Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR210424
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR210424/1
Beleidsregels Terugvordering Wet werk en bijstand van de gemeente Barendrecht
Geldend van 29-06-2012 t/m heden
Intitulé
Beleidsregels Terugvordering Wet werk en bijstand van de gemeente BarendrechtHet college van burgemeester en wethouders stelt de volgende regeling vast.
1 Algemeen
1. Algemeen
-
a. Burgemeester en wethouders maken gebruik van de bevoegdheid tot:
het herzien of intrekken van het toekenningsbesluit ingevolge
artikel 54 lid 3 van de Wet werk en bijstand (WWB);
-
b. het terugvorderen van ten onrechte verleende bijstand zoals
neergelegd in de artikelen 58 tot en met 60 van de WWB.
2 HERZIENING EN INTREKKING
2. Herziening of intrekking van het toekenningsbesluit
Een besluit tot toekenning van bijstand wordt herzien of ingetrokken
indien:
- a.
het niet of niet behoorlijk nakomen van de verplichting alsbedoeld in artikel 17 lid 1 WWB, of de artikelen 28 lid 2 en 29lid 1 van de Wet Suwi, heeft geleid tot het ten onrechte of toteen te hoog bedrag verlenen van bijstand;
- b.
anderszins de bijstand ten onrechte of tot een te hoog bedragis verleend.
Van het nemen van een herzienings- of intrekkingsbesluit kan op grond
van dringende redenen worden afgezien.
3. TERUGVORDERING
3. Terugvordering
Bijstand wordt teruggevorderd in de gevallen zoals vermeld in deze
beleidsregels.
4. Ten onrechte verleende bijstand
-
Burgemeester en wethouders vorderen bijstand terug van de
belanghebbende voor zover deze bijstand:
- a.
ten onrechte of tot een te hoog bedrag is verleend;
- b.
in de vorm van een geldlening is verleend en de uit degeldlening voortvloeiende verplichtingen niet of nietbehoorlijk worden nagekomen;
- c.
voortvloeit uit gestelde borgtocht;
- d.
ingevolge artikel 52 WWB bij wijze van voorschot is verleend ennadien is vastgesteld dat geen recht op bijstand bestaat;
- e.
anderszins onverschuldigd is betaald en de belanghebbende ditredelijkerwijs kon begrijpen, waaronder begrepen dat:
- 1.
de belanghebbende met betrekking tot de periode waarover
bijstand is verleend, over in aanmerking te nemen
middelen als bedoeld in artikel 31 WWB beschikt of kan
beschikken;
- 2.
bijstand is verleend met een bepaalde bestemming en
naderhand door de belanghebbende vergoedingen of
tegemoetkomingen worden ontvangen met het oog op die
bestemming.
- 1.
- f.
terugvordering als bedoeld onder e. vindt niet plaats, indien
de betreffende kosten zijn gemaakt meer dan twee jaar vóór de
datum van verzending van het besluit tot terugvordering.
- a.
5. Terugvordering van gezinsleden
- a.
Onverminderd het bepaalde onder beleidsregel nummer 4 wordenkosten van bijstand, indien de bijstand aan een gezin wordtverleend, van alle gezinsleden teruggevorderd.
- b.
Indien de bijstand als gezinsbijstand aan gehuwden had moetenworden verleend, maar zulks achterwege is gebleven omdatbelanghebbende de verplichting bedoeld in artikel 17 WWB, of deartikelen 28 lid 2 en 29 lid 1 van de Wet Suwi, niet of nietbehoorlijk is nagekomen, kunnen de kosten van bijstand mede worden teruggevorderd van de gezinsleden met wier middelen als bedoeld in artikel 31 WWB bij de verlening van bijstand rekening had moeten worden gehouden.
- c.
de onder a. en b. genoemde personen zijn hoofdelijkaansprakelijk voor de terugbetaling van de kosten van bijstanddie worden teruggevorderd.
6. Afzien van het nemen van een terugvorderingbesluit
Burgemeester en wethouders zien af van het nemen van een
terugvorderingsbesluit indien:
- a.
het terug te vorderen bedrag lager is dan het gestelde inartikel 1 van de Regeling terugvordering geringe bedragen(Stcrt. 1997, 250) en er geen sprake is geweest van het tenonrechte ontvangen van een uitkering door het niet voldoen aande inlichtingenverplichtingen zoals vermeld in beleidsregel 2aanhef, en sub a WWB;
- b.
hiertoe een dringende reden aanwezig is.
4. KWIJTSCHELDING
7. Kwijtschelding wegens schuldenproblematiek
In afwijking van beleidsregel nummer 4 en 5 kunnen burgemeester
besluiten tot gehele of gedeeltelijke kwijtschelding van de
teruggevorderde bijstand indien:
- a.
redelijkerwijs te voorzien is dat de belanghebbende niet zalkunnen voortgaan met het betalen van zijn schulden, en
- b.
redelijkerwijs te voorzien is dat een schuldregeling metbetrekking tot alle vorderingen, behoudens de in beleidsregel8 onder b. bedoelde vorderingen, van de overige schuldeiserszonder een zodanig besluit niet tot stand zal komen, en
- c.
de vordering van de gemeente wegens teruggevorderde bijstandten minste zal worden voldaan naar evenredigheid met devorderingen van de schuldeisers van gelijke rang.
8. Afzien van kwijtschelding wegens schuldenproblematiek
Van kwijtschelding als bedoeld in beleidsregel nummer 7 wordt
afgezien indien:
- a.
de terugvordering van bijstand het gevolg is van verwijtbaargedrag van de belanghebbende;
- b.
de vordering wordt gedekt door pand of hypotheek op een goed ofgoederen, behoudens voor zover de vordering niet op diegoederen verhaald kan worden.
9. Inwerkingtreding van het besluit tot afzien van terugvordering wegens schuldenproblematiek
Het besluit tot het gedeeltelijk afzien van terugvordering of tot het
gedeeltelijk afzien van verdere terugvordering treedt niet in werking
voordat een schuldregeling tot stand is gekomen.
10. Intrekking kwijtscheldingsbesluit schuldenproblematiek
Het besluit tot het gedeeltelijk afzien van terugvordering of tot het
gedeeltelijk afzien van verdere terugvordering wordt ingetrokken of
ten nadele van de belanghebbende gewijzigd indien:
- a.
niet binnen twaalf maanden nadat dat besluit is bekendgemaakt,een schuldregeling is tot stand gekomen;
- b.
de belanghebbende zijn schuld aan de gemeente nietovereenkomstig de schuldregeling voldoet; of
- c.
onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt en deverstrekking van juiste of volledige gegevens tot een anderbesluit zou hebben geleid.
11. Kwijtschelding na het niet (volledig) voldoen aan de betalingsverplichting
In afwijking van beleidsregel nummer 4 kunnen burgemeester en
wethouders besluiten van terugvordering of van verdere
terugvordering af te zien, indien de belanghebbende
- a.
gedurende vijf jaar geen betalingen heeft verricht en nietaannemelijk is dat hij deze op enig moment zal gaan verrichten;
of
- b.
een bedrag, overeenkomend met ten minste 50% van de (rest) somin één keer aflost.
12. een kwijtschelding na voldoen aan betalingsverplichting
Kwijtschelding als bedoeld in beleidsregel nummer 11 vindt niet
plaats ten aanzien van vorderingen welke door pand of hypotheek op
een goed of goederen zijn gedekt, behoudens voorzover zij niet op die
goederen verhaald kunnen worden.
5. INVORDERING VAN TERUGGEVORDERDE BIJSTAND
13. Invorderingsbesluit
- 1.
In het terugvorderingsbesluit delen burgemeester en wethouders aande belanghebbende mede:
- a.
tot welk bedrag en over welke periode de ten onrechte ontvangenbijstand wordt teruggevorderd;
- b.
de termijn of termijnen waarbinnen de belanghebbende de tenonrechte ontvangen bijstand dient terug te betalen;
- c.
op welke wijze het besluit, bij gebrekkige betaling, tenuitvoer zal worden gelegd.
- a.
14. Verplichtingen met betrekking tot de invordering
- a.
Het aflossingsbedrag, zoals medegedeeld in hetterugvorderingsbesluit of dat met de belanghebbende op grondvan een minnellijke regeling tot stand is gekomen, geldt alseen opgelegde betalingsverplichting;
- b.
tenminste één keer per jaar verrichten burgemeester enwethouders onderzoek naar de hoogte van het inkomen. Indien hetinkomen daartoe aanleiding geeft wordt als gevolg van ditonderzoek de betalingsverplichting gewijzigd vastgesteld.
15. Verrekening en beslaglegging
Indien de belanghebbende niet bereid is tot het treffen van een
minnelijke betalingsregeling, of een eerder opgelegde
betalingsverplichting niet meer nakomt, dan wordt het
terugvorderingsbesluit tenuitvoergelegd door middel van:
- 1.
verrekening met de maandelijks verleende bijstand ingevolge de Wetwerk en bijstand, op grond van artikel 6:127 van het BurgerlijkWetboek, of bij het ontbreken van deze mogelijkheid
- 2.
een executoriaal beslag overeenkomstig de artikelen 479b tot enmet 479g, behoudens artikel 479e lid 2 van het Wetboek vanBurgerlijke Rechtsvordering.
6. OVERIGE BEPALINGEN
16. Rente en kosten
Indien moet worden overgegaan tot verrekening of beslaglegging als
bedoeld in beleidsregel 15 dan wordt de vordering verhoogd met rente
en kosten, ten bedrage van 15% van de hoofdsom.
17. Nadere invulling van beleid
Burgemeester en wethouders kunnen deze beleidsregels nader uitwerken
in een beleidsnotitie inzake terugvordering en invordering van ten
onrechte verleende bijstand ingevolge de Wet werk en bijstand.
18. Inwerkingtreding
Deze beleidsregels waren in het kader van het door het college
bepaalde overgangsrecht in werking getreden met ingang van 1 januari
2004, hetgeen met het besluit van het college d.d. ……….. thans
bekrachtigd is.
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de vergadering.
toelichting beleidsregels terugvordering wet werk en bijstand
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl