Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR222897
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR222897/1
Brandbeveiligingsverordening Cranendonck 2012
Geldend van 14-06-2012 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-04-2012
Intitulé
Brandbeveiligingsverordening Cranendonck 2012DE RAAD VAN DE GEMEENTE CRANENDONCK
Gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Cranendonck d.d. 10 april 2012, nr. 2012 -
Gelezen de ledenbrief van 16 februari 2012, nr. 12/025, van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), waarbij het voorstel tot wijziging van de Brandbeveiligingsverordening is toegezonden
Gelet op artikel 3 van de Wet veiligheidsregio’s, de aanpassing daarop (Stb. 2010, 145 en 146) en het Bouwbesluit 2012 (Stb. 2011, 416 en 676)
B E S L U I T
vast te stellen de Brandbeveiligingsverordening Cranendonck 2012
Artikel 1 Begripsbepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
a.een inrichting: een voor mensen toegankelijke ruimtelijk begrensde plaats voor zover die
geen bouwwerk is;
b.bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal,
die op de plaats van bestemming hetzij direct hetzij indirect met de grond verbonden is,
hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te
functioneren.
Artikel 2 Verbodsbepaling
1.Het is verboden zonder of in afwijking van een door het college verleende
gebruiksvergunning een inrichting in gebruik te hebben of te houden, voor zover daarin:
- a.
meer dan 50 personen tegelijk aanwezig zullen zijn of,
- b.
aan meer dan 10 personen bedrijfsmatig of in het kader van verzorging nachtverblijf zal worden verschaft of,
- c.
aan meer dan 10 personen jonger dan 12 jaar, of aan meer dan 10 lichamelijk of
geestelijk gehandicapte personen dagverblijf zal worden verschaft.
- 2.
Het college kan aan de gebruiksvergunning voorwaarden verbinden met inachtneming
van het gestelde in de artikelen 4 en 5.
3.Het college kan aan de gebruiksvergunning nieuwe voorwaarden verbinden en gestelde
voorwaarden wijzigen of intrekken, indien het belang waarvoor de gebruiksvergunning is
verleend dit vereist op grond van een verandering van inzichten of verandering van de
omstandigheden gelegen buiten de inrichting, opgetreden na het verlenen van de
gebruiksvergunning.
4.Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht is van toepassing.
Artikel 3 Weigeringgronden
Het college weigert een gebruiksvergunning, indien de in de aanvraag vermelde wijze van gebruik van de inrichting niet brandveilig is en door het stellen van voorschriften ook niet kan worden bereikt.
Artikel 4 Gebruikseisen
De eisen gesteld aan het brandveilig gebruik van bouwwerken in de artikelen 1.16, 1.17 en 6.5 en in de afdelingen 6.5, 6.6, 7.1 en 7.2 van het Bouwbesluit 2012 (Stb. 2011, 416 en 676) zijn van overeenkomstige toepassing op vergunningplichtige en niet vergunningplichtige inrichtingen.
Artikel 5 Brandveiligheidsvoorzieningen
De eisen gesteld aan het brandveilig gebruik van bouwwerken in de afdelingen 6.7 en 6.8 van het Bouwbesluit 2012 (Stb. 2011, 416 en 676) zijn, met uitzondering van de artikelen 6.28, 6.29 en 6.39, van overeenkomstige toepassing op vergunningplichtige en niet vergunning-plichtige inrichtingen.
Artikel 6 Melden van brand en broei
Ieder die brand of broei ontdekt of deze vermoedt, is verplicht dit onmiddellijk aan de brandweer te melden.
Artikel 7 Bossen, heidevelden, venen
De eigenaar van een aaneengesloten of vrijwel aaneengesloten opstand die voor meer dan de helft bestaat uit naaldhout, een heideveld, een veen of een ander erf of terrein, voor zover niet bedoeld in artikel 8, tweede lid, onder b van de Woningwet, en dat met brandbare gewassen is begroeid, is verplicht de voorschriften op te volgen, die het college geeft tot het voorkomen van brand en het beperken van de gevolgen van brand.
Artikel 8 Bestuurlijke boete
Overtreding van de regels van deze verordening kan worden beboet met een bestuurlijke boete van maximaal het bedrag, genoemd in de Arbeidsomstandighedenwet artikel 34, vierde lid, onder 1°.
Artikel 9 Overgangsrecht
1.Vergunningen die zijn verleend onder werking van de brandbeveiligingsverordening 2010
en die van kracht zijn op het moment van inwerkingtreding van deze verordening worden
aangemerkt als vergunning krachtens deze verordening.
2.Indien vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om
vergunning op grond van de brandbeveiligingsverordening 2010 is ingediend waarop nog
niet is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.
3.Op bezwaarschriften gericht tegen een beschikking op een aanvraag om vergunning
krachtens de brandbeveiligingsverordening 2010 wordt beslist met toepassing van deze
verordening.
Artikel 10 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als Brandbeveiligingsverordening Cranendonck 2012.
Artikel 11 Inwerkingtreding
- 1.
Deze verordening treedt in werking op de dag na de dag waarop zij is afgekondigd en werkt terug tot en met de datum van inwerkingtreding van het Bouwbesluit 2012.
- 2.
Bij de inwerkingtreding van deze verordening vervalt de Brandbeveiligingsverordening 2010, vastgesteld bij raadsbesluit d.d. 16 november 2010.
Ondertekening
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl