Aanschrijving heffing van omzetbelasting ter zake van prestaties door en aan Vrijgestelde Vennootschappen

Geldend van 28-04-2003 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2001

Intitulé

Aanschrijving heffing van omzetbelasting ter zake van prestaties door en aan Vrijgestelde Vennootschappen

In de Landsverordening omzetbelasting 1999 (P.B. 1999, no. 43) zijn bijzondere bepalingen opgenomen voor het offshoreregime. Conform artikel 1, lid 3, van de Landsverordening omzetbelasting 1999 (P.B. 1999, no. 43) worden offshorebedrijven en offshorebanken (hierna offshorevennootschappen) niet als ondernemer voor de omzetbelasting aangemerkt, voor zover zij offshore-activiteiten verrichten en in het bezit zijn van een zogenoemde deviezenbeschikking. Daarnaast worden, ex artikel 1, lid 2, van de Landsverordening omzetbelasting 1999 (P.B. 1999, no. 43) bepaalde met name genoemde diensten, welke aan offshorevennootschappen worden verricht, niet als belaste prestaties aangemerkt.

Met offshorevennootschappen worden bedoeld, de lichamen in de zin van de art. 8A, 8B, 14 en 14A van de Landsverordening op de Winstbelasting 1940 (P.B. 1965, no. 58), lichamen in de zin van art. 3 van de Garantieverordening Winstbelasting 1993 en lichamen welke krachtens de Landsverordening Scheepsregistratiebelasting 1987 zijn vrijgesteld van winstbelasting.

Bij de invoering van het Nieuw Fiscaal Raamwerk is het offshoreregime afgeschaft, met dien verstande dat voor de bestaande offshorevennootschappen een overgangsregeling tot uiterlijk 2019 is getroffen. Bij het afschaffen van het offshoreregime en de introductie van de Vrijgestelde Vennootschap is met de gevolgen voor de omzetbelasting geen rekening gehouden.

Op grond van artikel 1A, lid 1, letter f van de Landsverordening op de Winstbelasting 1940 (P.B. 1965, no. 58), dienen de werkzaamheden van een Vrijgestelde Vennootschap uitsluitend of nagenoeg uitsluitend te bestaan uit het verrichten van kredietuitzettingen, beleggingen in effecten en deposito’s. Deze werkzaamheden zijn ‘typische’ offshorewerkzaamheden, met dien verstande dat andere beleggingsactiviteiten (bijv. onroerend goed) niet meer zijn toegestaan. De werkzaamheden van de Vrijgestelde Vennootschap zijn op dit gebied derhalve beperkt ten opzichte van het “oude” offshoreregime. Daar staat tegenover, dat onder het offshoreregime sprake moest zijn van internationale beleggingen (offshore). Bij de Vrijgestelde Vennootschap geldt deze eis niet meer. Dus ook lokale beleggingen vallen binnen de werkzaamheden van de Vrijgestelde Vennootschap.

Naar aanleiding van het bovenstaande keur ik goed dat artikel 1, tweede en derde lid, van de Landsverordening omzetbelasting 1999 (P.B. 1999, no. 43) van overeenkomstige toepassing zijn op de Vrijgestelde Vennootschap voor zover de werkzaamheden van deze vennootschap een internationaal karakter hebben en aldus als ‘typische’ offshorewerkzaamheden zijn aan te merken.

Deze aanschrijving treedt met ingang van haar dagtekening in werking en werkt terug tot en met 1 januari 2001.