LANDSVERORDENING van de 24ste mei 1993 tot strafbaarstelling van het witwassen van geld (Landsverordening strafbaarstelling witwassen van geld)

Geldend van 18-08-2001 t/m heden

Intitulé

LANDSVERORDENING van de 24ste mei 1993 tot strafbaarstelling van het witwassen van geld (Landsverordening strafbaarstelling witwassen van geld)

Artikel 1

  • 1. Als schuldig aan het opzettelijk witwassen van geld, geldswaardige papieren, vorderingen of op geld waardeerbare goederen wordt gestraft hetzij met gevangenisstraf van ten hoogste twaalf jaren, hetzij met een geldboete van ten hoogste een miljoen gulden, hetzij met beide straffen:

    • a.

      een ieder die geld, geldswaardige, vorderingen of op geld waardeerbare goederen verwerft, voorhanden heeft of overdraagt, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van het geld, de papieren, de vorderingen of de goederen wist of moest weten dat deze door misdrijf waren verkregen;

    • b.

      een ieder die opzettelijk uit winstbejag door misdrijf verkregen geld, geldswaardige papieren, vorderingen of op geld waardeerbare goederen voorhanden heeft of overdraagt.

  • 2. Met dezelfde straf wordt gestraft een ieder die opzettelijk uit de opbrengst van door misdrijf verkregen geld, geldswaardige papieren, vorderingen of op geld waardeerbare goederen voordeel trekt.

Artikel 2

Een ieder die van het plegen van het opzettelijk witwassen van geld, geldswaardige papieren, vorderingen of op geld waardeerbare goederen een gewoonte maakt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zestien jaren, hetzij met een geldboete van ten hoogste een miljoen en tweehonderdvijftigduizend gulden, hetzij met beide straffen.

Artikel 3

  • 1. Als schuldig aan het door schuld witwassen van geld, geldswaardige papieren, vorderingen of op geld waardeerbare goederen wordt gestraft hetzij met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren, hetzij met een geldboete van ten hoogste tweehonderdvijftigduizend gulden, hetzij met beide straffen:

    • a.

      een ieder die geld, geldswaardige papieren, vorderingen of op geld waardeerbare goederen verwerft, voorhanden heeft of overdraagt, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van het geld, de papieren, de vorderingen of de goederen redelijkerwijs had moeten vermoeden dat deze door misdrijf waren verkregen;

    • b.

      een ieder die uit winstbejag geld, geldswaardige papieren, vorderingen of op geld waardeerbare goederen voorhanden heeft of overdraagt, terwijl hij redelijkerwijs moet vermoeden dat het geld, de papieren, de vorderingen of de goederen door misdrijf waren verkregen.

  • 2. Met dezelfde straf wordt gestraft een ieder die uit de opbrengst van geld, geldswaardige papieren, vorderingen of geld waardeerbare goederen voordeel trekt, terwijl hij redelijkerwijs moet vermoeden dat het geld, de papieren of de vorderingen door misdrijf zijn verkregen.

Artikel 4

De bij deze landsverordening strafbaar gestelde feiten zijn misdrijven.

Artikel 5

[vervallen]

Artikel 6

[wijzigt de Opiumlandsverordening 1960]

Artikel 7

  • 1. Deze landsverordening kan worden aangehaald als "Landsverordening strafbaarstelling witwassen van geld".

  • 2. Deze landsverordening treedt in werking met ingang van de dag na die der uitgifte van het Publicatieblad, waarin de afkondiging is geschied.