Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR22229
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR22229/1
Verordening burgerinitiatief 2005
Geldend van 14-12-2005 t/m heden
Intitulé
Verordening burgerinitiatief 2005De raad van de gemeente Borger-Odoorn;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 19 september 2005;
gelet op Artikel 149 Gemeentewet;
BESLUIT:
vast te stellen de volgende Verordening burgerinitiatief 2005.
Artikel 1
In deze verordening wordt verstaan onder:
- -
burgerinitiatief: een voorstel of een onderwerp van een initiatiefgerechtigde ter plaatsing op de agenda van de vergadering van de raad.
- -
initiatiefgerechtigde: iemand die op de dag van indiening van het verzoek ingezetene van de gemeente Borger-Odoorn.
- -
ingezetene: zij die hun werkelijke woonplaats in de gemeente hebben.
Artikel 2
-
1. De raad plaatst een burgerinitiatief op de agenda van zijn vergadering, indien daartoe door een initiatiefgerechtigde een geldig verzoek is ingediend.
-
2. Ongeldig is het verzoek dat:
- a.
een onderwerp als bedoeld in artikel 4 bevat, of
- b.
niet voldoet aan de voorwaarden, gesteld in artikel 5.
Artikel 3
Initiatiefgerechtigd zijn alle ingezetenen van de gemeente Borger-Odoorn.
- a.
Artikel 4
-
1. Een burgerinitiatief kan geen betrekking hebben op:
- a.
een onderwerp dat niet behoort tot de bevoegdheid van de gemeenteraad;
- b.
een vraag over het gemeentelijk beleid;
- c.
een klacht in de zin van hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht;
- d.
een bezwaar in de zin van hoofdstuk 7 van de Algemene wet bestuursrecht tegen een besluit van het gemeentebestuur;
- e.
een voorstel waarover al eerder door de raad een besluit is genomen in de huidige raadsperiode, tenzij nieuwe argumenten tot een nieuwe afweging zouden kunnen leiden;
- f.
voorstellen die privé-belangen betreffen en daarmee niet het belang van buurt, wijk of dorp;
- g.
benoeming en functioneren van personen;
- a.
-
2. Een burgerinitiatief over een voorstel dat niet behoort tot de bevoegdheid van de raad, maar wel valt onder de bevoegdheid van het gemeentebestuur, zal door de raad, eventueel vergezeld van zijn advies, worden doorgezonden naar het college of naar de burgemeester in de hoedanigheid van portefeuillehouder.
-
3. Het college of de burgemeester zal een onderwerp of voorstel als bedoeld in lid 2 behandelen als ware het een burgerinitiatief.
Artikel 5
-
1. Het verzoek tot plaatsing van een burgerinitiatief op de agenda van de vergadering van de raad wordt schriftelijk ingediend bij de voorzitter van de raad.
-
2. Formulieren voor indiening van een burgerinitiatief zijn bij de griffie verkrijgbaar en kunnen – na invulling – weer bij diezelfde griffie worden ingediend. De griffie zal de initiatiefnemer gedurende de verdere procedure adviseren en begeleiden.
-
3. Het burgerinitiatief hoeft niet door derden te worden ondersteund.
-
4. Het verzoek bevat ten minste:
- a.
een nauwkeurige omschrijving van het burgerinitiatief;
- b.
een toelichting op het burgerinitiatief, en
- c.
de achternaam, de voornamen, het adres, de geboortedatum en de handtekening(en) van de initiatiefnemer(s).
- a.
-
5. Voor de indiening van het verzoek wordt gebruik gemaakt van het in bijlage 1 van deze verordening opgenomen model.
Artikel 6
-
1. De raad agendeert het burgerinitiatief voor zijn eerstvolgende vergadering na de datum van indiening van het initiatief, indien het voldoet aan de vereisten zoals gesteld in artikel 5. Er dient ten minste twee weken te liggen tussen de dag van indiening van het burgerinitiatief en de dag van de vergadering waarin over het burgerinitiatief wordt beslist.
-
2. De voorzitter van de raad nodigt de initiatiefnemer schriftelijk uit voor de vergadering waarvoor het burgerinitiatief is geagendeerd. De initiatiefnemer of zijn plaatsvervanger heeft tijdens deze vergadering de gelegenheid om zijn burgerinitiatief mondeling nader toe te lichten.
-
3. Zo spoedig mogelijk nadat de raad over het burgerinitiatief een besluit heeft genomen, wordt dit besluit bekendgemaakt door kennisgeving van het besluit of van de zakelijke inhoud ervan in een van overheidswege uitgegeven blad of een dag-, nieuws- of huis-aan-huisblad, dan wel op een andere geschikte wijze.
-
4. Tegelijkertijd met de bekendmaking wordt van het besluit mededeling gedaan aan de initiatiefnemer.
-
5. De initiatiefnemer wordt daarna schriftelijk ingelicht over de vervolgstappen inzake de uitwerking van het burgerinitiatief.
Artikel 7
De burgemeester brengt in het burgerjaarverslag verslag uit over de werking van het recht van burgerinitiatief in de praktijk.
Artikel 8
Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na bekendmaking.
Ondertekening
Vastgesteld in de openbare vergadering d.d. 29 september 2005.
De raad van de gemeente Borger-Odoorn,
de griffier
L.F. van Ameijden Zandstra
de voorzitter
T. Slagman-Bootsma
Bijlage 1: Verzoek burgerinitiatiefvoorstel
Ondergetekende verzoekt hierbij het volgende voorstel op de agenda van de gemeenteraad te plaatsen:
...................................................................................
Toelichting op voorstel:
………………………………………………………………………………………………….………………………………………………………………………………………………….………………………………………………………………………………………………….………………………………………………………………………………………………….………………………………………………………………………………………………….
………………………………………………………………………………………………….…………………………………………………………………………………………………..
Naam :………………………………………………………………………………….
Adres :………………………………………………………………………………….
Postcode :………………………………………………………………………………….
Woonplaats :………………………………………………………………………………….
Datum :…………………………………………………………………………………..
Handtekening :
...................................................................................
Toelichting op de verordening burgerinitiatief 2005
Artikel 1
Burgerinitiatief:
In deze bepalingen is ervoor gekozen de term "burgerinitiatief " te hanteren ter aanduiding van het voorstel dat door een burger bij de raad kan worden ingediend. Er wordt van uitgegaan dat een burger bij dit middel alleen concrete voorstellen kan indienen bij de raad. Een voorbeeld hiervan kan zijn het voorstel om de winkels op bepaalde zondagen open op te stellen.
Initiatiefgerechtigde:
De keuze voor deze ruime definitie van initiatiefgerechtigden ligt voor de hand en sluit aan bij de strekking van de motie burgerparticipatie die aan deze verordening ten grondslag ligt. Een belangrijke overweging in deze motie is “dat het betrekken van de jeugd bij de gemeentelijke politiek in de breedste zin van het woord een maatschappelijk doel dient”. Het gaat om de kwaliteit van het initiatief; nadere criteria kunnen dan onnodig belemmerend werken. Er is dan ook geen leeftijddrempel opgenomen.
Bij indiening van een burgerinitiatief kan worden getoetst of de indiener/initiatiefnemer voldoet aan de vereisten van een initiatiefgerechtigde. Het verzoek vindt immers formeel op dat moment plaats. Om te kunnen onderzoeken of op dat moment wordt voldaan aan de vereisten, zijn verschillende gegevens nodig. Welke dat zijn wordt geregeld in artikel 5.
Artikel 2
Toelichting
Uit dit artikel volgt dat de raad een burgerinitiatief op de agenda van een raadsvergadering moet plaatsen indien er sprake is van een geldig verzoek, ingediend door een initiatiefgerechtigde. De gemeenteraad zal zich in dat geval dus moeten uitspreken over het burgerinitiatief. Van een geldig verzoek is sprake als (a) het onderwerp van het burgerinitiatief niet in artikel 4 is uitgezonderd en (b) aan de in artikel 5 gestelde procedurele voorwaarden wordt voldaan. In artikel 3 (zie hierna) wordt nader omschreven wanneer een persoon initiatiefgerechtigd is.
Artikel 3
Toelichting
De definitie van initiatiefgerechtigden is bij artikel 1 nader toegelicht. Bij indiening van een burgerinitiatief kan worden getoetst of de indiener/initiatiefnemer voldoet aan de vereisten van een initiatiefgerechtigde. Het verzoek vindt immers formeel op dat moment plaats. Om te kunnen onderzoeken of op dat moment wordt voldaan aan de vereisten, zijn verschillende gegevens nodig. Welke dat zijn wordt geregeld in artikel 5.
Artikel 4
Toelichting
Het is weinig efficiënt om de raad te belasten met de beraadslaging over een onderwerp waarover de raad uiteindelijk geen beslissende bevoegdheid heeft.
Daar komt bij dat de afstand tussen burger en bestuur alleen maar zou worden vergroot als de burger na het doorlopen van de burgerinitiatiefprocedure te horen krijgt dat de raad niets met het burgerinitiatief kan doen, omdat hij "er niet over gaat". Een vraag over gemeentelijk beleid kan ook geen onderwerp van een burgerinitiatief zijn. Voor dit soort vragen staan andere wegen open, zoals het spreekrecht in een commissie- of raadsvergadering of het spreekuur van een wethouder. Ook moet voorkomen worden dat het burgerinitiatief andere procedures zoals de bezwaar- of de klachtprocedure doorkruist. Met het oog hierop kan worden bepaald dat het burgerinitiatief geen bezwaar tegen een genomen besluit of een klacht over een gedraging van het gemeentebestuur kan inhouden. Tenslotte is het evenmin de bedoeling dat zaken, die recent nog in de raad aan de orde zijn geweest, opnieuw onderwerp van bespreking worden als gevolg van een burgerinitiatief. Dit zou de besluitvorming in de raad te zeer kunnen frustreren. Daarbij wordt gekozen voor de huidige raadsperiode. Het is aan de initiatiefnemer om aan te tonen dat het initiatief een nieuw voorstel betreft dat nog geen onderwerp van een raadsbesluit is geweest. Een burgerinitiatief dat wordt doorgestuurd naar college of burgemeester als portefeuillehouder, is geen burgerinitiatief meer volgens de definitie van artikel 1 van deze verordening. Lid 3 is bedoeld om te voorkomen dat college of burgemeester een initiatief om die reden terzijde kan schuiven.
Artikel 5
Toelichting
Het ligt voor de hand om het burgerinitiatief bij de voorzitter van de raad te laten indienen. De burgemeester ontvangt als voorzitter van de raad is de voorstellen. Om de voortgang van het burgerinitiatief ordelijk te laten verlopen, is het onvermijdelijk dat aan het verzoek een aantal minimumeisen wordt gesteld. Het is uit praktische overwegingen zoals uniformiteit, overzichtelijkheid en duidelijkheid raadzaam, dat indiening van een burgerinitiatief plaatsvindt door middel van een standaardformulier. Op dit formulier zal de initiatiefnemer naast het voorstel en een toelichting in ieder geval zijn personalia moeten aangeven. Ter voorkoming van fraude met namen kan gevraagd worden naar personalia, zoals adressen en geboortedata. Op grond van deze gegevens kan de gemeente onderzoeken of het initiatief de steun van voldoende daartoe gerechtigde personen heeft.
Het burgerinitiatief hoeft niet door derden te worden ondersteund. Daarmee wordt er geen drempel gelegd. Het (theoretische) risico dat de raad overspoeld kan worden door individuele initiatieven wordt voorshands geaccepteerd.
Artikel 6
Toelichting
De burger moet erop kunnen vertrouwen dat de raad zijn voorstel spoedig toetst aan de vereisten en een besluit neemt over de behandeling. Hierin voorziet het eerste lid. Het gaat erom een termijn te kiezen die niet te lang is, maar ook niet zo kort dat er onvoldoende tijd is om het voorstel te kunnen controleren. Verzoeken waarover de raad niet bevoegd is, kan de raad doorzenden naar het college of de burgemeester als portefeuillehouder. Met het derde tot en met vijfde lid worden vooral waarborgen gecreëerd voor transparantie bij de afhandeling van een burgerinitiatief door de raad. Op grond van het vijfde lid wordt de indiener / initiatiefnemer altijd schriftelijk meegedeeld wat er met het ingediende voorstel gebeurt. Dat kan dus een inhoudelijk besluit zijn of de mededeling dat het verzoek is afgewezen. Wordt het verzoek tot plaatsing van het burgerinitiatief door de raad afgewezen, dan is er sprake van een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht waartegen bezwaar en beroep op de rechter openstaan. Besluit de raad het burgerinitiatief te agenderen, dan is er sprake van een voorbereidingsbeslissing die niet vatbaar is voor bezwaar of beroep (artikel 6:3 Awb). Afhankelijk van de inhoud van de beslissing op het initiatief zelf, zal er sprake zijn van een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht dat vatbaar is voor bezwaar en beroep. Zo zal bijvoorbeeld bezwaar en beroep openstaan indien de raad, het college of de burgemeester naar aanleiding van het burgerinitiatief besluit een subsidie toe te kennen voor een bepaald project. Een ander voorbeeld is het besluit om een verordening op bepaalde punten aan te passen. Tegen een dergelijk besluit staan geen bezwaar en beroep bij de rechter open (artikel 8:2 Awb). In deze bepalingen is ervoor gekozen in het midden te laten hoe raad verder met het burgerinitiatief omgaat. Bedoeld is niet dat de raad altijd plenair het voorstel inhoudelijk moet behandelen. Het ligt wel voor de hand dat in de raadsvergadering wordt beslist over het te volgen traject, maar een besluit over een burgerinitiatief kan uiteraard ook in een raadscommissie inhoudelijk worden voorbereid. Ook kan de raad van mening zijn dat nader onderzoek moet worden gedaan. Binnen het stramien van de Gemeentewet betekent dit dan dat meestal het college en soms de burgemeester dit dan verder voorbereiden. De indiener / initiatiefnemer zal hoe dan ook steeds over het vervolgtraject worden ingelicht en waar nodig en mogelijk erbij worden betrokken.
Artikel 7
Toelichting
De raad kan ervoor kiezen om in een regeling over het burgerinitiatief de burgemeester te verplichten om jaarlijks een verslag over het burgerinitiatief uit te brengen. Hierbij valt te denken aan getalsmatige gegevens (aantal ingediende, aantal toegewezen en aantal afgewezen burgerinitiatieven), en aan een beknopt overzicht van de inhoud van de burgerinitiatieven, de besluiten van de raad over de burgerinitiatieven en de motivatie op grond waarvan de raad tot deze besluiten is gekomen. In het wetsvoorstel met betrekking tot de dualisering van het gemeentebestuur wordt de burgemeester verplicht een burgerjaarverslag op te stellen. De burgemeester kan er dan voor kiezen het verslag over het burgerinitiatief hierin op te nemen. Uit de inventarisatie is gebleken dat dit in veel gemeenten al gebeurt
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl