Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR21926
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR21926/1
Verordening leerlingenvervoer gemeente Overbetuwe 2007
Geldend van 27-02-2007 t/m 02-01-2008
Onderwerp:
Verordening leerlingenvervoer gemeente Overbetuwe 2007
Nr. 8
De raad van de gemeente Overbetuwe,
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 2 januari 2007,
gelet op de artikelen 4 van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs,
besluit vast te stellen de:
"Verordening leerlingenvervoer gemeente Overbetuwe 2007"
Titel 1 Algemene bepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijving
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
school:
- •
een basisschool of speciale school voor basisonderwijs als bedoeld in de Wet op het primair onderwijs (Stb. 1998, 495);
- •
een school voor speciaal onderwijs of speciaal en voortgezet speciaal onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in de Wet op de expertisecentra (Stb. 1998, 496);
- •
een school voor voortgezet onderwijs als bedoeld in de Wet op het voortgezet onderwijs (Stb. 1998, 512);
- •
een school voor speciaal voortgezet onderwijs als bedoeld in deel II van de Wet op het voortgezet onderwijs.
- •
- b.
ouders: de ouders, voogden of verzorgers van de leerling;
- c.
leerling: een leerling van een school als bedoeld onder a;
- d.
woning: de plaats waar de leerling feitelijk zijn hoofdverblijf heeft;
- e.
afstand: de afstand tussen de woning en de school, gemeten langs de kortste voor de leerling voldoende begaanbare en veilige weg;
- f.
vervoer: openbaar vervoer, aangepast vervoer of eigen vervoer tussen de woning dan wel de opstapplaats en de school dat plaatsvindt in aansluiting op het begin en einde van de schooldag volgens het schoolplan, tenzij de structurele handicap van een leerplichtige leerling die aansluiting onmogelijk maakt;
- g.
openbaar vervoer: voor eenieder openstaand personenvervoer volgens een dienstregeling per trein, metro, tram, bus of veerdienst
- h.
aangepast vervoer: vervoer per besloten (school)busvervoer, taxi, treintaxi of bustaxi;
- i.
eigen vervoer: vervoer per eigen motorvoertuig, bromfiets of fiets;
- j.
reistijd: de totale tijdsduur die ligt tussen het verlaten van de woning en de aanvang van de schooldag volgens het schoolplan, minus maximaal 10 minuten indien en voorzover de leerling het schoolgebouw met bijbehorend terrein gewoonlijk eerder bereikt dan het schoolplan aangeeft, dan wel de totale tijdsduur die ligt tussen het einde van de schooldag volgens het schoolplan en de aankomst bij de woning;
- k.
toegankelijke school:
- •
voor basisscholen en speciale scholen voor basisonderwijs: de basisschool van de verlangde godsdienstige of levensbeschouwelijke richting dan wel de openbare school of de speciale school voor basisonderwijs waarop de leerling is aangewezen van de verlangde godsdienstige of levensbeschouwelijke richting dan wel de openbare school;
- •
voor scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs en scholen voor voortgezet onderwijs: de school van de soort waarop de leerling is aangewezen van de verlangde godsdienstige of levensbeschouwelijke richting dan wel de openbare school van de soort waarop de leerling is aangewezen;
- •
- l.
inkomen: het ingevolge de Wet op de inkomstenbelasting 2001 (Stb. 2000, 215) vastgestelde gecorrigeerde verzamelinkomen van de ouders in het tweede kalenderjaar voorafgaande aan het schooljaar waarvoor bekostiging van de vervoerskosten wordt gevraagd;
- m.
opstapplaats: plaats aangewezen door het college, vanaf waar de leerling gebruik kan maken van het vervoer;
- n.
commissie voor de begeleiding: de commissie die is ingesteld door het bevoegd gezag van een school als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra, niet zijnde een instelling of de bevoegde gezagsorganen van twee of meer scholen als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra, niet zijnde instellingen die hetzelfde regionale expertisecentrum in stand houden;
- o.
vervoersvoorziening: een gehele of gedeeltelijke bekostiging van de door het college noodzakelijk geachte vervoerskosten van de leerling en zo nodig diens begeleider;
- •
de verstrekking van een abonnement of strippenkaart voor de leerling en zo nodig diens begeleider, of:
- •
aanbieding van aangepast vervoer dat de gemeente verzorgt of doet verzorgen;
- •
- p.
permanente commissie leerlingenzorg: de commissie als bedoeld in artikel 23 van de Wet op het primair onderwijs.
- q.
samenwerkingsverband: het samenwerkingsverband als bedoeld in artikel 18 van de Wet op het primair onderwijs.
- r.
regionale verwijzingscommissie: de commissie als bedoeld in artikel 10g van de Wet op het voortgezet onderwijs;
- s.
opdc: orthopedagogisch en -didactisch centrum als bedoeld in artikel 10h, derde lid Wet op het voortgezet onderwijs.
- t.
ambulante begeleiding: de begeleiding door een personeelslid van een school of instelling als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra van leerlingen die zijn geplaatst op een basisschool of leerlingen die zijn geplaatst op een school voor voortgezet onderwijs en naar het oordeel van het bevoegd gezag zonder die begeleiding zouden zijn aangewezen op het speciaal onderwijs of het voortgezet speciaal onderwijs.
- u.
commissie voor de indicatiestelling: de commissie als bedoeld in artikel 28 c van de Wet op de Expertise Centra.
Artikel 2 Bekostiging van de door het college noodzakelijk te achten vervoerskosten
- 1.
Voor het schoolbezoek kent het college aan de ouders van in de gemeente Overbetuwe verblijvende leerlingen op aanvraag een vervoersvoorziening toe met inachtneming van het bepaalde in deze verordening.
- 2.
Indien het college toepassing geeft aan het eerste lid, verlangt het dat de ouders aan wie slechts een gedeeltelijke bekostiging van de vervoerskosten toekomt, hun kinderen van het aldus verzorgde vervoer gebruik laten maken tegen betaling van een bijdrage tot ten hoogste het bedrag dat de ouders ingevolge het bepaalde in deze verordening moeten bijdragen aan de kosten van het vervoer. Weigering van of nalatigheid in de betaling van de in de vorige volzin bedoelde bijdrage doet de aanspraak op bekostiging vervallen.
- 3.
De bepalingen in deze verordening doen niets af aan de verantwoordelijkheid van de ouders voor het schoolbezoek van hun kinderen.
- 4.
Indien de leerling meerderjarig en handelingsbekwaam is, wordt de bekostiging op aanvraag verstrekt aan de leerling.
Artikel 3 Bekostiging naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school
- 1.
Bekostiging van de vervoerskosten wordt toegekend over de afstand tussen de woning dan wel de opstapplaats en de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke school, tenzij vervoer naar een verder weggelegen school voor de gemeente minder kosten met zich mee zou brengen en de ouders met het vervoer naar die school schriftelijk instemmen.
- 2.
Indien ouders bekostiging van de vervoerskosten aanvragen voor het bezoeken van een school, die op grotere afstand van de woning is gelegen dan in artikel 11 of 15 is bepaald, terwijl een of meer scholen van dezelfde onderwijssoort dichterbij de woning zijn gelegen, ontstaat er slechts aanspraak op bekostiging naar eerstgenoemde school als door de ouders schriftelijk wordt verklaard dat zij overwegende bezwaren hebben tegen het openbaar onderwijs dan wel tegen de richting van het onderwijs van alle bijzondere scholen, van de soort waarop de leerling is aangewezen, die dichterbij de woning zijn gelegen.
- 3.
Voor de leerling die een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs uit cluster 4 bezoekt geldt als dichtstbijzijnde toegankelijke school, de school die door de commissie voor de indicatiestelling is geadviseerd. Dit is van toepassing zolang de leerling zijn woonplaats heeft in het gebied van het regionaal expertisecentrum waaraan voornoemde commissie is verbonden.
Artikel 4 Uitbetaling van de bekostiging
Het college bepaalt bij het verstrekken van de bekostiging van de vervoerskosten de wijze en het tijdstip van de uitbetaling, alsmede de tijdsduur van de verstrekte bekostiging.
Artikel 5 Aanvraagprocedure
- 1.
Een aanvraag voor bekostiging van de vervoerskosten wordt gedaan door indiening van een daartoe door het college vastgesteld formulier. De aanvraag wordt, indien het een aanvraag voor het eerstvolgende schooljaar betreft, vóór 1 juni voorafgaand aan dat schooljaar ingediend.
- 2.
Het college besluit over de aanvraag binnen acht weken na ontvangst van alle benodigde gegevens.
- 3.
Het college kan het in het vorige lid bedoelde besluit met ten hoogste vier weken verdagen. Het college stelt de aanvrager hiervan schriftelijk in kennis.
- 4.
Indien een vervoersvoorziening wordt toegekend wordt deze getroffen:
- a.
met ingang van het nieuwe schooljaar indien de aanvraag vóór 1 juni is ingediend;
- b.
met ingang van de door de ouders verzochte datum als het een aanvraag gedurende het schooljaar betreft, met dien verstande dat de datum waarop de bekostiging wordt verstrekt niet ligt vóór de datum van ontvangst van de aanvraag door het college.
- a.
Artikel 6 Doorgeven van wijzigingen
- 1.
De ouders zijn verplicht wijzigingen die van invloed kunnen zijn op de verstrekte bekostiging van de vervoerskosten, onder vermelding van de datum van wijziging, onverwijld schriftelijk mee te delen aan het college.
- 2.
Indien sprake is van een wijziging die van invloed is op de verstrekte bekostiging, vervalt de aanspraak op de bekostiging en verstrekt het college al dan niet opnieuw bekostiging van de vervoerskosten.
- 3.
Indien de ouders niet voldoen aan het bepaalde in het eerste lid, en het college een wijziging als bedoeld in het tweede lid vaststelt, waardoor blijkt dat ten onrechte een bekostiging is verstrekt, vervalt de aanspraak op bekostiging van de vervoerskosten terstond en verstrekt het college al dan niet opnieuw bekostiging van de vervoerskosten.
- 4.
Het college deelt zijn besluit schriftelijk mee aan de ouders.
- 5.
Ten onrechte genoten bekostiging kan van de ouders worden teruggevorderd, dan wel worden verrekend bij een eventuele nieuwe verstrekking van de bekostiging.
Artikel 7 Peildatum leeftijd leerling
Voor het verstrekken van bekostiging op basis van artikel 12 is bepalend de leeftijd van de leerling op 1 augustus van het schooljaar waarop de bekostiging betrekking heeft.
Artikel 8 Andere vergoedingen
De aanspraak op bekostiging wordt verminderd met de aanspraak op een toelage, voorzover die voor de betreffende leerling betrekking heeft op de reiskosten.
Titel 2 Bepalingen omtrent het vervoer van de leerlingen van scholen voor primair onderwijs
Artikel 9 Bekostiging voor de dichtstbijzijnde toegankelijke speciale school voor basisonderwijs in het samenwerkingsverband
Met inachtneming van het bepaalde in artikel 3 wordt bekostiging verstrekt van de kosten van het vervoer over de afstand tussen de woning dan wel de opstapplaats en:
- a.
de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke speciale school voor basisonderwijs in het samenwerkingsverband van de basisschool waarvan de leerling afkomstig is, of
- b.
een andere speciale school voor basisonderwijs in het onder a bedoelde samenwerkingsverband, indien het vervoer naar die school voor de gemeente minder kosten mee zou brengen dan het vervoer naar de speciale school voor basisonderwijs, bedoeld onder a.
Artikel 10 Permanente commissie leerlingenzorg
- 1.
Het college neemt bij de beoordeling van de aanvraag voor leerlingenvervoer de beslissing van de permanente commissie leerlingenzorg in acht over de toelating van de leerling op een speciale school voor basisonderwijs.
- 2.
Het college betrekt bij de beoordeling van de aanvraag voor leerlingenvervoer eventuele adviezen van de permanente commissie leerlingenzorg die voor de beoordeling van die aanvraag van belang zijn.
Artikel 11 Bekostiging van de kosten van openbaar vervoer en vervoer per fiets
- 1.
Het college verstrekt aan de ouders van de leerling die een school voor basisonderwijs of een speciale school voor basisonderwijs bezoekt bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer, indien de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde voor hem toegankelijke school meer dan zes kilometer bedraagt.
- 2.
In afwijking van het eerste lid verstrekt het college de ouders bekostiging op basis van de kosten van het vervoer per fiets, indien de leerling naar het oordeel het college, al dan niet onder begeleiding, gebruik kan maken van het vervoer per fiets.
Artikel 12 Bekostiging van de kosten van vervoer ten behoeve van een begeleider
- 1.
Indien aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in artikel 11, bekostigt het college tevens de daarin bedoelde kosten ten behoeve van een begeleider, indien de leerling jonger dan negen jaar is en door de ouders ten behoeve van het college genoegzaam wordt aangetoond dat de leerling niet in staat is zelfstandig van het openbaar vervoer of de fiets gebruik te maken.
- 2.
Indien een begeleider meer dan één leerling tegelijk begeleidt, komen slechts de kosten van het vervoer ten behoeve van één begeleider voor bekostiging in aanmerking.
Artikel 13 Bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer
Het college verstrekt bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een school voor basisonderwijs of een speciale school voor basisonderwijs bezoekt, indien voldaan wordt aan het afstandscriterium van artikel 11, en
- a.
de leerling met gebruikmaking van openbaar vervoer naar school of terug meer dan anderhalf uur onderweg is en de reistijd met aangepast vervoer tot 50% of minder van de reistijd per openbaar vervoer kan worden teruggebracht, of:
- b.
openbaar vervoer ontbreekt, tenzij de leerling naar het oordeel van het college al dan niet onder begeleiding gebruik kan maken van het vervoer per fiets.
Artikel 14 Bekostiging op basis van de kosten van eigen vervoer
- 1.
Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten, kan het college de ouders op aanvraag toestaan één of meer leerlingen zelf te vervoeren of te laten vervoeren.
- 2.
Indien toestemming op grond van het eerste lid aan de ouders is verleend, bekostigt het college aan de ouders die één leerling zelf vervoeren, dan wel laten vervoeren:
- a.
een bedrag op basis van de kosten van het openbaar vervoer, indien aanspraak zou bestaan op bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer, behoudens het bepaalde in het vijfde lid;
- b.
een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto, afgeleid van de Reisregeling binnenland, indien aanspraak zou bestaan op bekostiging van de kosten van aangepast vervoer, behoudens het bepaalde in het vierde lid.
- a.
- 3.
Indien toestemming op grond van het eerste lid aan de ouders is verleend, bekostigt het college aan de ouders die meer dan één leerling tegelijk zelf vervoeren, dan wel laten vervoeren, een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto afgeleid van de Reisregeling binnenland, behalve het bepaalde in het vierde lid.
- 4.
Aan de ouders die één of meer leerlingen laten vervoeren door andere ouders die van gemeentewege voor het vervoer van één of meer leerlingen bekostiging ontvangen afgeleid van de Reisregeling binnenland, wordt door het college geen bekostiging verstrekt.
- 5.
Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten en het college op verzoek toestaat, dan wel van oordeel is, dat de leerling gebruik kan maken van het vervoer per fiets, bekostigt het college aan de ouders een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de fiets, afgeleid van de Reisregeling binnenland.
Titel 3 Bepalingen omtrent het vervoer van de leerlingen van scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs
Artikel 15 Bekostiging van de kosten van openbaar vervoer en vervoer per fiets
- 1.
Het college verstrekt aan de ouders van de leerling die een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs bezoekt, bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer, indien de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school meer dan zes kilometer bedraagt.
- 2.
In afwijking van het eerste lid verstrekt het college de ouders bekostiging op basis van de kosten van het vervoer per fiets dan wel bromfiets, indien de leerling naar het oordeel het college, al dan niet onder begeleiding, gebruik kan maken van het vervoer per fiets, dan wel zelfstandig gebruik kan maken van het vervoer per bromfiets.
Artikel 16 Commissie voor de begeleiding
Indien het college de gevraagde voorziening ten behoeve van een leerling op een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs niet of slechts gedeeltelijk toekent, dient het bij de beschikking het advies van de commissie voor de begeleiding of het advies van andere deskundigen te betrekken.
Artikel 17 Bekostiging van de kosten van openbaar vervoer ten behoeve van een begeleider
- 1.
Indien aanspraak bestaat op bekostiging, zoals bedoeld in artikel 15, bekostigt het college tevens de daarin bedoelde kosten ten behoeve van een begeleider, indien door de ouders ten behoeve van het college genoegzaam wordt aangetoond dat de leerling, gelet op zijn lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap of leeftijd, niet in staat is zelfstandig van het openbaar vervoer of de fiets gebruik te maken.
- 2.
Indien het college de in het vorige lid bedoelde aanvraag niet of slechts gedeeltelijk toekent, dient het bij de beschikking het advies van de commissie voor de begeleiding of het advies van andere deskundigen te betrekken.
- 3.
Indien een begeleider meer dan één leerling tegelijk begeleidt, komen slechts de kosten van het openbaar vervoer ten behoeve van één begeleider voor bekostiging in aanmerking.
Artikel 18 Bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer
- 1.
Het college verstrekt bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs bezoekt, indien voldaan wordt aan het afstandscriterium van artikel 15, en
- a.
de leerling, naar het oordeel van het college, gelet op zijn lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap niet in staat is - ook niet onder begeleiding - van openbaar vervoer gebruik te maken; of
- b.
de leerling met gebruikmaking van openbaar vervoer naar school of terug meer dan anderhalf uur onderweg is en de reistijd met aangepast vervoer tot 50% of minder van de reistijd per openbaar vervoer kan worden teruggebracht; of
- c.
openbaar vervoer ontbreekt, tenzij de leerling naar het oordeel van het college al dan niet onder begeleiding gebruik kan maken van het vervoer per fiets, dan wel zelfstandig gebruik kan maken van het vervoer per bromfiets.
- a.
- 2.
Indien het college de in het vorige lid bedoelde aanvraag niet of slechts gedeeltelijk toekent, dient het bij de beschikking het advies van de commissie voor de begeleiding of het advies van andere deskundigen te betrekken.
Artikel 19 Bekostiging op basis van de kosten van eigen vervoer
- 1.
Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten, kan het college de ouders op aanvraag toestaan één of meer leerlingen zelf te vervoeren of te laten vervoeren.
- 2.
Indien toestemming op grond van het eerste lid aan de ouders is verleend, bekostigt het college aan de ouders die één leerling zelf vervoeren, dan wel laten vervoeren:
- a.
een bedrag op basis van de kosten van het openbaar vervoer, indien aanspraak zou bestaan op bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer, behalve het bepaalde in het vijfde lid;
- b.
een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto, afgeleid van de Reisregeling binnenland, indien aanspraak zou bestaan op bekostiging van de kosten van aangepast vervoer, behalve het bepaalde in het vierde lid.
- a.
- 3.
Indien toestemming op grond van het eerste lid aan de ouders is verleend, verstrekt het college aan de ouders die meer dan één leerling tegelijk zelf vervoeren, dan wel laten vervoeren, bekostiging van een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto, afgeleid van de Reisregeling Binnenland, behalve het bepaalde in het vierde lid.
- 4.
Aan de ouders die één of meer leerlingen laten vervoeren door andere ouders die van gemeentewege voor het vervoer van één of meer leerlingen een bekostiging ontvangen afgeleid van de Reisregeling binnenland, wordt door het college geen bekostiging verstrekt.
- 5.
Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten en het college desgewenst toestaat, dan wel van oordeel is, dat de leerling gebruik kan maken van het vervoer per fiets of bromfiets, verstrekt het college aan de ouders bekostiging van een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de fiets dan wel bromfiets, afgeleid van de Reisregeling binnenland.
Artikel 20 Bekostiging vervoerskosten
- 1.
Het college verstrekt eveneens bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs bezoekt, in het geval dat de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke school minder bedraagt dan is bepaald in artikel 15, indien het college van oordeel is dat de lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap van de leerling dat vereist.
- 2.
Indien het college de in het vorige lid bedoelde aanvraag niet of slechts gedeeltelijk toekent, dienen zij bij de beschikking het advies van de commissie voor de begeleiding of het advies van andere deskundigen te betrekken.
Titel 4 Bepalingen omtrent weekeinde- en vakantievervoer
Artikel 21 Bekostiging kosten weekeinde- en vakantievervoer aan de in de gemeente wonende ouders
Het college bekostigt desgewenst de kosten van het weekeinde- en vakantievervoer aan de in de gemeente wonende ouders van de leerling die, met het oog op het volgen van voor hem passend (voortgezet) speciaal onderwijs in een internaat of pleeggezin verblijft, volgens het bepaalde in deze Titel.
Artikel 22 Bekostiging kosten weekeinde- en vakantievervoer
- 1.
Het college verstrekt aan de ouders bekostiging van de kosten van het weekendvervoer van de leerling voor de, eenmaal per weekeinde gemaakte, reis van het internaat of het pleeggezin waar de leerling verblijft naar de woning van de ouders en terug, voorzover de weekeinden niet vallen binnen de in het tweede lid bedoelde schoolvakanties.
- 2.
Het college bekostigt de kosten van het vakantievervoer van de leerling voor de, eenmaal per schoolvakantie van twee dagen of meer, gemaakte reis van het internaat of het pleeggezin waar de leerling verblijft naar de woning van de ouders en terug, voorzover de vakantie voorkomt in het schoolplan van de school die de leerling bezoekt.
- 3.
Titel 3 van deze verordening is van overeenkomstige toepassing, met uitzondering van artikel 16, artikel 17 tweede lid, artikel 18 eerste lid onder b, artikel 18 tweede lid en artikel 20.
Titel 5 Eigen bijdrage en bekostiging naar financiële draagkracht
Artikel 23 Drempelbedrag
- 1.
Aan ouders van een leerling, die een school voor basisonderwijs bezoekt en van wie het inkomen tezamen meer bedraagt dan € 21.600,- wordt slechts bekostiging verstrekt voorzover de kosten van het vervoer van die leerling de kosten van het openbaar vervoer over de in artikel 11 bepaalde afstand te boven gaan.
- 2.
In geval het college in plaats van bekostiging in geld toe te kennen het vervoer zelf verzorgt dan wel doet verzorgen, betalen de ouders van een leerling die een school voor basisonderwijs, per leerling per schooljaar een eigen bijdrage die gelijk is aan de kosten van het openbaar vervoer over de in artikel 11 bepaalde afstand, indien het inkomen van de ouders meer bedraagt dan € 21.600,-.
- 3.
De kosten voor openbaar vervoer, genoemd in het eerste en tweede lid, betreffen de kosten van openbaar vervoer die op grond van de zone indeling in de regeling die gebaseerd is op artikel 30, eerste lid, van de Wet personenvervoer 2000, voor de afstand redelijkerwijs zouden worden gemaakt, ongeacht de aanwezigheid van openbaar vervoer of het daadwerkelijk gebruik ervan.
- 4.
Het bedrag van € 21.600,- genoemd in het eerste en tweede lid, wordt met ingang van 1 januari 1999 jaarlijks aangepast aan de wijziging die het indexcijfer van de regelingslonen van volwassen werknemers heeft ondergaan ten opzichte van het voorafgaande jaar en rekenkundig afgerond op een veelvoud van € 450,-. Het aangepaste bedrag treedt in de plaats van het in het eerste en tweede lid genoemde bedrag van € 21.600,-.
- 5.
Deze bepaling is niet van toepassing op de leerling voor wie ingevolge Titel 6 een vervoersvoorziening is verstrekt.
- 6.
Het drempelbedrag is gelijk aan de kosten van openbaar vervoer in het kalenderjaar 2006 voor een jeugdkaart op basis van twee sterren (waarmee twee of drie zones kan worden gereisd) à € 393,00 per jaar. Dit bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd aan de hand van de tarieven van het openbaar vervoer.
Artikel 24 Financiële draagkracht
1. |
Indien de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school voor basisonderwijs meer dan 20 kilometer bedraagt, wordt de vastgestelde bekostiging verminderd met een van de financiële draagkracht van de ouders afhankelijk bedrag. |
2. |
Ingeval het college in plaats van bekostiging in geld toe te kennen het vervoer zelf verzorgt dan wel doet verzorgen, en de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school voor basisonderwijs meer dan 20 kilometer bedraagt, betalen de ouders een van de financiële draagkracht afhankelijke bijdrage tot ten hoogste het bedrag van de kosten van het vervoer. |
3. |
De hoogte van het bedrag als bedoeld in het eerste lid en de bijdrage als bedoeld in het tweede lid zijn afhankelijk van de hoogte van het belastbaar inkomen van de ouders in de zin van de Wet op de inkomstenbelasting 2001. Na indexering op grond van artikel 24, vierde en vijfde lid zijn de bedragen in schooljaar 2006-2007 als volgt: |
Inkomen in Euro |
Eigen bijdrage in Euro |
|
0 – 28.500 |
nihil |
|
28.500 – 34.000 |
115 |
|
34.000 – 40.000 |
465 |
|
40.000 – 45.000 |
870 |
|
45.000 – 51.500 |
1.265 |
|
51.500 – 56.000 |
1.680 |
|
56.000 en verder |
Voor elke € 4.500: € 395 erbij |
4. |
De inkomensbedragen, genoemd in het derde lid, worden met ingang van 1 januari 1998 jaarlijks aangepast aan de wijziging die het indexcijfer van de regelingslonen van volwassen werknemers heeft ondergaan ten opzichte van 1 januari van het voorafgaande jaar en rekenkundig afgerond op een veelvoud van € 450,-. |
5. |
De bedragen van de eigen bijdrage, bedoeld in het derde lid, worden met ingang 1 januari 1998 jaarlijks aangepast aan de wijziging die het consumentenprijs indexcijfer van de reeks alle huishoudens op het onderdeel vervoersdiensten, heeft ondergaan ten opzichte van 1 januari van het voorafgaande jaar, en rekenkundig afgerond op een veelvoud van € 5,-. |
6. |
Deze bepaling is niet van toepassing op de leerling voor wie ingevolge Titel 6 een vervoersvoorziening is verstrekt. |
Titel 6 Bepalingen omtrent het vervoer van gehandicapte leerlingen van scholen voor primair onderwijs en voortgezet onderwijs
Artikel 25 Bekostiging op basis van de kosten van openbaar vervoer met begeleiding
- 1.
Het college verstrekt bekostiging op basis van de kosten van openbaar vervoer met begeleiding aan de ouders van de leerling die een basisschool, speciale school voor basisonderwijs of een school voor voortgezet onderwijs bezoekt en vanwege een lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap niet zelfstandig van het openbaar vervoer gebruik kan maken. Ten aanzien van een leerling van een speciale school voor basisonderwijs neemt het college artikel 9 in acht.
- 2.
Indien het college de in het vorige lid bedoelde aanvraag niet of slechts gedeeltelijk toekent, dient het bij de beschikking het advies van de permanente commissie leerlingenzorg, de ambulante begeleider of het advies van andere deskundigen te betrekken.
- 3.
Indien een begeleider meer dan één leerling tegelijk begeleidt, komen slechts de kosten van het openbaar vervoer van één begeleider voor bekostiging in aanmerking.
- 4.
In afwijking van het eerste lid verstrekt het college de ouders bekostiging op basis van het vervoer per fiets dan wel bromfiets, indien de leerling naar het oordeel van het college, al dan niet onder begeleiding gebruik kan maken van het vervoer per fiets, dan wel zelfstandig gebruik kan maken van het vervoer per bromfiets.
Artikel 26 Bekostiging op basis van kosten van aangepast vervoer
- 1.
Het college verstrekt bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een basisschool, speciale school voor basisonderwijs of een school voor voortgezet onderwijs bezoekt, indien
- a.
de leerling, naar het oordeel van het college, gelet op zijn lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap niet in staat is - ook niet onder begeleiding - van openbaar vervoer gebruik te maken. Ten aanzien van een leerling van een speciale school voor basisonderwijs neemt het college artikel 9 in acht; of
- b.
aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in artikel 25 en de leerling met gebruikmaking van openbaar vervoer naar school of terug, meer dan anderhalf uur onderweg is en de reistijd met aangepast vervoer tot 50% of minder van de reistijd per openbaar vervoer kan worden teruggebracht; of
- c.
aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in artikel 25 en openbaar vervoer ontbreekt, tenzij de leerling naar het oordeel van het college al dan niet onder begeleiding gebruik kan maken van het vervoer per fiets, dan wel zelfstandig gebruik kan maken van het vervoer per bromfiets.
- a.
- 2.
Indien het college de in het vorige lid bedoelde aanvraag niet of slechts gedeeltelijk toekent, dient het bij de beschikking het advies van de permanente commissie leerlingenzorg, de ambulante begeleider of het advies van andere deskundigen te betrekken.
Artikel 27 Bekostiging op basis van de kosten van eigen vervoer
- 1.
Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten, kan het college de ouders op aanvraag toestaan één of meer leerlingen zelf te vervoeren of te laten vervoeren.
- 2.
Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, bekostigt het college aan de ouders die één leerling zelf vervoeren of laten vervoeren:
- a.
een bedrag op basis van de kosten van het openbaar vervoer indien aanspraak zou bestaan op bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer, behalve het bepaalde in het vijfde lid;
- b.
een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto, afgeleid van de Reisregeling binnenland, indien aanspraak zou bestaan op bekostiging van de kosten van aangepast vervoer, behalve het bepaalde in het vierde lid.
- a.
- 3.
Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, verstrekt het college aan de ouders die meer dan één leerling tegelijk zelf vervoeren of laten vervoeren, bekostiging van een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto, afgeleid van de Reisregeling binnenland, behalve het bepaalde in het vierde lid.
- 4.
Aan de ouders die één of meer leerlingen laten vervoeren door andere ouders die van gemeentewege voor het vervoer van één of meer leerlingen bekostiging ontvangen afgeleid van de Reisregeling binnenland, wordt door het college geen bekostiging verstrekt.
- 5.
Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten en het college desgewenst toestaat dan wel van oordeel is dat de leerling gebruik kan maken van het vervoer per fiets of bromfiets, verstrekt het college aan de ouders bekostiging van een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de fiets of bromfiets, afgeleid van de Reisregeling binnenland.
Titel 7 Slotbepalingen
Artikel 28 Beslissing college in gevallen waarin de regeling niet voorziet
In gevallen die de uitvoering van het leerlingenvervoer betreffen, waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.
Artikel 29 Hardheidsclausule
- 1.
Het college kan artikelen buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voorzover toepassing gelet op het belang van het leerlingenvervoer leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.
- 2.
Bij de toepassing van het eerste lid vraagt het college zo nodig voorafgaand advies aan de permanente commissie leerlingenzorg, de commissie voor de begeleiding, de regionale verwijzingscommissie of andere deskundigen.
Artikel 30 Intrekking oude regeling
De Verordening leerlingenvervoer gemeente Overbetuwe 2003 wordt ingetrokken met ingang 27 februari 2007.
Artikel 31 Overgangsrecht
- 1.
Voor een leerling als bedoeld in Titel 6 voor wie in het schooljaar 2001-2002 op grond van de Wet REA een vervoersvoorziening werd verstrekt, niet zijnde een voorziening in de vorm van een bruikleenauto of een voorziening deel uitmakend van of samenhangend met een leefvervoer voorziening, blijft, indien de ouders dat wensen, zo nodig in afwijking van artikel 3 aanspraak bestaan op een gelijkwaardige voorziening van en naar de school die de leerling in het schooljaar 2001-2002 bezocht.
- 2.
Voor de leerling van het leerwegondersteunend onderwijs of praktijkonderwijs die in het schooljaar 2001-2002 een vervoersvoorziening kreeg naar een school voor speciaal voortgezet onderwijs, leerwegondersteunend onderwijs, praktijkonderwijs of een opdc, blijft aanspraak bestaan op een vervoersvoorziening van en naar de school of opdc, die de leerling in het schooljaar 2001-2002 bezocht, indien de afstand van de woning naar de school meer dan zes kilometer bedraagt. Titel 5 is van overeenkomstige toepassing.
Artikel 32 Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op 27 februari 2007.
Artikel 33 Citeerartikel
Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening leerlingenvervoer gemeente Overbetuwe 2007.
Aldus besloten in zijn openbare vergadering
van 27 februari 2007.
De raad voornoemd,
de griffier, |
de burgemeester, |
drs. A.J. van den Brink |
E. Tuijnman |
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl