Nadere regels Seksinrichtingen en Escortbedrijven

Geldend van 01-10-2000 t/m heden

Intitulé

Nadere regels Seksinrichtingen en Escortbedrijven

gemeente oldebroek

Nr. 2000003693

Burgemeester en wethouders van Oldebroek;

overwegende, dat het in het belang van de openbare orde, het voorkomen of beperken van overlast, het voorkomen of beperken van aantasting van het woon- en leefklimaat, de veiligheid van personen of goederen, de verkeersvrijheid of -veiligheid, de gezondheid of zedelijkheid en de arbeids-omstandigheden van de prostituee geboden is de exploitatie van seksinrichtingen en escortbedrijven aan nadere regels te binden,

gelet op artikel 3.1.3 van de Algemene Plaatselijke Verordening;

BESLUITEN:

vast te stellen de volgende nadere regels:

NADERE REGELS SEKSINRICHTINGEN EN ESCORTBEDRIJVEN

Paragraaf 1 Algemeen

Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen

In deze nadere regels wordt verstaan onder:

seksinrichting : een seksinrichting als bedoeld in artikel 3.1.1 sub c Algemene Plaatselijke Verordening;

escortbedrijf : een escortbedrijf als bedoeld in artikel 3.1.1 sub d Algemene Plaatselijke Verordening;

verblijfsruimte : een verblijfsruimte als bedoeld in artikel 45 Bouwbesluit;

werkruimte : een verblijfsruimte waar de feitelijke seksuele dienstverlening plaatsvindt.

Artikel 1.2 Termijn vergunning

De vergunning als bedoeld in artikel 3.2.1, eerste lid van de Algemene Plaatselijke Verordening wordt verleend voor de periode van 2 jaar, met ingang van de dag na die waarop de vergunning is toegezonden aan de exploitant. De eerste vergunning na inwerkingtreding van het beleid heeft een looptijd van één jaar.

Artikel 1.3 Verhouding met andere regelgeving

De voorschriften als bedoeld in hoofdstuk Vu, titel 2 van het Bouwbesluit (nadere technische voorschriften omtrent het bouwen van niet tot bewoning bestemde gebouwen) zijn van overeenkomstige toepassing als bedoeld in deze nadere regels. Voor de toepassing van deze nadere regels worden de gebouwen waarin seksinrichtingen gevestigd zijn aangemerkt als logiesgebouwen én werkruimten en keukenruimten als verblijfsruimten. De voorschriften als bedoeld in hoofdstuk 6a van de Bouwverordening zijn van overeenkomstige toepassing op seksinrichtingen als bedoeld in deze nadere regels.

De voorschriften als bedoeld in de Brandbeveiligingsverordening zijn van overeenkomstige toepassing op seksinrichtingen als bedoeld in deze nadere regels. In afwijking van lid 1 en 3 kunnen burgemeester en wethouders ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 6a 1.1 van de Bouwverordening, mits voldoende brandveiligheid gewaarborgd blijft.

Paragraaf2 Technische voorschriften seksinrichtingen

Artikel 2.1 Reikwijdte

Het gestelde in deze paragraaf is niet van toepassing op een seksbioscoop, een sekstheater en een seksautomatenhal.

Artikel 2.2 Verblijfsruimten

De werkruimte moet overeenkomstig artikel 215 van het Bouwbesluit een oppervlakte hebben van tenminste 5 m2, een breedte van tenminste 1,80 m en een hoogte van 2,40 m.

In iedere werkruimte dient eén bed of rustbank aanwezig te zijn.

In een seksinrichting moet, hetzij een afzonderlijke kleedruimte voor de prostituees, hetzij voor iedere prostituee afsluitbare hang-/legkast in de werkruimte aanwezig zijn.

In de kleedruimte moet Voor iedere prostituee een afsluitbare hang-/legkast aanwezig zijn. De kleedruimte moet naast de oppervlakte van het aantal geplaatste hang-/legkasten een oppervlakte hebben van tenminste 5 m2, een breedte van tenminste 1,80 m en een hoogte van 2,40 m.

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van de in lid 4 bedoelde hoogte tot een hoogte van minimaal 2,10 m.

Artikel 2.3 Dagverblijf en keuken

In een seksinrichting waar vijf of meer werkruimten zijn, moet een dagverblijf voor de prostituees aanwezig zijn. Het dagverblijf moet een oppervlakte hebben van ten minste 16 m2, een breedte van ten minste 3,35 m en een hoogte van 2,40 m.

In een seksinrichting waar vijf of meer werkruimten zijn, moet een keuken ten behoeve van het bereiden van maaltijden aanwezig zijn. De keuken moet een oppervlakte hebben van ten minste 5 m2 en een breedte van ten minste 1,80 meter en een hoogte van 2,40 m.

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van de in lid 1 en 2 bedoelde hoogte tót een hoogte van minimaal 2,10 m.

Artikel 2.4 Temperatuur en luchtverversing (technische voorschriften)

In de seksinrichting moet ten behoeve van de in het gebouw aanwezige verblijfsruimten en -indien aanwezig- vitrines tenminste een opstelplaats voor een stooktoestel in een afsluitbare stookruimte aanwezig zijn welke is afgestemd op de daarin aanwezige verwarmingsapparatuur. De voorziening voor toevoer van verse lucht en de afvoer van binnenlucht dient te voldoen aan het bepaalde in artikel 271 van het Bouwbesluit. Artikel 30, lid 13 en 14 (doorspuibaarheid) van het Bouwbesluit is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 2.5 Verlichting ruimten

De daglichttoetreding van de seksinrichting dient te voldoen aan artikel 277 van het Bouwbesluit. Burgemeester en wethouders kunnen voor ruimten welke op het moment van inwerkingtreding van deze nadere regels voor prostitutiedoeleinden werden gebruikt ontheffing verlenen.

Artikel 2.6 Wasbakken badruimte

In de werkruimte dient een wasbak met warm en koud stromend water aanwezig te zijn. De wasbakken moeten doelmatig zijn geplaatst.

In een seksinrichting dient per vijf werkruimten tenminste één badruimte, waaronder mede wordt verstaan een doucheruimte en één toilet of een combinatie van een badruimte met toilet, aanwezig te zijn.-Indien in de seksinrichting meer dan vijf werkruimten aanwezig zijn,- moet het aantal badruimten met vijf werkruimten worden vermeerderd met één. Voor de berekening van het aantal bad ruimten dien het aantal werkruimten naar boven te worden afgerond op een veelvoud van vijf. De badruimten moeten een vloeroppervlakte hebben van tenminste 1,2 m2, en een breedte van tenminste 0,8 meter en een hoogte van minimaal 2,10 m.

Indien de badruimte is samen gevoegd met een toiletruimte dien te oppervlakte van deze samengevoegde ruimte minimaal 2,2 m2 te bedragen. De badruimten moeten doelmatig zijn ingericht en beschikken over warm en koud stromend water.

Artikel 2.7 Toiletten

In een seksinrichting moet tenminste één toilet aanwezig zijn.

In een seksinrichting met vijf of meer werkruimten moeten tenminste twee toiletten naar sekse gescheiden aanwezig zijn en van een duidelijk opschrift, aanduidende de sekse, waarvoor zij bestemd zijn, voorzien zijn.

Indien in de seksinrichting meer dan vijf werkruimten aanwezig zijn, moet het aantal toiletten per werkruimte een worden vermeerderd met één. Voor de berekening van het aantal toiletten dient het aantal werkruimten naar boven te worden afgerond op een veelvoud van vijf. De toiletten moeten een vloeroppervlakte hebben van tenminste 1 m2, een breedte van minimaal 0,80 meter en een minimale hoogte van 2,10 meter.

De toiletten moeten doelmatig zijn ingericht, voldoende zijn geventileerd en van het benodigde zijn voorzien. Een toilet moet overdekt zijn en zodanig afgesloten dat het bij gebruik behoorlijke afzondering waarborgt. Een toilet moet zijn voorzien van een goed werkende doorspoelinrichting met een stankafsluiting.

In of in de onmiddellijke nabijheid van de toiletten moet een voldoende aantal wasbakken aanwezig zijn. De wasbakken moeten zindelijk worden gehouden en doelmatig zijn geplaatst. De wasbakken moeten beschikken over stromend water en van het benodigde zijn voorzien.

Artikel 2.8 Ontvluchtings- en alarmeringsgelegenheid

Ruimten in de seksinrichting waarin zich één of meer prostituees plegen te bevinden, moeten zijn voorzien van duidelijk kenbare gelegenheden tot ontvluchting indien de normale uitgangen daartoe voldoende zijn. Deze moeten, mede gelet op het aantal andere personen dat zich in die ruimten pleegt te bevinden, in aantal, ligging en grootte toereikend zijn om de prostituees op een zo veilig mogelijke wijze een zo veilig mogelijke plaats te doen bereiken. Vorenbedoelde gelegenheden tot ontvluchting moeten worden vrijgehouden van obstakels. De toegangsdeuren) van een werkruimte dienen van binnenuit te allen tijde te openen te zijn zonder gebruikmaking van losse voorwerpen.

Het bedoelde in het tweede lid is niet van toepassing indien een toegangsdeur van een werkruimte, is gelegen aan de weg.

Een werkruimte waarvan de toegangsdeur is gelegen aan de weg moet in open verbinding staan met andere ruimten,

Indien het voldoen aan het bepaalde in het vierde lid niet mogelijk is of niet kan worden gevergd, dienen maatregelen te worden getroffen waardoor de veiligheid van de prostituees anderszins wordt gewaarborgd.

Paragraaf 3 Geschiktheidsverklaring seksinrichting

Artikel 3.1 Verklaring staat seksinrichting

Het is verboden om zonder of in afwijking van een geschiktheidsverklaring van burgemeester en wethouders een gebouw als seksinrichting in gebruik te nemen, te hebben of te houden.

Artikel 3.2 Verkrijgen geschiktheidsverklaring

Een.geschiktheidsverklaring wordt afgegeven indien wordt voldaan aan de eisen zoals gesteld in paragraaf 2.

Artikel 3.3 Termijn van beslissing

Burgemeester en wethouders beslissen op een aanvraag om een geschiktheidsverklaring binnen dertien weken na de dag waarop de aanvraag is ontvangen.

Burgemeester en wethouders kunnen hun beslissing eenmaal voor ten hoogste dertien weken verdagen.

Van het besluit tot verdaging wordt voor de afloop van de in het eerste lid bedoelde termijn

schriftelijk mededeling gedaan aan de aanvrager.

In afwijking van het bepaalde in het eerste en het tweede Md houden burgemeester en wethouders de_beslissing op de aanvraag aan indien op de seksinrichting een aanschrijving rust wegens strijd met de voorschriften van het Bouwbesluit of de Bouwverordening en aan die aanschrijving (nog) niet is voldaan.

Artikel 3.4 Intrekken of wijzigen geschiktheidsverklaring

Burgemeester en wethouders kunnen een geschiktheidsverklaring intrekken of wijzigen indien:

blijkt dat zij de verklaring ten gevolge van onjuiste of onvolledige gegevens hebben afgegeven;

blijkt dat de houder van de verklaring niet of niet binnen de gestelde termijn heeft voldaan aan een aan deze verklaring verbonden voorwaarde;

het belang op grond waarvan de verklaring is afgegeven dit vereist op grond van een verandering van de inzichten met betrekking tot de bescherming van de prostitué(e)s en de verbetering van hun positie, opgetreden na het afgeven van de verklaring.

Paragraaf 4 Gebruiksvoorschriften seksinrichtingen

Artikel 4.1 Het gebruik yan de ruimten

Prostitutie is verboden in andere ruimten dan de werkruimten. Het bed of de rustbank welke in iedere werkruimte aanwezig dient te zijn, moet in een goede, veilige en zindelijke staat verkeren.

De werkruimten moeten voldoen zijn verwarmd.

De ruimten in de seksinrichting alsmede het daarin aanwezige meubilair moet zindelijk en zoveel mogelijk vrij van stof worden gehouden.

Besloten ruimten in het prostitutiebedrijf die regelmatig door de prostituee worden gebruikt, moeten gedurende de aanwezigheid van de prostituee voldoende en op een veilige wijze zijn verwarmd.

Het gebruik van verplaatsbare ruimteverwarmingstoestellen is toegestaan, mits deze door een erkende keuringsinstantie zijn goedgekeurd.

Artikel 4.2 Bed- en handlinnen

Het bedlinnen in de werkruimten moet dagelijks worden verschoond.

Het handlinnen moet na gebruik door schoon handlinnen worden vervangen.

Artikel 4.3 Hulp bij ongevallen

Voor het verlenen van eerste hulp bij ongevallen moeten voldoende en doelmatige middelen beschikbaar zijn en direct voor gebruik bereikbaar zijn.

Op de trommels, kisten of kasten waarin de middelen zijn verpakt, moet duidelijk door een op schrift of door een gebruikelijk kenteken aangegeven zijn, dat zij middelen voor eerste hulp bij ongevallen bevatten.

Artikel 4;4 - Gezondheid -

De exploitant van een seksinrichting verleent medewerking aan voorlichtingsactiviteiten van de GGD Regio Noord-Veluwe en van andere hulpverleningsinstellingen gericht op verbetering va de gezondheidssituatie van de bij hem werkzame prostituees.

De exploitant draagt zorg voor de verspreiding onder de bij hem werkzame prostituees van voor hen toegankelijk voorlichtings- en informatiemateriaal, over de gezondheidsrisico's van hun werk en voer de aanwezigheid en bereikbaarheid van de gezondheidszorg- en hulpverleningsinstellingen.

De exploitant draagt zorg voor dat in de werkruimten te allen tijde wettelijk goedgekeurde condooms voor gebruik beschikbaar zijn.

Het is verboden door middel van handelsreclame kenbaar te maken dat de in de seksinrichting werkzame prostituees niet geïnfecteerd zijn met een seksueel overdraagbare aandoening.

In geval van besmetting van de seksinrichting met ongedierte moet de exploitant terstond alle

nood zakelijke maatregelen treffen ter beëindiging van die besmetting.

Artikel 4.5 Geneeskundig onderzoek

De exploitant stek de bij hem werkzame prostituees in de gelegenheid zich geregeld geneeskundig op seksueel overdraagbare aandoeningen en overige aan het beroep gerelateerde klachten door een arts te laten onderzoeken.

Indien een arts vast verbonden is aan een seksinrichting, geeft de exploitant schriftelijk naam en adres van die arts door aan de GGD. C De prostituee is vrij in haar keuze welke arts zij bezoekt.

Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen voor de wijze waarop de arts bedoeld in het derde lid het geneeskundig onderzoek op seksueel overdraagbare aandoeningen bij een prostituee met verrichten.

Artikel 4.6 Vrijheid van de prostituee

De exploitant is verplicht een bedrijfsbeleid te voeren waarin toepassing van veilige sekstechnieken en het zelfbeschikkingsrecht van de prostituee centraal staan.

Het bedrijfsbeleid wordt in ieder geval geacht niet aan deze uitgangspunten te voldoen, indien de prostituee geen klanten en (seksuele) handelingen mag weigeren, verplicht met klanten mee te drinken en verplicht is om, indien daarom wordt verzocht, zonder condoom te werken.

Paragraaf 5 Eisen ten aanzien van de bedrijfsvoering

Artikel 5.1 Algemeen

Het is verboden vanuit een seksinrichting klanten te werven die zich op of aan de weg bevinden. De exploitant en beheerder van eén seksinrichting of escortbedrijf zijn verplicht te doen en na (f te laten hetgeen redelijkerwijs gevergd kan worden om hinder en overlast van bezoekers voor de omgeving te voorkomen of te beperken.

Het is de exploitant en beheerder van een seksinrichting verboden bezoekers beneden de leeftijd van 18 jaar toegang te verlenen tot de seksinrichting.

Artikel 5.2 Register

De exploitant en beheerder van een seksinrichting of escortbedrijf zijn verplicht een actueel register bij te houden met daarin opgenomen naam, adres en geboortedatum van alle in het bedrijf werkzame personen.

De exploitant en beheerder van een seksinrichting of escortbedrijf zijn verplicht het register als bedoeld in het eerste lid op eerste vordering ter inzage te geven aan de ambtenaar van politie.

Artikel 5.3 Toegang ambtenaren van politie

De exploitant en beheerder van een seksinrichting zijn verplicht ervoor te zorgen dat ambtenaren

van politie onmiddellijk en onbelemmerd toegang hebben tot de seksinrichting:

gedurende de tijd dat de seksinrichting voor bezoekers geopend is; dan wel

gedurende de tijd dat het bedrijf gesloten dient te zijn en indien ambtenaren van politie hun vermoeden uiten dat daarin overtredingen plaatsvinden van wet- of regelgeving.

De pdf versie van de regeling.

Toelichting bij de nadere regels seksinrichtingen

Artikel 1.3 Verhouding met andere regelgeving

In het Bouwbesluit zijn alle bouwkundige eisen opgenomen waaraan gebouwen en bouwwerken in Nederland dienen te voldoen. Voor specifieke gebouwgroepen zijn specifieke eisen opgenomen, zoals bijvoorbeeld ten aanzien van logiesgebouwen. Seksinrichtingen kunnen voor de bepaling van het niveau van bouwtechnische voorschriften worden gerekend tot deze categorie. Aan de hier gestelde eisen van het bouwbesluit zullen seksinrichtingen dus minimaal dienen te voldoen. Deze nadere regels vormen deels een herhaling van de in het bouwbesluit gestelde regels (dit is gedaan ten behoeve van een betere leesbaarheid) en zijn deels een aanvulling. Seksinrichtingen waarin meer dan 15 personen zullen kunnen verblijven zijn tevens gebruiksvergunningplichtig in de zin van de bouwverordening, maar ook kleinere seksinrichtingen kunnen - om andere redenen, bijvoorbeeld indien tevens sprake is van horeca-activiteiten - gebruiksvergunningplichtig zijn. Alsdan zijn zwaardere gebruikseisen van toepassing.

Artikel 3.2 Geschiktheidsverklaring

De nadere regels zijn onderverdeeld in technische voorschriften en gebruiksvoorschriften. Indien voldaan wordt aan de technische eisen wordt een geschiktheidsverklaring afgegeven. Pas indien men deze verklaring kan overleggen, kan men in aanmerking komen voor een APV vergunning. Bouw- en woningtoezicht en de brandweer toetsen de technische regels. De gebruiksvoorschrift ten moeten bij de exploitatie in acht genomen te worden. Het overtreden van deze regels kan leiden tot het intrekken van de APV vergunning. De GGD zal toezien op de naleving.

Artikel 2.2 Afmeting én inrichting verblijfsruimten

De inrichting van de werkruimte moet bestaan uit een in goede staat verkerend bed of rustbank en een hang-/legkast. De kast kan ook een plaats krijgen in een afzonderlijk in te richten kleedruimte, die aan een minimale afmeting moet voldoen.

Artikel 2.3 Dagverblijf en keuken

De aanwezigheid van een dagverblijf en een keuken betreft en de omstandigheden, waaronder de werkzaamheden kunnen worden uitgevoerd. Het is een voorschrift dat is terug te voeren op de voorschriften over schaftgelegenheden in het Veiligheidsbesluit restgroepen (VBR).

Artikel 2.4 Temperatuur en luchtverversing

In hoofdstuk II, paragraaf 3, van het Veiligheidsbesluit restgroepen staan de voorschriften over temperatuur en luchtverversing.

Artikel 2.5 Verlichting ruimten

Deze bepaling vloeit voort uit hoofdstuk n, paragraaf 1, van het VBR. Artikelen 6, 7, 8 en 9 Wasbakken en badruimte. Toiletten en bed: en handlinnen. De voorschriften voor de toiletten en de bijbehorende wasbakken zijn gebaseerd op hoofdstuk I, paragraaf 14, Toiletten en urinoirs van het VBR. De badruimten komen voort uit hoofdstuk II, paragraaf 2, Zindelijkheid van het VBR. Bij de verhouding tussen het aantal werkruimte en bouwlagen en het aantal badruimten en toiletten is het voorstelbaar dat andere verhoudingsgetallen worden gekozen. De opgenomen getallen waarborgen een redelijkerwijs te verlangen voorzieningenniveau. Het voorschrift van het benodigde voorzien, duidt op de aanwezigheid van handdoeken en zeep. De bepaling over het bed- en handlinnen is van meer intentionele aard, die alleen door toezicht en controle enige betekenis kan krijgen.

Artikel 2.8 Ontvluchtings- en alarmeringsgelegenheid

De basis voor het artikel is hoofdstuk II, paragraaf 7; het verschaffen van gelegenheid tot

ontvluchting van het VBR. De werkruimten dienen van buitenaf bereikbaar te zijn.

Behalve is het voorschrift opgenomen dat toegangsdeuren van een werkruimte niet (van binnenuit) afsluitbaar zijn. Voor aan de weg gelegen toegangsdeuren is uiteraard een uitzondering nodig. De werkruimte moet dan wel in open verbinding staan met een andere ruimte of over voorzieningen beschikken die de veiligheid waarborgen, zoals bijvoorbeeld een alarmeringsinstallatie.

Artikel 4.3 Hulp bij ongevallen

Dit artikel vertoont overeenkomstig met het bepaalde in hoofdstuk 11, paragraaf 5, Het verschaffen van hulp bij ongevallen, uit het VBR.

Artikel 4.4/4.5 Gezondheid en geneeskundig onderzoek

Deze bepalingen kennen geen vergelijkbaar voorschrift in het VBR. Gelet op de doelstelling van de verordeningsbepalingen in dit hoofdstuk kan een bepaling die gezondheidsaspecten regelt niet ontbreken. Uit onderzoek is gebleken dat een derde van de prostituees niet erg te spreken is over de contacten met de vaste arts. De bezwaren betreffen de kosten en slechte toerusting van de artsen voor geslachtsziektecontrole. De GGD Regio kan hier een taak hebben als en zodra men een zorg kan aanbieden welke zich niet beperkt tot de controle op SOA's (inclusief Aids), maar zich eveneens uitstrekt tot de signalering van andere klachten die kunnen samenhangen met het beroep (als klachten van het houdings- en bewegingsapparaat, alcohol- en druggebruik, geweld).

Artikel 4.6 Vrijheid van de prostituee

De exploitant heeft de verplichting de vrijheid van de prostituee te waarborgen. De bepaling somt daartoe een aantal voorwaarden op die het de prostituee mogelijk maakt over enige essentiële humane waarden en gezondheidsregels zelfstandig beslissingen te nemen.

Artikel 6.1 Vrijstelling

In beginsel zijn deze regels van toepassing op alle seksinrichtingen in de zin van de APV maar het gaat daarbij uiteraard vooral om de categorie prostitutiebedrijven. Daarom kunnen B&W in individuele gevallen vrijstelling verlenen van het van toepassing zijn van deze regels voor andere seksinrichtingen dan prostitutiebedrijven, althans indien in zo'n seksinrichting inderdaad geen prostitutie plaatsvindt.

Ontheffingenbeleid

De in deze nadere regels genoemde ontheffingsmogelijkheden komen in beginsel uitsluitend voor toepassing in aanmerking ingeval sprake is van - op het moment van de inwerkingtreding van deze nadere regels - reeds bestaande situaties en bovendien het voldoen aan de nieuwbouwvoorschriften in redelijkheid niet gevergd kan worden. Bij nieuwbouw, dan wel bij verbouwingen welke ertoe strekken om ruimten welke voorheen niet voor prostitutiedoeleinden werden gebruikt voor prostitutiedoeleinden geschikt te maken, dient van deze vrijstellingsmogelijkheden in beginsel geen gebruik te worden gemaakt.

Paragraaf-Slotbepalingen

Artikel 6.1 Vrijstelling

Burgemeester en wethouders kunnen voor andere seksinrichtingen dan prostitutiebedrijven geheel of gedeeltelijk vrijstelling verlenen van deze nadere regels.

Artikel 6.2 Slotbepaling

De nadere regels kunnen worden aangehaald als "nadere regels seksinrichtingen'' en treden in werking op 1 oktober 2000.

Oldebroek, 18 juli 2000.

Burgemeester en Wethouders van Oldebroek,

, burgemeester.

, loco-secretaris