Regeling vervallen per 20-06-2013

Subsidieverordening monumenten en rieten daken gemeente Ommen 2005

Geldend van 17-02-2005 t/m 19-06-2013

Intitulé

SUBSIDIEVERORDENING MONUMENTEN EN RIETEN DAKEN GEMEENTE OMMEN 2005

Hoofdstuk 1 algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    Gemeentelijk monument: object, dat op grond van de “Monumentenverordening gemeente Ommen 2003” is opgenomen op de bij deze verordening behorende gemeentelijke monumentenlijst; bijgebouwen, interieurelementen en andere aanhorigheden bij en in een monument worden als onderdeel van het monument aangemerkt indien deze als waardevol worden vermeld in de redengevende beschrijving van het monument.

  • b.

    Rijksmonument: objecten die zijn opgenomen in het monumentenregister, zoals bedoeld in artikel 10 van de Monumentenwet.

  • c.

    Rieten daken: daken die zijn gedekt met een natuurlijke rietbedekking.

  • d.

    Monumentencommissie: de door de gemeenteraad ingestelde commissie, met als taak het college van burgemeester en wethouders op verzoek of uit eigen beweging te adviseren over de toepassing van de Monumentenwet en de Monumentenverordening gemeente Ommen 2003.

  • e.

    Subsidiabele kosten: kosten die naar het oordeel van het college van burgemeester en wethouders noodzakelijk zijn om de onderdelen van een monument, die monumentale waarde bezitten op sobere en doelmatige wijze te herstellen of te conserveren, dan wel het herstel of onderhoud van rieten daken van geselecteerde panden. Onder subsidiabele kosten wordt niet verstaan kosten die uitsluitend dan wel in overwegende mate worden gemaakt voor de verbetering van het wooncomfort.

  • f.

    Subsidiegerechtigde:

    • 1.

      natuurlijke of rechtspersoon, die het eigendomsrecht heeft van een monument, of dit recht aantoonbaar in de naaste toekomst verkrijgt;

    • 2.

      natuurlijke of rechtspersoon, die het eigendomsrecht heeft van een object dat voor komt op de adreslijst “objecten subsidie vernieuwing rieten daken”, of het eigendomsrecht heeft van een rietgedekt object, welke aanwezig is op 1 januari 1998 in één van de beschermde dorpsgezichten Beerze en Vilsteren, of dit recht aantoonbaar in de naaste toekomst verkrijgt.

Artikel 2 Recht op subsidie

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd om, met in acht neming van deze regeling, subsidie te verlenen voor:

  • a.

    restauratie en onderhoud van gemeentelijk monumenten, of onderdelen daarvan, die monumentale waarde bezitten;

  • b.

    bouwkundige inspecties van rijksmonumenten en gemeentelijke monumenten door de Stichting monumentenwacht Overijssel;

  • c.

    vernieuwing van rieten daken van hiertoe geselecteerde objecten en onderhoud van rieten daken van rietgedekte objecten in de beschermde dorpsgezichten Beerze en Vilsteren, welke aanwezig zijn op 1 januari 1998.

Artikel 3 Subsidieplafond

  • 1. De raad stelt jaarlijks bij de begrotingsvaststelling een subsidieplafond vast voor het daarop volgende kalenderjaar als bedoeld in afdeling 1.2 van de Algemene subsidieverordening gemeente Ommen 2002.

  • 2. Het subsidieplafond bedoeld in lid 1 is uitsluitend van toepassing op de regeling “Subsidie restauratie en onderhoud van gemeentelijke monumenten”, zoals weergegeven in hoofdstuk 2.

Artikel 4 Begrotingsvoorbehoud

Burgemeester en wethouders kunnen subsidie verlenen ten laste van de begroting van het volgende jaar, die nog niet is vastgesteld of goedgekeurd, onder voor behoud dat voldoende financiële middelen beschikbaar worden gesteld.

Hoofdstuk 2 Subsidie restauratie en onderhoud van gemeentelijke monumenten

2.1 De aanvraagprocedure

Artikel 5 De aanvraag

  • 1. De aanvraag om subsidie als bedoeld in hoofdstuk 2 moet schriftelijk bij burgemeester en wethouders worden ingediend op een daartoe beschikbaar te stellen formulier.

  • 2. De aanvraag gaat in ieder geval vergezeld van de volgende gegevens:

    • a.

      een technische omschrijving van de te verrichten werkzaamheden of een bestek, met een daaraan gerelateerde gespecificeerde begroting;

    • b.

      tekeningen van zowel de bestaande als de nieuwe toestand (schaal 1:100), dit voorzover van toepassing;

    • c.

      een recent inspectierapport van de monumentenwacht.

2.2 Subsidieverlening

Artikel 6 Subsidiabele kosten

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen éénmaal per twee kalenderjaren subsidie verlenen voor hetzelfde monument voor restauratie- en onderhoudswerkzaamheden voorzover deze voortvloeien uit de redengevende omschrijving.

    De werkzaamheden, genoemd in lid 1, zijn opgenomen in de door burgemeester en wethouders vastgestelde, bij deze verordening behorende lijst, weergegeven in bijlage A;

  • 2. Indien de aanvrager de voorzieningen in zelfwerkzaamheid verricht, kunnen alleen de materiaalkosten als subsidiabel worden opgevoerd.

Artikel 7 Subsidiepercentage en -maximum

  • 1. De subsidie in de kosten van de restauratie of onderhoud van een monument bedraagt 25% van het totaal van de door burgemeester en wethouders subsidiabel geachte kosten, als genoemd in artikel 6.

  • 2. Voor subsidiabele kosten lager dan € 1.000,--, wordt geen subsidie verleend.

  • 3. De subsidie bedraagt per aanvraag minimaal € 250,-- en maximaal € 4.050,--.

Artikel 8 Voorwaarden aan subsidieverlening

De aanvrager van subsidie dient een door burgemeester en wethouders aangewezen deskundige of ambtenaar in gemeentelijke dienst desgewenst de gelegenheid te bieden het monument en de wijze waarop de werkzaamheden worden of zijn uitgevoerd, te inspecteren.

Artikel 9 Uitvoeringsvoorschriften

Burgemeester en wethouders kunnen aan de uitvoering van de werkzaamheden waarvoor subsidie wordt verleend nadere voorschriften verbinden.

Artikel 10 Schriftelijke toestemming bij afwijking van de verstrekte gegevens

De werkzaamheden ten behoeve waarvan de subsidie is verleend, mogen niet in afwijking van de ter zake verstrekte gegevens worden uitgevoerd, tenzij met vooraf verkregen schriftelijke toestemming van burgemeester en wethouders.

Artikel 11 Afwijzingscriteria

De subsidie wordt niet verleend indien één of meerdere van de navolgende situaties zich voordoen:

  • a.

    de aanvrager niet aantoonbaar de juridische eigenaar van het monument is of wordt;

  • b.

    een eventueel voor de werkzaamheden vereiste vergunning op grond van de “monumentenverordening gemeente Ommen 2003” niet is verleend;

  • c.

    de kosten van de werkzaamheden worden gedekt uit een verzekeringsuitkering;

  • d.

    het monument, waarop de aanvraag betrekking heeft, onvoldoende is verzekerd;

  • e.

    de aanvrager met het treffen van de voorzieningen is begonnen voordat de subsidie is verleend;

  • f.

    door het verlenen van subsidie het in artikel 3 bedoelde subsidieplafond wordt overschreden;

  • g.

    het restauratie- of onderhouds-uitvoeringsplan geen zicht geeft op duurzaam herstel van het monument;

  • h.

    door de uitvoering van de werkzaamheden de (historische) karakteristiek van het monument wordt aangetast;

  • i.

    de kosten van de gevraagde voorzieningen niet in een redelijke verhouding staan tot het te verkrijgen resultaat.

Artikel 12 Termijn besluitvorming en uitvoering

  • 1. De subsidie vervalt als niet binnen 12 maanden na datum van verzending van het besluit tot subsidieverlening met de uitvoering van de werkzaamheden is begonnen.

  • 2. De uitvoering van de werkzaamheden dient te zijn voltooid binnen 24 maanden na datum van verzending van het besluit tot subsidieverlening.

  • 3. Bij onvoorziene omstandigheden - die buiten de directe invloedsfeer van de aanvrager liggen - kunnen burgemeester en wethouders de in het eerste en tweede lid genoemde termijnen schriftelijk verlengen op verzoek van de aanvrager.

2.3 Subsidievaststelling en -uitbetaling

Artikel 13 De gereedmelding

  • 1. Binnen 12 weken na het gereedkomen van de voorzieningen dient de aanvrager schriftelijk te verklaren, dat de werkzaamheden zijn voltooid. Deze gereedmelding dient vergezeld te gaan van alle gevraagde gegevens en facturen als bedoeld in artikel 16, lid 1, sub c.

  • 2. Indien de gereedmelding naar het oordeel van burgemeester en wethouders niet voldoet aan het bepaalde in het eerste lid, doen zij daarvan binnen vier weken na ontvangst schriftelijk mededeling aan de aanvrager onder vermelding van de nog te verstrekken gegevens.

  • 3. De aanvrager dient binnen de in de mededeling aangegeven termijn zijn gereedmelding aan te vullen met de nog ontbrekende gegevens of deze gegevens desgevraagd te verduidelijken.

  • 4. De gereedmelding is tevens een verzoek om vaststelling van de definitieve hoogte en uitbetaling van de subsidie.

  • 5. Het recht op vaststelling en uitbetaling vervalt, indien niet is voldaan aan het bepaalde in het eerste of derde lid. De aanvrager ontvangt hiervan een schriftelijk besluit.

Artikel 14 Subsidievaststelling

  • 1. De definitieve vaststelling van de hoogte van een op grond van dit hoofdstuk toegekende subsidie vindt plaats nadat:

    • a.

      de in de aanvraag opgenomen werkzaamheden conform artikel 15 schriftelijk zijn gereedgemeld onder indiening van de daarop betrekking hebbende gegevens;

    • b.

      de onder a. bedoelde werkzaamheden door of vanwege burgemeester en wethouders zijn gecontroleerd en akkoord bevonden;

    • c.

      de rekeningen en betaalbewijzen inzake de uitgevoerde werkzaamheden alsmede de totale kostenopstelling waarin de verrichte werkzaamheden op dezelfde wijze zijn gerangschikt als in de in artikel 5 bedoelde begroting door burgemeester en wethouders zijn gecontroleerd en akkoord bevonden.

  • 2. De definitieve subsidie is gelijk aan de verleende subsidie, tenzij:

    • a.

      de werkelijke subsidiabele kosten lager zijn dan geraamd;

    • b.

      de werkelijke kosten lager uitvallen omdat er minder voorzieningen zijn getroffen;

    • c.

      de werkzaamheden zonder schriftelijke toestemming als bedoeld in artikel 10 hebben plaatsgevonden in afwijking van de bij de aanvraag verstrekte gegevens.

  • 3. Het besluit tot subsidievaststelling wordt binnen 8 weken na indiening van de gereedmelding en het verzoek om subsidievaststelling als bedoeld in artikel 15, lid 4, genomen.

Hoofdstuk 3 Subsidie bouwkundige inspecties monumenten

3.1 De aanvraagprocedure

Artikel 15 De aanvraag

  • 1. De aanvraag om een bijdrage ineens als bedoeld in hoofdstuk 3 moet schriftelijk bij burgemeester en wethouders worden ingediend op een hiertoe beschikbaar te stellen formulier.

  • 2. De aanvraag gaat in ieder geval  vergezeld van de volgende gegevens:

    • a.

      het lidmaatschapsbewijs c.q. bewijs van aansluiting/inschrijving van de Stichting Monumentenwacht Overijssel;

    • b.

      het inspectierapport, als bedoeld in artikel 18.

Artikel 16 Subsidiabele kosten

  • 1. Tot de subsidiabele kosten worden gerekend:

    • a.

      de kosten van aansluiting bij de Stichting Monumentenwacht Over­ijs­sel (abonnement);

    • b.

      de kosten van bouwkundige inspecties van het monument met de daaraan verbonden opstelling van het bouwkundige inspectierap­port.

Artikel 17 Subsidiemaximum

  • 1. De bijdrage bedraagt maximaal:

    • a.

      de kosten van aansluiting bij de Stichting Monumentenwacht Over­ijs­sel tot een maximum van € 40,50 per monument per jaar; 

    • b.

      de kosten van bouwkundige inspecties van het monument tot een maximum van 3 inspecties per twee jaar per monument, deze kosten zijn in manuren als volgt samen­gesteld:

      1e inspectie: maximaal 8 manuren;

      2e en volgende inspectie: maximaal 4 manuren per inspectie.

Hoofdstuk 4 Subsidie rieten daken

4.1 Recht op subsidie

Artikel 18

  • 3. Burgemeester en wethouders kunnen subsidie verlenen ten behoeve van vernieuwing van rieten daken van alle met rietgedekte objecten binnen de beschermde dorpsgezichten Beerze en Vilsteren, welke aanwezig zijn op 1 januari 1998 en ten behoeve van vernieuwing van rieten daken van hiertoe geselecteerde objecten zoals weergegeven op een door hen vastgestelde “adreslijst objecten subsidie vernieuwing rieten daken”, neergelegd in bijlage B.

  • 4. Burgemeester en wethouders kunnen subsidie verlenen ten behoeve van herstel van alle met rietgedekte objecten binnen de beschermde dorpsgezichten Beerze en Vilsteren, welke aanwezig zijn op 1 januari 1998.

4.2 De aanvraagprocedure

Artikel 19 De aanvraag

  • 1. De aanvraag om subsidie als bedoeld in hoofdstuk 4 moet schriftelijk bij burgemeester en wethouders worden ingediend op een hiertoe beschikbaar te stellen formulier. De aanvraag dient vergezeld te gaan van een gespecificeerde begroting van de kosten, opgemaakt door een ter zake deskundige.

4.3 Subsidieverlening

Artikel 20 A. Vernieuwing van rieten daken; subsidiabele kosten en subsidiemaximum

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen uitsluitend subsidie verlenen indien niet binnen een termijn van vijf jaar voorafgaand aan de subsidieaanvraag reeds eerder subsidie verkregen is voor de vernieuwing van het rieten dak op grond van deze of een andere subsidieregeling.

  • 2. Subsidie ten behoeve van de vernieuwing van rieten daken wordt slechts verstrekt indien de rietbedekking van een aaneengesloten oppervlakte van tenminste 25 m2 geheel moet worden vernieuwd.

  • 3. De subsidie in de kosten van de vernieuwing van rieten daken bedraagt € 13,75 per m2 te vernieuwen en door burgemeester en wethouders goedgekeurde oppervlakte rieten dak, tot een bedrag van maximaal € 2.450,--.

Artikel 21 B. Herstel van rieten daken; subsidiabele kosten en subsidiemaximum

  • 1. Subsidie ten behoeve van het herstel van rieten daken kan worden verstrekt voor het herstel van de rietbedekking zoals opstoppen van het riet en/of het vervangen van de nokafwerking.

  • 2. De subsidie in de kosten van het herstel van rieten daken bedraagt 60% van het totaal van de door burgemeester en wethouders subsidiabel geachte kosten en bedraagt maximaal € 2.450,--.

  • 3. Voor rijksmonumenten met een agrarische functie, welke voor wat betreft het herstel van een rieten dakbedekking in aanmerking kunnen komen voor rijkssubsidie, wordt de hoogte van de gemeentelijke subsidie vastgesteld, als aanvulling op het bedrag van de rijkssubsidie en bedraagt maximaal € 2.450,--.

Artikel 22 Voorwaarden aan subsidieverlening

De aanvrager van subsidie dient een door burgemeester en wethouders aangewezen deskundige of ambtenaar in gemeentelijke dienst desgewenst de gelegenheid te bieden het monument en de wijze waarop de werkzaamheden zullen worden of zijn uitgevoerd, te inspecteren.

Artikel 23 Uitvoeringsvoorschriften

  • 1. De werkzaamheden dienen te worden uitgevoerd door een erkend rietdekkersbedrijf.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen aan de uitvoering van de werkzaamheden waarvoor subsidie wordt verleend nadere voorschriften verbinden.

Artikel 24 Schriftelijke toestemming bij afwijking van de verstrekte gegevens

De werkzaamheden ten behoeve waarvan de subsidie is verleend, mogen niet in afwijking van de ter zake verstrekte gegevens worden uitgevoerd, tenzij met vooraf verkregen schriftelijke toestemming van burgemeester en wethouders.

Artikel 25 Afwijzingscriteria

  • 1. De subsidie wordt niet verleend indien één of meerdere van de navolgende situaties zich voordoen:

    • a.

      het onderhoud van de rietbedekking van het object waarvoor subsidie wordt aangevraagd, heeft naar  het oordeel van burgemeester en wethouders, in onvoldoende mate  plaatsgevonden;

    • b.

      de uitvoering van de werkzaamheden zijn in afwijking van de ter zake verstrekte gegevens uitgevoerd, zonder vooraf verkregen toestemming van burgemeester en wethouders overeenkomstig artikel 24;

    • c.

      binnen een termijn van vijf jaar voorafgaand aan de subsidieaanvraag is reeds eerder subsidie verkregen voor de vernieuwing van het rieten dak op grond van deze of een andere subsidieregeling;

    • d.

      de aanvraag betreft het herstellen en vernieuwen van een rieten dak ten gevolge van stormschade, brand of andere calamiteiten, waarbij de kosten van de werkzaamheden worden gedekt uit een verzekeringsuitkering;

    • e.

      het object, waarop de aanvraag betrekking heeft, onvoldoende is verzekerd;

    • f.

      de aanvraag betreft objecten, waarvoor op grond van enige andere regeling, behoudens rijks- en/of provinciale subsidie, subsidie kan worden verkregen;

    • g.

      met de werkzaamheden is begonnen voordat de subsidie is verleend.

Artikel 26 Termijn uitvoering

  • 1. Aan de uitvoering van de te subsidiëren werkzaamheden worden de volgende voorwaarden verbonden:

    • a.

      met de werkzaamheden mag pas worden aangevangen nadat  subsi­die schriftelijk is toegekend;

    • b.

      met betrekking tot subsidie voor onderhoud van rieten daken geldt als uitzondering dat in gevallen  dat directe uitvoering van de werkzaamheden is vereist om gevolgschade te voorkomen, burgemeester en wethouders hiervoor toestemming dienen te verlenen;

    • c.

      de subsidie vervalt, indien de werkzaamheden niet zijn uitgevoerd binnen zes maanden nadat een subsi­die is verleend.

  • 2. Bij onvoorziene omstandigheden - die buiten de directe invloedsfeer van de aanvrager liggen - kunnen burgemeester en wethouders de in het lid 1 sub c genoemde termijn schriftelijk verlengen op verzoek van de aanvrager.

4.4 Subsidievaststelling en -uitbetaling; termijn besluitvorming

Artikel 27 De gereedmelding

  • 1. Binnen vier weken na het gereedkomen van de werkzaamheden dient de aanvrager schriftelijk te verklaren, dat de werkzaamheden zijn voltooid. Deze gereedmelding dient vergezeld te gaan van een specificatie van gemaakte kosten en een origineel betalingsbewijs.

  • 2. Indien de gereedmelding naar het oordeel van burgemeester en wethouders niet voldoet aan het bepaalde in het eerste lid, doen zij daarvan binnen vier weken na ontvangst schriftelijk mededeling aan de aanvrager onder vermelding van de nog te verstrekken gegevens.

  • 3. De aanvrager dient binnen de in de mededeling aangegeven termijn zijn aanvraag aan te vullen met de nog ontbrekende gegevens of deze gegevens desgevraagd te verduidelijken.

  • 4. De gereedmelding is tevens een verzoek om vaststelling van de definitieve hoogte en uitbetaling van de subsidie.

  • 5. Het recht op vaststelling en uitbetaling vervalt, indien niet is voldaan aan het bepaalde in het eerste of derde lid. De aanvrager ontvangt hiervan een schriftelijk besluit.

Artikel 28 Subsidievaststelling

  • 1. De definitieve vaststelling van de hoogte van een op grond van dit hoofdstuk toegekende subsidie vindt plaats nadat:

    • a.

      de in de aanvraag opgenomen werkzaamheden conform artikel 27 schriftelijk zijn gereedgemeld onder indiening van de daarop betrekking hebbende gegevens;

    • b.

      de onder a bedoelde werkzaamheden door of vanwege burgemeester en wethouders zijn gecontroleerd en akkoord bevonden;

    • c.

      de rekeningen en betaalbewijzen inzake de uitgevoerde werkzaamheden zijn gecontroleerd en akkoord bevonden.

  • 2. De definitieve subsidie is gelijk aan de verleende subsidie, tenzij:

    • a.

      de werkelijke subsidiabele kosten lager zijn dan geraamd;

    • b.

      de werkelijke subsidiabele kosten lager uitvallen omdat er minder voorzieningen zijn getroffen;

    • c.

      de werkzaamheden hebben plaatsgevonden in afwijking van de bij de aanvraag verstrekte gegevens, zonder schriftelijke toestemming als bedoeld in artikel 24.

  • 3. Het besluit tot subsidievaststelling wordt binnen vier weken na indiening van de gereedmelding en het verzoek om subsidievaststelling genomen.

Hoofdstuk 7 Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 29 Hardheidsclausule

Burgemeester en wethouders kunnen van de bepalingen van deze verordening afwijken, indien de toepassing ervan zou leiden tot kennelijke onbillijkheden van overwegende aard. De monumentencommissie adviseert omtrent de afwijking.​

Artikel 30 Overgansgbepaling

Aanvragen die, gelet op artikel 31 lid 2, worden ingediend voor de datum van inwerkingtreding van deze verordening,  worden afgehandeld met toepassing van de “subsidieverordening monumenten en rieten daken gemeente Ommen 2002”.

Artikel 31 Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening kan worden aangehaald als “subsidieverordening monumenten en rieten daken gemeente Ommen 2005”.

  • 2. Deze verordening treedt in werking 8 dagen na afkondiging.