Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR229572
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR229572/4
Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Middelburg (CAR-bijlagen)
Geldend van 23-05-2019 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2018
Intitulé
Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Middelburg (CAR-bijlagen)CAR bijlage I - Salarisverhoging
Salarisverhoging
In de bijlage van de in artikel 3:1, eerste lid, bedoelde bezoldigingsregeling worden met ingang van 1 april 1993 de daarin opgenomen schaalbedragen verhoogd met 2%.Met ingang van 1 januari 1995 worden de schaalbedragen verhoogd met 0,5%.Met ingang van 1 augustus 1995 worden de schaalbedragen verhoogd met 1,25%, behoudens de schaalbedragen van personeel werkzaam bij gemeentelijke zorginstellingen. Ten aanzien van personeel dat op of na 1 augustus 1995 werkzaam is bij gemeentelijke ziekenhuizen, gemeentelijke verpleegtehuizen of gemeentelijke psychiatrische ziekenhuizen, geldt dat zij in januari 1996 een eenmalige uitkering ontvangen ter grootte van 1,25% van de grondslag. De grondslag bestaat uit de over de maanden augustus tot en met december 1995 genoten bezoldiging, vermeerderd met 8% vakantietoeslag. Deze uitkering wordt niet verstrekt aan personeel dat voor 1 januari 1996 uit dienst is getreden en in de periode van 1 augustus tot en met 31 december 1995 minder dan 100 uur bij één instelling heeft gewerkt.
Met ingang van 1 januari 1996 is de gemeentelijke salarismutatie ook op personeel van zorginstellingen van toepassing.
Met ingang van 1 augustus 1996 worden de schaalbedragen verhoogd met 1,25%.
Vanaf 1997 wordt een structurele eindejaarsuitkering uitgekeerd van 0,3% van het jaarsalaris.
Per 1 juni 1997 worden de schaalbedragen met 3,0% verhoogd.
In december 1997 wordt, naast de al bestaande eindejaarsuitkering van 0,3%, een eenmalige uitkering verstrekt van 0,7% van het jaarsalaris met dien verstande dat die uitkering minimaal ƒ 350,– bedraagt. De uitkering werkt door naar de postactieven.
Met ingang van 1 april 1998 worden de schaalbedragen verhoogd met 2,25%.
In december 1998 wordt de bestaande eindejaarsuitkering van 0,3% met 0,5% van het jaarsalarisverhoogd tot 0,8% met dien verstande dat uitkering minimaal ƒ 400,– bedraagt. De uitkering werkt door naar de postactieven.
Met ingang van 1 april 1999 worden de schaalbedragen verhoogd met 2,0%. Met ingang van 1 oktober 1999 worden de schaalbedragen verhoogd met 1,0%.
In december 1999 wordt de bestaande eindejaarsuitkering van 0,3% structureel met 0,5% van het jaarsalaris verhoogd tot 0,8% structureel van het jaarsalaris, met dien verstande dat de uitkering minimaal ƒ 400,– bedraagt. De uitkering werkt door naar de postactieven.
Degenen die op 1 december 1999 in dienst zijn van de gemeente krijgen in die maand een eenmalige uitkering van f 350,= bruto bij een volledige betrekking. Bij een deeltijdbetrekking wordt dit bedrag naar rato vastgesteld. De uitkering werkt door naar de postactieven.
Degenen die op 1 april 2000 in dienst zijn van de gemeente krijgen in die maand een eenmalige uitkering van f 350,= bruto bij een volledige betrekking. Bij een deeltijdbetrekking wordt dit bedrag naar rato vastgesteld. De uitkering werkt door naar de postactieven.
Met ingang van 1 augustus 2000 worden de schaalbedragen verhoogd met 1,5%.
Met ingang van 1 oktober 2000 worden de schaalbedragen verhoogd met 1,5%.
In 2000 wordt de structurele eindejaarsuitkering van 0,8% eenmalig verhoogd met 0,5% onder een gelijktijdjge eenmalige verhoging van het minimale bedrag met f 250,--. Dit resulteert voor 2000 in een eindejaarsuitkering van 1,3% met een minimaal bedrag van f 650,--.
Met ingang van 1 januari 2001 worden de schaalbedragen gebruteerd met 1,9% met een maximum van f 1.745,--.
Met ingang van 1 mei 2001 worden de schaalbedragen verhoogd met 3,3%.
Vanaf 2001 wordt de eindejaarsuitkering met 0,95% (0,2%+0,75%) structureel verhoogd naar 1,75%. Tevens wordt vanaf 2001 het minimale bedrag verhoogd van f 400,-- naar f 1.125,-- bruto. In 2001 wordt deze minimale uitkering eenmalig opgehoogd met f 50,-- naar f 1.175,-- bruto.
Vanaf 2002 bedraagt de eindejaarsuitkering 1,75% met een minimaal bedrag van € 511,-.
Met ingang van 1 februari 2002 worden de schaalbedragen verhoogd met 3 %.
Met ingang van 1 oktober 2002 worden de schaalbedragen verhoogd met 0,5 %.
Vanaf 2002 wordt de eindejaarsuitkering structureel met 1 procentpunt verhoogd naar 2,75%. Tevens wordt vanaf 2002 het minimale bedrag verhoogd van € 511,-- naar € 611,-- bruto. Vanaf 2002 is de grondslag van de eindejaarsuitkering het jaarsalaris.
Met ingang van 1 april 2003 worden de schaalbedragen verhoogd met 2%.
Vanaf 2003 wordt de eindejaarsuitkering structureel met 0,25 procentpunt verhoogd naar 3%. Tevens wordt vanaf 2003 het minimale bedrag verhoogd van € 611,--naar € 836,-- bruto.
Degenen die op 1 oktober 2003 in dienst zijn van de gemeente krijgen in die maand een eenmalige uitkering van € 200 bruto bij een volledige betrekking. Bij een deeltijdbetrekking wordt dit bedrag naar rato vastgesteld. De uitkering werkt niet door naar de pensioenen en de uitkeringen in verband met ontslag en werkloosheid, zowel wat betreft opbouw als indexatie.
Met ingang van 1 juni 2005 worden de schaalbedragen verhoogd met 1%.
Met ingang van 1 februari 2006 worden de schaalbedragen verhoogd met 1,6 %.
Met ingang van 1 februari 2007 worden de schaalbedragen verhoogd met 0,8%.
Met ingang van 1 juni 2007 worden de schaalbedragen verhoogd met 2,2%.In 2007 wordt de eindejaarsuitkering structureel verhoogd met 0,5 procentpunt. Dit resulteert in een eindejaarsuitkering van 3,5%. De bodem van de eindejaarsuitkering wordt niet verhoogd en blijft € 836,=.
Met ingang van 1 juni 2008 worden de schaalbedragen verhoogd met 2,2%.In 2008 wordt de eindejaarsuitkering structureel verhoogd met 1,5 procentpunt. Dit resulteert in een eindejaarsuitkering van 5%. De bodem van de eindejaarsuitkering wordt niet verhoogd en blijft € 836,=.
In 2010 wordt de eindejaarsuitkering structureel verhoogd met 0,5 procentpunt. Dit resulteert in een eindejaarsuitkering van 5,5%. De bodem in de eindejaarsuitkering wordt verhoogd van € 836, - naar € 1.750, -. Degenen die (een deel van) de maand april 2010 in dienst zijn van de gemeente ontvangen een eenmalige uitkering van 1% en een eenmalige uitkering van 0,5%. Beide eenmalige uitkeringen worden berekend over het salaris dat de medewerker ontvangen heeft in de maand april 2010 vermenigvuldigd met de factor 12. Voor medewerkers met een deeltijdbetrekking worden de twee eenmalige uitkeringen vastgesteld naar rato van de betrekkingsomvang. De eenmalige uitkeringen zijn pensioengevend en hebben geen invloed op de hoogte van bovenwettelijke uitkeringen in verband met ontslag en werkloosheid (uitkeringen op grond van hoofdstuk 9, 9a, 9b, 9c, 10, 10a, 10d, 11 en 11a van de CAR).
Met ingang van 1 januari 2011 worden de schaalbedragen verhoogd met 0,5% en wordt de eindejaarsuitkering structureel verhoogd met 0,5 procentpunt. Dit resulteert in een eindejaarsuitkering van 6,0%. De bodem van de eindejaarsuitkering wordt niet verhoogd en blijft € 1.750, -.
Met ingang van 1 januari 2012 worden de schaalbedragen verhoogd met 1,0%.
Met ingang van 1 april 2012 worden de schaalbedragen verhoogd met 1,0%.
Met ingang van 1 oktober 2014 worden de schaalbedragen verhoogd met 1%.Degenen die op 15 juli 2014 in dienst zijn van de gemeente krijgen in die maand een eenmalige uitkering van € 350 bruto bij een volledige betrekking. Bij een deeltijdbetrekking wordt dit bedrag naar rato vastgesteld. De uitkering werkt niet door naar de pensioenen en de uitkeringen in verband met ontslag en werkloosheid, zowel wat betreft opbouw als indexatie.
Met ingang van 1 april 2015 worden de schaalbedragen verhoogd met 50 euro.
Met ingang van 1 januari 2016 worden de schaalbedragen verhoogd met 3%.
Met ingang van 1 januari 2017 worden de schaalbedragen verhoogd met 0,4%.
Met ingang van 1 augustus 2017 worden de schaalbedragen verhoogd met 1,0%.
Met ingang van 1 januari 2018 worden de schaalbedragen verhoogd met 1,5%.
CAR bijlage II - Inpassingstabellen gemeentelijke garantiesalarissen
Inpassingstabel per 1-1-2018
Regelnummer |
Garantieschalen |
33 |
3476 |
35 |
3603 |
37 |
3729 |
39 |
3842 |
41 |
3961 |
43 |
4086 |
45 |
4217 |
47 |
4345 |
49 |
4468 |
51 |
4592 |
53 |
4710 |
57 |
4959 |
59 |
5077 |
61 |
5201 |
63 |
5340 |
67 |
5648 |
69 |
5802 |
73 |
6109 |
75 |
6264 |
77 |
6441 |
79 |
6615 |
81 |
6788 |
83 |
6978 |
85 |
7182 |
87 |
7386 |
89 |
7591 |
91 |
7795 |
93 |
8000 |
95 |
8207 |
CAR bijlage IIa - Salaristabellen gemeenteambtenaren
Salaristabel per 1 januari 2018
periodiek |
schaal |
|||||||||
- |
1 |
2 |
3 |
4 |
5 |
6 |
7 |
8 |
9 |
10 |
0 |
1535 |
1571 |
1611 |
1657 |
1705 |
1818 |
2040 |
2335 |
2591 |
2795 |
1 |
1571 |
1624 |
1677 |
1731 |
1786 |
1901 |
2126 |
2429 |
2701 |
2925 |
2 |
1610 |
1677 |
1744 |
1805 |
1867 |
1984 |
2212 |
2524 |
2812 |
3054 |
3 |
1648 |
1729 |
1810 |
1878 |
1949 |
2067 |
2298 |
2618 |
2922 |
3185 |
4 |
1686 |
1782 |
1877 |
1952 |
2030 |
2150 |
2384 |
2713 |
3032 |
3315 |
5 |
1725 |
1835 |
1943 |
2026 |
2111 |
2233 |
2470 |
2808 |
3143 |
3445 |
6 |
1763 |
1887 |
2010 |
2100 |
2193 |
2315 |
2556 |
2903 |
3254 |
3575 |
7 |
1801 |
1940 |
2076 |
2174 |
2274 |
2398 |
2642 |
2997 |
3364 |
3705 |
8 |
1840 |
1993 |
2143 |
2248 |
2355 |
2481 |
2728 |
3092 |
3474 |
3835 |
9 |
1878 |
2045 |
2209 |
2322 |
2437 |
2564 |
2814 |
3187 |
3585 |
3965 |
10 |
1917 |
2098 |
2276 |
2396 |
2518 |
2646 |
2900 |
3281 |
3695 |
4095 |
11 |
1955 |
2151 |
2342 |
2470 |
2599 |
2729 |
2986 |
3376 |
3805 |
4225 |
Periodiek |
schaal |
|||||||||
- |
10A |
11 |
11A |
12 |
13 |
14 |
15 |
16 |
17 |
18 |
0 |
3080 |
3348 |
3685 |
4022 |
4490 |
4770 |
5129 |
5493 |
6078 |
6737 |
1 |
3214 |
3486 |
3823 |
4161 |
4626 |
4934 |
5319 |
5713 |
6316 |
6993 |
2 |
3347 |
3625 |
3962 |
4297 |
4762 |
5099 |
5509 |
5934 |
6554 |
7249 |
3 |
3481 |
3763 |
4100 |
4433 |
4897 |
5262 |
5698 |
6155 |
6792 |
7505 |
4 |
3614 |
3901 |
4238 |
4569 |
5033 |
5426 |
5887 |
6376 |
7030 |
7761 |
5 |
3747 |
4040 |
4373 |
4705 |
5169 |
5590 |
6077 |
6596 |
7268 |
8017 |
6 |
3880 |
4179 |
4509 |
4840 |
5305 |
5754 |
6267 |
6817 |
7506 |
8273 |
7 |
4014 |
4316 |
4645 |
4976 |
5441 |
5918 |
6457 |
7038 |
7745 |
8529 |
8 |
4147 |
4451 |
4781 |
5112 |
5577 |
6083 |
6646 |
7258 |
7983 |
8784 |
9 |
4279 |
4587 |
4916 |
5248 |
5712 |
6246 |
6835 |
7480 |
8221 |
9041 |
10 |
4410 |
4723 |
5052 |
5384 |
5848 |
6410 |
7025 |
7700 |
8459 |
9296 |
11 |
4541 |
4859 |
5188 |
5520 |
5984 |
6574 |
7215 |
7921 |
8697 |
9553 |
Als het schaalbedrag onder het voor de medewerker geldende minimumloon ligt, heeft de medewerker per 1 augustus 2017 recht op het voor hem geldende minimumloon overeenkomstig de bepalingen in de WML voor medewerkers van 22 jaar en ouder. Vanaf 1 juli 2019 heeft de medewerker tenminste recht op het voor hem geldende minimumloon overeenkomstig de bepalingen in de WML voor medewerkers van 21 jaar en ouder. Voor de ambtenaar die valt onder de definitie van artikel 1:2c, eerste lid geldt een aparte schaal: schaal A. Het bedrag van de periodiek 0 is gelijk aan het wettelijk minimumloon. Het bedrag van de periodiek 11 is gelijk aan 120% van het wettelijk minimumloon. De salarisbedragen voor schaal A worden geïndexeerd op de ontwikkeling van het wettelijk minimumloon en elk jaar op 1 januari vastgesteld door het LOGA en gepubliceerd op www.car-uwo.nl.
CAR bijlage IIb - Vergoedingentabellen vrijwilligers gemeentelijke brandweer
Vergoedingentabel per 1 januari 2018
|
jaarvergoeding |
uurbedrag oefeningen en cursussen e.d. |
uurbedrag voor brandbestrijding en hulpverlening |
uurbedrag voor langdurig aanwezigheid |
1. Aspirant manschap |
349
|
10,82
|
20,22
|
13,47
|
2. Manschap met maximaal 1 specialisatie (Chauffeur, Voertuigbediener, Gaspakdrager, Brandweerduiker, Verkenner gevaarlijke stoffen)
|
349 |
12,42
|
23,36
|
15,56
|
3. Duikploegleider, of manschap met 2 of meer specialisaties uit categorie 2, of langer dan 5 jaar manschap in categorie 2
|
349
|
13,77
|
25,84
|
17,23
|
4. Bevelvoerder
|
525
|
17,27
|
32,46
|
21,63
|
5. Officier van dienst |
4136 |
0,00 |
41,36 |
0,00
|
6 Hoofdofficier van dienst, adviseur gevaarlijke stoffen
|
5940
|
0,00
|
59,40
|
0,00
|
7.Commandant van dienst
|
8836
|
0,00
|
66,29
|
0,00
|
CAR bijlage IIc - Gebruteerde vergoedingentabellen vrijwilligers gemeentelijke brandweer
Gebruteerde vergoedingentabel per 1 januari 2018
|
jaarvergoeding |
uurbedrag oefeningen en cursussen e.d. |
uurbedrag voor brandbestrijding en hulpverlening |
uurbedrag voor langdurig aanwezigheid |
1. Aspirant manschap |
353 |
10,96 |
20,56 |
13,69 |
2. Manschap met maximaal 1 specialisatie (Chauffeur, Voertuigbediener, Gaspakdrager, Brandweerduiker, Verkenner gevaarlijke stoffen) |
353 |
12,66 |
23,82 |
15,87 |
3. Duikploegleider, of manschap met 2 of meer specialisaties uit categorie 2, of langer dan 5 jaar manschap in categorie 2 |
353 |
14,03 |
26,26 |
17,52 |
4. Bevelvoerder |
533 |
17,56 |
32,95 |
21,96 |
5. Officier van dienst |
4215 |
0,00 |
42,15 |
0,00 |
6 Hoofdofficier van dienst, adviseur gevaarlijke stoffen |
6047 |
0,00 |
60,47 |
0,00 |
7.Commandant van dienst |
9002 |
0,00 |
67,47 |
0,00 |
-
In deze bijlage is de tabel opgenomen die uitsluitend geldt voor de zeer beperkte categorie vrijwilligers bij de brandweer voor wie de vergoedingen tot het inkomen in de zin van het Pensioenreglement worden gerekend. Het gaat hierbij om personen die voor 1 januari 1980 een aanstelling hadden als vrijwilliger bij de gemeentelijke brandweer. Onder bepaalde voorwaarden vielen zij onder de werking van de Algemene Burgerlijke Pensioenwet (ABP-wet). Op 1 januari 1980 is de regeling op dit punt gewijzigd en zijn vrijwilligers bij de gemeentelijke brandweer uitgesloten van het ambtenaarschap in de zin van de ABP. Bij de wijziging in 1980 is een overgangsmaatregel getroffen. Deze hield in dat vrijwilligers die op 31 december 1979 al ambtenaar waren, het ambtenaarschap behielden zolang zij in dezelfde dienstverhouding werkzaam bleven. Op grond van deze overgangsbepaling zijn er nu nog vrijwilligers bij de brandweer die overheidswerknemer zijn en pensioen opbouwen bij het ABP. Degenen die na 1 januari 1980 zijn aangesteld, zijn per definitie geen ABP-deelnemer. Voor hen is deze bijlage niet van belang, maar geldt bijlage IIb.
-
CAR bijlage III - Hoorbepaling
Hoorbepaling
CAR bijlage III - Hoorbepaling (tbv gemeenten waar geen commissie voor G.O. is ingesteld)
CAR bijlage IV - Salarisschalen kunstzinnige vorming
Salarisschalen per 1 januari 2018
ervaringsjaar/ periodiek |
5 |
6 |
7 |
8 |
9 |
10 |
aanloopbedrag 1 |
1846 |
1884 |
1923 |
1974 |
2237 |
2616 |
aanloopbedrag 2 |
0 |
1974 |
2033 |
2103 |
2365 |
2738 |
aanloopbedrag 3 |
0 |
0 |
0 |
2237 |
2490 |
2869 |
0 |
1923 |
2103 |
2171 |
2365 |
2616 |
2937 |
1 |
1974 |
2171 |
2237 |
2428 |
2678 |
3015 |
2 |
2033 |
2237 |
2303 |
2490 |
2738 |
3086 |
3 |
2103 |
2303 |
2365 |
2551 |
2803 |
3148 |
4 |
2171 |
2365 |
2428 |
2616 |
2869 |
3215 |
5 |
2237 |
2428 |
2490 |
2678 |
2937 |
3284 |
6 |
2303 |
2490 |
2551 |
2738 |
3015 |
3349 |
7 |
2365 |
2551 |
2616 |
2803 |
3086 |
3408 |
8 |
2428 |
2616 |
2678 |
2869 |
3148 |
3467 |
9 |
2490 |
2678 |
2738 |
2937 |
3215 |
3528 |
10 |
2551 |
2738 |
2803 |
3015 |
3284 |
3589 |
11 |
0 |
2803 |
2869 |
3086 |
3349 |
3656 |
12 |
0 |
0 |
2937 |
3148 |
3408 |
3723 |
13 |
0 |
0 |
3015 |
3215 |
3467 |
3784 |
14 |
0 |
0 |
3086 |
3284 |
3528 |
3842 |
15 |
0 |
0 |
3148 |
3349 |
3589 |
3899 |
uitloopbedrag 1 |
2678 |
2937 |
3284 |
3528 |
3723 |
4020 |
uitloopbedrag 2 |
0 |
3086 |
3408 |
3723 |
3842 |
4146 |
uitloopbedrag 3 |
0 |
0 |
0 |
3842 |
3962 |
4280 |
CAR bijlage IVa - Verdeling werkzaamheden onderwijzend personeel kunsteducatie
Sjabloon voor de verdeling van werkzaamheden voor onderwijzend personeel in de kunsteducatie
CAR bijlage IVa1 - Functiebeschrijvingen
Functiebeschrijvingen consulent, docent en balletbegeleider
CAR bijlage IVa2 - Salarisschalen functies onderwijzend personeel
Salarisschalen functies onderwijzend personeel
CAR bijlage IVa2 - Salarisschalen functies onderwijzend personeel
CAR bijlage VIIa - Aanstellingskeuring brandweerpersoneel
Aanstellingskeuring brandweerpersoneel
CAR bijlage VIIb - Periodiek Preventief Medisch Onderzoek
Periodiek Preventief Medisch Onderzoek
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl