Uitvoeringsbesluit Terrassen in de gemeente Rijswijk 2012

Geldend van 08-06-2012 t/m heden

Intitulé

Uitvoeringsbesluit Terrassen in de gemeente Rijswijk 2012

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rijswijk; gelet op artikel 2:10, tweede lid, van de Algemene Plaatselijke Verordening voor Rijswijk; besluit ten aanzien van terrassen vast te stellen de:

Uitvoeringsbesluit Terrassen in de gemeente Rijswijk 2012 (“Terrassenbeleid 2012”)

Artikel 1. Definities

terras: een terras als bedoeld in artikel 2.27 sub b van de APV zijnde "een buiten de besloten ruimte van de inrichting liggend deel van het horecabedrijf waar sta- of zitgelegenheid kan worden geboden en waar tegen vergoeding dranken kunnen worden geschonken of spijzen voor directe consumptie kunnen worden bereid of verstrekt"

horecabedrijf: een horecabedrijf als bedoeld in artikel 2.27 sub a van de APV zijnde “de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was dranken worden geschonken of rookwaren of spijzen voor directe consumptie worden bereid of verstrekt”. Onder een horecabedrijf wordt in ieder geval verstaan: een restaurant, café, cafetaria, snackbar, discotheek, buurthuis of clubhuis. Onder horecabedrijf wordt tevens verstaan een bij dit bedrijf behorend terras en andere aanhorigheden

eilandterras een terras niet direct grenzend aan de voor- of zijgevel van de inrichting, voorbij de looproute of aan de andere zijde van de weg.

Erf aangewezen gebied met voornamelijk een verblijfsfunctie waarin voetgangers

voorrang hebben en bestuurders stapvoets dienen te rijden

Voetgangersgebied het gebied dat wordt begrensd door de borden G7-zonaal en G8-zonaal van bijlage 1 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 (RVV 1990), waarbij incidenteel voertuigen worden toegelaten

openbare plaats een openbare plaats als bedoeld in artikel 1.1 sub a van de APV zijnde “een voor het publiek toegankelijke plaats, waaronder begrepen de weg als bedoeld onder sub b (van artikel 1.1. van de APV)”

weg een weg als bedoeld in artikel 1.1. sub b van de APV zijnde “een weg, als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van de Wegenverkeerswet 1994”

winterterras een terras dat voor het publiek is geopend in de periode van 1 november

tot 1 maart

zomerterras een terras dat voor het publiek is geopend in de periode van 1 maart

tot 1 november

Artikel 2. Omvang en situering van het terras

  • 1.

    Ingeval er sprake is van een terras op een weg, moet in verband met de veiligheid (doorgang (hulp)diensten) een vrije en onbelemmerende doorgang van ten minste 3,5 meter bij een eenrichtingsweg en 4,50 meter bij een weg met tweerichtingsverkeer gewaarborgd zijn;

  • 2.

    Het onder punt 1 van dit artikel gestelde geldt ook voor gebieden aangeduid als ‘erf’ of ‘voetgangersgebied’, die wel begaanbaar zijn voor verkeer (voor (hulp)diensten, laden- en lossen e.d.);

  • 3.

    De onder lid 1 en lid 2 genoemde vrije ruimte dient voor 50% aan de ene zijde en voor 50% aan de andere zijde van de wegas/verkeerstrook gerealiseerd te worden;

  • 4.

    Ingeval sprake is van een terras op voetpaden/trottoirs, moet een vrije doorgang van ten minste 1,5 meter vrije ruimte gewaarborgd te zijn;

  • 5.

    Ingeval sprake is van terrassen/uitstallingen aan beide zijden van de weg, zal nadat de onder punt 1 en 3 genoemde vrije doorgangen zijn gewaarborgd, ten aanzien van de resterende meters waarop de terrassen en/of uitstallingen kunnen worden geplaatst een verdeling gelden van 50%/50%, waarbij:

    • -

      bij één uitstalling en één terras, nadat met de 50%/50% verdeling de uitstalling de maximale uitstapdiepte van 0,90 meter heeft bereikt, de extra ruimte ten goede van het terras zou kunnen komen;

    • -

      bij twee terrassen altijd de verdeling volgens 50%/50% gehanteerd zal worden,

tenzij de bestemmingsplanbepalingen anders aangeven.

Voor de situatie bij twee uitstallingen wordt verwezen naar de beleidsnotitie Uitstallingen in de gemeente Rijswijk 2012;

  • 6.

    Looppaden moeten worden vrijgelaten;

  • 7.

    Ingangen, doorgangen, uitgangen, nooduitgangen, gangpaden, galerijen, trappen, hellingbanen en vluchtwegen dienen te allen tijde over de minimaal vereiste breedte te worden vrijgehouden van obstakels en steeds voldoende stroef zijn. Dit geldt eveneens voor het als verlengstuk van de vluchtwegen aan te merken gedeelte van het aansluitend terrein;

  • 8.

    De toegang tot de boven of naast de inrichting gelegen woningen/panden is te allen tijde gewaarborgd;

  • 9.

    Een terras mag niet zodanig zijn geplaatst of uitgevoerd dat er een verkeersonveilige situatie ontstaat;

  • 10.

    Een terras aan een plein of pleinvormige verruiming in een straat moet zodanig zijn geplaatst dat er direct zicht vanuit de inrichting op het terras is. Het terras moet zoveel mogelijk recht voor de inrichting worden gesitueerd;

  • 11.

    Het is verboden zonder toestemming van de gemeente (afdeling Stadsbeheer) graafwerk te verrichten en/of verharding op te breken;

  • 12.

    De bereikbaarheid van brandkranen dient te allen tijde gewaarborgd te blijven. Terrassen dienen buiten de vrije werkruimte van minimaal 1,00 meter van alle zijden van de brandkranen te blijven;

  • 13.

    Indien zich onder het terras kabels, leidingen of riolering bevinden, of deze daar moeten worden gelegd, en de daarop rechthebbenden daaraan noodzakelijke werkzaamheden moeten verrichten, dient het terras na aankondiging door de rechthebbende ontruimd te worden en dienen eventueel aanwezige belemmerende vlonders, terrasschotten, parasols, bevestigingsmateriaal en dergelijke eveneens te worden verwijderd, alles door en op kosten van de vergunninghouder.

Artikel 3. Warenmarkt, kermis en eventuele andere evenementen

Ten behoeve van de warenmarkt, kermis en eventuele andere evenementen kunnen de afmetingen van een terras worden aangepast. De voortgang van deze activiteiten, waaronder het opbouwen en afbreken, mag door een uitstaand terras niet worden gehinderd. Omgekeerd is het in bepaalde gevallen mogelijk tijdens evenementen een uitbreiding van het terras toe te staan.

Artikel 4. Inrichting van het terras/meubilair

  • 1. Een terras moet bestaan uit terrasmeubilair zoals tafels en stoelen. Hieronder vallen derhalve geen objecten als schommels, zandbakken of opblaaskussens voor kinderen;

  • 2. Ten aanzien van de te gebruiken materialen en kleurstelling zijn geen eisen gesteld, maar het terras moet wel aan de redelijke eisen van welstand voldoen, zulks ter beoordeling aan de Welstandscommissie;

  • 3. Het bevestigen van meubilair aan bomen, gevels e.d. is verboden;

  • 4. Meubilair dient binnen de afbakening van het terras geplaatst te worden.

Artikel 5. Gebruik, opslag van terrasschotten, terrasoverkapping en terrasmeubilair

  • 1. Terrassen zijn het gehele jaar toegestaan;

  • 2. Na sluitingstijd mag het terrasmeubilair blijven staan, mits er geen sprake is van gevaar van openbare orde en veiligheid;

  • 3. Ingeval bij een seizoensgebonden terras gedurende een seizoen geen gebruik gemaakt wordt van een terras, dan dient het terras met al zijn toebehoren (zoals het terrasmeubilair, de terrasschotten, de terrasoverkapping) van het terras te worden verwijderd.

Artikel 6. Terrasschotten en terrasoverkappingen

  • 1. Een terras mag uitsluitend door terrasschotten worden omgeven als deze schotten voor minimaal 50% (de bovenste helft) uit doorzichtig materiaal bestaan en maximaal 1.80 meter hoog zijn;

  • 2. Een terrasoverkapping moet aansluiten op het horecagebouw (geen vrijstaande overkappingen);

  • 3. De terrasoverkapping mag niet breder zijn dan de oorspronkelijke voorgevel van het aansluitende gebouw;

  • 4. De terrasoverkapping heeft een (bouw)hoogte van minimaal 2,20 meter;

  • 5. Het afdichten van de ruimte tussen de overkapping en de terrasschotten is toegestaan, mits de afdichting is bevestigd aan de overkapping en los kan worden gemaakt van de terrasschotten alsmede bestaat uit doorzichtig materiaal;

  • 6. Als afscheiding van het terras mogen verplaatsbare objecten worden gebruikt zoals plantenbakken, mits de objecten geen gevaar opleveren voor de veiligheid.

Artikel 7. Vlonders

  • 1. Het is toegestaan een terras op vlonders te plaatsen;

  • 2. De vlonders dienen voorzien te zijn van deugdelijk reflectiemateriaal;

  • 3. Vlonders in het Winkelcentrum “Oud-Rijswijk” dienen te voldoen aan de authentieke utstraling passend bij het historisch karakter van “Oud-Rijswijk”, zulks ter beoordeling van de Welstandscommissie.

Artikel 8. Parasols

  • 1.  Parasols moeten kunnen worden ingeklapt;

  • 2. Parasols mogen, indien dit geen hinder of gevaar oplevert, maximaal 50 centimeter “oversteken”. In geval van gevaar voor het veilige en doelmatig gebruik van de weg kan in de exploitatievergunning een voorschrift worden opgelegd dat “oversteken” niet is toegestaan;

  • 3. Parasols hebben een minimale vrije doorloophoogte van 2,20 meter;

  • 4. Parasols mogen niet aan luifels worden bevestigd. Hierdoor verdwijnt het “open karakter”;

  • 5. Parasols moeten zijn ingeklapt of worden verwijderd als het terras niet uitstaat.

Artikel 9. Muziek op terrassen

Het verboden op het terras mechanisch versterkte muziek ten gehore te (laten) brengen, anders dan met een vergunning op grond van de APV van Rijswijk voor straatartiesten, evenementen, aanwijzingen collectieve festiviteiten en kennisgevingen incidentele activiteiten.

Artikel 10. Parkeerplaatsen

Er mogen geen parkeerplaatsen aan de openbaarheid worden onttrokken ten behoeve van het plaatsen van terrassen.

Artikel 11. Openbare orde, veiligheid, zedelijkheid en/of woon- en leefklimaat

1.De horeca-ondernemer ziet erop toe dat glaswerk zich niet bevindt buiten het gebied van het terras; 2. De ondernemer dient het terras vrij te houden van afval en zwerfvuil, al dan niet afkomstig

van of veroorzaakt door het gebruik van het terras.

Artikel 12. Medewerking

De exploitant en/of beheerder is verplicht medewerking te verlenen aan de bij of krachtens artikel 6.2 van de APV aangewezen toezichthouders bij de uitoefening van hun functie en de daaraan verbonden bevoegdheden.

Artikel 13. Overgangsrechtelijke bepaling

Voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze beleidsregel zal een nulmeting worden uitgevoerd. Terrassen die blijkens deze nulmeting in strijd zijn met deze beleidsregels zullen worden gedoogd in zoverre dat:

  • 1.

    Ingeval een exploitatievergunning is afgegeven maar het terras niet voldoet aan de bepalingen zoals gesteld in dit Terrassenbeleid 2012 en overige wet- en regelgeving, mogen de horeca-exploitanten het terras in de huidige vorm tot het einde van de vergunningstermijn houden, tenzij dit in het belang van de veiligheid niet gewenst is;

  • 2.

    Bij verkoop of beëindiging van het bedrijf dient de nieuwe ondernemer per direct te voldoen aan het geldende regelgeving voor terrassen. Hieronder valt ook overname respectievelijk vererving door een familielid.

Artikel 14. Inwerkingtreding

Deze Beleidsregel Terrassen in de gemeente Rijswijk 2012, treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking. Het Uitvoeringsvoorschrift nr. 3/09 van de APV voor het onderdeel Terrassen, zoals vastgesteld op 28 juli 2009 en bekendgemaakt op 6 augustus 2009, wordt ingetrokken.

Tevens wordt de regel onder punt 3.9 van de Nota Horecabeleid Rijswijk 2004, vastgesteld door het college op 1 december 2004, luidende: ‘in het bestemmingsplangebied “Oud-Rijswijk” mogen ten hoogste zes parkeerplaatsen aan het verkeer worden onttrokken ten behoeve van het plaatsen van terrassen/uitstallingen’, ingetrokken.

Beide intrekkingbesluiten treden in werking met ingang van de dag na de bekendmaking.

Artikel 15. Citeertitel

Deze Beleidsregel Terrassen in de gemeente Rijswijk 2012 tezamen met het Besluit sluitingstijden terrassen in de gemeente Rijswijk 2012, kan worden aangehaald als “Terrassenbeleid 2012”.

Rijswijk, 22 mei 2012

Burgemeester en wethouders gemeente Rijswijk,

de secretaris, de burgemeester,

drs. A. de Baat mw. G.W. van der Wel-Markerink

Openbaar bekend gemaakt op 7 juni 2012