LANDSBESLUIT HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN van de 27ste januari 1978 ter uitvoering van artikel 2 ten 1 van de Wapenverordening 1931 (P.B. 1967, no. 168)

Geldend van 15-08-1992 t/m heden

Intitulé

LANDSBESLUIT HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN van de 27ste januari 1978 ter uitvoering van artikel 2 ten 1 van de Wapenverordening 1931 (P.B. 1967, no. 168)

Artikel 1

Het verbod om op de openbare weg of op enige voor het publiek toegankelijke plaats een wapen bij zich te hebben, geldt niet voor:

  • a.

    de Gouverneur;

  • b.

    de adjudant van de Gouverneur;

  • c.

    de Ministers en de Staatssecretarissen alsmede de gewezen Ministers en de gewezen Staatssecretarissen, de laatsten gedurende vier achtereenvolgende jaren na hun aftreden als Minister respectievelijk Staatssecretaris;

  • d.

    de secretaris van de Raad van Ministers;

  • e.

    de Gezaghebbers;

  • f.

    de leden van het Hof van Justitie;

  • g.

    de Procureur-Generaal en de Advocaat-Generaal bij het Hof van Justitie;

  • h.

    de Officieren van Justitie, de substituut-officieren van Justitie en de ambtenaren van het Openbaar Ministerie bij het Gerecht in Eerste Aanleg;

  • i.

    de ambtenaren van de Douane, voor zover zij door de Direkteur der Belastingen zijn aangewezen voor het verrichten van diensten waarvoor door genoemde Direkteur het dragen van een wapen hetzij als algemene maatregel, hetzij voor een bijzonder geval, hetzij schriftelijk dan wel mondeling, is bevolen;

  • j.

    de havenmeesters in de eilandgebieden Aruba, Bonaire, Curaçao en de Bovenwindse Eilanden;

  • k.

    de buitengewone agenten van politie, voor zover zij in het bezit zijn van een machtiging krachtens het Landsbesluit buitengewoon agenten van politie (P.B. 1966, no. 155), of de daarvoor in de plaats komende wettelijke bepalingen;

  • l.

    het personeel bij de Strafgevangenis en het Huis van Bewaring op Curaçao en het personeel bij het Huis van Bewaring op Bonaire en op Sint Maarten gedurende de uitoefening van hun functie en voor zover hun door of namens het betrokken hoofd van dienst wapens worden verstrekt.

Artikel 2

Het besluit van de 29ste december 1937 (P.B. 1937, no. 143), zoals gewijzigd, het laatst bij landsbesluit houdende algemene maatregelen van de 14de december 1976 (P.B. 1976, no. 268), wordt ingetrokken.

Artikel 3

Dit landsbesluit treedt in werking met ingang van 1 februari 1978.