaan.

Jurisprudentie

Vz ARRvS, 2 juli 1993, JG 1994/206, inzake onderscheid natuurlijk persoon/rechtspersoon;Rechtbank Almelo 18 augustus 1995, GS (1995) 7022,3 m.nt. van E. Brederveld, inzake aanschrijving om standplaats persoonlijk in te nemen.

Artikel 11. Afwezigheid wegens vakantie of bijzondere omstandigheden

In dit artikel worden de uitzonderingen gegeven op het uitgangspunt dat de vergunninghouder zelf op de standplaats aanwezig dient te zijn. Het is wel noodzakelijk dat het college of de marktmeester van elke verhindering tot marktbezoek zo tijdig mogelijk op de hoogte wordt gesteld. Het college kan bepalen dat kortstondige afwezigheid zonder mededeling of ontheffing is toegestaan. Dit is van belang voor vergunninghouders, bijvoorbeeld voor veilingbezoek, inkoop, bezoek aan vergaderingen en overige bedrijfs- en sociale verplichtingen. Onder bijzondere omstandigheden wordt tevens ziekte van de vergunninghouder verstaan. Een verplichting van de vergunninghouder om een geneeskundige verklaring te overleggen is niet meer in de marktverordening opgenomen, omdat de KNMG-artsenfederatie (de beroeporganisatie voor artsen) haar leden ontraadt die informatievoorziening over hun patiënten te verstrekken. De federatie hanteert het standpunt dat van de behandelend arts, die een vertrouwensrelatie heeft met zijn patiënt, niet verwacht mag worden dat deze een onbevooroordeeld advies uitbrengt. Er bestaat geen wettelijke basis op grond waarvan het college de vergunninghouder zou kunnen verplichten een geneeskundige keuring te ondergaan. Het college kan de vergunninghouder wel aanbieden zich door bijvoorbeeld de GGD of Arbodienst te laten onderzoeken om zijn ziekte aan te tonen.

Artikel 12. Ontheffing en vervanging

Op grond van dit artikel kan bijvoorbeeld ontheffing worden verleend voor vergunninghouders, die tevens de kooplieden van koffie, soepen en dergelijke voorzien. Onder bijzondere omstandigheden wordt ook ziekte van de vergunninghouder verstaan. (Zie ook de toelichting bij artikel 10). Tweede lid: In geval van vakantie of bijzondere omstandigheden kan het college de vergunninghouder van een vaste standplaats toestaan zich op zijn standplaats te laten vervangen. Een maximumtermijn van zes weken is voor vakantie gebruikelijk.

Artikel 13. Legitimatie en identiteit vergunninghouder

Eerste lid: In dit verband is artikel 5:16a van de Awb van belang. Hierin staat beschreven dat een toezichthouder bevoegd is van personen inzage te vorderen van een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht.

Tweede lid: Bij herhaling is gebleken dat de kopers op de markt er behoefte aan hebben te weten bij wie zij hun inkopen hebben gedaan. In de praktijk wordt hier echter weinig de hand aan gehouden. Het moet ook door iedere bonafide marktkoopman of -koopvrouw van belang worden geacht. Het vormen van een vaste klantenkring kan hierdoor tevens worden bevorderd. Vermelding van adres en woonplaats wordt in verband met gevaar van inbraak bij de koopman, die tijdens de markt immers van huis is, niet wenselijk geacht.

Artikel 14. Tijdstip innemen standplaats/aan- en afvoer goederen

Het marktterrein behoort tot de openbare weg. Teneinde het marktterrein tijdens de markt vrij te maken van alle verkeer dient het college een verkeersbesluit te nemen. Ten onrechte geparkeerde auto’s kunnen met toepassing van bestuursdwang, op kosten van de eigenaars, van het marktterrein worden verwijderd nog vóór de eigenlijke opbouw van de markt. Voorwaarde is wel dat de tijden waarop het terrein beschikbaar moet zijn ten behoeve van de markt, duidelijk worden medegedeeld. Het is van belang de in het eerste lid gegeven tijdspanne zo ruim te nemen dat hieraan in de regel kan worden voldaan. Veelal worden de tijden vastgesteld in overleg met de instanties die de belangen van de ambulante handel behartigen.

Het tweede lid maakt duidelijk dat het in het algemeen, in het belang van de orde op de markt, de vergunninghouder niet kan worden toegestaan de markt op willekeurige, vóór de sluitingstijd gelegen, momenten te verlaten. Het college dient invulling te geven aan de bijzondere omstandigheden die ontheffing mogelijk maken.

Op grond van het derde lid is het mogelijk dat over een vaste standplaats beschikt kan worden ten gunste van een andere koopman, indien de vergunninghouder de markt op een bepaalde dag niet bezoekt. Daartoe is bepaald dat de vaste standplaats vóór een bepaald uur ingenomen moet zijn.

Jurisprudentie

Kantongerecht Maastricht 1 november 1995, PG (1996) 4450, inzake schadevergoeding in verband met zorgplicht gemeente met betrekking tot het autovrij maken van het marktterrein.

Artikel 15. Verzorging standplaats

Het behoeft geen betoog, dat voor het aanzien van de weekmarkt noodzakelijk is, dat de vergunninghouders er zorg voor dragen dat de terreinen tijdens de markttijd schoon worden gehouden en dat zij na de markttijd schoon worden opgeleverd.

Artikel 16. Afvalbakken

Dit artikel is opgenomen om zoveel mogelijk te voorkomen dat de markt wordt vervuild door zakjes en servetjes van ter plaatse genuttigde etenswaren.

Artikel 17. Elektriciteit

Elektriciteit is een algemene marktvoorziening. Dit artikel ziet erop toe dat elektriciteit op een verantwoorde en veilige wijze wordt geleverd.

Artikel 18. Geluidsapparatuur

Dit artikel impliceert dat ook het zogenaamde proefspelen van c.d.'s e.d. ten behoeve van de verkoop niet is toegestaan behoudens toestemming van het college.

Artikel 19. Kook-, bak- en verwarmingsapparatuur

Het toelaten tot de weekmarkt van kooplieden die hun waren ter plaatse voor consumptie gereedmaken impliceert dat het college hen toestaat van verwarmingsapparaturen gebruik te maken. Door het toelaten van verwarmingsapparaten e.d. te verbinden aan een ontheffingsbeleid kan controle worden uitgeoefend op een juiste toepassing ter voorkoming van gevaarzettende situaties.

Artikel 20. Parkeren marktvoertuigen

In beginsel wordt ervan uitgegaan dat vanuit het oogpunt van het aanzien van de markt het marktterrein zoveel mogelijk gevrijwaard blijft van voertuigen waarmee goederen of waren zijn aangevoerd. In de marktopstelling kunnen echter plaatsen worden aangegeven waar marktvoertugien mogen staan binnen het marktterrein.

Artikel 21. Overige verbodsbepalingen

Dit artikel geeft enkele algemene aanwijzingen op het gebied van de orde op de markt waaraan de vergunninghouder zicht dient te houden.

Artikel 23. Handhaving bij strafbepalingen van Hoofdstuk 3 van de Marktverordening.

Vanwege de rechtsbescherming en de zorgvuldigheid wordt de driestappen protocol voorgeschreven bij handhavend optreden.

Hoofdstuk 4. Slotbepalingen

Artikel 22. Inwerkingtreding

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 24. Citeertitel

In de citeertitel is een jaartal opgenomen (2010) om het reglement te onderscheiden van eventuele nog volgende reglementen.