LANDSBESLUIT HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN ter uitvoering van artikel 1, derde lid, van de Landsverordening toezicht bank- en kredietwezen 1994

Geldend van 23-12-1995 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-1994

Intitulé

LANDSBESLUIT HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN ter uitvoering van artikel 1, derde lid, van de Landsverordening toezicht bank- en kredietwezen 1994

Artikel 1

In dit landsbesluit wordt verstaan onder:

a. concern:

de economische gezamenlijkheid van een moedermaatschappij, haar directe of indirecte dochtermaatschappijen en de ondernemingen of instellingen waarin de moedermaatschappij of een dochtermaatschappij direct of indirect overwegende zeggenschap heeft;

b. concernmaatschappij:

een onderneming of instelling die behoort tot een concern;

c. concernfinancieringsmaatschappij:

een concernmaatschappij die tevens internationale kredietinstelling is;

d. professionele marktpartijen:

1

kredietinstellingen, verzekeringsmaatschappijen, pensioenfondsen, effecten- en beleggingsinstellingen, voor zover zij onder adequaat toezicht staan;

2

nationale overheden en internationale en supranationale publiekrechtelijke organisaties;

3

ondernemingen waarvan de effecten genoteerd zijn aan een erkende effectenbeurs als bedoeld in het Landsbesluit erkende effectenbeurzen dan wel aan een andere, bij ministeriële beschikking aangewezen effectenbeurs;

4

ondernemingen met een balanstotaal groter dan of gelijk aan NA 2 miljard;

5

financieringsmaatschappijen van vorenbedoelde ondernemingen, die op professionele basis uit eigen hoofde regelmatig actief zijn op de financiële markten.

Artikel 2

Een concernfinancieringsmaatschappij of internationale kredietinstelling die 90% of meer van haar gelden ter beschikking verkrijgt van concernmaatschappijen en/of professionele marktpartijen, wordt niet aangemerkt als een kredietinstelling in de zin van de Landsverordening toezicht bank- en kredietwezen 1994 mits de door haar ten behoeve van het aantrekken van gelden uitgegeven toonderstukken met een nominale waarde van minder dan NA 100.000,- per coupure, een clausule bevatten die de uitgifte en verhandeling ervan beperkt tot concernmaatschappijen en/of professionele marktpartijen.

Artikel 3

Een concernfinancieringsmaatschappij die minder dan 90% van haar gelden ter beschikking verkrijgt van concernmaatschappijen en professionele marktpartijen, wordt niet aangemerkt als een kredietinstelling in de zin van de Landsverordening toezicht bank- en kredietwezen 1994 indien:

  • a.

    die maatschappij kredietuitzettingen uitsluitend verricht bij andere concernmaatschappijen, en

  • b.

    de moedermaatschappij van het concern waartoe de concernfinancieringsmaatschappij behoort, een onherroepelijke garantie onderscheidenlijk contra-garantie heeft verstrekt voor de nakoming van de verplichtingen van de concernfinancieringsmaatschappij uit hoofde van bedoelde aangetrokken gelden.

Artikel 4

De in artikel 2 en artikel 3, onderdeel b, opgenomen voorwaarden zijn niet van toepassing op de reeds op het tijdstip van inwerkingtreding van dit landsbesluit bestaande verplichtingen uit hoofde van aangetrokken gelden als bedoeld in die artikelen.

Artikel 5

Dit landsbesluit treedt in werking met ingang van de dag na die der uitgifte van het Publicatieblad waarin het geplaatst is, en werkt terug tot en met 1 januari 1994.