Regeling vervallen per 31-12-2012

Verordening cliëntenparticipatie WMO gemeente Overbetuwe 2007

Geldend van 01-01-2008 t/m 20-10-2010 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2007

Onderwerp: Verordening cliëntenparticipatie WMO gemeente Overbetuwe 2007

Ons kenmerk: 07RB000214

Nr. 13C

De raad van de gemeente Overbetuwe;

gelezen het raadsvoorstel van burgemeester en wethouders van 30 oktober 2007;

gelezen het advies van de commissie Burger van 29 november 2007;

gelezen het standpunt van de Cliëntenraad WMO Overbetuwe;

gelet op artikel(en) 11 van de Wet maatschappelijke Ondersteuning, 150 van de Gemeentewet en 4, tweede lid van de Inspraakverordening gemeente Overbetuwe 2007;

b e s l u i t :

vast te stellen de

Verordening cliëntenparticipatie WMO gemeente Overbetuwe 2007

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    de wet:Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO);

  • b.

    cliëntenparticipatie:het betrekken van en het invloed laten uitoefenen door cliënten, direct belanghebbenden van cliënten, vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties en belangengroeperingen bij de gemeentelijke beleidsvoorbereiding, vaststelling, uitvoering en evaluatie op het terrein van de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO);

  • c.

    cliënt:de inwoner die een beroep doet op de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO), danwel de persoon of groep die valt onder de werkingssfeer van de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO);

  • d.

    de cliëntenraad:de Cliëntenraad WMO Overbetuwe;

  • e.

    de raad: de gemeenteraad;

  • f.

    het college:het college van burgemeester en wethouders;

  • g.

    de gemeente: de gemeente Overbetuwe.

Artikel 2 Cliëntenparticipatie, cliëntenraad

  • 1.

    Het college bevordert het instellen en in stand houden van een structureel overleg met cliënten of hun vertegenwoordigers ten behoeve van cliëntenparticipatie.

  • 2.

    De gemeente voert overleg en werkt daartoe samen met de cliëntenraad.

Artikel 3 Samenstelling, leden

  • 1.

    De cliëntenraad bestaat uit ten hoogste dertien leden en een voorzitter.

  • 2.

    Het college benoemt en ontslaat de leden van de cliëntenraad.

  • 3.

    Bij de benoeming wordt gestreefd naar een evenwichtige vertegenwoordiging van alle cliënten in de cliëntenraad.

  • 4.

    De gemeente ondersteunt de cliëntenraad bij het werven van leden.

Artikel 4 Voorzitter, secretaris, penningmeester

  • 1.

    De cliëntenraad draagt zorg voor een onafhankelijk en extern voorzitter.

  • 2.

    Het college benoemt de voorzitter op voordracht van de cliëntenraad.

  • 3.

    Het college ontslaat de voorzitter.

  • 4.

    De cliëntenraad wijst uit zijn midden een secretaris en een penningmeester aan. Deze funcies kunnen door één en dezelfde persoon worden vervuld.

Artikel 5 Ambtelijk secretaris

  • 1.

    De cliëntenraad wordt bijgestaan door een door het college aan te wijzen ambtelijk secretaris. Het college kan een plaatsvervangend ambtelijk secretaris aanwijzen.

  • 2.

    De ambtelijk secretaris is geen lid van de cliëntenraad.

Artikel 6 Middelen, vergoeding

  • 1.

    Het college verstrekt de cliëntenraad middelen, die in de jaarlijkse gemeentebegroting als totaalpost worden opgenomen.

  • 2.

    Elk jaar stelt de cliëntenraad zijn begroting en jaarrekening vast, die voorafgaand aan de vaststelling ter goedkeuring aan het college worden voorgelegd. De begroting wordt uiterlijk in december voorafgaand aan het begrotingsjaar en de jaarrekening wordt uiterlijk binnen vier maanden na afloop van het boekjaar vastgesteld.

  • 3.

    Het college stelt een vergoeding voor de leden en de voorzitter vast.

Artikel 7 Werkgroepen

  • 1.

    De cliëntenraad kan werkgroepen instellen.

  • 2.

    Werkgroepen ontvangen hun middelen van de cliëntenraad.

Artikel 8 Recht van initiatief

  • 1.

    De cliëntenraad kan alle aangelegenheden die de uitvoering van de wet en (de kwaliteit van) de dienstverlening raken aan de orde stellen.

  • 2.

    De cliëntenraad kan advies uitbrengen over alle aangelegenheden die het beleid, de uitvoering en (de kwaliteit van) de dienstverlening ten aanzien van de wet betreffen.

  • 3.

    De cliëntenraad kan voor een goede invulling van zijn taak in voorkomende gevallen gebruik maken van in- en externe deskundigheid.

Artikel 9 Recht op informatie

  • 1.

    De cliëntenraad krijgt gevraagd en ongevraagd tijdig alle informatie die voor cliëntenparticipatie nodig is.

  • 2.

    De cliëntenraad wordt geïnformeerd over de resultaten van klanttevredenheids-onderzoeken, enquêtes en klachtenrapportages.

Artikel 10 Recht van advies

  • 1.

    De cliëntenraad wordt tijdig in de gelegenheid gesteld advies uit te brengen over beleidsvoornemens en uitvoering met betrekking tot de wet.

  • 2.

    De cliëntenraad brengt schriftelijk advies uit aan het college en/of de raad.

  • 3.

    De cliëntenraad is niet bevoegd te adviseren over klachten, bezwaarschriften en andere zaken die op individuele cliënten betrekking hebben, met uitzondering van de hierbij gehanteerde procedures en regelingen.

Artikel 11 Huishoudelijk reglement

De cliëntenraad stelt een huishoudelijk reglement vast, dat voorafgaand aan de vaststelling ter goedkeuring aan het college wordt voorgelegd.

Artikel 12 Geheimhouding

De cliëntenraad en de werkgroep(en) nemen kennis van het bepaalde in artikel 2:5 van de Algemene wet bestuursrecht en zorgt dat zijn leden worden geïnformeerd over de hiervoor bedoelde geheimhoudingsplicht.

Artikel 13 Nadere regels

Het college kan ter uitvoering van deze verordening nadere regels stellen.

Artikel 14 Hardheidsclausule

De raad en het college kunnen één of meerdere artikelen van deze verordening buiten toepassing laten, voorzover toepassing gelet op het belang van cliëntenparticipatie leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 15 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2008 en werkt terug tot en met 1 januari 2007.

Artikel 16 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening cliëntenparticipatie WMO gemeente Overbetuwe 2007.

Aldus besloten in zijn openbare vergadering

van 18 december 2007.

DE RAAD VOORNOEMD,

de griffier,

de voorzitter,

drs. A.J. van den Brink

E. Tuijnman

Verordening cliëntenparticipatie WMO gemeente Overbetuwe 2007

Algemene toelichting

De Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) is een brede wet waarbij veel doelgroepen zijn betrokken: naast mensen met een beperking of chronische ziekte ook ouderen, mensen met psychische problematiek, mantelzorgers en vrijwilligers, verslaafden, dak- en thuislozen, jeugd en vrouwen. Voor ieder van de doelgroepen is er ruimte binnen de cliëntenraad.

De WMO stelt met betrekking tot de betrokkenheid van de burger bij de uitvoering van de WMO aan de gemeente twee eisen, namelijk participatie en verantwoording. Dit betekent dat de gemeente de inwoners en maatschappelijke organisaties/belangengroeperingen die betrokken zijn bij de maatschappelijke ondersteuning moet betrekken bij het opstellen van beleid en uitvoering. Voor de beleidsvorming en de planvorming door het college is dit zelfs bij wet verplicht.

Voor de vormgeving van de structurele participatie van inwoners, maatschappelijke organisaties/belangengroeperingen behorende bij de prestatievelden is de voorliggende verordening opgesteld.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • a.

    cliëntenparticipatie

    Bewust wordt hier gesproken over de volle breedte van het terrein waarop de cliëntenraad zich mag begeven. Het hele terrein van de WMO van regelgeving tot uitvoering, van voorbereiding tot evaluatie mag de cliëntenraad als het zijne rekenen.

    De omschrijving van het begrip cliëntenparticipatie bevat tevens de vereisten die worden gesteld aan de leden van de cliëntenraad. Het moet namelijk gaan om:

  • cliënten;

  • direct belanghebbenden bij cliënten;

  • of vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties/belangengroeperingen.

Artikel 3 Samenstelling, leden

Het college streeft bij de benoeming van leden van de cliëntenraad naar een evenwichtige vertegenwoordiging van de cliënten. In principe is er voor alle doelgroepen plaats in de cliëntenraad. Dit wil niet zeggen dat ook alle doelgroepen feitelijk vertegenwoordigd zullen zijn in de raad. Zo wordt een aantal prestatievelden regionaal opgepakt (bijvoorbeeld verslaving en vrouwenhulpverlening).

Hoewel de cliëntenraad in principe zijn eigen leden werft, is het het college dat de leden benoemt en ontslaat. Verder verbindt de gemeente zich in dit artikel om de cliëntenraad te ondersteunen bij het werven van leden. Er kan in dit kader gedacht worden aan een brief aan de cliënten met een verzoek om zich aan te melden.

Artikel 5 Ambtelijk secretaris

De gemeente levert de cliëntenraad ambtelijke secretariële ondersteuning. De inhoud van deze functie wordt nader uitgewerkt in het huishoudelijk reglement. De functie van secretaris vervult een lid van de cliëntenraad, zie artikel 4.

Artikel 7 Werkgroepen

Er wordt gekozen voor een organisatiestructuur waarbij de cliëntenraad werkgroepen kan instellen. Deze werkgroepen ondersteunen de cliëntenraad met hun inbreng. Zo kan de cliëntenraad op specialismen gevoed worden door een breder platform.

Op deze manier is het ook mogelijk om groepen die reeds voor de inwerkingtreding van deze verordening zijn ontstaan een plek te geven binnen de cliëntenparticipatie.

De werkgroepen ontvangen hun middelen van de cliëntenraad. Dit houdt dus ook in dat de middelen van de werkgroepen in de begroting van de cliëntenraad zijn geïntegreerd.

Artikelen 8 Recht van initiatief, 9 Recht op informatie en 10 Recht van advies

In deze artikelen zijn de rechten van de cliëntenraad omschreven.

Artikel 11 Huishoudelijk reglement

De cliëntenraad stelt zelf zijn huishoudelijk reglement op. Omdat dit reglement mede de manier van werken en de samenwerking met de gemeente behelst, moet het huishoudelijk reglement wel, voorafgaande aan de vaststelling door de cliëntenraad, ter goedkeuring aan het college worden voorgelegd.

Artikel 12 Geheimhouding

De cliëntenraad heeft aangegeven zo vroeg mogelijk in het proces bij de beleidsvorming betrokken te willen worden. Dit betekent dat er al wordt overlegd voor het college een formeel standpunt heeft ingenomen. Voor stukken die nog niet door het college behandeld zijn geldt in alle gevallen de geheimhouding uit dit artikel. Dit geldt mutatis mutandis ook voor de werkgroep(en).