Regeling vervallen per 01-01-2020

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2019

Geldend van 01-01-2019 t/m 31-12-2018

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2019

Kenmerk: 1009376

De raad van de gemeente Oldebroek;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 25 september 2018;

gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet en de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet;

B E S L U I T:

vast te stellen de volgende verordening, met inachtneming van het aangenomen amendement:

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2019.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

a. ’dag’: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

b. ’week’: een aaneengesloten periode van zeven dagen;

c. ’maand’: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;

d. ’jaar’: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

e. 'kalenderjaar': de periode van 1 januari tot en met 31 december.

Artikel 2 Belastbaar feit

1. Onder de naam 'leges' worden rechten geheven voor:

a. het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;

b. het verrichten van handelingen voor een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart of een reisdocument;

een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

2. Wat in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel is bepaald over een Nederlandse identiteitskaart voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is van overeenkomstige toepassing op een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor personen met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst, de Nederlandse identiteitskaart of het reisdocument, of degene voor wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

1. a. het in behandeling nemen van aanvragen van verklaringen over inkomen en vermogen;

b. diensten waarvan de kosten volgens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;

c. diensten die volgens wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend.

2. Leges zoals omschreven in onderdeel 2.3.6 van de tarieventabel worden niet geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning, als het gaat om de activiteiten die volgens het Besluit omgevingsrecht (Bor), bijlage II, Hoofdstuk 1, artikel 2, lid 6, vergunningsvrij zouden zijn, maar waarvoor om het enkele feit dat het gaat om een monument, wel een omgevingsvergunning is vereist.

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

1. De leges worden geheven volgens de maatstaven en tarieven, zoals opgenomen in de tarieventabel die bij deze verordening hoort.

2. Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit, zoals bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet is het tarief de som van de bedragen die volgens deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project. Dit, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet.

3. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

1. De leges worden geheven door middel van een mondelinge of gedagtekende schriftelijke kennisgeving. Bij de mondelinge kennisgeving wordt na betaling een kassabon afgegeven. Schriftelijke kennisgeving gebeurt via nota.

2. Als sprake is van een digitale aanvraag, waarbij vooraf het totale te betalen legesbedrag bekend is, moeten de leges, in afwijking van lid 1, elektronisch worden betaald.

3. In afwijking van de leden 1 en 2 worden de leges zoals bedoeld in titel 2 van de tarieventabel opgelegd via aanslagbiljet.

Artikel 7 Termijnen van betaling

1. In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moeten de via nota of aanslagbiljet in rekening gebrachte leges worden betaald binnen 30 dagen na de factuurdatum van de nota c.q. de dagtekening van het aanslagbiljet.

2. In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moeten de via mondelinge kennisgeving geheven leges betaald worden op het moment van het doen van de kennisgeving.

3. Als sprake is van een digitale aanvraag, waarbij vooraf het totale te betalen legesbedrag bekend is, moeten de leges, in afwijking van lid 1 en 2 en van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990, gelijktijdig met de aanvraag van de dienstverlening worden betaald.

4. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden vermelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend volgens een over die dienst in die tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

Het college is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, als de wijzigingen:

a. van zuiver redactionele aard zijn;

b. een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het gaat om de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel:

1. onderdeel 1.1.8 (akten burgerlijke stand);

2. hoofdstuk 2 (reisdocumenten);

3. hoofdstuk 3 (rijbewijzen);

4. onderdeel 1.4.3 (papieren verstrekking uit basisregistratie personen);

5. onderdeel 1.9.1 (verklaring omtrent het gedrag);

6. hoofdstuk 15 (kansspelen);

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet al bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven over de heffing en de invordering van de leges.

Artikel 12 Overgangsrecht

1. De 'Legesverordening 2018' van 9 november 2017, sedertdien gewijzigd, wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2019. Die verordening blijft echter wel van toepassing op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

2. Als de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 13, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten, voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.

Artikel 13 Inwerkingtreding

1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2019.

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: ‘Legesverordening 2019’.

Aldus besloten in de openbare vergadering

van de gemeenteraad van Oldebroek

op 8 november 2018.

, voorzitter J.F. Snijder-Hazelhoff

, griffier J. Tabak.

Bijlage behorende bij deze verordening: tarieventabel.

legesverordening 2019, tarieventabel.pdf