Voorschriften grafbedekking I en voorschriften grafbedekking II

Artikel 1 Begripsomschrijving

De verordening verstaat onder:

• a.

  grafbedekking: gedenkteken en/of grafbeplanting op een graf of een verstrooiingsplaats;

• b.

  gedenkteken : voorwerp op een graf voor het aanbrengen van opschriften of figuren, daaronder begrepen kettingen en hekwerken;

• c.

  beplanting die door de rechthebbende op een graf wordt aangebracht;

• d.

  beheerder: de ambtenaar die belast is met de dagelijkse leiding van begraafplaats(en) of degene die hem vervangt.

Artikel 2

Gedenktekens moeten worden vervaardigd van duurzaam materiaal.

Artikel 3

Voor het plaatsen van een gedenkteken dient schriftelijk een aanvraag te worden ingediend bij burgemeester en wethouders, volgens een vastgesteld formulier onder overlegging van een werktekening in drievoud, voorzien van maten en materiaalkeuze.

Artikel 4

Alleen staände gedenktekens met een maximale dikte van 10 cm mogen slechts worden aangebracht op de daartoe bestemde betonrand volgens de hierna noemde afmetingen:

• a.

  voor kinderen tot 1 jaar; breedte max. 50 cm hoogte max. 70 cm

• b.

  voor kinderen van 1 tot 12 jaar breedte max. 70 cm hoogte max. 80 cm

• c.

  voor personen van 12 jaar of ouder; breedte max. 80 cm hoogte max. 90 cm.

• d.

  voor paarsgewijze verbonden graven; breedte max. 160 cm hoogte max. 90 cm

• e.

  voor gestapelde algemene graven: twee gedenktekens met elk een breedte van max. 45 cm en een hoogte van max. 90 cm

Artikel 5

Het van laagblijvende groenvoorziening, mits niet hoger dan 20 cm boven maaiveld, is toegestaan, met dien verstande dat de diepte van de te beplanten strook gerekend vanuit het gedenkteken niet meer mag bedragen dan 70 cm.

Artikel 6

De beslissing op de aanvraag wordt schriftelijk door burgemeester en wethouders meegedeeld.

Artikel 7

Voor grafkelders, andere gedenktekens en/of beplanting dan genoemd onder de artikelen 4 en 5, wordt geen vergunning verleend.

Artikel 8

Aan een vergunning kunnen voorschriften worden verbonden.

Artikel 9

De vergunning is eerst van kracht na betaling van het ingevolge de Verordening Rechten Gemeentelijke Begraafplaatsen verschuldigde bedrag.

Artikel 10

In gevallen waarin dit reglement niet voorziet beslist de betrokken vakwethouder of diens plaatsvervanger.

Artikel 11

• 1

  Deze nadere regels treden in werking op 1 januari 1994.

• 2

  Zij kunnen worden aangehaald als "Voorschriften Grafbedekking I "

  Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van Oldebroek in hun vergadering van 9 augustus 1994.

  , burgemeester.

  , secretaris.

  -

  gemeente oldebroek

  Nr. 941751/310

  VOORSCHRIFTEN GRAFBEDEKKING II

  Reglement inzake de vormgeving en plaatsing gedenktekens en het aanbrengen van beplanting op de gemeentelijke begraafplaats aan Stationsweg te Wezep en de oude gedeelten van de begraafplaatsen aan de Mheneweg Zuid te Oldebroek en de Oostendorperstraatweg te Oosterwolde.

  Burgemeester en wethouders van Oldebroek;

  gelet op artikel 19 van de Beheersverordening Gemeentelijke Begraafplaatsen van 6 oktober 1992 nummer 922018/2, waarbij aan hen de bevoegdheid is gedelegeerd nadere regels te stellen omtrent de wijze van aanvraag van een vergunning, de aard, de afmeting en de wijze van aanbrengen van gedenktekens en beplanting op gemeentelijke begraafplaatsen;

  B E S L U I T E N :

  nadere regels vast te stellen voor het aanbrengen van grafbedekking.

Artikel 1 Begripsomschrijving

De verordening verstaat onder:

• e.

  grafbedekking: gedenkteken en/of grafbeplanting op een graf of een verstrooiingsplaats;

• f.

  gedenkteken : voorwerp op een graf voor het aanbrengen van opschriften of figuren, daaronder begrepen kettingen en hekwerken;

• g.

  beplanting die door de rechthebbende op een graf wordt aangebracht;

• h.

  beheerder: de ambtenaar die belast is met de dagelijkse leiding van begraafplaats(en) of degene die hem vervangt.

Artikel 2

Gedenktekens moeten worden vervaardigd van duurzaam materiaal.

Artikel 3

Voor het plaatsen van een gedenkteken dient schriftelijk een aanvraag te worden ingediend bij burgemeester en wethouders, volgens een vastgesteld formulier onder overlegging van een werktekening in drievoud, voorzien van maten en materiaalkeuze.

Artikel 4

• a.

  Liggende gedenktekens niet breder dan 0.90 meter en niet langer dan 1.90 meter zijn toegestaan;

• b.

  Staande gedenktekens zijn toegestaan, mits zij het zicht op andere graven niet belemmeren en niet groter zijn dan de hierna genoemde afmetingen; voor kinderen tot 1 jaar; breedte max. 50 cm hoogte max. 70 cm voor kinderen van 1 tot 12 jaar; breedte max. 70 cm hoogte max. 80 cm voor personen van 12 jaar of ouder; breedte max. 80 cm hoogte max 90 cm voor paarsgewijze verbonden graven; breedte max. 160 cm hoogte max. 90 cm

• c.

  Beplanting mits beperkt blijvend tot de oppervlakte van het graf, welke beplanting dermate kort wordt gehouden dat het uitzicht op andere graven niet wordt belemmerd, is eveneens toegestaan.

Artikel 5

De beslissing op de aanvraag wordt schriftelijk door burgemeester en wet-houders meegedeeld.

Artikel 6

Aan een vergunning kunnen voorschriften worden verbonden

Artikel 7

De vergunning is eerst van kracht na betaling van het ingevolge de Verordening Rechten Gemeentelijke Begraafplaatsen verschuldigde bedrag.

Artikel 8

In gevallen waarin dit reglement niet voorziet beslist de betrokken vakwethouder of diens plaatsvervanger

Artikel 9

• 1

  Deze nadere regels treden in werking op 1 januari 1994.

• 2

  Zij kunnen worden aangehaald als "Voorschriften Grafbedekking II".

  Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van Oldebroek in hun vergadering van 9 augustus 1994.

  , burgemeester.

  , secretaris