Regeling vervallen per 01-01-2017

Regeling met betrekking tot de heffing en de invordering van de gemeentelijke belastingen

Geldend van 22-01-2003 t/m 31-12-2016 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2003

Intitulé

Regeling gemeentelijke belastingen

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Vlist;

Gelet op de artikelen 6, derde lid, 13, eerste lid en 14, eerste lid van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, de artikelen 29 en 31 van de Invorderingswet 1990 in verbinding met artikel 231, tweede lid, onderdeel a, en derde lid van de Gemeentewet en de betreffende bepalingen van de belastingverordeningen;

Besluit:

Vast te stellen de volgende:

Regeling met betrekking tot de heffing en de invordering van de gemeentelijke belastingen.

Artikel 1 Reikwijdte van de regeling

De in deze regeling opgenomen regels gelden bij de heffing en invordering van de gemeentelijke belastingen op grond van de onderscheiden belastingverordeningen voor zover deze regels in artikel 4 voor de betreffende gemeentelijke belasting van toepassing is verklaard.

Artikel 2 Aangifte

  • 1. De belastingplichtige die niet binnen zes maanden na afloop van het belastingjaar of kalenderjaar is uitgenodigd tot het doen van aangifte of aan wie niet binnen twee maanden na afloop van het belastingjaar of kalenderjaar een aanslag is opgelegd, is gehouden binnen veertien dagen na afloop van die maanden bij de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar een schriftelijk verzoek in te dienen om te worden uitgenodigd tot het doen van aangifte.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar ontstaat dan wel het aantal honden dat door de belastingplichtige wordt gehouden wijziging ondergaat moet de belastingplichtige binnen veertien dag na het tijdstip waarop de belastingplicht is ontstaan of de wijziging van het aantal honden heeft plaatsgevonden, bij de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar schriftelijk verzoeken om te worden uitgenodigd to het doen van aangifte.

  • 3. Het model voor het uitnodigen tot het doen van aangifte voor de gemeentelijke belasting als bedoeld in artikel 4, onderdeel c, wordt vastgesteld overeenkomstig de bij deze regeling behorende bijlagen.

Artikel 3 Rente

  • 1. Het percentage van de invorderingsrente volgt het percentage dat op grond van artikel 29 van de Invorderingswet 1990 voor het betreffende kalenderkwartaal voor de rijksbelastingen is vastgesteld.

  • 2. Bij de invordering van d gemeentelijke belastingen vindt de ministeriële regeling bedoeld in artikel 31 van de Invorderingswet 1990 overeenkomstige toepassing.

  • 3. In afwijking van de in het tweede lid bedoelde regeling wordt geen invorderingsrente in rekening gebracht indien deze in totaal een bedrag van € 23,00 niet te boven gaat.

Artikel 4 Gelding

Met betrekking tot:

  • a.

    de onroerende-zaakbelastingen vindt artikel 3 toepassing

  • b.

    het rioolrecht gebruiker vindt artikel 3 toepassing;

  • c.

    de hondenbelasting vinden de artikelen 2 en 3 toepassing;

  • d.

    de afvalstoffenheffing vindt artikel 3 toepassing;

  • e.

    de reinigingsrechten vindt artikel 3 toepassing;

  • f.

    de toeristenbelasting vindt artikel 3 toepassing;

  • g.

    de grafrechten vindt artikel 3 toepassing.

Artikel 5 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang is 1 januari 2003.

  • 3.

    Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling gemeentelijke belastingen.

Ondertekening

Stolwijk, dd 7 januari 2003

Het college van burgemeester en wethouders voornoemd,

De secretaris, ··de burgemeester