Regeling vervallen per 01-01-2013

Beleidsregel last onder dwangsom behorende bij horecanota 2007-2011

Geldend van 14-01-2010 t/m 31-12-2012

Intitulé

Beleidsregel last onder dwangsom behorende bij horecanota 2007-2011

Gemeenteblad 2010

Beleidsregel last onder dwangsom behorende bij horecanota 2007-2011

De burgemeester van de gemeente Rotterdam,

Gelet op de artikelen 5:32a en 5:32b van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Horecanota Rotterdam 2007-2011;

overwegende dat een beleidsregel bij het gebruik maken van de bevoegdheid tot het opleggen van een last onder dwangsom gelet op de invoering van de vierde tranche Awb wenselijk is;

besluit vast te stellen:

Beleidsregel last onder dwangsom behorende bij horecanota 2007-2011

Deze beleidsregel ziet toe op de bevoegdheid tot het opleggen van een last onder dwangsom door het bestuursorgaan bij overtredingen van de Algemene Plaatselijke Verordening Rotterdam 2008 (APV Rotterdam 2008).

De bevoegdheid van de burgemeester tot het opleggen van een last onder dwangsom betreft een discretionaire bevoegdheid. Dat wil zeggen dat deze bevoegdheid gebruikt kan worden na een belangenafweging. In deze beleidsregel wordt vastgelegd op welke wijze de burgemeester met de discretionaire bevoegdheid om gaat.

Een last onder dwangsom wordt door de burgemeester opgelegd indien drie maal een overtreding van APV Rotterdam 2008 is geconstateerd. Dit betekent dat de verschillende overtredingen van de APV Rotterdam 2008 bij elkaar worden opgeteld. Er hoeft derhalve geen sprake te zijn van drie maal eenzelfde APV Rotterdam 2008 overtreding.

De last onder dwangsom wordt ingevolge artikel 5:32b ongeacht de grootte van de inrichting en de soort overtreding vastgesteld op € 2.500,-- per overtreding met een maximum van € 5.000,--. Dit betekent dat bij een derde overtreding, als het maximale bedrag is verbeurd, aan de burgemeester opnieuw een voorstel wordt gedaan voor het treffen van een bestuurlijke maatregel. Indien deze overtredingen binnen een jaar plaatsvinden, zal opnieuw een last onder dwangsom worden opgelegd ter hoogte van € 10.000,-- met een maximum van € 20.000,-- of kan de vergunning worden ingetrokken voor de duur van drie maanden.

Indien de overtredingen in een tijdsperiode van meer dan een jaar plaatsvinden, kan een last onder dwangsom worden opgelegd van € 5.000,-- met een maximum van € 10.000,--. De bedragen staan in redelijke verhouding tot de zwaarte van de overtreding en hebben tot doel de overtreding te beëindigen ter voorkoming van wanordelijkheden die een gevaar opleveren voor de openbare orde of het woon- en leefklimaat in de directe omgeving van de inrichting.

Indien de overtredingen aanhouden en plaatsvinden binnen een periode van drie jaren zal de vergunning worden ingetrokken voor de duur van zes maanden.

De last onder dwangsom geldt voor een periode van een (1) jaar. De reeds geconstateerde overtredingen blijven drie jaar mee tellen, overeenkomstig het huidige handhavingsarrangement, behorende bij de Horecanota 2007-2011. Dit betekent dat na een jaar, als de last onder dwangsom is vervallen, bij een nieuwe overtreding de overtredingen tot drie jaar terug meegewogen worden in de te nemen bestuurlijke maatregel.

Deze beleidsregel treedt in werking op de eerste dag na de datum van bekendmaking in het Gemeenteblad.

Aldus vastgesteld op 8 januari 2010.

De burgemeester van Rotterdam,

Ing. A. Aboutaleb

Dit gemeenteblad is uitgegeven op 13 januari 2010 en ligt op werkdagen van 8.30 tot 16.30 uur ter inzage bij het Kenniscentrum Bestuursdienst Rotterdam (KBR), Coolsingel 40, Kamer 314.

(Zie ook: www.bds.rotterdam.nl – Gemeentebladen)