Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR22513
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR22513/1
Regeling vervallen per 06-02-2014
Verordening reinigingsheffingen Leeuwarden 2010
Geldend van 30-12-2009 t/m 31-12-2010
Hoofdstuk I
Algemene bepalingen
Artikel 1 Inleidende bepaling
Krachtens deze verordening worden geheven:
- a.
een afvalstoffenheffing;
- b.
reinigingsrechten.
Artikel 2 Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
Perceel: een perceel – of een zelfstandig
gedeelte ervan – ten aanzien waarvan
krachtens artikel 10.21 en 10.22 van
de Wet milieubeheer een verplichting
tot het inzamelen van huishoudelijke
afvalstoffen geldt.
Hoofdstuk II
Afvalstoffenheffing
Artikel 3 Aard van de belasting en belastbaar feit
-
1. Onder de naam "afvalstoffenheffing" wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.
-
2. De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven voor het feitelijk gebruik van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
Artikel 4 Belastingplicht
-
1. De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente feitelijk gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
-
2. Voor de toepassing van het eerste lid wordt als gebruiker aangemerkt:
- a.
degene die naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht feitelijk gebruik maakt van het perceel;
- b.
ingeval een gedeelte van een perceel in gebruik is afgestaan: degene die dat gedeelte in gebruik heeft afgestaan.
- a.
Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief
De belasting wordt geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in hoofdstuk 1 van de bij deze verordening behorende tarieventabel.
Artikel 6 Belastingjaar
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 7 Wijze van heffing
De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en
heffing naar tijdsgelang
- 1.
De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.
- 2.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting bedoeld in 1.1 tot en met 1.4 van de bij deze verordening behorende tarieventabel, verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
- 3.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
- 4.
Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in feitelijk gebruik neemt.
Artikel 9 Tijdstip van betaling en betaling in termijnen
-
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet de afvalstoffenheffing worden betaald binnen dertig dagen na dagtekening van de aanslag.
-
2. In afwijking van het eerste lid geldt dat zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, de aanslagen moeten worden betaald in acht gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
-
3. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.
Artikel 10 Kwijtschelding
-
1. Bij de invordering van de afvalstoffenheffing, als bedoeld in 1.1 en 1.2, van de bij deze verordening behorende tarieventabel kan kwijtschelding worden verleend. Binnen de kaders van de wet wordt de meest ruimhartige vorm voor de beoordeling van het kwijtscheldingsverzoek gehanteerd.
-
2. Bij de invordering van de reinigingsrechten wordt geen kwijtschelding verleend.
Hoofdstuk III
Reinigingsrechten
Artikel 11 Aard van de heffing en belastbaar feit
Onder de naam "reinigingsrechten" worden rechten geheven zowel voor het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten als voor het gebruik van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen, werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn.
Artikel 12 Belastingplicht
De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.
Artikel 13 Maatstaf van heffing en belastingtarief
-
1. De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in hoofdstuk 2 van de bij deze verordening behorende tarieventabel.
-
2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
Artikel 14 Belastingjaar
Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 15 Wijze van heffing
-
1. De rechten bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel worden geheven bij wege van aanslag.
-
2. In afwijking van het gestelde in het eerste lid, wordt de belasting bedoeld in 2.3 van de bij deze verordening behorende tarieventabel geheven door middel van een mondelinge dan wel gedagtekende schriftelijke kennisgeving. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekend gemaakt.
Artikel 16 Ontstaan van de belastingschuld en de heffing
naar tijdsgelang
- 1.
De rechten, bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later, is bij de aanvang van de belastingplicht.
- 2.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt zijn de rechten verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
- 3.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
- 4.
Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in feitelijk gebruik neemt.
- 5.
De rechten bedoeld in 2.2 en 2.3 van de bij deze verordening behorende tarieventabel zijn verschuldigd bij aanvang van de dienstverlening of het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.
Artikel 17 Tijdstip van betalen en betalen in termijnen
-
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de reinigingsrechten bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel worden betaald
- a.
op het moment van het doen van de kennisgeving indien deze mondeling wordt gedaan, dan wel
- b.
op het moment van uitreiking van de kennisgeving indien deze schriftelijk wordt gedaan, dan wel
- c.
binnen dertig dagen na dagtekening van de aanslag.
- a.
-
2. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.
Hoofdstuk IV
Aanvullende bepalingen
Artikel 18 Nadere regels door
het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels
geven met betrekking tot de heffing en invordering van de
reinigingsheffingen.
artikel 19 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als "Verordening reinigingsheffingen Leeuwarden 2010".
artikel 20 Inwerkingtreding
- 1.
De "Verordening Reinigingsheffingen Leeuwarden 2009", vastgesteld bij raadsbesluit van 15 december 2008, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
- 2.
Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking.
- 3.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2010.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van 14 december 2009.
De voorzitter,
De griffier,
Tarieventabel behorende bij de
Verordening reinigingsheffingen Leeuwarden 2010
(Kenmerk 286842)
Algemeen
(*)
De bedragen genoemd in deze tabel zijn inclusief omzetbelasting
indien deze verschuldigd is.
(**)
Tarieven overeenkomstig de tarieven van OMRIN.
2009
2010
stijging
Maatstaven en tarieven afvalstoffenheffing
Hoofdstuk 1
1.1
De belasting voor het inzamelen van
huishoudelijke afvalstoffen bedraagt,
per perceel,
per jaar
€ 282,57
€ 275,56
-2,48%
1.2
In afwijking van het gestelde in 1.1,
bedraagt het tarief voor een perceel
met een huishouding van één persoon
op de peildatum van 1 januari
van het belastingjaar,
per perceel,
per jaar
€ 246,77
€ 240,65
-2,48%
1.3
De belasting als bedoeld in 1.1 en 1.2,
wordt vermeerderd voor het op 1 januari
van het belastingjaar, of indien de
belastingplicht later aanvangt, bij
aanvang van de belastingplicht, in
bruikleen hebben van een extra
(= boven hetgeen volgens de APV
aan het perceel is verstrekt):
container voor restafval van 240 liter,
per container,
per jaar
€ 113,25
€ 113,25
0,00%
1.4
Indien de container groter is dan 240 liter,
wordt het tarief genoemd in 1.2 vermenigvuldigd met
het aantal eenheden of gedeelten van eenheden
naar grootte van de container.
Maatstaven en tarieven reinigingsrechten
Hoofdstuk 2
2.1
Het recht bedraagt voor:
het periodiek verwijderen van
bedrijfsafval tot een
hoeveelheid van maximaal 0,24 m3
(= een container van 240 liter),
per bedrijfspand,
per jaar
(*)
€ 356,79
€ 356,79
0,00%
2.2 (**)
Het recht bedraagt voor:
bedrijfsafval dat voor scheiding bij de
milieustraat wordt aangeboden
per ton (1.000 kg)
(*) (**)
€ 142,08
€ 154,70
8,88%
2.3 (**)
Het recht bedraagt voor
het brengen van huishoudelijke
afvalstoffen, zoals
bouw- en sloopafval, dakleer, gipsplaten en
gipsblokken, hout en puin,
naar de milieustraat,
per hoeveelheid gelijk aan of minder
dan de inhoud van een
2.3.1
kofferbak van een personenwagen,
per kofferbak
(**)
€ 5,00
€ 5,00
0,00%
2.3.2
kleine aanhanger,
per aanhanger klein
(**)
€ 12,00
€ 12,00
0,00%
2.3.3
grote aanhanger
per aanhanger groot
(**)
€ 35,00
€ 35,00
0,00%
2.4
Voor het brengen van de volgende huishoudelijke afvalstoffen is geen
reinigingsrecht verschuldigd:
asbest, glas, grof afval, grof snoeiafval, grond, klein chemisch afval, kring-
loopgoederen, metalen, papier, tapijten,
textiel, wit- en bruingoed.
Behorende bij het raadsbesluit van 14 december 2009.
De griffier van Leeuwarden,
- 1.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl