Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR21337
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR21337/1
Regeling vervallen per 01-01-2018
Verordening op de heffing en de invordering van rioolrecht 2008
Geldend van 20-12-2007 t/m 31-12-2007
De raad van de gemeente Grootegast;
gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 27 november 2007;
gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a, van de Gemeentewet;
b e s l u i t :
vast te stellen de:
Verordening op de heffing en de invordering van rioolrecht 2008
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt:
- 1
.
- a.
onder gemeentelijke riolering verstaan het aaneengesloten stelsel van buizen en aanverwante technische werken, die tot doel hebben om in een gesloten circuit het afvalwater, zoals bedoeld in lid b van dit artikel, af te voeren en te verwerken;
- b.
onder gemeentelijke riolering ook verstaan de in het kader van het Gemeentelijk Rioleringsplan geplaatste IBA’s (Individueel Behandelingseenheden Afvalwater);
- a.
- 2.
onder afvalwater verstaan water en stoffen die worden afgevoerd via de gemeentelijke riolering;
- 3.
onder eigendom verstaan een roerende of een onroerende zaak.
Artikel 2 Belastbaar feit en belastingplicht
- 1.
Onder de naam ‘rioolrecht’ wordt geheven een recht van degene die bij het begin van het belastingjaar het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht van een eigendom dat direct of indirect is aangesloten op de gemeentelijke riolering.
- 2.
Met betrekking tot het recht als bedoeld in het eerste lid, wordt, ingeval het eigendom een onroerende zaak is, als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die bij het begin van het belastingjaar als zodanig bij het kadaster bekend staat, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.
Artikel 3 Zelfstandige gedeelten
Indien gedeelten van een in artikel 2 bedoeld eigendom blijkens hun indeling bestemd zijn om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt, worden de rechten geheven ter zake van elk als zodanig bestemd gedeelte, met dien verstande dat indien twee of meer van die gedeelten tezamen als een geheel worden gebruikt, deze als één eigendom worden aangemerkt.
Artikel 4 Maatstaf van heffing
Het recht als bedoeld in artikel 2, eerste lid, wordt geheven per eigendom.
Artikel 5 Belastingtarieven
Het recht als bedoeld in artikel 2, eerste lid, bedraagt per eigendom € 194,10.
Artikel 6 Belastingjaar
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 7 Wijze van heffing
De belastingen worden bij wege van aanslag geheven.
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld
Het recht als bedoeld in artikel 2, eerste lid, is verschuldigd bij de aanvang van het belastingjaar.
Artikel 9 Termijn van betaling
- 1.
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.
- 2.
In afwijking van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat, het bedrag daarvan, minder is dan € 2.500,00 , en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in acht gelijke termijnen of in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van de dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden in het kalenderjaar waarin de aanslagen worden opgelegd overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen ten minste drie bedraagt. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de volgende termijnen telkens een maand later.
- 3.
De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.
Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van rioolrechten.
Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel
- 1.
De “Verordening op de heffing en de invordering van rioolrecht 2007” van 19 december 2006 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
- 2.
Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van bekendmaking.
- 3.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2008.
- 4.
Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening rioolrecht 2008”.
Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Grootegast
in de openbare vergadering van 11 december 2007,
H. Kastermans, griffier
K.B. Dijkstra, voorzitter
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl