Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR204874
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR204874/1
Verordening maatschappelijke participatie schoolgaande kinderen Wet werk en bijstand gemeente Naarden 2012
Geldend van 01-01-2012 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2012
De raad van de gemeente Naarden;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Naarden, nummer RV 12.032
gelet op artikel 8 lid 1 onder g, artikel 8 lid 2 onder d en artikel 35 lid 5 van de Wet werk en bijstand;
besluit:
vast te stellen: de Verordening maatschappelijke participatie schoolgaande kinderen Wet werk en
bijstand gemeente Naarden 2012
Hoofdstuk 1 ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1 Begrippen
1. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader
worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand
(WWB), de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Gemeentewet.
2. In deze verordening wordt verstaan onder:
a. de wet: de Wet werk en bijstand (Wwb);
b. het college: het college van burgemeester en wethouders van Naarden;
c. de raad: de gemeenteraad van Naarden;
d. sociaal-culturele, educatieve respectievelijk sportieve activiteit: een
maatschappelijke, educatieve, sportieve of culturele activiteit die beoogt
een sociaal isolement te voorkomen of te doorbreken;
e. schoolgaand kind: ten laste komende kind van een ouder met een laag
inkomen, voor wie de leer- of kwalificatieplicht, bedoeld in artikel 4 van
de Leerplichtwet, geldt.
Artikel 2 Maatschappelijke participatie
Met maatschappelijke participatie wordt bedoeld dat het oogmerk van
bijstandsverlening dient te zijn het voorkomen of doorbreken van een sociaal
isolement.
Hoofdstuk 2 RECHT OP BIJSTAND VOOR MAATSCHAPPELIJKE PARTICIPATIE
Artikel 3 Voorwaarden
1. Uitsluitend een belanghebbende zoals bedoeld in artikel 35 lid 5 WWB, met een
in aanmerking te nemen inkomen dat de voor belanghebbende geldende
bijstandsnorm niet overschrijdt, komt in aanmerking voor categoriale
bijzondere bijstand op grond van deze verordening.
2. Uitsluitend kosten voor sociaal-culturele, educatieve respectievelijk sportieve
activiteiten in verband met ‘maatschappelijke participatie’ zoals bedoeld in
artikel 2 komen in aanmerking voor categoriale bijzondere bijstand op grond
van deze verordening.
Artikel 4 Vergoeding
In de gemeente Naarden zijn diverse regelingen die voldoen aan het genoemde in
artikel 3 lid 2 van de deze verordening. Voor elk van deze regelingen is een
maximale vergoeding vastgesteld. Om te voorkomen dat deze verordening een
negatieve invloed heeft op de bestaande regeling worden hier geen bedragen
genoemd.
Artikel 5 Uitvoering
De uitvoering van deze verordening berust bij het college van burgemeester en
wethouders.
Hoofdstuk 3 SLOTBEPALINGEN
Artikel 6 Inwerkintreding
Deze verordening treedt met terugwerkende kracht in werking met ingang van
1 januari 2012.
Artikel 7 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening maatschappelijke participatie
schoolgaande kinderen Wet werk en bijstand gemeente Naarden 2012.
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering
der gemeente Naarden, gehouden op woensdag 23 mei 2012.
de voorzitter,
de griffier,
Toelichting 1 Toelichting
Verordening maatschappelijke participatie schoolgaande kinderen Wet werk en
bijstand gemeente Naarden 2012
Algemene toelichting
Kinderen moeten in hun kansen en mogelijkheden tot ontwikkeling niet worden belemmerd door de slechte
financiële positie van hun ouders. Maatschappelijke participatie van een kind is van groot belang met het oog op
zijn of haar kansen op een zelfredzame toekomst. De wetgever beoogt inkomensondersteuning rechtstreeks aan
zoveel mogelijk minderjarige kinderen van de doelgroep ten goede te laten komen en vindt het daarom wenselijk
dat de categoriale bijzondere bijstand aan deze groep niet vooraf als geldbedrag wordt verleend, maar in natura
of op basis van werkelijk gemaakte kosten. Dit is vastgelegd in artikel 48 lid 4 Wwb.
Artikel lid 1 onder g WWB bepaalt dat de gemeenteraad bij verordening regels moet stellen over het verlenen
van categoriale bijzondere bijstand aan een persoon met een hem ten laste komend kind dat onderwijs of een
beroepsopleiding volgt met betrekking tot de kosten in verband met maatschappelijke participatie van dat kind.
Hierbij moet in ieder geval worden bepaald op welke wijze invulling wordt gegeven aan het begrip
‘maatschappelijke participatie’ (artikel 8 lid 2 onder d Wwb).
Deze vorm van categoriale bijzondere bijstand kan op grond van de wet uitsluitend worden verstrekt aan mensen
met een inkomen van maximaal 110% van het wettelijk sociaal minimum.
Artikelsgewijze toelichting
Artikel 1. Begrippen
Er is voor gekozen om begrippen die al zijn omschreven in de Wwb, Awb of de Gemeentewet niet afzonderlijk
te definiëren in deze verordening. Dit voorkomt dat in geval van wijziging van betreffende definities in de
betreffende wetten ook de verordening moet worden gewijzigd.
Ten aanzien van het beleid met betrekking tot de voorzieningen voor maatschappelijke participatie geldt dat deze
uitsluitend betrekking mogen hebben op hetgeen in artikel 1 lid 2 onder d van deze verordening is bepaald.
Onder sociaal-culturele, educatieve, sportieve of culturele activiteit wordt verstaan: een maatschappelijke,
educatieve, sportieve of culturele activiteit die beoogt een sociaal isolement te voorkomen of te doorbreken.
Er kan worden gedacht aan een lidmaatschap van bijvoorbeeld een sportvereniging of toneelvereniging.
Artikel 2. Maatschappelijke participatie
In artikel 8 lid 2 onder d WWB is expliciet bepaald dat de gemeenteraad in de verordening maatschappelijke
participatie regels moet stellen over de wijze waarop invulling wordt gegeven aan het begrip ‘maatschappelijke
participatie’.
In artikel 2 van deze verordening is aangegeven dat het oogmerk van maatschappelijke participatie het
voorkomen of doorbreken van een sociaal isolement is.
Bij de invulling van het begrip maatschappelijke participatie is rekening gehouden met het feit dat van
categoriale bijzondere bijstand zoals bedoeld in artikel 35 lid 5 WWB geen sprake is voor zover het hoofddoel
van de vergoeding het subsidiëren van culturele, educatieve of sportieve activiteiten is. Er is slechts sprake van
bijstandsverlening indien voor belanghebbenden kosten worden weggenomen die zij anders wel zouden maken.
Daarom is voor de toepassing van deze verordening slechts sprake van maatschappelijke participatie indien het
oogmerk van bijstandsverlening het voorkomen of doorbreken van een sociaal isolement is.
Artikel 3. Voorwaarden
In artikel 3 zijn algemene voorwaarden opgenomen om in aanmerking te komen voor categoriale bijzondere
bijstand zoals bedoeld in artikel 35 lid 5 WWB. In artikel 3 lid 1 van deze verordening wordt voor de
duidelijkheid verwezen naar de voorwaarden die volgen uit de wet. Het betreft:
• het behoren tot de doelgroep zoals gedefinieerd in artikel 35 lid 5 WWB: een persoon, met een hem ten
laste komend kind dat onderwijs of een beroepsopleiding volgt, met betrekking tot kosten in verband met
maatschappelijke participatie van dat kind.
• het hebben van een in aanmerking te nemen inkomen van ten hoogste 110% van het wettelijk sociaal
minimum (WSM).
In artikel 3 lid 2 van deze verordening is voorts bepaald dat uitsluitend kosten voor sociaal-culturele, educatieve
respectievelijk sportieve activiteiten in verband met ‘maatschappelijke participatie’ zoals bedoeld in artikel 2 in
aanmerking komen voor categoriale bijzondere bijstand op grond van deze verordening.
Artikel 4. Vergoeding
In artikel 3 lid 2 van deze verordening is bepaald welke kosten in verband met ‘maatschappelijke participatie’
zoals bedoeld in artikel 2 in aanmerking komen. Er is geen limiet gesteld aan de te verstrekken voorzieningen.
In de verordening worden om die reden geen bedragen genoemd, zodat wordt voorkomen dat deze verordening
een negatieve invloed heeft op de bestaande regelingen.
In de gemeente Naarden zijn diverse minimaregelingen in gebruik die voldoen aan de voorwaarden die gesteld
zijn in artikel 3 lid 2 van deze verordening. Op dit moment bestaan de Individuele subsidieregeling (ISR), de
Schoolkostenregeling (per 1 juli 2012 samengevoegd in een ‘doe-budget’), en de PC-regeling. Daarnaast neemt
Naarden deel aan het Jeugdsportfonds.
Artikel 5. Uitvoering
De uitvoering van deze verordening valt onder de verantwoordelijkheid van het college van burgemeester en
wethouders.
In deze verordening worden geen aparte regelingen voorgesteld, dan de regelingen die reeds zijn vastgesteld.
Beleidsregels bij deze verordening hoeven derhalve niet te worden opgesteld. Aangesloten kan worden bij het
geldende minimabeleid, waarbij per regeling beleidsregels en vergoedingen zijn vastgesteld.
Artikel 6. Inwerkingtreding
Deze verordening treedt op grond van de wet met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2012 in werking,
aangezien de gemeenteraad op grond van de wet per deze datum verplicht is een verordening vast te stellen over
het verlenen van categoriale bijzondere bijstand aan een persoon met een hem ten laste komend kind dat
onderwijs of een beroepsopleiding volgt met betrekking tot de kosten in verband met maatschappelijke
participatie van dat kind.
Artikel 7. Citeertitel
In dit artikel is de citeertitel van deze verordening neergelegd.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl