Regeling vervallen per 17-01-2023

Verordening gemeentelijke onderscheidingen Uden

Geldend van 01-08-2004 t/m 16-01-2023

Intitulé

Verordening gemeentelijke onderscheidingen Uden

Artikel 1

  • 1.

    Aan zowel ingezetenen als niet-ingezetenen van de gemeente Uden die daarvoor krachtens deze verordening in aanmerking komen, kan bij wijze van onderscheiding het ereburgerschap van de gemeente Uden worden toegekend.

  • 2.

    Aan zowel ingezetenen als niet-ingezetenen van de gemeente Uden die daarvoor krachtens deze verordening in aanmerking komen, kan de penning van verdienste van de gemeente Uden worden toegekend.

  • 3.

    Aan zowel ingezetenen als niet-ingezetenen van de gemeente Uden die daarvoor krachtens deze verordening in aanmerking komen, kan de vrijwilligerspenning van de gemeente Uden worden toegekend.

Artikel 2

  • 1.

    Het ereburgerschap wordt toegekend als blijk van waardering en erkentelijkheid jegens degene die zich gedurende lange tijd heeft ingezet op het gebied van kunst en cultuur, sport en recreatie, onderwijs, gezondheidszorg, sociaal-maatschappelijk leven, bestuur, bedrijfsleven of enig ander gebied en daarmee de gemeente Uden en haar inwoners op een uitzonderlijke wijze heeft gediend.

  • 2.

    De penning van verdienste wordt toegekend als blijk van waardering jegens degene zich langdurig, door het verrichten van een bijzondere daad of prestatie dan wel door blijk te geven van grote burgerzin, op zeer bijzondere wijze verdienstelijk heeft gemaakt op een of meer van de in het eerste lid genoemde gebieden.

  • 3.

    De vrijwilligerspenning wordt toegekend als blijk van waardering jegens degenen die zich langdurig, verdienstelijk en belangeloos heeft ingezet ten behoeve van een of meer in de gemeente Uden werkzame verenigingen, stichtingen of instellingen.

Artikel 3

  • 1. De Raad beslist op voorstel van het College van burgemeester en wethouders over de toekenning van het ereburgerschap.

  • 2. Alvorens een voorstel tot toekenning tot het ereburgerschap wordt gedaan, hoort het College daarover het presidium van de Raad.

  • 3. De bevoegdheid tot toekenning van het ereburgerschap kan niet worden gemandateerd.

Artikel 4

  • 1. De penning van verdienste en de vrijwilligerspenning worden toegekend door het College van burgemeester en wethouders.

  • 2. De bevoegdheid tot toekenning van de penning van verdienste kan niet worden gemandateerd.

Artikel 5

  • 1. Huldiging vanwege de toekenning van het ereburgerschap geschiedt bij de viering van een jubileum, bij een afscheid, tijdens een raadsvergadering of tijdens een andere door de Raad passend geoordeelde gelegenheid.

  • 2. Huldiging vanwege de uitreiking van de penning van verdienste of de vrijwilligerspenning geschiedt op een door het College van burgemeester en wethouders te bepalen tijdstip.

Artikel 6

  • 1. Aan het ereburgerschap is een legpenning of andere stoffelijke blijk van toekenning verbonden, waarvan het model door het College van burgemeester en wethouders wordt vastgesteld.

  • 2. Bij de uitreiking wordt aan de ereburger een oorkonde overhandigd waarop de gronden vermeld staan die geleid hebben tot toekenning van het ereburgerschap.

Artikel 7

  • 1. Het model van de penning van verdienste en de vrijwilligerspenning wordt door het College van burgemeester en wethouders vastgesteld.

  • 2. Aan de penning van verdienste en de vrijwilligerspenning is een oorkonde verbonden, waarvan het model wordt vastgesteld door het College van burgemeester en wethouders.

Artikel 8

  • 1. Indien zeer bijzondere omstandigheden daartoe aanleiding geven, kan de Raad op voorstel van het College van burgemeester en wethouders besluiten de toekenning van het ereburgerschap in te trekken.

  • 2. Het College is, indien zeer bijzondere omstandigheden daartoe aanleiding geven, bevoegd de toekenning van de penning van verdienste of de vrijwilligerspenning in te trekken.

Artikel 9

  • 1. Van elke toekenning van het ereburgerschap, de penning van verdienste of de vrijwilligerspenning houdt het College van burgemeester en wethouders aantekening in een register.

  • 2. In het register worden mede de gronden vermeld die tot de toekenning hebben geleid.

  • 3. Bij het intrekken van het ereburgerschap of de penning van verdienste wordt de vermelding in het register doorgehaald.

Artikel 10

Aan de toekenning van het ereburgerschap, de penning van verdienste en de vrijwilligerspenning zijn geen rechten en verplichtingen verbonden.

Artikel 11

  • 1.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening gemeentelijke onderscheidingen Uden.

  • 2.

    Zij treedt in werking op een door het College van burgemeester en wethouders nader te bepalen tijdstip.

Ondertekening

Vastgesteld in de openbare vergadering van 11 december 2003.
De Raad voornoemd
de griffier de voorzitter
Gbos1.rvs

Verordening gemeentelijke onderscheidingen Uden

Toelichting verordening gemeentelijke onderscheidingen Uden

Algemeen

De verordening voorziet in de mogelijkheid mensen met grote verdiensten voor de lokale samenleving met een gemeentelijke onderscheiding te eren. Er zijn twee gradaties: het ereburgerschap van de gemeente Uden en de penning van verdienste van de gemeente Uden. Meer specifiek voor vrijwilligers is er de vrijwilligerspenning.

Het gemeentelijk stelsel staat naast het stelsel van koninklijke onderscheidingen in verschillende gradaties en vormt daarop een aanvulling. Dit laatste geldt in het bijzonder waar het gaat om de erkenning en waardering van lokale verdiensten die in de uitoefening van een hoofdfunctie of beroep zijn opgebouwd.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1

In dit artikel worden de gemeentelijke onderscheidingen vermeld die toegekend kunnen worden.

Zowel aan ingezetenen als aan degenen die ingezetene van de gemeente Uden zijn geweest, kan een onderscheiding worden toegekend. Personen met grote verdiensten die niet tot deze categorie behoren, worden echter niet uitgesloten, wanneer zij ruimschoots aan de criteria van de verordening voldoen.

Artikel 2

In dit artikel zijn de criteria opgenomen welke voor het toekennen van een gemeentelijke onderscheiding gelden. De criteria hebben een algemeen karakter, omdat het op voorhand niet mogelijk is alle situaties te voorzien waarin een onderscheiding op haar plaats is. In elk geval geven zij duidelijk het onderscheid aan tussen het ereburgerschap enerzijds en de penning van verdienste en de vrijwilligerspenning anderzijds. De penning van verdienste heeft een meer algemeen karakter en richt zich op grote maatschappelijke verdiensten in het algemeen. De vrijwilligerspenning is specifiek bedoeld voor degenen die zich langdurig, verdienstelijk en belangeloos hebben ingezet als vrijwilliger, ook en met name waar het gaat om inspanningen die niet voor iedereen direct zichtbaar zijn.

Artikel 3

Over de toekenning van het ereburgerschap beslist de Raad. Om een publieke discussie over een personen te vermijden, is aan het presidium uit de Raad een rol toegekend bij de voorbereiding van de beslissing. Door mandaat uit te sluiten, wordt verzekerd dat alleen de Raad beslissingsbevoegd blijft. Ook delegatie is uitgesloten. Delegatie behoeft immers een wettelijke grondslag en deze is in de verordening niet opgenomen.

Artikel 4

Dit artikel kent aan het College de bevoegdheid tot toekenning van de penning van verdienste en de vrijwilligerspenning toe. Mandaat aan een Collegelid of ambtenaar is uitgesloten voor de penning van verdienste. Wat de vrijwilligerspenning betreft, sluit de verordening mandaat niet op voorhand uit.

Artikel 5

De toekenning van het ereburgerschap heeft een uitzonderlijk karakter. Voor de huldiging moet dan ook een bijzondere gelegenheid worden bepaald. Dit artikel laat het aan de Raad over daarvoor de juiste vorm te bepalen, uiteraard in samenspraak met het College dat het decoratievoorstel uitbracht.

De wijze waarop de uitreiking van de penning van verdienste en de vrijwilligerspenning plaatsvindt, wordt uiteraard door het College bepaald, dat immers tot toekenning bevoegd is.

Artikelen 6 en 7

Deze artikelen dragen het College op modellen vast te stellen voor de stoffelijke blijken van decoratie

die bij de toekenning van het ereburgerschap en de beide penningen worden verstrekt. In alle gevallen wordt tevens een oorkonde uitgereikt.

Artikel 8

De verordening biedt de mogelijkheid in zeer bijzondere gevallen de toekenning van een onderscheiding bij een met redenen omkleed besluit in te trekken en de vermelding in het openbaar register door te halen. Van een zeer bijzonder geval is sprake wanneer handhaving van de toekenning door ernstige misdragingen van de begiftigde dan wel later over zijn persoon bekend geworden feiten of omstandigheden in ernstige mate afbreuk zou kunnen doen aan de goede naam van Uden.

Intrekking geschiedt bij een met redenen omkleed besluit van het bestuursorgaan dat tot toekenning heeft besloten.

Artikel 9

Dit artikel vormt de basis voor het register, waarin de toekenning van gemeentelijke onderscheidingen raadpleegbaar wordt vastgelegd. Uiteraard wordt de persoonlijke levenssfeer van de gedecoreerden in acht genomen door te volstaan met beperkte informatie dan wel door gedecoreerden nadrukkelijk om toestemming te vragen.

Artikel 10

Een gemeentelijke onderscheiding is een blijk van waardering en een erkenning van verdiensten. Een andere strekking heeft het decoratiestelsel niet.

Artikel 11

Het tijdstip van inwerkingtreding van de verordening hangt mede af van de uitwerking die aan de verordening moet worden gegeven. In verband hiermee wordt aan het College overgelaten dat tijdstip te bepalen.

Toelichting Verordening gemeentelijke onderscheidingen Uden