Regeling vervallen per 01-01-2019

Notitie Leerlingenprognose en ruimtebehoefte basisonderwijs 2009-2018

Geldend van 08-10-2008 t/m 31-12-2018

Intitulé

Notitie Leerlingenprognose en ruimtebehoefte basisonderwijs 2009-2018

Leerlingenprognose en ruimtebehoefte basisonderwijs 2009 - 2018

Afdeling Welzijnszaken, september 2008

Inleiding

In 1997 is de verantwoordelijkheid voor de onderwijshuisvesting van scholen in het primair en voortgezet onderwijs van het Rijk overgedragen naar de gemeenten. De gemeenten ontvangen sinds die datum via het Gemeentefonds gelden om de zorgplicht voor de schoolgebouwen goed te kunnen regelen.

De verplichting voor de gemeenten om te zorgen voor de onderwijshuisvesting van scholen in het primair onderwijs is opgenomen in de Wet op het primair onderwijs (WPO) en nader uitgewerkt in de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Heemstede. In deze verordening de uitgangspunten van het gemeentelijke beleid ten aanzien van de huisvesting van scholen voor primair onderwijs opgenomen.

In het voorliggende stuk wordt u geïnformeerd over de ruimtebehoefte van de basisscholen in de periode 2009-2018. Dit aan de hand van de leerlingprognose over de komende 10 jaar. Het voorgezet onderwijs valt buiten het bereik van deze notitie.

Opbouw notitie

De opzet van deze notitie is als volgt. In hoofdstuk 1 worden de uitgangspunten voor het gemeentelijk beleid ten aanzien van de huisvesting van basisscholen kort geschetst. Vervolgens geeft hoofdstuk 2 aan hoe de leerlingenprognose tot stand komt. In hoofdstuk 3 wordt aangegeven wat de leerlingenprognose betekent voor het aantal lokalen per school, de zogenaamde ruimtebehoefte. In hoofdstuk 4 wordt afgesloten met een analyse van deze ruimtebehoefte.

1. UITGANGSPUNTEN GEMEENTELIJK BELEID

In de gemeente zijn in totaal 10 basisscholen gehuisvest. Deze scholen vallen onder 5 schoolbesturen. Onderstaand wordt aangegeven onder welk bestuur een school valt:

Tabel onder welk bestuur valt een school

1.1 Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Heemstede

Schoolbesturen kunnen op grond van de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Heemstede vóór 1 april een aanvraag indienen voor de bekostiging van huisvestingsvoorzieningen waarvan de uitvoering start in het daarop volgende jaar. Aanvragen worden beoordeeld aan de hand van de in de verordening opgenomen criteria en zijn met name gericht op nieuwbouw, vervangende bouw, uitbreiding of onderhoud. In deze notitie beperken we ons tot het bieden van inzicht in mogelijke uitbreidingsverzoeken.

Uitbreidingsverzoeken

In de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Heemstede zijn regels opgenomen voor het aantal lokalen waar een school, op basis van het aantal leerlingen, recht op heeft. Om verzoeken om uitbreiding van scholen met een of meer lokalen te kunnen beoordelen - én gelet op de kosten die dit voor de gemeente met zich mee kan brengen - is het belangrijk om inzicht te hebben in de verwachte toekomstige ontwikkeling van het leerlingenaantal van een school. Dit inzicht wordt geboden in de leerlingenprognose. Indien de prognose aangeeft dat een school de komende periode een tekort heeft aan lokalen - en ook verder voldoet aan het gestelde in de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Heemstede -, bestaat er voor de school een recht op bekostiging van de vereiste uitbreiding. Hierbij wordt - qua financiering en omvang - onderscheid gemaakt tussen:

  • -

    Een voorziening in de huisvesting die volgens de prognose 15 jaren of langer noodzakelijk is (een voor blijvend gebruik bestemde voorziening)

  • -

    Een voorziening in de huisvesting die volgens de prognose niet langer dan 15 jaar noodzakelijk is (een voor tijdelijk gebruik bestemde voorziening)

Het is overigens aan het schoolbestuur of in die gevallen waarin een recht op bekostiging voor uitbreiding bestaat daadwerkelijk een verzoek hiertoe wordt ingediend. Of dat in voorkomende gevallen ervoor wordt gekozen daarvan af te zien en te opteren voor bijvoorbeeld grotere groepen.

Voor de volledigheid wordt nog opgemerkt dat afgezien wordt van uitbreiding met een of meer leslokalen als de mogelijkheid aanwezig is om via medegebruik binnen 2000 meter hemelsbreed een passende extra huisvesting voor een school te realiseren.

Medegebruik en verhuur

Op het gebied van onderwijshuisvesting bestaat in voorkomende gevallen voor de gemeente de mogelijkheid om aanspraak te maken op leegstaande (gedeelten van) schoolgebouwen voor ander onderwijs. Overigens kan deze aanspraak ook worden gemaakt voor niet-commerciële culturele, maatschappelijke en recreatieve activiteiten. De gemeente kan de in dit kader gevorderde ruimte alleen in medegebruik geven (en dus niet verhuren) en dient in overleg met het betreffende schoolbestuur te bepalen wat een redelijke vergoeding voor dat medegebruik is.

Als de gemeente geen gebruik maakt van de mogelijkheden van medegebruik, kan een schoolbestuur, na vooraf gekregen schriftelijke toestemming van de gemeente, (een gedeelte van) de schoolgebouwen verhuren aan derden tegen een commercieel tarief, waaronder commerciële instellingen als kinderopvangorganisaties.

De ruimte blijft bij verhuur - evenals bij het in medegebruik geven ten behoeve van culturele, maatschappelijke en recreatieve activiteiten - behoren tot de onderwijshuisvestingscapaciteit van de school. Wanneer de verhuurde ruimte nodig is voor het onderwijs door groei van het aantal leerlingen op de school of een dichtbij gelegen school zal de gemeente deze ruimte daarvoor (kunnen) vorderen. Op dat moment vervalt de mogelijkheid tot verhuur aan derden. Het schoolbestuur dat ruimte verhuurt aan derden draagt zelf het risico van schadeclaims ten gevolge van vroegtijdige opzegging van de huur ingeval de gemeente het vorderingsrecht wenst toe te passen.

Opheffingsnorm

Niet alleen in verband met uitbreidingsverzoeken is de leerlingprognose overigens van belang, het geeft ook antwoord op de vraag of een school naar verwachting voldoende leerlingen houdt om te kunnen blijven bestaan. Een school moet hiervoor minimaal 183 leerlingen hebben (opheffingsnorm). Als het aantal leerlingen van een school beneden dit aantal komt, is er in principe sprake van opheffing. Dit is overigens niet het geval als de gemiddelde schoolgrootte binnen één schoolbestuur hoger is dan 183 leerlingen. Naast de opheffingsnorm is er ook een norm opgenomen voor het stichten van een school. Deze norm ligt op 305 leerlingen.

2. DE LEERLINGENPROGNOSE 2009-2018

Een leerlingenprognose is een berekening van het toekomstige aantal leerlingen op één of meerdere basisscholen. Deze berekening wordt gemaakt met behulp van gestandaardiseerde prognosetechnieken. Heemstede maakt gebruik van de hiervoor door Pronexus ontwikkelde software.

2.1 De voedingsgebieden

Voor het prognosticeren van het aantal leerlingen zijn bevolkingsgegevens nodig, zowel op gemeentelijk niveau als op zogenoemd voedingsgebiedniveau. Een voedingsgebied van een basisschool is het gebied waaruit minimaal 70% van de leerlingen afkomstig is. Voor sommige scholen zijn twee voedingsgebieden geselecteerd om aan de 70% te komen. Een tweede voedingsgebied wordt alleen geselecteerd, indien minimaal 10% van de leerlingen van een school hieruit afkomstig is. Voedingsgebieden kunnen de gemeentegrenzen overschrijden.

Figuur 1 overzicht basisscholen en voedingsgebieden

In figuur 1 worden de 3 voedingsgebieden van Heemstede met de daarin gelegen basisscholen weergegeven. Voedingsgebieden worden in de meeste gevallen gekozen in overeenstemming met een gemeentelijke indeling zoals een wijk of een stemdistrict. Op die manier zijn de bevolkingsgegevens eenvoudig op te vragen. Voor deze prognose is gebruik gemaakt van de gegevens op gemeentelijk niveau van Heemstede én Haarlem en op wijkniveau van Heemstede (20 wijken). De gegevens op wijkniveau zijn getotaliseerd per voedingsgebied.

2.2 De basisgeneratie

Per voedingsgebied is een prognose van de basisgeneratie opgesteld. Deze basisgeneratie is gebaseerd op het aantal 4- tot en met 11- jarigen vermeerderd met 30% van het aantal 12-jarigen. Voor de berekening van de toekomstige omvang van de basisgeneratie basisonderwijs is gebruik gemaakt van de zogenoemde cohortmethode. Deze methode wordt toegepast op gebieden die relatief stabiel zijn op het gebied van de woningvoorraad en bevolkingsaanwas.

Uitgangspunt vormt met name de ontwikkeling tijdens de analyseperiode van:

  • o

    de leeftijdsopbouw van de 0 t/m 12 jarigen;

  • o

    de leeftijdsopbouw van de 0 t/m 49 jarige vrouwen;

  • o

    het aantal geboorten naar leeftijd van de moeder;

  • o

    de omvang van de woningvoorraad.

De prognose van de basisgeneratie basisonderwijs komt tenslotte tot stand door achtereenvolgens:

  • 1.

    het aantal 15 t/m 49 jarige vrouwen te berekenen door cohortgewijze veroudering;

  • 2.

    het aantal geboorten te berekenen op basis van veronderstelde leeftijdspecifieke vruchtbaarheidscijfers;

  • 3.

    het aantal 0 t/m 12 jarigen te berekenen door cohortgewijze veroudering.

2.3 Prognose van het aantal leerlingen per basisschool

Nadat de omvang van de basisgeneratie basisonderwijs in het voedingsgebied is berekend, kan de ontwikkeling van het aantal leerlingen per basisschool in het voedingsgebied worden geprognosticeerd. Uitgangspunt hierbij is het belangstellingspercentage per basisschool. Dit percentage wordt berekend door het aantal leerlingen per basisschool te delen door het totaal aantal leerlingen van alle basisscholen. Om te kunnen beoordelen of de deelname en belangstelling van de jongste leerlingen afwijkt van de deelname en belangstelling van het totaal aantal leerlingen wordt tevens een berekening gemaakt van de ontwikkeling van de deelname en belangstelling van de 4- en 5-jarige leerlingen. Op basis hiervan wordt voor de prognoseperiode het deelname- en belangstellingscijfer geraamd, zodat het toekomstige leerlingenaantal per basisschool kan worden berekend. De prognose van het aantal leerlingen van 2009 t/m 2018 wordt in figuur 2 weergegeven.

Figuur 2 prognose aantal leerlingen 2009 t/m 2018

3. DE RUIMTEBEHOEFTE 2009-2018

Op basis van de resultaten van de leerlingenprognose kan een prognose gemaakt worden van de ontwikkeling van de huisvestingsbehoefte van de scholen. In de volgende tabel wordt deze behoefte voor de jaren 2009 t/m 2018 weergegeven.

Tabel ruimtebehoefte 2009 - 2018

4. ANALYSE VAN DE RUIMTEBEHOEFTE

Op grond van de leerlingenprognose kan de ruimtebehoefte per voedingsgebied voor de komende 10 jaar worden geanalyseerd.

4.1 Voedingsgebied 1 (Crayenesterschool, Bosch en Hovenschool, Jacobaschool en de Prinses Beatrixschool)

Voedingsgebied 1 is voor de 4 aanwezige scholen een stabiel gebied. De lichte vergrijzing in dit gebied wordt opgevangen door de nieuwbouw in de stationsomgeving. Voor de komende 5 jaar is er sprake van een tekort van 1 lokaal. Dit tekort betreft de Bosch en Hovenschool en kan worden opgevangen door een efficiënter gebruik van de lokalen. In 2017 zal er volgens de prognose een overschot van 1 lokaal in voedingsgebied 1 aanwezig zijn.

Op basis van de leerlingenprognose zijn er de komende 10 jaar naar verwachting geen ingrepen nodig om te voorzien in de ruimtebehoefte van de scholen in voedingsgebied 1.

4.2 Voedingsgebied 2 (de Ark, de Evenaar en de Icarus)

Ook voedingsgebied 2, waar 3 scholen zijn gevestigd, is een stabiel gebied te noemen. In de komende 10 jaar wordt een geringe terugloop van het aantal leerlingen verwacht. Voor één school lijkt dit consequenties te hebben. Deze school, de Evenaar, komt naar verwachting vanaf 2011 onder de opheffingsnorm van 183 leerlingen. Volgens de prognose blijft het leerlingenaantal de jaren na 2011 licht dalen. Aangezien het schoolbestuur van de Evenaar uitsluitend deze school onder haar bestuur heeft, kan het gemiddelde aantal leerlingen (vooralsnog) niet door een andere school binnen het bestuur worden verhoogd. Dit kan betekenen dat, op basis van de prognose, deze school in 2014 te maken krijgt met opheffing.

Daarnaast zullen, op basis van de prognose, de overige scholen in het voedingsgebied (de Ark en de Icarus) na het jaar 2014 een overschot hebben van enkele lokalen (de Ark 1 lokaal en de Icarus aanvankelijk 1 lokaal en vanaf 2018 2 lokalen).

Los van de mogelijke gevolgen van het teruglopende aantal leerlingen voor De Evenaar, zijn er naar verwachting geen ingrepen nodig om te voorzien in de ruimtebehoefte van de scholen in voedingsgebied 2. Het overschot van lokalen (per 2014: 2 en per 2018: 3) kan in de toekomst mogelijk worden ingezet voor de verhuur ten behoeve van naschoolse opvang en/of het medegebruik ten behoeve van de brede school ontwikkeling. Ook is bijvoorbeeld - met het oog op de vergrijzing - medeverhuur voor niet-commerciële culturele of recreatieve activiteiten voor ouderen mogelijk.

4.3 Voedingsgebied 3 (Voorwegschool, Nicolaasbeetsschool en de Valkenburgschool)

Voedingsgebied 3 laat de komende 10 jaar een daling van het aantal leerlingen zien. Op deze daling is al ingespeeld bij de Voorwegschool. Rond 2000 was er een sprake van een aanzienlijke groei van het aantal leerlingen op de Voorwegschool. Toen al bleek volgens de prognose dat op den duur weer een terugloop van het aantal leerlingen te verwachten was. Hierop is ingespeeld door het plaatsen van 8 semi-permanente gebouwen die minimaal 10 jaar mee gaan. In totaal zijn er nu 18 lokalen bij de Voorwegschool in gebruik, waarvan er 2 worden verhuurd aan de Stichting CASCA. Deze stichting regelt voor de Voorwegschool de voor- en naschoolse opvang.

Voor wat betreft de Voorwegschool wordt het volgende opgemerkt. Het schoolbestuur heeft recent aangegeven dat volgens haar het schoolgebouw niet meer voldoet aan de eisen van deze tijd. Op dit moment is het nog niet duidelijk of dit leidt tot een verzoek tot een voorziening op grond van de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Heemstede. En zo ja, wat de aard van het verzoek is (bijvoorbeeld vervangende nieuwbouw of renovatie).

Op de andere 2 scholen, de Nicolaas Beetschool en de Valkenburgschool, is op basis van de prognose een overschot van enkele lokalen te verwachten. Ook hier geldt dat in de toekomst mogelijk vrijkomende lokalen kunnen worden ingezet voor de verhuur ten behoeve van naschoolse opvang en/of het medegebruik ten behoeve van de brede school ontwikkeling. Of medeverhuur voor niet-commerciële culturele of recreatieve activiteiten.

Opgemerkt wordt dat de Valkenburgschool onder de opheffingsnorm van 183 leerlingen zit. Onder het schoolbestuur van deze school vallen echter meerdere scholen waardoor het gemiddelde leerlingenaantal per school in dit geval hoger is dan 183. Hierdoor wordt de Valkenburgschool niet met opheffing bedreigd.

Op basis van de leerlingenprognose zijn er de komende 10 jaar naar verwachting geen ingrepen nodig om te voorzien in de ruimtebehoefte van de scholen in voedingsgebied 3.

Vastgesteld door burgemeester en wethouders d.d. 7 oktober 2008.