Verordening dode gezelschapsdieren

Geldend van 01-11-2012 t/m 10-01-2014

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 8 mei 2012.

gelet op artikel 81h van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren;

 

BESLUIT:

 

vast te stellen de verordening dode gezelschapsdieren:

Artikel 1

Deze verordening verstaat onder:

a. wet: de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren;

b. houder: de houder of eigenaar van dode gezelschapsdieren;

c. destructiemateriaal: dode gezelschapsdieren;

d. gezelschapsdieren: dieren die de mens in of rond het huis houdt en    verzorgt om zichzelf te plezieren, waaronder honden, katten, knaagdieren, kooi- en volièredieren, duiven en vissen, konijnen, kippen, kalkoenen, kwartels, parelhoenders, eenden, ganzen en fazanten, niet zijnde landbouwdieren, waaronder runderen, schapen, paarden,(dwerg)geiten, varkens, hangbuikzwijnen en herten en niet zijnde dieren die worden gehouden voor een commerciële opbrengst.

Artikel 2

Burgemeester en wethouders wijzen een verzamelplaats1 aan, waar het destructiemateriaal in ontvangst wordt genomen.

1 De verzamelplaats is de "Kadaverbak" bij Omrin. Tussen Omrin en Rendac zijn afspraken gemaakt omtrent de afvoer van het destructiemateriaal vanuit de "Kadaverbak".

 

Artikel 3

  • 1.

    De houder dient uiterlijk op de eerste werkdag, die volgt op de dag    waarop het destructiemateriaal is ontstaan, het materiaal:

  • a. te vervoeren naar de verzamelplaats en het daar aan te geven en af te sstaan of;

  • b. over te dragen aan de Dierenambulance.

  • 2.

    Tot het tijdstip van afgifte dient de houder het destructiemateriaal    zodanig te bewaren dat vermenging met ander materiaal wordt    voorkomen.

Artikel 4

Artikel 3, lid 1a. en b., is niet van toepassing indien:

1. het destructiemateriaal wordt verwijderd door begraving op een terrein dat ter beschikking staat van de houder of door begraving op een daartoe aangewezen terrein of in geval van crematie bij een crematorium;

2. de houder het gezelschapsdier laat inslapen door tussenkomst van een    dierenarts, die ervoor zorgt dat dit dier ter verwerking wordt aangeboden aan de Dierenambulance of bij de verzamelplaats.

Artikel 5

Ingeval artikel 81h, vijfde lid van de wet door de Minister van toepassing wordt verklaard, is hierop eveneens het bepaalde in de artikelen 2 en 3 van deze verordening van toepassing.

Artikel 6

1. Deze verordening kan worden aangehaald als: verordening dode    gezelschapsdieren gemeente Leeuwarden.

2. Zij treedt in werking op de achtste dag na bekendmaking.

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering

van 5 september 2012.

 

 

 

 

 

voorzitter,

 

 

 

 

 

griffier.