Regeling vervallen per 17-01-2019

Toezicht- en handhavingsbeleid kinderopvang en peuterspeelzalen Zaanstad 2012

Geldend van 15-02-2012 t/m 16-01-2019

Intitulé

Toezicht- en handhavingsbeleid kinderopvang en peuterspeelzalen Zaanstad 2012

Inhoudsopgave

Inhoudsopgave

Inleiding

  • 1.

    Gemeentelijke verantwoordelijkheid kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen

  • 1.1

    Wettelijk kader

  • 1.2

    Betrokken partijen

  • 1.3

    Gemeentelijke taken

  • 2.

    Melding en registratie

  • 2.1

    Melding voor opname in Landelijk Register Kinderopvang en Landelijk Register Peuterspeelzaalwerk

  • 2.2

    Niet-gemelde kinderopvang

  • 2.3

    Bijhouden van wijzigingen in het landelijk register

  • 3.

    Toezicht op naleving kwaliteit

  • 3.1

    Toezichthouder

  • 3.2

    Wijze van onderzoek/inspectie

  • 3.3

    Totstandkoming inspectierapport

  • 4.

    Handhaving

  • 4.1

    Handhavingsinstrumenten

  • 4.2

    Afwegingsmodel handhaving kinderopvang en peuterspeelzalen

  • 4.3

    Handhavingstraject gemeente Zaanstad

Bijlage 1 Schematisch overzicht standaard handhavingstraject gemeente Zaanstad

Bijlage 2 Afwegingsmodel handhaving kinderopvang en peuterspeelzalen (versie VNG januari 2011)

  • 1.

    Afwegingsmodel handhaving dagopvang

  • 2.

    Afwegingsmodel handhaving BSO

  • 3.

    Afwegingsmodel handhaving Gastouderbureau

  • 4.

    Afwegingsmodel handhaving gastouderopvang

  • 5.

    Afwegingsmodel handhaving peuterspeelzaal

Inleiding

Goede en verantwoorde kinderopvang en peuterspeelzalen zijn belangrijke aandachtpunten in de samenleving, er vindt immers opvang van jonge kinderen plaats. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zaanstad is binnen de gemeente verantwoordelijk voor toezicht en handhaving in de kinderopvang en peuterspeelzalen. Met het voor u liggende toezicht- en handhavingsbeleid kinderopvang en peuterspeelzalen 2012 wil de gemeente Zaanstad kunnen garanderen dat er sprake is van kwalitatief goede voorzieningen.

Sinds de invoering van de Wet kinderopvang en de bijbehorende aanvullende beleidsregels in 2005 is de wetgeving diverse malen aangepast. Sinds januari 2010 is bepaald dat ook toezicht gehouden dient te worden op de gastouderopvang (gastouders). De peuterspeelzalen zijn sinds de inwerkingtreding van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen in augustus 2010 ook onderwerp van toezicht.

Daarnaast is per 1 januari 2010 het Landelijk Register Kinderopvang (LRK) geïntroduceerd. Dit is een landelijk register, waar alle vormen van kinderopvang in dienen te zijn opgenomen. Indien een mogelijkheid voor kinderopvang niet in het Landelijk Register Kinderopvang is opgenomen, verkrijgt de vraagouder geen tegemoetkoming van de belastingdienst voor de kinderopvang. De registratie van peuterspeelzalen vindt plaats in het Landelijk Register Peuterspeelzaalwerk (LRP). Dit register is in januari 2012 geïntroduceerd.

Momenteel is de notitie handhaving Wet kinderopvang van december 2007 nog van kracht. Door de aanpassingen in de wetgeving en de verplichting om toezicht te houden op gastouderopvang en peuterspeelzalen is aanpassing van deze notitie noodzakelijk.

In dit beleidsstuk wordt vastgelegd wat de gemeentelijke taken zijn, op welke manier en in samenwerking met wie de gemeente Zaanstad deze taken uitvoert en wat de consequenties kunnen zijn als kwaliteitsregels niet worden nageleefd. Het is van belang voor houders van kinderopvang en peuterspeelzalen, ouders, inspecteurs van de GGD en de gemeente zelf om deze zaken helder in beeld te hebben, zodat op consistente en consequente wijze toezicht en handhaving kan plaatsvinden.

Dit toezicht- en handhavingsbeleid geldt voor kinderopvang en peuterspeelzalen in de gemeente Zaanstad. Onder kinderopvang wordt verstaan: kinderdagverblijven, buitenschoolse opvang, gastouderbureau’s en gastouderopvang.

Hoofdstuk 1 Gemeentelijke verantwoordelijkheid kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen

1.1 Wettelijk kader

De gemeentelijke taken en verantwoordelijkheden ten aanzien van de kinderopvang en peuterspeelzalen zijn landelijk vastgelegd in een aantal wetten en daarop aanvullende beleidsregels.

Vanaf augustus 2010 gelden de volgende landelijke kaders:

  • -

    Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (hierna: Wko)

  • -

    Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen (hierna: Beleidsregels Wko)

Beide zijn uitwerkingen van de in 2005 geïntroduceerde wet en beleidsregels. De beleidsregels zijn daarnaast opgesteld in overleg met debrancheorganisatie kinderopvang, de MO-groep kinderopvang en een vertegenwoordiging van ouders (BOinK).

De gemeente Zaanstad heeft daarnaast de verordening kwaliteitsregels peuterspeelzaalwerk Zaanstad 2009 vastgesteld. In deze verordening zijn voor de peuterspeelzalen diverse regels vastgelegd. Met de in augustus 2010 veranderde wetgeving staan nu veel van deze regels in de Wko. In het geval dat zaken geregeld zijn in zowel de Wko als in de verordening, geldt de bepaling in de Wko. In de Wko en de Beleidsregels Wko wordt echter niets geregeld over de ruimte- en inrichtingseisen voor peuterspeelzalen. De bepalingen met betrekking tot de ruimte- en inrichtingseisen voor peuterspeelzalen uit de verordening kwaliteitsregels peuterspeelzaalwerk Zaanstad 2009 gelden daarom onverkort.

Bij de uitvoering van het toezicht- en handhavingsbeleid kinderopvang en peuterspeelzalen wordt zowel het geldende landelijke kader als de geldende lokale regelgeving nageleefd. Tevens wordt er toezicht gehouden op de in kinderopvang en peuterspeelzalen aangeboden voor- en vroegschoolse educatie (VVE).

1.2 Betrokken partijen

Naast de gemeente Zaanstad zijn ook andere partijen betrokken bij de kwaliteit van de kinderopvang en de peuterspeelzalen.

De verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van de kinderopvang of peuterspeelzaal ligt nadrukkelijk bij de houder (cq. exploitant) van de voorziening voor kinderopvang of peuterspeelzaal.

De rol van de ouders is vastgelegd in de Wko. Bij elk kindercentrum of gastouderbureau stelt de houder een oudercommissie in. De oudercommissie heeft een adviserende taak en functioneert op basis van een reglement.

De GGD Zaanstreek-Waterland houdt voor de gemeente Zaanstad toezicht op de kwaliteit van de kinderopvang en peuterspeelzalen.

De Minister van OCW houdt toezicht op de rechtmatigheid en doeltreffendheid van de uitvoering vande wettelijke taken door het college (art. 1.68 Wko). De Minister kan in geval van ernstigetekortkomingen een aanwijzing geven aan de gemeente. In een aanwijzing wordt een termijn

opgenomen waarbinnen het college de uitvoering in overeenstemming met de aanwijzing moetbrengen. Het toezicht wordt uitgeoefend door de Inspectie van het Onderwijs, genoemd in artikel 2, lid 1 van de Wet op het onderwijstoezicht.

1.3 Gemeentelijke taken

Ten aanzien van toezicht en handhaving in de kinderopvang en de peuterspeelzalen heeft de gemeente Zaanstad vier taken:

Melding en registratie

De gemeente Zaanstad dient zorg te dragen voor actuele registratie van peuterspeelzalen, kinderdagverblijven, centra voor buitenschoolse opvang, gastouderbureaus en gastouderopvang (gastouders). Hiervoor werkt de gemeente voor de kinderopvang met het Landelijke Register Kinderopvang (LRK).

Vanaf januari 2012 moeten ook de peuterspeelzalen worden geregistreerd en worden opgenomen in een landelijk register, het Landelijke Register Peuterspeelzaalwerk. Beide registers zijn openbaar toegankelijk en bereik-baar via www.landelijkregisterkinderopvang.nl. Een toelichting op hoe melding en registratie plaatsvindt, wordt in hoofdstuk 2 gegeven.

Toezicht op naleving van de kwaliteit

Voor het houden van toezicht op de kinderopvang en peuterspeelzalen, heeft de gemeente Zaanstad de directeur van de GGD Zaanstreek-Waterland aangewezen als toezichthouder. De directeur is tevens bevoegd om, middels ondermandaat, andere medewerkers van de GGD aan te wijzen als toezichthouder.

De toezichthouder houdt toezicht aan de hand van landelijk opgestelde toetsingskaders. Via een model inspectierapport worden de bevindingen en afspraken met houders aan de gemeente bekend gemaakt. Hierover meer in hoofdstuk 3.

Gemeentelijk ingrijpen, handhaven en sanctioneren

Indien uit het rapport van de toezichthouder blijkt dat de kinderopvang of de peuterspeelzaal niet aan de kwaliteitseisen voldoet, zal de gemeente Zaanstad in principe handhavend optreden. Er zijn verschillende handhavingsancties waaruit de gemeente een keus kan maken.

In hoofdstuk 4 wordt verder uitgewerkt welke overtredingen om welke acties vragen en welke hersteltermijnen daarvoor aangehouden worden.

Jaarlijkse verantwoording van de werkzaamheden aan de minister

Jaarlijks stelt het College van burgemeester en wethouders een verslag vast van de toezichts- en handhavingacties die de gemeente Zaanstad in het kader van de Wko heeft verricht. Dit verslag wordt verzonden naar de gemeenteraad, de GGD Zaanstreek-Waterland en de Minister van OCW.

Artikel

Hoofdstuk 2 Melding en registratie

2.1 Melding voor opname in Landelijk Register Kinderopvang en Landelijk Register Peuterspeelzaalwerk

Voordat een peuterspeelzaal, kindercentrum, voorziening voor gastouderopvang of gastouderbureau in de gemeente kan starten met exploitatie, dient de houder zich te melden bij de gemeente (art. 1.45 lid 1 en art. 2.2 Wko) en een aanvraag te doen om opgenomen te worden in het Landelijk Register Kinderopvang of Landelijk Register Peuterspeelzaalwerk. Alle aanvragen tot opname in het Landelijk Register Kinderopvang of Peuterspeelzaalwerk worden gedaan op de formulieren waarvan het model is vastgesteld door de Minister van OCW.

 

Een peuterspeelzaal, een kindercentrum, een gastouderbureau of een voorziening voor gastouderopvang wordt niet in exploitatie genomen voordat er door de GGD een onderzoek heeft plaatsgevonden, waaruit blijkt dat de exploitatie redelijkerwijs zal plaatsvinden in overeenstemming met de geldende kwaliteitseisen.

 

Uiterlijk tien weken na de aanvraag geeft de gemeente Zaanstad een beschikking af aan de houder van een kindercentrum, gastouderbureau of peuterspeelzaal. Wanneer de tien weken termijn door de gemeente Zaanstad wordt overschreden, dient de voorziening voor kinderopvang of de peuterspeelzaal van rechtswege te worden opgenomen in het landelijk register.

 

Wanneer is gebleken dat er wordt voldaan aan de kwaliteitseisen, draagt de gemeente zorg voor de onverwijlde inschrijving van de peuterspeelzaal, het kindercentrum, het gastouderbureau of de voorziening voor gastouderopvang in het landelijk register. De gemeente Zaanstad deelt dit positieve besluit tevens mee aan de aanvrager.

 

De aanvraag voor gastouderopvang wordt gedaan door de houder van een gastouderbureau waarbij de gastouder is ingeschreven. Bij een aanvraag voor een voorziening van gastouderopvang zal de gemeente een beschikking afgeven aan het gastouderbureau en tevens een kopie van de beschikking sturen naar de gastouder, omdat laatst genoemde vanuit de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) belanghebbende is.

 

Indien na onderzoek van de GGD wordt geconstateerd dat de exploitatie van de peuterspeelzaal, het kindercentrum, de gastouderopvang of gastouderbureau niet redelijkerwijs zal plaatsvinden in overeenstemming met de geldende kwaliteitseisen, wordt de aanvraag afgewezen en wordt de voorziening niet opgenomen in het Landelijk Register Peuterspeelzaalwerk of het Landelijk Register Kinderopvang. Het negatieve besluit wordt tevens meegedeeld aan de aanvrager.

2.2 Niet-gemelde kinderopvang

Peuterspeelzalen, kindercentra, gastouders en gastouderbureaus die zich niet bij de gemeente Zaanstad hebben gemeld voor registratie, maar wel een peuterspeelzaal, kindercentrum of gastouderbureau exploiteren of als gastouder werken, plegen een economisch delict in de zin van de Wet Economische Delicten. Het behoort niet tot de taak van de toezichthouder om niet-gemelde kinderopvang of peuterspeelzalen actief strafrechtelijk op te sporen. Wanneer de gemeente Zaanstad een signaal krijgt dat in haar gemeente kinderopvang of peuterspeelzaalwerk plaatsvindt zonder dat de houder in het register is opgenomen, dan kan de gemeente de GGD opdracht geven een controle uit te voeren. De GGD moet in dat geval onderzoeken of er sprake is van kinderopvang of gastouderopvang in de zin van art. 1, eerste lid van de Wko. Er kan aangifte worden gedaan bij de politie, als de houder weigert aan het onderzoek mee te werken en het vermoeden bestaat dat opvang in de zin van de Wko plaatsvindt.

 Overigens is het voor ouders niet aantrekkelijk om gebruik te maken van niet geregistreerde kinderopvang of peuterspeelzalen. Allereerst vindt er op voornoemde voorzieningen geen overheidstoezicht plaats, maar daarnaast komen ouders niet in aanmerking voor kinderopvangtoeslag van de Belastingdienst.

2.3 Bijhouden van wijzigingen in het landelijk register

De gemeente Zaanstad is verantwoordelijk voor het actueel houden én bijhouden van het Landelijk Register Kinderopvang en het Landelijk Register Peuterspeelzaalwerk. De gemeente dient conform artikel 1.47 en artikel 2.4a Wko er voor te zorgen dat wijzigingen worden doorgevoerd in het register. Indien de wijzigingen van grote aard zijn, denk aan verhuizing en ophoging van het aantal kindplaatsen, wordt deze wijziging eerst ter advisering voorgelegd aan de GGD alvorens de wijzigingen worden doorgevoerd. Verzoeken tot verwijdering van kinderopvang en peuterspeelzalen uit het landelijk register worden doorgevoerd. Indien kinderopvang of peuterspeelzalen worden verwijderd uit het Landelijk Register Kinderopvang of Landelijk Register Peuterspeelzaalwerk vindt daar tevens publicatie van plaats in een lokaal dagblad of huis- aan huisblad.

Hoofdstuk 3 Toezicht op naleving kwaliteit

3.1 Toezichthouder

De gemeente Zaanstad ziet er op toe dat de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen, de aanvullende Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen en geldende lokale regelgeving op dit gebied worden nageleefd. De gemeente heeft hiertoe de GGD Zaanstreek-Waterland opdracht gegeven om de kwaliteit van in beginsel alle kindercentra, gastouderbureaus, gastouders en peuterspeelzalen jaarlijks te controleren. Uitzonderingen op het controleren van alle voornoemde kinderopvang en peuterspeelzalen zijn mogelijk, mits het ministerie dit aangeeft. In 2010 hoefde bijvoorbeeld niet alle kinderopvang te worden gecontroleerd, omdat ook alle gastouders geïnspecteerd en geregistreerd moesten worden.

 

Voor het houden van toezicht heeft het College van burgemeester en wethouders de directeur van de GGD Zaanstreek- Waterland aangewezen als toezichthouder. Hij kan en mag deze taak verder mandateren aan medewerkers van de GGD.

 

Jaarlijks worden er tussen de gemeente Zaanstad en de GGD Zaanstreek-Waterland afspraken gemaakt over het toezicht. Er worden onder meer afspraken gemaakt over:

  • °

    een overzicht van de te inspecteren kindercentra en peuterspeelzalen

  • °

    de planning van de jaarlijkse inspecties

  • °

    het aantal uren per inspectie, afhankelijk van het soort opvang

  • °

    het uurtarief

  • °

    de wijze waarop de inspecties worden uitgevoerd

  • °

    de wijze waarop de inspecties aan de gemeente gerapporteerd worden

3.2 Wijze van onderzoek/inspectie

Voor het houden van toezicht kan de GGD gebruik maken van verschillende typen onderzoek/inspecties;

  • 1.

    Onderzoek na aanvraag tot opname in het landelijk register (bij een nog niet gestart bedrijf). Dit betreft een onderzoek voor de exploitatie van het bedrijf daadwerkelijk start.

  • 2.

    Onderzoek na aanvangsdatum exploitatie (bij een net gestart bedrijf). Dit is een onderzoek dat binnen drie maanden nadat een kindercentrum of peuterspeelzaal in exploitatie is genomen plaatsvindt. Het onderzoek komt overeen met een regulier inspectieonderzoek. De naamgeving is alleen anders, omdat dit onderzoek drie maanden na exploitatie plaatsvindt.

  • 3.

    Regulier inspectiebezoek: jaarlijkse standaardinspectie. Dit is de meest voorkomende inspectievorm. Elk jaar wordt ieder kinderdagverblijf, elke instelling voor buitenschoolse opvang en ieder gastouderbureau en peuterspeelzaal getoetst op naleving van de kwaliteitseisen. Voor 2012 dient tevens minimaal 5% van het totale gastouderbestand in de gemeente Zaanstad te worden geïnspecteerd. Er wordt vastgesteld of de exploitatie in overeenstemming met de kwaliteitseisen plaatsvindt. Bij het reguliere inspectiebezoek wordt gebruik gemaakt van het zogenaamde risico- gestuurde toezicht, meer toezicht waar nodig, minder waar het goed gaat.

  • 4.

    Nader onderzoek: herinspectie naar aanleiding van eerdere inspectie. Wanneer bij een regulier onderzoek tekortkomingen worden geconstateerd, wordt na het verstrijken van een hersteltermijn een hercontrole uitgevoerd om na te gaan of de eerder geconstateerde overtredingen zijn opgeheven. In een nader onderzoek wordt in beginsel alleen het herstel beoordeeld en in beginsel niet alle andere inspectie-items.

  • 5.

    Incidenteel onderzoek: inspectie naar aanleiding van signaal of klacht. Een incidenteel onderzoek wordt uitgevoerd na een klacht, een signaal of een andere aanleidingen, zoals bijvoorbeeld gemeentelijk beleid rond een bepaald thema. Het onderzoek zelf heeft betrekking op een gedeelte of het gehele toetsingskader.

 

Het onderzoek na aanvraag tot opname in het landelijk register en het onderzoek na aanvangsdatum exploitatie vinden aangekondigd plaats. De andere bezoeken kunnen aangekondigd en onaangekondigd plaatsvinden, deze vinden overigens meestal onaangekondigd plaats.

 

Bij elk onderzoekstype wordt getoetst of er aan (een deel van) de kwaliteitseisen in de toetsingskaders wordt voldaan.

 

Om het toezicht in de kinderopvang en peuterspeelzalen uit te voeren heeft de minister de Beleidsregels werkwijze toezichthouder kinderopvang en peuterspeelzalen 2012 (uitvoering art. 1.64 en art. 2.22 Wko) vastgesteld. Deze beleidsregels zijn per 1 januari 2012 in werking getreden. Vanaf 1 januari 2012 zal de GGD voor de kinderopvang op een andere wijze dan voorheen inspecteren. Het toezicht zal zich meer richten op de dagelijkse praktijk en de pedagogische kwaliteit. De intensiteit van het toezicht wordt afgestemd op het risicoprofiel dat de GGD voor iedere locatie maakt. Het opstellen van het risicoprofiel gebeurt op basis van het door GGD Nederland ontwikkelde risicomodel. Dit risicomodel staat vanaf 2012 vermeld op de website van de rijksoverheid. Door het invullen van het risicoprofiel wordt bepaald of een voorziening voor kinderopvang een laag, gemiddeld of hoog risico heeft. Hoe hoger het risico, hoe meer en uitgebreider er toezicht gehouden zal worden. Dat kan betekenen dat een locatie op minder onderwerpen of minder diepgaand wordt geïnspecteerd of juist veel intensiever. Onafhankelijk van de uitkomst van het risicoprofiel worden bij alle voorzieningen voor kinderopvang altijd de volgende thema’s geïnspecteerd: pedagogische praktijk, beroepskracht- kind ratio, groepsgrootte, beroepskwalificaties, verklaringen omtrent gedrag (vog’s) en het oordeel van de oudercommissie over de kwaliteit van de opvang.

 

Voor nieuwe kinderopvang locaties en peuterspeelzalen zal toezicht worden gehouden op alle onderdelen middels het onderzoek na aanvangsdatum exploitatie. Voor nieuwe kinderopvang en peuterspeelzalen kan pas na minimaal 2 bezoeken een risicoprofiel worden opgesteld.

 

Kwaliteitseisen

De kwaliteitsaspecten uit de Wko en de Beleidsregels Wko die de toezichthouder beoordeelt, zijn ingedeeld naar domeinen. Elk domein kent verschillende voorwaarden waarop wordt getoetst. Met het beoordelen van alle domeinen wordt getoetst of wordt voldaan aan de kwaliteitsvoorschriften van de Wko de Beleidsregels Wko.

 

Gemeenten moeten volgens de gewijzigde Wko ook toezien op naleving van de kwaliteitseisen voor Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE). De GGD beoordeelt, in opdracht van de gemeente, of aan de basiskwaliteitseisen voor VVE wordt voldaan. Op dit moment wordt overigens in de gemeente Zaanstad alleen door de gemeente gesubsidieerde VVE gegeven in peuterspeelzalen.

 

De bevindingen van de toezichthouder van een onderzoek worden vastgelegd in een inspectierapport. Dit inspectierapport wordt door de GGD verzonden naar de gemeente Zaanstad en naar de houder. Tevens wordt het inspectierapport openbaar gemaakt in het Landelijk Register Kinderopvang. De houder dient het inspectierapport voor de locatie op zijn website te plaatsen. Indien de houder niet beschikt over een website, dient de houder het inspectierapport op een voor ouders en personeel toegankelijke plaats neer te leggen.

3.3 Totstandkoming inspectierapport

Voordat een definitief inspectierapport van de GGD over een kinderopvangvoorziening of peuterspeelzaal aan de gemeente Zaanstad en de houder wordt toegezonden, is er al een traject afgelegd. De inspecteur heeft de voorziening bezocht en van de bevindingen een conceptrapport opgesteld. In de hoor- wederhoor periode (twee weken) kan de houder voor het opstellen van het conceptrapport eventuele fouten aangeven. Met het toezenden van het conceptrapport aan de houder, heeft de houder met het geven van zienswijzen (twee weken) de mogelijkheid om te reageren op het conceptrapport. De houder kan bijvoorbeeld aangegeven dat de geconstateerde overtredingen in een ander licht moeten worden bekeken. De reactie van de houder (de zienswijze) wordt opgenomen in het definitieve inspectierapport.

In de periode tussen de inspectie en het definitief worden van het inspectierapport kan de toezichthouder van de GGD afspraken maken met de houder over een informele hersteltermijn. Dit heet overleg en overreding. Indien daar gebruik van is gemaakt, wordt dat gemeld in het definitieve inspectierapport.

 

De zienswijze wordt overigens in beginsel niet gevraagd bij nader onderzoeksrapporten, omdat nadere onderzoeken een controle zijn van reeds eerder geconstateerde overtredingen.

 

In het definitieve inspectierapport adviseert de GGD aan de gemeente om een bepaalde actie te ondernemen. Dit is altijd een van de onderstaande acties:

  • -

    niet handhaven (er zijn geen redenen om te handhaven)

  • -

    handhaven, conform het gemeentelijk handhavingsbeleid

 

Bij beide adviezen zendt de gemeente Zaanstad de houder een brief.

Ingeval van het advies ‘niet handhaven’, zal de gemeente Zaanstad de houder van de kinderopvang of peuterspeelzaal berichten dat alles op orde is en dat de voorziening voldoet aan de kwaliteitseisen.

Wanneer het advies ‘handhaven’ wordt gegeven, neemt de gemeente Zaanstad dit advies in beginsel over en zal een handhavingstraject worden gestart om de overtreding(en) te (laten) beëindigen. Dit handhavingstraject wordt besproken in hoofdstuk 4.  Indien de gemeente Zaanstad besluit om het advies ‘handhaven’ niet over te nemen, zal zij aan de houder van de kinderopvangvoorziening of peuterspeelzaal gemotiveerd aangeven waarom zij niet overgaat tot het starten van een traject zodat de overtreding(en) wordt/worden beëindigd. De GGD wordt daarover ook geïnformeerd.

Hoofdstuk 4 Handhaving

4.1 Handhavingsinstrumenten

De hieronder genoemde handhavingsinstrumenten kunnen worden gebruikt om overtredingen te beëindigen.

 

Bevel, artikel 1.65 en artikel 2.23 Wko

In spoedeisende gevallen kan de toezichthouder (de GGD) een bevel opleggen. Voorwaarde voor het opleggen van een bevel is dat de toezichthouder van oordeel is dat de tekortkomingen bij een kindercentrum zodanig zijn dat het nemen van maatregelen redelijkerwijs geen uitstel kan lijden. Een bevel heeft een geldigheidsduur van zeven dagen, die door de gemeente kan worden verlengd.

 

Aanwijzing, artikel 1.65 en artikel 2.23 Wko

In een aanwijzing wordt door de gemeente met redenen omkleed aangegeven op welke punten de bedoelde voorschriften niet of in onvoldoende mate worden nageleefd. Ook wordt aangegeven binnen welke termijn, welke maatregelen door de houder genomen dienen te worden.

 

Last onder dwangsom, artikel 5.21 Awb

Bij het opleggen van een last onder dwangsom wordt de overtreder via een financiële prikkel gemotiveerd om de overtreding te beëindigen of om verdere overtreding of herhaling van de overtreding te voorkomen. Een last onder dwangsom strekt ertoe de overtreding ongedaan te maken of verdere overtreding of herhaling van de overtreding te voorkomen. De dwangsom moet in redelijke verhouding staan tot de zwaarte van de overtreding. In de dwangsombeschikking wordt aangegeven welk wettelijk voorschrift wordt overtreden en binnen welke termijn die overtreding ongedaan moet zijn gemaakt voordat de dwangsom verbeurt. Indien na afloop van de hersteltermijn de overtreding nog steeds voortduurt, gaat de gemeente over tot inning van de dwangsom. De gemeente stuurt de overtreder een invorderingsbeschikking. De overtreder wordt daarin gemeld welk bedrag hij aan de gemeente is verschuldigd, dat de gemeente tot invordering zal overgaan en op welke wijze hij de verbeurde dwangsom aan de gemeente kan overmaken. De bevoegdheid tot invordering van de verbeurde dwangsom verjaart 1 jaar na de dag waarop de dwangsom is verbeurd.

 

Opvolgende dwangsom

Indien een last onder dwangsom wordt opgelegd maar het beoogde resultaat niet wordt bereikt (namelijk opheffing van de overtreding) terwijl de dwangsom maximaal is verbeurd, dan kan een nieuwe last onder dwangsom worden opgelegd, waarbij het bedrag van de dwangsom kan worden verhoogd.

 

Last onder bestuursdwang, artikel 5.32 Awb

De gemeente kan in plaats van een last onder dwangsom een last onder bestuursdwang opleggen.

Door toepassing van bestuursdwang maakt de gemeente op kosten van de overtreder door feitelijk handelen zelf een einde aan een overtreding. Bestuursdwang kan ook worden toegepast om de gevolgen van een overtreding ongedaan te maken, herhaling van een gepleegde overtreding te voorkomen of om het voortduren ervan tegen te gaan.

Niet tegen alle overtredingen kan feitelijk worden opgetreden. Het opstellen van een risico-inventarisatie is daar een voorbeeld van. De risico-inventarisatie kan alleen door de houder zelf worden opgesteld en niet door de gemeente. De gemeente kan deze overtreding dus niet beëindigen door zelf een risico-inventarisatie op te stellen. In het algemeen geldt dat een last onder bestuurdwang met name geschikt is om de gevolgen van een overtreding ongedaan te maken of voortdurende overtredingen te beëindigen. Het voorkomen van herhaling van een overtreding kan in de regel moeilijk met een last onder bestuursdwang worden afgedwongen. Hetzelfde geldt voor handelingen die naar hun aard door de houder zelf moeten worden verricht.

 

Exploitatieverbod, artikel 1.66 en artikel 2.24 Wko

De gemeente kan de houder verbieden de exploitatie van een kindercentrum, een voorziening voor gastouderopvang, een gastouderbureau of de instandhouding van een peuterspeelzaal voort te zetten, zolang hij een bevel of aanwijzing niet opvolgt en het opleggen van een last onder bestuursdwang niet mogelijk is.

 

Ook kan de gemeente de houder verbieden dat kindercentrum, die voorziening voor gastouderopvang, dat gastouderbureau of die peuterspeelzaal in exploitatie te nemen, zolang niet of niet langer aan de kwaliteitseisen uit hoofdstuk 1, afdeling 3, paragraaf 2 of hoofdstuk 2, afdeling 2, paragraaf 2 is voldaan.

 

Verwijdering uit landelijk register, artikel 8 en artikel 14 besluit register kinderopvang en peuterspeelzaalwerk.

De gemeente kan overgaan tot verwijdering van gegevens van een voorziening voor kinderopvang of een peuterspeelzaal uit het Landelijk Register Kinderopvang/Peuterspeelzaalwerk wanneer:

 

Tot uitschrijving uit het register kan in de regel alleen in geval van ernstige overtredingen of recidive worden overgegaan. Onder recidive moet ook het herhaaldelijk plegen van nieuwe, ander soortige overtredingen worden begrepen. Voordat tot uitschrijving uit het register wordt besloten, zal eerst geprobeerd moeten worden om door middel van het opleggen van een minder zware sanctie naleving van de wet af te dwingen. Indien blijkt dat het opleggen van een last onder bestuursdwang of last onder dwangsom onvoldoende effect sorteert, kan een kinderopvangvoorziening of peuterspeelzaal worden uitgeschreven uit het Landelijk Register. Wanneer een voorziening uit het Landelijk Register is verwijderd, wordt ook het recht voor vraagouders van kinderopvangtoeslag beëindigd.

 

Bestuurlijke boete, artikel 1.72 en artikel 2.28 Wko

De Wko biedt ook de mogelijkheid om een bestuurlijke boete op te leggen. De gemeente Zaanstad heeft ervoor gekozen om binnen de handhaving in kinderopvang en peuterspeelzalen vooralsnog niet te werken met bestuurlijke boetes. Dit naar analogie van handhaving op andere terreinen. Daarom zal dit instrument binnen de handhaving in de kinderopvang en peuterspeelzalen niet worden ingezet.

 

Korten op subsidie

De gemeente Zaanstad verstrekt aan sommige peuterspeelzalen subsidie. Ook wordt er subsidie verstrekt indien een peuterspeelzaal of kinderopvang een VVE programma aanbiedt. Indien een voorziening voor kinderopvang of peuterspeelzaal niet voldoet aan de wettelijke eisen, kan dit gevolgen hebben voor de subsidieverstrekking door de gemeente Zaanstad.

Het korten door de gemeente op de subsidie is geen handhavingsinstrument, maar een sanctie die gebruikt kan worden indien een mogelijkheid voor kinderopvang of een peuterspeelzaal niet voldoet aan de wettelijke eisen. Het betreft in dit geval iedere vorm van subsidie, dus niet enkel subsidie voor de VVE voorzieningen. Een subsidiegevolg hoeft niet altijd te bestaan uit het verlagen van de hoogte van de vast te stellen subsidie. Het kan ook betekenen dat het gevolgen heeft voor bijvoorbeeld de continuïteit van de subsidie (voorbeeld: de VVE-subsidie wordt ingetrokken als er twee jaar lang bepaalde tekortkomingen zijn) of de toegang tot de subsidie (strengere eisen om het volgende jaar aan de aanvraag te kunnen voldoen).

Artikel

4.2 Afwegingsmodel handhaving kinderopvang en peuterspeelzalen

Om de risico’s voor kinderen bij het niet voldoen aan een bepaald item in te schatten heeft de VNG een afwegingsmodel handhaving kinderopvang en peuterspeelzalen ontwikkeld. Door actualisatie van het vroegere afwegingsmodel zijn nu ook de gastouders en peuterspeelzalen meegenomen. In het afwegingsmodel is per inspectie-item opgenomen hoe om te gaan met overtredingen, welke prioriteit een overtreding moet hebben en wat de geadviseerde handhavingacties en instrumenten zijn, ook zijn hersteltermijnen opgenomen. Het model is gebaseerd op de modelinspectierapporten van GGD Nederland. De overtredingen zijn in het afwegingsmodel gewogen naar de potentiële bedreiging van de veiligheid van de kinderen. Deze weging is uitgedrukt in drie categorieën: hoog, gemiddeld en laag.

 

Het afwegingsmodel dat de gemeente Zaanstad hanteert bij de handhaving is identiek aan het landelijk model met uitzondering van de hersteltermijnen die bij het type overtredingen worden gehanteerd. De gemeente Zaanstad heeft ervoor gekozen om met de keuze van termijnen aansluiting te zoeken bij de inspectiepraktijk. In de toelichting bij het afwegingsmodel, bijlage 2, zijn in een schema de termijnen opgenomen van het landelijk model en het gemeentelijk model.

Handhaving is maatwerk en zal in elke situatie apart afgewogen moeten worden. Proportionaliteit is daarbij van belang. Daardoor zijn niet automatisch alle genoemde stappen in het afwegingsmodel onverkort van toepassing op een geconstateerde overtreding, maar zal telkens afgewogen worden of toepassing onder meer proportioneel is.

4.3 Handhavingstraject gemeente Zaanstad

Het inspectierapport van de GGD vormt voor de gemeente Zaanstad het uitgangspunt om over te gaan tot handhavend optreden. Indien uit een inspectierapport van de GGD blijkt dat de houder van een kinderopvangvoorziening of peuterspeelzaal niet aan de kwaliteitseisen voldoet en de GGD heeft het advies gegeven om handhavend op te treden, zal de Gemeente Zaanstad in beginsel het advies van de GGD overnemen en overgaan tot het starten van een traject waarmee de overtredingen worden beëindigd.

 

Ten aanzien van de constatering van overtredingen door de toezichthouder van de GGD bij een inspectie zijn twee situaties te onderscheiden:

1. Tijdens de controle worden spoedeisende zaken geconstateerd, waarbij het nemen van maatregelen geen uitstel kan leiden.

2. Tijdens de controle worden overtredingen geconstateerd, waarbij niet direct spoedeisend hoeft te worden opgetreden.

 

1. Spoedeisende situaties

Onder spoedeisende situaties (situatie 1) wordt verstaan; urgente, ernstige overtredingen die direct dienen te worden beëindigd. Er is sprake van een overtreding die dusdanig ernstig van aard is, dat er acuut gevaar is voor de veiligheid of gezondheid van de kinderen, of van een dusdanige situatie dat voortzetting van de overtreding zal leiden tot onomkeerbare schade of zeer hoge herstelkosten achteraf. Voor dergelijke gevallen hoeft met handhavend optreden niet gewacht te worden tot het definitief worden van het inspectierapport van de GGD.

 

In dergelijke gevallen zal de GGD overgaan tot het opleggen van een bevel of de gemeente Zaanstad zal overgaan tot het toepassen van bestuursdwang om zodoende de overtreding zo snel mogelijk te (laten) beëindigen. In overleg tussen de gemeente en de GGD wordt besproken voor welke actie wordt gekozen. Het advies van de toezichthouder zal hierbij zwaar wegen.

Indien na het opleggen van een bevel de overtreding niet is opgeheven, wordt er direct een ander handhavingsinstrument ingezet, bijvoorbeeld een (nieuwe) last onder bestuursdwang of een tijdelijk exploitatieverbod. Er wordt in die gevallen geen schriftelijke waarschuwing verstuurd.

 

2. Situaties waarbij niet direct spoedeisend hoeft te worden opgetreden

In geval er sprake is van geconstateerde overtredingen die niet direct spoedeisend zijn (situatie 2), start het gemeentelijke traject bij ontvangst van het definitieve inspectierapport van de GGD.

 

De gemeente Zaanstad zendt op basis van het inspectierapport de houder van een kinderopvangvoorziening of peuterspeelzaal een voornemen tot handhavend optreden, een schriftelijke waarschuwing. In deze brief staan de overtredingen vermeld en wordt aangegeven dat als de houder niet binnen de in deze brief gestelde termijn de overtredingen heeft beëindigd, er overgegaan zal worden tot handhavend optreden. In de brief wordt voor alle overtredingen in beginsel één termijn gesteld. Naar aanleiding van deze brief kan de houder de overtredingen uit eigen beweging opheffen en aangeven waarom hij de overtredingen niet kan of wil beëindigen, het geven van een zienswijze. Ook kunnen omstandigheden worden aangegeven waarom er naar het oordeel van de houder niet handhavend opgetreden zou moeten worden tegen de geconstateerde overtredingen. De keuze om eerst een schriftelijke waarschuwingsbrief te zenden, sluit aan bij de algemene handhavingspraktijk van de gemeente Zaanstad. Tevens is de afgelopen jaren geconstateerd dat het merendeel van de overtredingen na een schriftelijke waarschuwing is opgeheven. Tevens wordt met het voldoen aan de waarschuwingsbrief het starten van een formeel handhavingstraject en de daarbij behorende juridische trajecten voorkomen.

 

Na het verstrijken van de termijn in de waarschuwingsbrief, wordt er door de GGD een nader onderzoek (herinspectie) uitgevoerd. Indien na dit nader onderzoek blijkt dat de overtredingen niet of niet allemaal zijn beëindigd, en de ingediende zienswijze niet leiden tot afzien van handhavend optreden, zal overgegaan worden tot handhavend optreden. Afhankelijk van de situatie zal er gekozen worden welk handhavingsinstrument wordt ingezet en welke termijn(en) wordt geboden om de overtreding te beëindigen. Hierover wordt overleg gevoerd met de GGD. In beginsel wordt aangesloten bij de stappen en termijnen van het afwegingsmodel (bijlage 2). Handhaven is echter maatwerk; per situatie kan worden afgeweken van het afwegingsmodel.

 

De gemeente kan er ook voor kiezen om direct te starten met handhavend optreden en geen waarschuwingsbrief met daarin een termijn aan de houder te zenden. Dit kan bijvoorbeeld in gevallen waarbij sprake is van recidive of kinderopvangmogelijkheden/peuterspeelzalen waarbij meerdere inspecties noodzakelijk waren om te mogen starten met de exploitatie. Ook bij kinderopvang of peuterspeelzalen met een verhoogd risico, op basis van het risicoprofiel, kan de stap van de waarschuwingsbrief worden overgeslagen.

Artikel

Bijlage 1 Schematisch overzicht standaard handhavingstraject gemeente Zaanstad

 

Geconstateerde overtreding(en) tijdens controle

niet direct spoedeisend

spoedeisend

Bevel GGD

Bestuursdwang gemeente

Hercontrole na verstrijken termijn

Overtredingen opgeheven

Overtredingen niet opgeheven

Vervolg handhavings-

Traject

middels maatwerk

Waarschuwings

Brief (voornemen tot handhavend optreden)

Hercontrole na verstrijken termijn

Overtredingen opgeheven

Overtredingen niet opgeheven

Vervolg handhavingstraject middels stappen afwegingsmodel

Bijlage 2. Afwegingsmodel handhaving kinderopvang en peuterspeelzalen (versie VNG januari 2011)

Toelichting Afwegingsmodel

Als uit het onderzoek van de toezichthouder (GGD) blijkt dat er sprake is van een overtreding en daardoor een spoedeisende situatie is ontstaan of er is sprake van een situatie waarbij de fase van een waarschuwingsbrief wordt overgeslagen, zal de gemeente Zaanstad in beginsel overgaan tot handhavend optreden. Ook indien een geconstateerde overtreding niet is beëindigd na de waarschuwingsbrief (vooraankondiging tot handhavend optreden) zal de gemeente Zaanstad in beginsel overgaan tot handhavend optreden.

 Afhankelijk van de prioriteit van de overtreding (laag, gemiddeld, hoog) wordt de uiteindelijke sanctie bepaald. Hoe hoger de prioriteit, hoe zwaarder de sanctie. De sanctie kan variëren van een bevel tot uiteindelijk een exploitatieverbod of uitschrijving uit het Landelijk Register Kinderopvang/Peuterspeelzaalwerk.

 

Het afwegingsmodel is identiek aan het landelijk model met uitzondering van de hersteltermijnen die bij de type overtredingen worden gehanteerd. De termijnen die de gemeente Zaanstad hanteert, komen meer overeen met de inspectiepraktijk. Een hoog risico-overtreding is bijvoorbeeld het ontbreken van een risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid. Deze risico-inventarisatie kan niet binnen 14 dagen zijn gerealiseerd maar wel binnen 3 maanden. Ook een verklaring omtrent het gedrag kan niet binnen een periode van 14 dagen worden aangevraagd en worden overlegd. Bij een laag risico-overtreding kan bij een termijn van maximaal 6 maanden de herinspectie soms beter worden gekoppeld aan een volgende (jaarlijkse) inspectie. De termijnen zijn niet in het model zelf aangepast, maar staan in onderstaande tabel. De hersteltermijnen gemeentelijk model worden in de gemeente Zaanstad aangehouden.

 

Dit afwegingsmodel heeft als basis de model(inspectie)rapporten van de GGD. De tekst van het rapport en het afwegingsmodel is gelijk. Voor de leesbaarheid van het afwegingsmodel zijn de meeste voetnoten die in het modelrapport zijn opgenomen ten behoeve van de inspectie in het afwegingsmodel verwijderd. Dit betekent echter niet dat de toelichtingen in de voetnoten niet van overeenkomstige toepassing zijn op de bepalingen van het afwegingsmodel.

 

Hersteltermijnen landelijk model

Hersteltermijnen gemeentelijk model

Hoog: 0 -14 dagen of maximaal 14 dagen

Hoog: maximaal 3 maanden

Gemiddeld: maximaal 2 maanden

Gemiddeld: maximaal 6 maanden

Laag: maximaal 6 maanden

Laag: maximaal 12 maanden

1. Afwegingsmodel handhaving dagopvang, BSO en Gastouderbureau

0. Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen

0.1 Kinderopvang in de zin van de wet

Wet kinderopvang (artikel 1.1, eerste lid)

Beleidsregels werkwijze toezichthouder (artikel 4, eerste lid)

constatering

gevolg

verdere sancties mogelijk?

De opvang vindt bedrijfsmatig of anders dan om niet plaats (art 1.1 lid 1 Wko en art 4 Beleidsregels werkwijze toezichthouder)

Indien niet voldaan: geen kinderopvang in de zin van de wet.

Verwijdering uit landelijk register

Eventueel overige overtredingen (hoofdstuk 6 Afwegingsmodel) van toepassing: Economisch delict: niet-geregistreerde opvang

Gedurende de opvang wordt verzorging en opvoeding geboden (art 1.1 lid 1 Wko en art 4 Beleidsregels werkwijze toezichthouder).

Indien niet voldaan: geen kinderopvang in de zin van de wet.

Verwijdering uit landelijk register

Eventueel overige overtredingen (hoofdstuk 6 Afwegingsmodel) van toepassing: Economisch delict: niet-geregistreerde opvang

De opvang is gericht op kinderen in de leeftijd van 0 jaar tot de eerste dag van de maand waarop het voortgezet onderwijs voor die kinderen begint (art 1.1 lid 1 Wko en art 4 Beleidsregels werkwijze toezichthouder).

Indien niet voldaan: geen kinderopvang in de zin van de wet.

Verwijdering uit landelijk register

Eventueel overige overtredingen (hoofdstuk 6 Afwegingsmodel) van toepassing: Economisch delict: niet-geregistreerde opvang

1. Ouders

1.1 Reglement oudercommissie

Wet kinderopvang (artikel 1.59)

herstellende sanctie

Prioriteit

Herstelter-mijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

De houder heeft een reglement oudercommissie vastgesteld (art 1.59 lid 1 Wko).

Gemiddeld

maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

1.1.1 Inhoud reglement oudercommissie

Wet kinderopvang (artikel 1.59)

herstellende sanctie

Prioriteit

Herstelter-mijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

Het reglement omvat regels omtrent het aantal leden (art 1.59 lid 2 sub a Wko).

Laag

maximaal 6 maanden

Aanwijzing

Last onder last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

Het reglement omvat regels omtrent de wijze van kiezen van de leden (art 1.59 lid 2 sub b Wko).

Laag

maximaal 6 maanden

Aanwijzing

Last onder last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

Het reglement omvat regels omtrent de zittingsduur van de leden (art 1.59 lid 2 sub c Wko).

Laag

maximaal 6 maanden

Aanwijzing

Last onder last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

Het reglement omvat geen regels omtrent werkwijze van de oudercommissie (art 1.59 lid 3 Wko).

Laag

maximaal 6 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

De houder wijzigt het reglement na instemming van de oudercommissie (art 1.59 lid 5 Wko).

Laag

maximaal 6 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

1.2 Instellen oudercommissie

Wet kinderopvang (artikel 1.58)

herstellende sanctie

Prioriteit

Herstelter-mijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

De houder heeft een oudercommissie ingesteld (art 1.58 lid 1 Wko).

Laag

maximaal 6 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

1.2.1 Voorwaarden oudercommissie

Wet kinderopvang (artikel 1.58)

herstellende sanctie

Prioriteit

Herstelter-mijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

De houder is geen lid (art 1.58 lid 2 en 3 Wko).

Laag

maximaal 6 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

Het personeel is geen lid (art 1.58 lid 3 Wko).

Laag

maximaal 6 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

De leden worden gekozen uit en door de ouders (art 1.58 lid 2 Wko).

Laag

maximaal 6 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

De houder stelt de oudercommissie in de gelegenheid haar eigen werkwijze te bepalen (art 1.58 lid 4 Wko).

Laag

maximaal 6 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

1.2.2 Adviesrecht oudercommissie

Wet kinderopvang (artikelen 1.60)

herstellende sanctie

Prioriteit

Herstelter-mijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

De houder stelt de oudercommissie in staat haar advies uit te brengen over elk voorgenomen besluit met betrekking tot de genoemde onderwerpen (art 1.60 lid 1 Wko).

Gemiddeld

maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

De houder verstrekt de oudercommissie tijdig en desgevraagd schriftelijk alle informatie die deze voor de vervulling van haar taak redelijkerwijs nodig heeft (art 1.60 lid 4 Wko).

Gemiddeld

maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

Van een gevraagd advies van deoudercommissie wijkt de houder alleen af indien hij schriftelijk en gemotiveerd aangeeft dat het belang van de kinderopvang zich tegen het advies verzet (art 1.60 lid 2 Wko).

Gemiddeld

maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

De houder geeft de oudercommissie gelegenheid ook ongevraagd te adviseren over de genoemde onderwerpen (art 1.60 lid 3 Wko).

Gemiddeld

maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

1.3 Informatie

Wet kinderopvang (artikelen 1.54 en 1.63, vierde lid)

Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 3, tweede lid)

herstellende sanctie

Prioriteit

Herstelter-mijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

De houder informeert de ouders over het te voeren beleid (art 1.54 Wko).

Laag

maximaal 6 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

De houder informeert de ouders en de kinderen in welke stamgroep het kind verblijft en welke beroepskrachten op welke dag bij welke groep horen (art 1.54 Wko jo art 3 lid 3 Beleidsregels kwaliteit).

Laag

maximaal 6 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

De houder legt een afschrift van het inspectierapport op een voor ouders en personeel toegankelijke plaats (art 1.63 lid 4 Wko).

Laag

maximaal 6 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

De informatie is gedetailleerd genoeg om ouders een adequaat beeld van de praktijk te geven (art 1.54 Wko).

Laag

maximaal 6 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

De praktijk sluit aan bij de aan de ouders verstrekte informatie (art 1.54 Wko).

Laag

maximaal 6 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

2. Personeel

2.1 Verklaring omtrent het gedrag

Wet kinderopvang (artikel 1.50, derde, vierde en vijfde lid)

Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 10)

herstellende sanctie

Prioriteit

Herstelter-mijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

Personen werkzaam bij het kindercentrum zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag (art 1.50 lid 3 Wko en art 10 Beleidsregels kwaliteit).

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

De verklaring omtrent het gedrag is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overlegd (art 1.50 lid 4 Wko).

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

De verklaring omtrent het gedrag is bij overleggen niet ouder dan twee maanden (art 1.50 lid 4 Wko).

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

2.2 Passende beroepskwalificatie

Wet kinderopvang (artikel 1.50, eerste lid)

Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 9, eerste lid)

herstellende sanctie

Prioriteit

Herstelter-mijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de CAO kinderopvang is opgenomen (art 1.50 lid 1 Wko jo art 9 lid 1 Beleidsregels kwaliteit).

Gemiddeld

maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

2.3 Voorwaarden en inzet van pedagogisch medewerkers in ontwikkeling (PMIO)

Wet kinderopvang (artikel 1.50, eerste lid)

Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 9, tweede lid)

herstellende sanctie

Prioriteit

Herstelter-mijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

1a Alle PMIO’ers beschikken over een diploma op minimaal MBO-3 niveau;

OF

1b Een HAVO of VWO diploma;

OF

1c Een voor de kinderopvang relevant, maar nog niet gelijkgesteld buitenlands diploma én relevante werkervaring.

(art 1.50 lid 1 Wko jo art 9 lid 2 Beleidsregels kwaliteit)

Gemiddeld

maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

Voor alle PMIO’ers is binnen 2 maanden na aanvang van de arbeidsovereenkomst een persoonlijk ontwikkelplan opgesteld (art 9 lid 2 Beleidsregels kwaliteit jo art 1.50 lid 1 Wko).

Gemiddeld

maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

Alle PMIO’ers worden ingezet conform een actueel persoonlijk ontwikkelplan (art 1.50 lid 1 Wko jo art 9 lid 2Beleidsregels kwaliteit).

Gemiddeld

maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

2.4 Gebruik van de voorgeschreven voertaal

Wet kinderopvang (artikel 1.55)

herstellende sanctie

Prioriteit

Herstelter-mijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

1a De voorgeschreven voertaal wordt gebruikt (art 1.55 lid 1 Wko)

OF

1b Er wordt een andere taal als voertaal gebezigd, omdat de herkomst van de kinderen in deze specifieke omstandigheid daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door de houder vastgestelde gedragscode (art 1.55 lid 2 Wko)

Gemiddeld

maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

3. Veiligheid en gezondheid

3.1 Risico-inventarisatie veiligheid

Wet kinderopvang (artikel 1.51)

Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 8)

herstellende sanctie

Prioriteit

Herstelter-mijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid van maximaal een jaar oud (art 1.51 Wko jo art 8 lid 1 en 6 Beleidsregels kwaliteit).

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie (art 1.51 Wko jo art 8 lid 1 en 6 Beleidsregels kwaliteit).

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

3.1.1 Beleid veiligheid

Wet kinderopvang (artikel 1.51)

Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 8)

herstellende sanctie

Prioriteit

Herstelter-mijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

De risico-inventarisatie beschrijft de veiligheidsrisico’s die de opvang van de kinderen met zich meebrengt op de thema’s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, (verstikking), verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden (art 1.51 Wko jo art 8 lid 1 en 2 Beleidsregels kwaliteit).

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

Er is een plan van aanpak waarin is aangegeven welke maatregelen op welk moment worden genomen in verband met de risico’s, alsmede de samenhang tussen de risico’s en de maatregelen (art 1.51 Wko jo art 8 lid 1 sub b Beleidsregels kwaliteit).

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

Er is een registratie van ongevallen, waarbij per ongeval de aard en plaats van het ongeval, de leeftijd van het kind, de datum van het ongeval en een overzicht van te treffen maatregelen worden vermeld (art 1.51 Wko jo art 8 lid 4 Beleidsregels kwaliteit).

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

3.1.2 Uitvoering beleid veiligheid

Wet kinderopvang (artikel 1.51)

Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 8)

herstellende sanctie

Prioriteit

Herstelter-mijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

De geïnventariseerde risico’s zijn compleet en komen overeen met de risico’s in de praktijk (art 1.51 Wko).

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

Risico’s worden gereduceerd door het nemen van preventieve maatregelen die effectief en adequaat zijn (art 1.51 Wko jo art 8 lid 1 sub b Beleidsregels kwaliteit).

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

De houder draagt zorg voor uitvoering van het plan van aanpak (art 1.51 Wko).

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

Beroepskrachten zijn op de hoogte van de risico’s en de aanpak daarvan (art 1.51 Wko jo art 8 lid 5 Beleidsregels kwaliteit).

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

Beroepskrachten handelen conform het plan van aanpak (art 1.51 Wko).

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

3.2 Risico-inventarisatie gezondheid

Wet kinderopvang (artikel 1.51)

Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 8)

herstellende sanctie

Prioriteit

Herstelter-mijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid van maximaal een jaar oud (art 1.51 Wko jo art 8 lid 1 en 6 Beleidsregels kwaliteit).

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie (art 1.51 Wko jo art 8 lid 1 en 6 Beleidsregels kwaliteit).

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

3.2.1 Beleid gezondheid

Wet kinderopvang (artikel 1.51)

Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 8)

herstellende sanctie

Prioriteit

Herstelter-mijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

De risico-inventarisatie beschrijft de gezondheidsrisico’s die de opvang van de kinderen met zich meebrengt op de thema’s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen (art 1.51 Wko jo art 8 lid 1 en 3 Beleidsregels kwaliteit).

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

Er is een plan van aanpak waarin is aangegeven welke maatregelen op welk moment worden genomen in verband met de risico’s, alsmede de samenhang tussen de risico’s en de maatregelen (art 1.51 Wko jo art 8 lid 1 sub b Beleidsregels kwaliteit).

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

3.2.2 Uitvoering beleid gezondheid

Wet kinderopvang (artikel 1.51)

Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 8)

herstellende sanctie

Prioriteit

Herstelter-mijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

De geïnventariseerde risico’s zijn compleet en komen overeen met de risico’s in de praktijk (art 1.51 Wko).

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

Risico’s worden gereduceerd door het nemen van preventieve maatregelen die effectief en adequaat zijn (art 1.51 Wko jo art 8 lid 1 sub b Beleidsregels kwaliteit).

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

De houder draagt zorg voor uitvoering van plan van aanpak (art 1.51 Wko).

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

Beroepskrachten zijn op de hoogte van de risico’s en de aanpak daarvan (art 1.51 Wko jo art 8 lid 5 Beleidsregels kwaliteit).

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

Beroepskrachten handelen conform het plan van aanpak (art 1.51 Wko).

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

3.3 Protocol kindermishandeling

Wet kinderopvang (artikel 1.49, 1.51)

Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 10a)

herstellende sanctie

Prioriteit

Herstelter-mijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

De houder heeft een protocol kindermishandeling welke voldoet aan de beschreven eisen (art 1.49 lid 1 Wko jo art 10a lid 1 Beleidsregels kwaliteit).

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

3.3.1 Beleid protocol kindermishandeling

Wet kinderopvang (artikel 1.49, 1.51)

Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 10a)

herstellende sanctie

Prioriteit

Herstelter-mijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

De houder draagt er zorg voor dat beroepskrachten op de hoogte zijn van de inhoud van het protocol kindermishandeling (art 1.49 lid 1 Wko jo art 10a lid 3 Beleidsregels kwaliteit).

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

3.3.2 Uitvoering beleid protocol kindermishandeling

Wet kinderopvang (art 1.49, 1.51 Wko)

Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 10a)

herstellende sanctie

Prioriteit

Herstelter-mijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

De beroepskrachten kennen de inhoud van het protocol (art 1.49 lid 1 Wko jo art 10a Beleidsregels kwaliteit).

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

De beroepskrachten handelen aantoonbaar naar het protocol kindermishandeling (art 1.49 lid 1 Wko jo art 10a Beleidsregels kwaliteit).

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

4. Accommodatie en inrichting

4.1 Binnenspeelruimte

Wet kinderopvang (art 1.50)

Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 5)

herstellende sanctie

Prioriteit

Herstelter-mijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

Elke stamgroep beschikt over een afzonderlijke vaste groepsruimte (art 1.50 Wko jo art 5 lid 1 Beleidsregels kwaliteit).

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

Er is ten minste 3,5 m2 bruto oppervlakte in de groepsruimte beschikbaar per kind, waaronder mede begrepen passend voor spelactiviteiten ingerichte ruimtes buiten de groepsruimte (art 1.50 Wko jo art 5 lid 1 Beleidsregels kwaliteit).

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

De binnenspeelruimte is ingericht in overeenstemming met het aantal op te vangen kinderen (art 1.50 Wko jo art 5 lid 3 Beleidsregels kwaliteit).

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

De binnenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen en het pedagogisch beleid (art 1.50 Wko jo art 5 lid 1 en 3 Beleidsregels kwaliteit).

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom (evt bestuursdwang)

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

4.2 Slaapruimte

Wet kinderopvang (art 1.50)

Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 6)

herstellende sanctie

Prioriteit

Herstelter-mijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

Er is een afzonderlijke slaapruimte voor in ieder geval kinderen tot anderhalf jaar (art 1.50 Wko jo art 6 Beleidsregels kwaliteit).

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

De slaapruimte is afgestemd op het aantal op te vangen kinderen (art 1.50 Wko jo art 6 Beleidsregels kwaliteit).

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

4.3 Buitenspeelruimte

Wet kinderopvang (art 1.50)

Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 7, eerste lid)

herstellende sanctie

Prioriteit

Herstelter-mijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

Er is ten minste 3 m2bruto buitenspeelruimte beschikbaar per aanwezig kind (art 1.50 Wko jo art 7 lid 1 Beleidsregels kwaliteit).

Gemiddeld

maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

De buitenspeelruimte is voor kinderen toegankelijk (art 1.50 Wko jo art 7 lid 1 Beleidsregels kwaliteit).

Gemiddeld

maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

De buitenspeelruimte is aangrenzend aan het kindercentrum (art 1.50 Wko jo art 7 lid 1 Beleidsregels kwaliteit).

Gemiddeld

maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen en het pedagogisch beleid (art 1.50 Wko jo art 7 lid 1 Beleidsregels kwaliteit).

Gemiddeld

maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

5. Groepsgrootte en beroepskracht-kind-ratio

5.1 Opvang in groepen

Wet kinderopvang (art 1.50)

Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 3, eerste en vierde lid)

herstellende sanctie

Prioriteit

Herstelter-mijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

De opvang vindt plaats in stamgroepen (art 1.50 Wko jo art 3 lid 1 Beleidsregels kwaliteit).

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

2a De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar (art 1.50 Wko jo art 3 lid 1 sub a beleidsregels kwaliteit).

OF

2b De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar (art 1.50 Wko jo art 3 lid 1 sub b Beleidsregels kwaliteit).

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

5.2 Vaste beroepskrachten en vaste ruimtes

Wet kinderopvang (art 1.50)

Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 3, derde en vierde lid)

herstellende sanctie

Prioriteit

Herstelter-mijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

Ieder kind heeft maximaal drie vaste beroepskrachten (art 1.50 Wko jo art 3 lid 3 Beleidsregels kwaliteit).

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

Dagelijks is minimaal één van de vaste beroepskrachten werkzaam op de groep van het kind (art 1.50 Wko jo art 3 lid 3 Beleidsregels kwaliteit).

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

Ieder kind maakt van maximaal twee stamgroepruimtes gebruik gedurende een week (art 1.50 Wko jo art 3 lid 4 Beleidsregels kwaliteit).

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

5.3 Beroepskracht-kind-ratio

Wet kinderopvang (art 1.50)

Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 3, tweede, derde, zevende en achtste en twaalfde lid)

herstellende sanctie

Prioriteit

Herstelter-mijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste:

1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar;

1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar;

1 beroepskracht per 6 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar;

1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar.

(art 1.50 Wko jo art 3 lid 7 Beleidsregels kwaliteit)

Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het rekenkundig gemiddelde berekend

(art 1.50 Wko jo art 3 lid 8 Beleidsregels kwaliteit).

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

Indien conform de beroepskracht-kind-ratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is, dan is ondersteuning van deze beroepskracht door een andere volwassene in geval van calamiteiten geregeld (art 1.50 Wko jo art 3 lid 12 Beleidsregels kwaliteit).

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

5.4 Inzet beroepskrachten in afwijking van de beroepskracht-kind-ratio bij openingstijden van 10 uur of langer

Wet kinderopvang (art 1.50)

Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 3, tiende, elfde en twaalfde lid)

herstellende sanctie

Prioriteit

Herstelter-mijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

Gedurende de genoemde openingstijden kunnen ten hoogste drie uur per dag, niet aaneengesloten, minder beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kind-ratio vereist is (art 1.50 Wko jo art 3 lid 10 Beleidsregels kwaliteit).

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

De drie uur afwijkende inzet betreft uitsluitend de tijd voor 9.30 en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze (art 1.50 Wko jo art 3 lid 10 Beleidsregels kwaliteit).

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

De afwijking betreft maximaal anderhalf aaneengesloten uren voor 9.30 en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze gedurende maximaal twee uur aaneengesloten (art 1.50 Wko jo art 3 lid 10 Beleidsregels kwaliteit).

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kind-ratio (art 1.50 Wko jo art 3 lid 10 Beleidsregels kwaliteit).

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

Indien als gevolg van het afwijken van de beroepskracht-kind-ratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum ingezet wordt, dan is er ten minste één andere volwassene in het kindercentrum aanwezig (art 1.50 Wko jo art 3 lid 11 Beleidsregels kwaliteit).

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

6. Pedagogisch beleid

6.1 Pedagogisch beleidsplan

Wet kinderopvang (art 1.50)

Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 2)

herstellende sanctie

Prioriteit

Herstelter-mijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor dat kindercentrum kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven (art 1.50 lid 1Wko jo art 2 Beleidsregels kwaliteit).

Gemiddeld

maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

6.1.1 Inhoud pedagogisch beleidsplan

Wet kinderopvang (artikel 1.50)

Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 2)

Herstellende sanctie

Prioriteit

Herstelter-mijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare termen het volgende beschreven: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie, en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt (art 1.50 lid 1 Wko jo art 2 lid 2 sub a Beleidsregels kwaliteit).

Gemiddeld

maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de werkwijze, de maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de stamgroep (art 1.50 lid 1 Wko jo art 2 lid 2 sub b Beleidsregels kwaliteit).

Gemiddeld

maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen bij welke (spel)activiteiten kinderen hun stamgroep verlaten (art 1.50 lid 1 Wko jo art 2 lid 2 sub c Beleidsregels kwaliteit).

Gemiddeld

maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten bij hun werkzaamheden worden ondersteund door andere volwassenen (art 1.50 lid 1 Wko jo art 2 lid 2 sub d Beleidsregels kwaliteit).

Gemiddeld

maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

6.1.2 Pedagogische praktijk

Wet kinderopvang (artikel 1.50)

Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 2)

herstellende sanctie

Prioriteit

Herstelter-mijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

De beroepskrachten kennen de inhoud van het pedagogisch beleidsplan (art 1.50 lid 1 Wko en art 2 lid 4 Beleidsregels kwaliteit).

Gemiddeld

maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

De beroepskrachten handelen conform het pedagogisch beleidsplan (art 1.50 lid 1 Wko jo art 2 lid 4 Beleidsregels kwaliteit).

Gemiddeld

maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

6.2 Emotionele veiligheid

Wet kinderopvang (artikelen 1.49 en 1.50)

Beleidsregels kwaliteitkinderopvang (artikel 2)

herstellende sanctie

Prioriteit

Herstelter-mijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

De beroepskracht communiceert met de kinderen (artt 1.49 jo 1.50 Wko jo art 2 lid 2 sub a Beleidsregels kwaliteit).

Gemiddeld

maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

De beroepskracht heeft een respectvolle houding naar de kinderen (artt 1.49 jo 1.50 Wko jo art 2 lid 2 sub a Beleidsregels kwaliteit).

Gemiddeld

maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

Er heerst een ontspannen, open sfeer in de groep (artt 1.49 jo 1.50 Wko jo art 2 lid 2 sub a Beleidsregels kwaliteit).

Gemiddeld

maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

De kinderen worden uitgenodigd tot participatie (artt 1.49 jo 1.50 Wko jo art 2 lid 2 sub a Beleidsregels kwaliteit).

Gemiddeld

maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

Kinderen hebben vaste beroepskrachten en bekende leeftijdsgenootjes om zich heen(artt 1.49 jo 1.50 Wko jo art 2 lid 2 sub a Beleidsregels kwaliteit).

Gemiddeld

maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

Er is informatieoverdracht tussen ouders en beroepskracht (artt 1.49 jo 1.50 Wko jo art 2 lid 2 sub a Beleidsregels kwaliteit).

Gemiddeld

maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

6.3 Persoonlijke competentie

Wet kinderopvang (artikelen 1.49 en 1.50)

Beleidsregels kwaliteitkinderopvang (artikel 2)

herstellende sanctie

Prioriteit

Herstelter-mijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

De beroepskracht ondersteunt en stimuleert individuele kinderen (artt. 1.49 jo 1.50 Wko jo art 2 lid 1 en 2 Beleidsregels kwaliteit).

Gemiddeld

maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

Er is een goede interactie tussen beroepskracht en individuele kinderen (artt. 1.49 jo 1.50 Wko jo art 2 lid 1 en 2 Beleidsregels kwaliteit).

Gemiddeld

maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

Kinderen hebben de mogelijkheid om eigen ervaringen op te doen middels spelmateriaal, activiteitenaanbod en inrichting (artt. 1.49 jo 1.50 Wko jo art 2 lid 1 en 2 Beleidsregels kwaliteit).

Gemiddeld

maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

Er is aandacht voor leermomenten. Hierbij is taal en motorisch spel van jonge kinderen belangrijk (artt. 1.49 jo 1.50 Wko jo art 2 lid 1 en 2 Beleidsregels kwaliteit).

Gemiddeld

maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

6.4 Sociale competentie

Wet kinderopvang (artikelen 1.49 en 1.50)

Beleidsregels kwaliteitkinderopvang (artikel 2)

herstellende sanctie

Prioriteit

Herstelter-mijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

De beroepskracht ondersteunt de kinderen in de interactie tussen kinderen onderling (artt. 1.49 jo 1.50 Wko jo art 2 lid 1 en 2 Beleidsregels kwaliteit).

Gemiddeld

maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

De beroepskracht ondersteunt de kinderen in het voorkómen en oplossen van conflicten (artt. 1.49 jo 1.50 Wko jo art 2 lid 1 en 2 Beleidsregels kwaliteit).

Gemiddeld

maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

De kinderen maken deel uit van het groepsgebeuren (artt. 1.49 jo 1.50 Wko jo art 2 lid 1 en 2 Beleidsregels kwaliteit).

Gemiddeld

maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

6.5 Overdracht van normen en waarden

Wet kinderopvang (artikelen 1.49 en 1.50)

Beleidsregels kwaliteitkinderopvang (artikel 2)

herstellende sanctie

Prioriteit

Herstelter-mijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

Afspraken, regels en omgangsvormen zijn aanwezig (artt. 1.49 jo 1.50 Wko jo art 2 lid 1 en 2 Beleidsregels kwaliteit).

Gemiddeld

maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

Afspraken, regels en omgangsvormen zijn duidelijk (artt. 1.49 jo 1.50 Wko jo art 2 lid 1 en 2 Beleidsregels kwaliteit).

Gemiddeld

maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

Afspraken, regels en omgangsvormen worden aan de kinderen uitgelegd (artt. 1.49 jo 1.50 Wko jo art 2 lid 1 en 2 Beleidsregels kwaliteit).

Gemiddeld

maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

Beroepskrachten geven zelf in hun spreken en handelen het goede voorbeeld (artt. 1.49 jo 1.50 Wko jo art 2 lid 1 en 2 Beleidsregels kwaliteit).

Gemiddeld

maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

7 Klachten

7.1 Wet klachtrecht cliënten zorgsector

Wet klachtrecht cliënten zorgsector (artikelen 1, 2, 2a, 3c en 4)

herstellende sanctie

Prioriteit

Herstelter-mijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

1. De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten die voldoet aan de beschreven eisen (art 2 lid 1 Wkcz)

Laag

maximaal 6 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

2. De houder brengt de regeling op passende wijze onder de aandacht van ouders (art 2 lid 1 Wkcz).

Laag

maximaal 6 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

3. De houder ziet erop toe dat de klachtencommissie werkt met een reglement (art 2 lid 3 Wkcz).

Laag

maximaal 6 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

4. De houder hanteert de termijn waarbinnen schriftelijk wordt gereageerd naar aanleiding van een oordeel van de klachtencommissie (art 2 lid 5 Wkcz).

Laag

maximaal 6 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

5. De houder leeft geheimhoudingsplicht na (art 4 Wkcz).

Laag

maximaal 6 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

6. De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar verslag wordt opgesteld, waarin ten minste een aantal vaste onderdelen worden aangegeven (art 2 lid 7 Wkcz).

Laag

maximaal 6 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

7. De houder zendt het verslag voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de GGD (art 2 lid 9 Wkcz).

Laag

maximaal 6 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

7.2 Klachtenregeling oudercommissie

Wet kinderopvang (artikel 1.60a)

herstellende sanctie

Prioriteit

Herstelter-mijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten van de oudercommissie over een door hem genomen besluit als bedoeld in artikel 60, eerste lid die voldoet aan de beschreven eisen (art 1.60a Wko).

Laag

maximaal 6 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

De houder brengt de regeling op passende wijze onder de aandacht van oudercommissie (art 1.60a Wko).

Laag

maximaal 6 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

De houder zorgt voor naleving van de regeling (art 1.60a Wko).

Laag

maximaal 6 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar verslag wordt opgesteld, waarin ten minste een aantal vaste onderdelen worden aangegeven (art 1.60a Wko).

Laag

maximaal 6 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

De houder zendt het verslag voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de GGD (art 1.60a Wko).

Laag

maximaal 6 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

2.Afwegingsmodel handhaving BSO

0. Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen

0.1 Kinderopvang in de zin van de wet

Wet kinderopvang (artikel 1.1, eerste lid)

Beleidsregels werkwijze toezichthouder (artikel 4, eerste lid)

constatering

gevolg

Verdere sancties mogelijk?

De opvang vindt bedrijfsmatig of anders dan om niet plaats (art 1.1 lid 1 Wko en art 4 Beleidsregels werkwijze toezichthouder).

Indien niet voldaan: geen kinderopvang in de zin van de wet.

Verwijdering uit landelijk register

Eventueel overige overtredingen (hoofdstuk 6 Afwegingsmodel) van toepassing: Economisch delict: niet-geregistreerde opvang

Gedurende de opvang wordt verzorging en opvoeding geboden (art 1.1 lid 1 Wko en art 4 Beleidsregels werkwijze toezichthouder).

Indien niet voldaan: geen kinderopvang in de zin van de wet.

Verwijdering uit landelijk register

Eventueel overige overtredingen (hoofdstuk 6 Afwegingsmodel) van toepassing: Economisch delict: niet-geregistreerde opvang

De opvang is gericht op kinderen in de leeftijd van 0 jaar tot de eerste dag van de maand waarop het voortgezet onderwijs voor die kinderen begint (art 1.1 lid 1 Wko en art 4 Beleidsregels werkwijze toezichthouder).

Indien niet voldaan: geen kinderopvang in de zin van de wet.

Verwijdering uit landelijk register

Eventueel overige overtredingen (hoofdstuk 6 Afwegingsmodel) van toepassing: Economisch delict: niet-geregistreerde opvang

1. Ouders

1.1 Reglement oudercommissie

Wet kinderopvang (artikel 1.59)

herstellende sanctie

Prioriteit

Herstelter-mijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

1 De houder heeft een reglement oudercommissie vastgesteld (art 1.59 lid 1 Wko).

Gemiddeld

maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

1.1.1 Inhoud reglement oudercommissie

Wet kinderopvang (artikel 1.59)

herstellende sanctie

Prioriteit

Herstelter-mijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

1.Het reglement omvat regels omtrent het aantal leden (art 1.59 lid 2 sub a Wko).

Laag

maximaal 6 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

2.Het reglement omvat regels omtrent de wijze van kiezen van de leden (art 1.59 lid 2 sub b Wko).

Laag

maximaal 6 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

3.Het reglement omvat regels omtrent de zittingsduur van de leden (art 1.59 lid 2 sub c Wko).

Laag

maximaal 6 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

4.Het reglement omvat geen regels omtrent werkwijze van de oudercommissie (art 1.59 lid 3 Wko).

Laag

maximaal 6 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

5.De houder wijzigt het reglement na instemming van de oudercommissie (art 1.59 lid 5 Wko).

Laag

maximaal 6 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

1.2 Instellen oudercommissie

Wet kinderopvang (artikel 1.58)

herstellende sanctie

Prioriteit

Herstelter-mijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

1.De houder heeft een oudercommissie ingesteld (art 1.58 lid 1 Wko).

Laag

maximaal 6 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

1.2.1 Voorwaarden oudercommissie

Wet kinderopvang (artikel 1.58)

herstellende sanctie

Prioriteit

Herstelter-mijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

1.De houder is geen lid (art 1.58 lid 2 en 3 Wko).

Laag

maximaal 6 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

2.Het personeel is geen lid (art 1.58 lid 3 Wko).

Laag

maximaal 6 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

3.De leden worden gekozen uit en door de ouders (art 1.58 lid 2 Wko).

Laag

maximaal 6 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

4.De houder stelt de oudercommissie in de gelegenheid haar eigen werkwijze te bepalen (art 1.58 lid 4 Wko).

Laag

maximaal 6 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

1.2.2 Adviesrecht oudercommissie

Wet kinderopvang (artikelen 1.60)

herstellende sanctie

Prioriteit

Herstelter-mijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

1.De houder stelt de oudercommissie in staat haar advies uit te brengen over elk voorgenomen besluit met betrekking tot de genoemde onderwerpen (art 1.60 lid 1 Wko).

Gemiddeld

maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

2.De houder verstrekt de oudercommissie tijdig en desgevraagd schriftelijk alle informatie die deze voor de vervulling van haar taak redelijkerwijs nodig heeft (art 1.60 lid 4 Wko).

Gemiddeld

maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

3.Van een gevraagd advies van de oudercommissie wijkt de houder alleen af indien hij schriftelijk en gemotiveerd aangeeft dat het belang van de kinderopvang zich tegen het advies verzet (art 1.60 lid 2 Wko).

Gemiddeld

maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

4.De houder geeft de oudercommissie gelegenheid ook ongevraagd te adviseren over de genoemde onderwerpen (art 1.60 lid 3 Wko).

Gemiddeld

maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

1.3 Informatie

Wet kinderopvang (artikelen 1.54 en 1.63 vierde lid)

Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 3, tweede lid)

herstellende sanctie

Prioriteit

Herstelter-mijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

1.De houder informeert de ouders over het te voeren beleid (art 1.54 Wko).

Laag

maximaal 6 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

2.De houder informeert de ouders en de kinderen in welke basisgroep het kind verblijft en welke beroepskrachten op welke dag bij welke groep horen (art 3 lid 3 Beleidsregels kwaliteit).

Laag

maximaal 6 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

3.De houder legt een afschrift van het inspectierapport op een voor ouders en personeel toegankelijke plaats (art 1.63 lid 4 Wko).

Laag

maximaal 6 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

4.De informatie is gedetailleerd genoeg om ouders een adequaat beeld van de praktijk te geven (art 1.54 Wko).

Laag

maximaal 6 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

5.De praktijk sluit aan bij de aan de ouders verstrekte informatie (art 1.54 WKo).

Laag

maximaal 6 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

2. Personeel

2.1 Verklaring omtrent het gedrag

Wet kinderopvang (artikel 1.50 derde, vierde en vijfde lid)

Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 10)

herstellende sanctie

Prioriteit

Herstelter-mijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

1.Personen werkzaam bij het kindercentrum zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag (art 1.50 lid 3 en art 10 Beleidsregels kwaliteit).

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

2.De verklaring omtrent het gedrag is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overlegd (art 1.50 lid 4 WKo).

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

3.De verklaring omtrent het gedrag is bij overleggen niet ouder dan twee maanden (art 1.50 lid 4 WKo).

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

2.2 Passende beroepskwalificatie

Wet kinderopvang (artikel 1.50 eerste lid)

Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 9, eerste lid)

herstellende sanctie

Prioriteit

Herstelter-mijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

1.Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de CAO kinderopvang is opgenomen (art 1.50 lid 1 WKo jo art 9 lid 1 Beleidsregels kwaliteit).

Gemiddeld

maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

2.3 Voorwaarden en inzet van pedagogisch medewerkers in ontwikkeling (PMIO)

Wet kinderopvang (artikel 1.50 eerste lid)

Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 9, tweede lid)

herstellende sanctie

Prioriteit

Herstelter-mijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

1a Alle PMIO’ers beschikken over een diploma op minimaal MBO-3 niveau;

OF

1b Een HAVO of VWO diploma;

OF

1c Een voor de kinderopvang relevant, maar nog niet gelijkgesteld buitenlands diploma én relevante werkervaring.

(art 9 lid 2 Beleidsregels kwaliteit)

Gemiddeld

maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

2.Voor alle PMIO’ers is binnen 2 maanden na aanvang van de arbeidsovereenkomst een persoonlijk ontwikkelplan opgesteld (art 9 lid 2 Beleidsregels kwaliteit jo art 1.50 lid 1 Wko).

Gemiddeld

maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

3.Alle PMIO’ers worden ingezet conform een actueel persoonlijk ontwikkelplan (art 9 lid 2 Beleidsregels kwaliteit).

Gemiddeld

maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

2.4 Gebruik van de voorgeschreven voertaal

Wet kinderopvang (artikel 1.55)

herstellende sanctie

Prioriteit

Herstelter-mijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

1a De voorgeschreven voertaal wordt gebruikt (art 1.55 lid 1 WKo).

OF

1b Er wordt een andere taal als voertaal gebezigd, omdat de herkomst van de kinderen in deze specifieke omstandigheid daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door de houder vastgestelde gedragscode (art 1.55 lid 2 WKo).

Gemiddeld

maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

3. Veiligheid en gezondheid

3.1 Risico-inventarisatie veiligheid

Wet kinderopvang (artikel 1.51)

herstellende sanctie

Prioriteit

Herstelter-mijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

1.De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid van maximaal een jaar oud (art 1.51 WKo jo art 8 lid 1 en 6 Beleidsregels kwaliteit).

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

2.De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie (art 1.51 WKo jo art 8 lid 1 en 6 Beleidsregels kwaliteit).

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

3.1.1 Beleid veiligheid

Wet kinderopvang (artikel 1.51)

Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 8)

herstellende sanctie

Prioriteit

Herstelter-mijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

1.De risico-inventarisatie beschrijft de veiligheidsrisico’s die de opvang van de kinderen met zich meebrengt op de thema’s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, (verstikking), verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden (art 1.51 WKo en art 8 lid 1 en 2 Beleidsregels kwaliteit).

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

2.Er is een plan van aanpak waarin is aangegeven welke maatregelen op welk moment worden genomen in verband met de risico’s, alsmede de samenhang tussen de risico’s en de maatregelen (art 1.51 WKo en art 8 lid 1 sub b Beleidsregels kwaliteit).

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

3.Er is een registratie van ongevallen, waarbij per ongeval de aard en plaats van het ongeval, de leeftijd van het kind, de datum van het ongeval en een overzicht van te treffen maatregelen worden vermeld (art 1.51 WKo en art 8 lid 4 Beleidsregels kwaliteit).

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

3.1.2 Uitvoering beleid veiligheid

Wet kinderopvang (artikel 1.51)

Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 8)

herstellende sanctie

Prioriteit

Herstelter-mijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

1.De geïnventariseerde risico’s zijn compleet en komen overeen met de risico’s in de praktijk (art 1.51 WKo).

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

2.Risico’s worden gereduceerd door het nemen van preventieve maatregelen die effectief en adequaat zijn (art 1.51 WKo en art 8 lid 1 sub b Beleidsregels kwaliteit).

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

3.De houder draagt zorg voor uitvoering van het plan van aanpak art 1.51 WKo).

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

4.Beroepskrachten zijn op de hoogte van de risico’s en de aanpak daarvan (art 1.51 WKo en art 8 lid 5 Beleidsregels kwaliteit).

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

5.Beroepskrachten handelen conform het plan van aanpak (art 1.51 WKo).

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

3.2 Risico-inventarisatie gezondheid

Wet kinderopvang (artikel 1.51)

Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 8)

herstellende sanctie

Prioriteit

Herstelter-mijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

1.De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid van maximaal een jaar oud (art 1.51 WKo en art 8 lid 1 en 6 Beleidsregels kwaliteit).

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

2.De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie (art 1.51 WKo en art 8 lid 1 en 6 Beleidsregels kwaliteit).

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

3.2.1 Beleid gezondheid

Wet kinderopvang (artikel 1.51)

Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 8)

herstellende sanctie

Prioriteit

Herstelter-mijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

1.De risico-inventarisatie beschrijft de gezondheidsrisico’s die de opvang van de kinderen met zich meebrengt op de thema’s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen (art 1.51 WKo en art 8 lid 1 en 3 Beleidsregels kwaliteit).

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

2.Er is een plan van aanpak waarin is aangegeven welke maatregelen op welk moment worden genomen in verband met de risico’s, alsmede de samenhang tussen de risico’s en de maatregelen (art 1.51 WKo en art 8 lid 1 sub b Beleidsregels kwaliteit).

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

3.2.2 Uitvoering beleid gezondheid

Wet kinderopvang (artikel 1.51)

Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 8)

herstellende sanctie

Prioriteit

Herstelter-mijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

1.De geïnventariseerde risico’s zijn compleet en komen overeen met de risico’s in de praktijk (art 1.51 WKo).

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

2.Risico’s worden gereduceerd door het nemen van preventieve maatregelen die effectief en adequaat zijn (art 1.51 WKo en art 8 lid 1 sub b Beleidsregels kwaliteit).

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

3.De houder draagt zorg voor uitvoering van plan van aanpak (art 1.51 Wko).

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

4.Beroepskrachten zijn op de hoogte van de risico’s en de aanpak daarvan (art 1.51 WKo en art 8 lid 5 Beleidsregels kwaliteit).

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

5.Beroepskrachten handelen conform het plan van aanpak (art 1.51 WKo).

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

3.3 Protocol kindermishandeling

Wet kinderopvang (artikel 1.49, 1.51)

Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 10a)

herstellende sanctie

Prioriteit

Herstelter-mijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

1.De houder heeft een protocol kindermishandeling welke voldoet aan de beschreven eisen (art 1.51 WKo en art 10a lid 1 Beleidsregels kwaliteit)

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

3.3.1 Beleid protocol kindermishandeling

Wet kinderopvang (artikel 1.49 en 1.51)

Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 10a)

herstellende sanctie

Prioriteit

Herstelter-mijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

1.De houder draagt er zorg voor dat beroepskrachten op de hoogte zijn van de inhoud van het protocol kindermishandeling (art 1.49 lid 1 WKo en art 10a lid 3 Beleidsregels kwaliteit).

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

3.3.2 Uitvoering beleid protocol kindermishandeling

Wet kinderopvang (artikel 1.49 en 1.51)

Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 10a)

herstellende sanctie

Prioriteit

Herstelter-mijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

1.De beroepskrachten kennen de inhoud van het protocol (art 1.49 lid 1 WKo en art 10a Beleidsregels kwaliteit).

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

2.De beroepskrachten handelen aantoonbaar naar het protocol kindermishandeling (art 1.49 lid 1 WKo en art 10a Beleidsregels kwaliteit).

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

4. Accommodatie en inrichting

4.1 Binnenspeelruimte

Wet kinderopvang (artikel 1.50)

Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 5)

herstellende sanctie

Prioriteit

Herstelter-mijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

Er is ten minste 3,5 m2 bruto oppervlakte voor spelactiviteiten ingerichte ruimtes beschikbaar per kind (art 1.50 WKo en art 5 lid 2 Beleidsregels kwaliteit).

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

De binnenspeelruimte is ingericht in overeenstemming met het aantal op te vangen kinderen (art 1.50 WKo en art 5 lid 3 Beleidsregels kwaliteit).

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

De binnenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen en het pedagogisch beleid (art 1.50 WKo en art 5 lid 2 en 3 Beleidsregels kwaliteit).

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom (evt bestuursdwang)

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

4.2 Buitenspeelruimte

Wet kinderopvang (artikel 1.50)

Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 7, tweede lid)

herstellende sanctie

Prioriteit

Herstelter-mijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

Er is ten minste 3 m2bruto buitenspeelruimte beschikbaar per aanwezig kind (art 1.50 WKo en art 7 lid 2 Beleidsregels kwaliteit).

Gemiddeld

maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

De buitenspeelruimte is voor kinderen toegankelijk (art 1.50 WKo en art 7 lid 2 Beleidsregels kwaliteit).

Gemiddeld

maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

De buitenspeelruimte is vast beschikbaar voor de buitenschoolse opvang (art 1.50 WKo en art 7 lid 2 Beleidsregels kwaliteit).

Gemiddeld

maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen en het pedagogisch beleid (art 1.50 WKo en art 7 lid 2 Beleidsregels kwaliteit).

Gemiddeld

maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom (evt bestuursdwang)

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

4.3 Aanvullende eisen indien de buitenspeelruimte niet-aangrenzend is

Wet kinderopvang (artikel 1.50)

Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 7, tweede lid)

herstellende sanctie

Prioriteit

Herstelter-mijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

De niet-aangrenzende buitenspeelruimte is in de directe nabijheid van het kindercentrum (art 1.50 WKo en art 7 lid 2 Beleidsregels kwaliteit).

Gemiddeld

maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

De niet-aangrenzende buitenspeelruimte is voor kinderen goed bereikbaar (art 1.50 WKo en art 7 lid 2 Beleidsregels kwaliteit).

Gemiddeld

maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

De niet-aangrenzende buitenspeelruimte is voor kinderen veilig bereikbaar (art 1.50 WKo en art 7 lid 2 Beleidsregels kwaliteit).

Gemiddeld

maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

5. Groepsgrootte en beroepskracht-kind-ratio

5.1 Opvang in groepen

Wet kinderopvang (artikel 1.50)

Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 4, eerste, tweede, vijfde en zesde lid)

herstellende sanctie

Prioriteit

Herstelter-mijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

Ieder kind behoort bij een basisgroep (art 1.50 Wko jo art 4 lid 1 Beleidsregels kwaliteit).

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

2a De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt (art 1.50 Wko jo art 4 lid 1 Beleidsregels kwaliteit).

OF

2b De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt (art 1.50 Wko jo art 4 lid 2 Beleidsregels kwaliteit).

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

5.2 Beroepskracht-kind-ratio

Wet kinderopvang (artikel 1.50)

Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 4, derde, vierde, en negende lid)

herstellende sanctie

Prioriteit

Herstelter-mijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste:

1a - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar

- 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar (art 1.50 Wko jo art 4 lid 3 Beleidsregels kwaliteit).

.

OF

1b - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar (art 1.50 Wko jo art 4 lid 4 Beleidsregels kwaliteit).

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

Indien conform de beroepskracht-kind-ratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is, dan is ondersteuning van deze beroepskracht door een andere volwassene in geval van calamiteiten geregeld

(art 1.50 Wko jo art 4 lid 9 Beleidsregels kwaliteit).

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

5.3 Inzet beroepskrachten in afwijking van de beroepskracht-kind-ratio

Wet kinderopvang (artikel 1.50)

Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 4, derde, vierde, zevende en achtste lid)

herstellende sanctie

Prioriteit

Herstelter-mijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

Bij buitenschoolse opvang gedurende schooldagen, kunnen ten hoogste een half uur per dag minder beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kind-ratio vereist is

(art 1.50 Wko jo art 4 lid 7 Beleidsregels kwaliteit).

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

Bij buitenschoolse opvang gedurende vrije dagen, kunnen ten hoogste drie uur per dag minder beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kind-ratio vereist is. Deze inzet betreft de tijd voor 9.30 en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze

(art 1.50 Wko jo art 4 lid 7 Beleidsregels kwaliteit).

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

De afwijking betreft maximaal anderhalf aaneengesloten uren voor 9.30 en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze gedurende maximaal twee uur aaneengesloten

(art 1.50 Wko jo art 4 lid 7 Beleidsregels kwaliteit).

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kind-ratio.

(art 1.50 Wko jo art 4 lid 7 Beleidsregels kwaliteit).

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

Indien als gevolg van het afwijken van de beroepskracht-kind-ratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum ingezet wordt, dan is er ten minste één andere volwassene in het kindercentrum aanwezig

(art 1.50 Wko jo art 4 lid 8 Beleidsregels kwaliteit).

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

6. Pedagogisch beleid

6.1 Pedagogisch beleidsplan

Wet kinderopvang (artikel 1.50)

Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 2)

herstellende sanctie

Prioriteit

Herstelter-mijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

1.De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor dat kindercentrum kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven (art 1.50 Wko jo art 2 lid 1 Beleidsregels kwaliteit).

Gemiddeld

maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

6.1.1 Inhoud pedagogisch beleidsplan

Wet kinderopvang (artikel 1.50)

Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 2 en 4)

herstellende sanctie

Prioriteit

Herstelter-mijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

1.In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare termen het volgende beschreven: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie, en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt (art 1.50 Wko jo art 2 lid 2 Beleidsregels kwaliteit).

Gemiddeld

maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

2.Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de werkwijze, de maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de basisgroep (art 1.50 Wko jo art 2 lid 2 Beleidsregels kwaliteit).

Gemiddeld

maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

3.Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen bij welke (spel)activiteiten kinderen hun basisgroep verlaten (art 1.50 Wko jo art 2 lid 2 Beleidsregels kwaliteit).

Gemiddeld

maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

4. Bij activiteiten in groepen groter dan dertig kinderen besteedt de houder in het pedagogisch beleidsplan aantoonbaar extra aandacht aan de omgang met de basisgroep (art 1.50 Wko jo art 4 lid 6 Beleidsregels kwaliteit).

Gemiddeld

maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

5. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten bij hun werkzaamheden worden ondersteund door andere volwassenen (art 1.50 Wko jo art 2 lid 2 Beleidsregels kwaliteit).

Gemiddeld

maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

6.1.2 Pedagogische praktijk

Wet kinderopvang (artikel 1.50)

Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 2)

herstellende sanctie

Prioriteit

Herstelter-mijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

1.De beroepskrachten kennen de inhoud van het pedagogisch beleidsplan (art 1.50 Wko jo art 2 lid 4 Beleidsregels kwaliteit).

Gemiddeld

maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

2.De beroepskrachten handelen conform het pedagogisch beleidsplan (art 1.50 Wko jo art 2 lid 4 Beleidsregels kwaliteit).

Gemiddeld

maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

6.2 Emotionele veiligheid

Wet kinderopvang (artikelen 1.49 en 1.50)

Beleidsregels kwaliteitkinderopvang (artikel 2)

herstellende sanctie

Prioriteit

Herstelter-mijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

1.De beroepskracht communiceert met de kinderen (art 1.49 jo 1.50 Wko jo art 2 lid 2 Beleidsregels kwaliteit).

Gemiddeld

maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

2.De beroepskracht heeft een respectvolle houding naar de kinderen (art 1.49 jo 1.50 Wko jo art 2 lid 2 Beleidsregels kwaliteit).

Gemiddeld

maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

3.Er heerst een ontspannen, open sfeer in de groep(art 1.49 jo 1.50 Wko jo art 2 lid 2 Beleidsregels kwaliteit).

Gemiddeld

maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

4.De kinderen worden uitgenodigd tot participatie (art 1.49 jo 1.50 Wko jo art 2 lid 2 Beleidsregels kwaliteit).

Gemiddeld

maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

5.Kinderen hebben vaste beroepskrachten en bekende leeftijdsgenootjes om zich heen (art 1.49 jo 1.50 Wko jo art 2 lid 2 Beleidsregels kwaliteit).

Gemiddeld

maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

6.Er is informatieoverdracht tussen ouders en beroepskracht (art 1.49 jo 1.50 Wko jo art 2 lid 2 Beleidsregels kwaliteit).

Gemiddeld

maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

6.3 Persoonlijke competentie

Wet kinderopvang (artikelen 1.49 en 1.50)

Beleidsregels kwaliteitkinderopvang (artikel 2)

herstellende sanctie

Prioriteit

Herstelter-mijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

1.De beroepskracht ondersteunt en stimuleert individuele kinderen (art 1.49 jo 1.50 Wko jo art 2 lid 2 Beleidsregels kwaliteit).

Gemiddeld

maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

2.Er is een goede interactie tussen beroepskracht en individuele kinderen (art 1.49 jo 1.50 Wko jo art 2 lid 2 Beleidsregels kwaliteit).

Gemiddeld

maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

3.Kinderen hebben de mogelijkheid om eigen ervaringen op te doen middels spelmateriaal, activiteitenaanbod en inrichting (art 1.49 jo 1.50 Wko jo art 2 lid 2 Beleidsregels kwaliteit).

Gemiddeld

maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

4.Er is aandacht voor leermomenten. Hierbij is taal en motorisch spel van jonge kinderen belangrijk (art 1.49 jo 1.50 Wko jo art 2 lid 2 Beleidsregels kwaliteit).

Gemiddeld

maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

6.4 Sociale competentie

Wet kinderopvang (artikelen 1.49 en 1.50)

Beleidsregels kwaliteitkinderopvang (artikel 2)

herstellende sanctie

Prioriteit

Herstelter-mijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

1.De beroepskracht ondersteunt de kinderen in de interactie tussen kinderen onderling (art 1.49 jo 1.50 Wko jo art 2 lid 2 Beleidsregels kwaliteit).

Gemiddeld

maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

2.De beroepskracht ondersteunt de kinderen in het voorkómen en oplossen van conflicten (art 1.49 jo 1.50 Wko jo art 2 lid 2 Beleidsregels kwaliteit).

Gemiddeld

maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

3.De kinderen maken deel uit van het groepsgebeuren (art 1.49 jo 1.50 Wko jo art 2 lid 2 Beleidsregels kwaliteit).

Gemiddeld

maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

6.5 Overdracht van normen en waarden

Wet kinderopvang (artikelen 1.49 en 1.50)

Beleidsregels kwaliteitkinderopvang (artikel 2)

herstellende sanctie

Prioriteit

Herstelter-mijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

1.Afspraken, regels en omgangsvormen zijn aanwezig (art 1.49 jo 1.50 Wko jo art 2 lid 2 Beleidsregels kwaliteit).

Gemiddeld

maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

2.Afspraken, regels en omgangsvormen zijn duidelijk (art 1.49 jo 1.50 Wko jo art 2 lid 2 Beleidsregels kwaliteit).

Gemiddeld

maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

3.Afspraken, regels en omgangsvormen worden aan de kinderen uitgelegd (art 1.49 jo 1.50 Wko jo art 2 lid 2 Beleidsregels kwaliteit).

Gemiddeld

maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

4.Beroepskrachten geven zelf in hun spreken en handelen het goede voorbeeld (art 1.49 jo 1.50 Wko jo art 2 lid 2 Beleidsregels kwaliteit).

Gemiddeld

maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

7. Klachten

7.1 Wet klachtrecht cliënten zorgsector

Wet klachtrecht cliënten zorgsector (artikelen 1, 2, 2a, 3c en 4)

herstellende sanctie

Prioriteit

Herstelter-mijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

1.De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten die voldoet aan de beschreven eisen (art 2 lid 1 Wkcz).

Laag

maximaal 6 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

2.De houder brengt de regeling op passende wijze onder de aandacht van ouders (art 2 lid 1 Wkcz).

Laag

maximaal 6 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

3.De houder ziet erop toe dat de klachtencommissie werkt met een reglement (art 2 lid 3 Wkcz)

Laag

maximaal 6 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

4.De houder hanteert de termijn waarbinnen schriftelijk wordt gereageerd naar aanleiding van een oordeel van de klachtencommissie (art 2 lid 5 Wkcz).

Laag

maximaal 6 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

5.De houder leeft geheimhoudingsplicht na (art 4 Wkcz).

Laag

maximaal 6 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

6.De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar verslag wordt opgesteld, waarin ten minste een aantal vaste onderdelen worden aangegeven (art 2 lid 7 Wkcz).

Laag

maximaal 6 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

7.De houder zendt het verslag voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de GGD (art 2 lid 9 Wkcz).

Laag

maximaal 6 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

7.2 Klachtenregeling oudercommissie

Wet kinderopvang (artikel 1.60a)

herstellende sanctie

Prioriteit

Herstelter-mijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

1.De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten van de oudercommissie over een door hem genomen besluit als bedoeld in artikel 60, eerste lid die voldoet aan de beschreven eisen (artikel 1.60a Wko).

Laag

maximaal 6 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

2.De houder brengt de regeling op passende wijze onder de aandacht van oudercommissie (artikel 1.60a Wko).

Laag

maximaal 6 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

3.De houder zorgt voor naleving van de regeling (artikel 1.60a Wko).

Laag

maximaal 6 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

4.De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar verslag wordt opgesteld, waarin ten minste een aantal vaste onderdelen worden aangegeven (artikel 1.60a Wko).

Laag

maximaal 6 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

5.De houder zendt het verslag voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de GGD (artikel 1.60a Wko).

Laag

maximaal 6 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

3.Afwegingsmodel handhaving Gastouderbureau

0. Gastouderbureau in de zin van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen

Gastouderbureau en handhaving

Wet kinderopvang (Verzamelwet, wordt later vastgesteld), wordt later aan Handhavingsbeleid toegevoegd

Er loopt geen handhaving in het kader van de Wet kinderopvang tegen de onderneming(en) van de houder.

De houder treft maatregelen om recidive van eerder geconstateerde tekortkomingen in zijn onderneming(en) te voorkomen.

1.1 Gastouderbureau in de zin van de wet

Wet kinderopvang (artikelen 1.1 en 1.49 derde lid)

constatering

gevolg

Verdere sancties mogelijk?

Het gastouderbureau is een organisatie die gastouderopvang tot stand brengt en begeleidt en door tussenkomst van wie de betaling van ouders aan gastouders geschiedt (art 1.1 jo 1.49 lid 2 Wko).

Indien niet voldaan: geen kinderopvang in de zin van de wet.

Verwijdering uit landelijk register

Eventueel overige overtredingen (hoofdstuk 6 Afwegingsmodel) van toepassing: Economisch delict: niet-geregistreerde opvang

1.2 Administratie gastouderbureau

Wet kinderopvang (artikelen 1.1, 1.50 en 1.56)

Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 12)

Regeling Wet kinderopvang (artikel 11 tm 11 e)

herstellende sanctie

Prioriteit

Hersteltermijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

De administratie van het gastouderbureau bevat een contract per vraagouder (art 1.56 Wko jo art 11 lid 3 Regeling Wko).

Gemiddeld

Maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

De administratie van het gastouderbureau bevat kopieën van de verklaringen omtrent gedrag van de gastouders en volwassen huisgenoten (art 1.56 Wko jo art 11 lid 3 Regeling Wko).

Hoog

0-14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

De administratie van het gastouderbureau bevat kopieën van de getuigschriften en/of EVC-bewijsstukken en certificaten Eerste Hulp aan kinderen van de gastouders (art 1.56 Wko jo art 11 lid 3 Regeling Wko).

Hoog

0-14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

In de administratie van het gastouderbureau is de betaling van de vraagouders aan het gastouderbureau inzichtelijk (art 1.56 Wko jo art 11 lid 3 Regeling Wko).

Gemiddeld

Maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

In de administratie van het gastouderbureau is de betaling van het gastouderbureau aan de gastouder inzichtelijk (art 1.56 Wko jo art 11 lid 3 Regeling Wko).

Gemiddeld

Maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

De administratie van het gastouderbureau bevat een origineel van de door de gastouder en bemiddelingsmedewerker ondertekende versie van iedere risico-inventarisatie en bijbehorende plan van aanpak (art 1.56 Wko jo art 12 lid 3 Beleidsregels kwaliteit).

Gemiddeld

Maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

2. Ouders

2.1 Informatie voor vraagouders

Wet kinderopvang (artikel 1.56 lid 4 en 1.63 lid 4)

Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikelen 11 en 13)

Regeling Wet kinderopvang (artikel 11)

herstellende sanctie

Prioriteit

Hersteltermijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

Het gastouderbureau laat in de schriftelijke overeenkomst met de vraagouder duidelijk zien welk deel van het betaalde bedrag naar het gastouderbureau gaat (uitvoeringskosten) en welk deel van het betaalde bedrag naar de gastouder gaat (art 1.56 lid 4 Wko jo art 11b Regeling Wko)

Gemiddeld

Maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

De houder informeert de vraagouders over het te voeren beleid (art 1.56 Wko)

Laag

Maximaal 6 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

Het gastouderbureau draagt zorg voor een goede bereikbaarheid van het gastouderbureau voor de vraagouder en informeert de vraagouders hierover (art 1.56 Wko jo art 13 lid 4 Beleidsregels kwaliteit)

Laag

Maximaal 6 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

De informatie is gedetailleerd genoeg om vraagouders een adequaat beeld van de praktijk te geven (art 1.56 Wko).

Laag

Maximaal 6 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

De praktijk sluit aan bij de aan de vraagouders verstrekte informatie (art 1.56 Wko)

Laag

Maximaal 6 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

De houder legt een afschrift van het inspectierapport op een voor vraagouders, gastouders en personeel toegankelijke plaats (artikel 1.63 lid 4 Wko)

Laag

Maximaal 6 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

2.2 Reglement oudercommissie

Wet kinderopvang (artikel 1.59)

herstellende sanctie

Prioriteit

Hersteltermijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

De houder heeft een reglement oudercommissie vastgesteld (art 1.59 Wko).

Gemiddeld

Maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

2.2.1 Inhoud reglement oudercommissie

Wet kinderopvang (artikel 1.59)

herstellende sanctie

Prioriteit

Hersteltermijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

Het reglement omvat regels omtrent het aantal leden (art 1.59 Wko).

Laag

Maximaal 6 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

Het reglement omvat regels omtrent de wijze van kiezen van de leden (art 1.59 Wko).

Laag

Maximaal 6 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

Het reglement omvat regels omtrent de zittingsduur van de leden (art 1.59 Wko).

Laag

Maximaal 6 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

Het reglement omvat geen regels omtrent werkwijze van de oudercommissie (art 1.59 Wko).

Laag

Maximaal 6 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

De houder wijzigt het reglement na instemming van de oudercommissie (art 1.59 Wko).

Laag

Maximaal 6 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

2.3 Instellen oudercommissie

Wet kinderopvang (artikel 1.58)

herstellende sanctie

Prioriteit

Hersteltermijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

De houder heeft een oudercommissie ingesteld (art 1.58 Wko).

Laag

Maximaal 6 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

2.3.1 Voorwaarden oudercommissie

Wet kinderopvang (artikel 1.58)

herstellende sanctie

Prioriteit

Hersteltermijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

De houder is geen lid (art 1.58 Wko).

Laag

Maximaal 6 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

Het personeel is geen lid (art 1.58 Wko).

Laag

Maximaal 6 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

De leden worden gekozen uit en door de vraagouders (art 1.58 Wko).

Laag

Maximaal 6 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

De houder stelt de oudercommissie in de gelegenheid haar eigen werkwijze te bepalen (art 1.58 Wko).

Laag

Maximaal 6 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

2.3.2 Adviesrecht oudercommissie

Wet kinderopvang (artikel 1.60)

herstellende sanctie

Prioriteit

Hersteltermijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

De houder stelt de oudercommissie in staat haar advies uit te brengen over elk voorgenomen besluit met betrekking tot de genoemde onderwerpen (art 1.60 Wko).

Gemiddeld

Maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

De houder verstrekt de oudercommissie tijdig en desgevraagd schriftelijk alle informatie die deze voor de vervulling van haar taak redelijkerwijs nodig heeft (art 1.60 Wko)

Gemiddeld

Maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

Van een gevraagd advies van de oudercommissie wijkt de houder alleen af indien hij schriftelijk en gemotiveerd aangeeft dat het belang van de kinderopvang zich tegen het advies verzet (art 1.60 Wko)

Gemiddeld

Maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

De houder geeft de oudercommissie gelegenheid ook ongevraagd te adviseren over de genoemde onderwerpen (art 1.60 Wko)

Gemiddeld

Maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

3. Personeel

3.1 Verklaring omtrent het gedrag

Wet kinderopvang (artikelen 1.56 derde lid en 1.50)

Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 13)

herstellende sanctie

Prioriteit

Hersteltermijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

1.Personen werkzaam bij het gastouderbureau zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag (art 1.56 lid 3 jo 1.50 Wko).

Hoog

0-14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

2.De verklaring omtrent het gedrag is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het gastouderbureau overlegd (art 1.56 lid 3 jo 1.50 Wko).

Hoog

0-14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

3a De verklaring omtrent het gedrag is bij aanvraag om opname in het landelijk register niet ouder dan twee maanden.

OF

3b De verklaring omtrent het gedrag is bij overleggen niet ouder dan twee maanden

(art 1.56 lid 3 jo 1.50 Wko).

Hoog

0-14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

3.2 Beroepskwalificatie bemiddelingsmedewerkers

Wet kinderopvang (artikel 1.56)

Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikelen 13 en 14)

herstellende sanctie

Prioriteit

Hersteltermijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

Alle bemiddelingsmedewerkers werkzaam bij het gastouderbureau beschikken over relevante pedagogische opleiding op MBO-niveau (art 1.56 Wko jo art 13 lid 2 en 14 Beleidsregels kwaliteit)

Hoog

0-14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

3.3 Personeelsformatie per gastouder

Wet kinderopvang (artikel 1.56)

Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 13)

herstellende sanctie

Prioriteit

Hersteltermijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

Het gastouderbureau draagt er zorg voor dat er per aangesloten gastouder op jaarbasis tenminste 16 uur wordt besteed aan begeleiding en bemiddeling (art 1.56 Wko jo artikel 13 lid 3 Beleidsregels kwaliteit).

Hoog

0-14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

4.Pedagogisch beleid

4.1 Pedagogisch beleidsplan

Wet kinderopvang (artikel 1.56)

Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 11)

herstellende sanctie

Prioriteit

Hersteltermijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor dat gastouderbureau kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven (art 1.56 Wko jo art 11 lid 1 beleidsregels kwaliteit).

Gemiddeld

Maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

4.1.1 Inhoud pedagogisch beleidsplan

Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikelen 11, 15c en 15d)

herstellende sanctie

Prioriteit

Hersteltermijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare termen het volgende beschreven: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie, en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt (art 1.56 Wko jo art 11 lid 2 Beleidsregels kwaliteit).

Gemiddeld

Maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de leeftijdsopbouw en aantallen van de kinderen die door een gastouder worden opgevangen (art 1.56 Wko jo art 11 lid 2 beleidsregels kwaliteit).

Gemiddeld

Maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

Het pedagogisch plan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de eisen die aan het opvangadres worden gesteld (art 1.56 Wko jo art 11 lid 1 beleidsregels kwaliteit).

Gemiddeld

Maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

4.1.2 Pedagogische praktijk

Wet kinderopvang (artikelen 1.49 en 1.56)

Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 11 en art 15b sub c)

herstellende sanctie

Prioriteit

Hersteltermijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

De houder informeert de gastouders over de inhoud van het pedagogisch beleidsplan waardoor zij ernaar kunnen handelen (art 1.49 en 1.56 Wko jo art 15b sub c Beleidsregels kwaliteit).

Gemiddeld

Maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

De houder ziet er op toe dat gastouders handelen conform het pedagogisch beleidsplan (art 1.49 en 1.56 Wko jo art 15b sub c Beleidsregels kwaliteit).

Gemiddeld

Maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

De houder begeleidt gastouders, zodat zij handelen conform het pedagogisch beleidsplan (art 1.49 en 1.56 Wko jo art 15b sub c Beleidsregels kwaliteit).

Gemiddeld

Maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

5. Klachten

5.1 Wet klachtrecht cliënten zorgsector

Wet klachtrecht cliënten zorgsector (artikelen 1, 2, 2a, 3c en 4)

herstellende sanctie

Prioriteit

Hersteltermijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

1.De regeling voor de behandeling van klachten voorziet erin dat er wordt voldaan aan de beschreven eisen (art 2 lid 1 Wkcz).

Laag

Maximaal 6 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

2.De houder brengt de regeling op passende wijze onder de aandacht van vraagouders (art 2 lid 1 Wkcz).

Laag

Maximaal 6 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

3.Een houder ziet erop toe dat de klachtencommissie werkt met een reglement (art 2 lid 3 Wkcz)

Laag

Maximaal 6 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

4.De houder hanteert de termijn waarbinnen schriftelijk wordt gereageerd naar aanleiding van een oordeel van de klachtencommissie (art 2 lid 5 Wkcz).

Laag

Maximaal 6 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

5.De houder leeft geheimhoudingsplicht na (art 4 Wkcz).

Laag

Maximaal 6 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

6.De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar verslag wordt opgesteld, waarin een minimaal aantal zaken wordt aangegeven (art 2 lid 7 Wkcz).

Laag

Maximaal 6 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

7.De houder zendt het verslag voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de GGD (art 2 lid 9 Wkcz).

Laag

Maximaal 6 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

5.2 Klachtenregeling oudercommissie

Wet kinderopvang (artikel 1.60a)

herstellende sanctie

Prioriteit

Hersteltermijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

1.De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten van de oudercommissie over een door hem genomen besluit als bedoeld in artikel 60, eerste lid die voldoet aan de beschreven eisen (art 1.60a Wko)

Laag

Maximaal 6 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

2.De houder brengt de regeling op passende wijze onder de aandacht van oudercommissie (art 1.60a Wko).

Laag

Maximaal 6 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

3.De houder zorgt voor naleving van de regeling (art 1.60a Wko).

Laag

Maximaal 6 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

4.De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar verslag wordt opgesteld, waarin een minimaal aantal zaken wordt aangegeven (art 1.60a Wko).

Laag

Maximaal 6 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

5.De houder zendt het verslag voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de GGD (art 1.60a Wko).

Laag

Maximaal 6 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

6. Veiligheid en gezondheid

6.1 Risico-inventarisatie veiligheid

Wet kinderopvang (artikelen 1.49 tweede lid en 1.56)

Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 8 en 12)

herstellende sanctie

Prioriteit

Hersteltermijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

1.De houder draagt er zorg voor dat samen met de gastouder door een bemiddelingsmedewerker van het bureau op het opvangadres in elke voor de op te vangen kinderen toegankelijke ruimte de veiligheidsrisico’s in een risico-inventarisatie vastgelegd worden (art 1.49 lid 2 Wko jo art 12 lid 2 Beleidsregels kwaliteit)

Hoog

0-14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

2.De houder draagt zorg voor een inventarisatie van de veiligheidsrisico’s door een bemiddelingsmedewerker van het bureau vóór aanvang van de opvang en daarna jaarlijks voor elke woning waar gastouderopvang plaatsvindt (art 1.49 lid 2 Wko jo art 12 lid 2 Beleidsregels kwaliteit)

Hoog

0-14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

3.De houder draagt er zorg voor dat de risico-inventarisatie de veiligheidsrisico’s die de opvang van de kinderen met zich meebrengt op de thema’s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verstikking, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden beschrijft (art 1.49 lid 2 Wko jo art 12 lid 6 jo art 8 lid 2 Beleidsregels kwaliteit).

Hoog

0-14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

4.De houder draagt er zorg voor dat de gastouder en huisgenoten op de hoogte zijn van de uitkomsten van de risico-inventarisatie veiligheid en het daaruit voortvloeiende plan van aanpak (art 1.49 lid 2 Wko)

Hoog

0-14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

5.De houder draagt er zorg voor dat de veiligheidsrisico’s worden gereduceerd door in het plan van aanpak preventieve maatregelen te beschrijven die effectief en adequaat zijn (art 1.49 lid 2 Wko jo art 12 lid 4 Beleidsregels kwaliteit)

Hoog

0-14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

6.2 Risico-inventarisatie gezondheid

Wet kinderopvang (artikelen 1.49 tweede lid en 1.56)

Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 8 en 12)

herstellende sanctie

Prioriteit

Hersteltermijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

De houder draagt er zorg voor dat samen met de gastouder door een bemiddelingsmedewerker van het bureau op het opvangadres in elke voor de op te vangen kinderen toegankelijke ruimte de gezondheidsrisico’s in een risico-inventarisatie vastgelegd worden (art 1.49 lid 2 Wko jo art 12 lid 2 Beleidsregels kwaliteit)

Hoog

0-14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

De houder draagt zorg voor een inventarisatie van de gezondheidsrisico’s door een bemiddelingsmedewerker van het bureau vóór aanvang van de opvang en daarna jaarlijks voor elke woning waar gastouderopvang plaatsvindt (art 1.49 lid 2 Wko jo art 12 lid 2 Beleidsregels kwaliteit).

Hoog

0-14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

De houder draagt er zorg voor dat de risico-inventarisatie de gezondheidsrisico’s die de opvang van de kinderen met zich meebrengt op de thema’s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen beschrijft (art 1.49 lid 2 Wko jo art 12 lid 2 jo art 8 lid 3 Beleidsregels kwaliteit)

Hoog

0-14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

De houder draagt er zorg voor dat de gastouder en huisgenoten op de hoogte zijn van de uitkomsten van de risico-inventarisatie gezondheid en het daaruit voortvloeiende plan van aanpak (art 1.49 lid 2 Wko)

Hoog

0-14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

De houder draagt er zorg voor dat de gezondheidsrisico’s worden gereduceerd door in het plan van aanpak preventieve maatregelen te beschrijven die effectief en adequaat zijn. (art 1.49 lid 2 Wko jo art 12 lid 4 Beleidsregels kwaliteit)

Hoog

0-14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

6.3 Protocol kindermishandeling

Wet kinderopvang (artikel 1.56)

Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 10a en 15a)

herstellende sanctie

Prioriteit

Hersteltermijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

De houder heeft een protocol kindermishandeling welke voldoet aan de beschreven eisen (art 1.56 Wko en art 10a en 15a Beleidsregels kwaliteit).

Hoog

0-14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

6.3.1 Beleid protocol kindermishandeling

Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 15a)

herstellende sanctie

Prioriteit

Hersteltermijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

De houder draagt er zorg voor dat de gastouder op de hoogte is van de inhoud van het protocol kindermishandeling(art 1.56 Wko en art 10a en 15a Beleidsregels kwaliteit).

Hoog

0-14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

7. Kwaliteit gastouderbureau

7.1 Kwaliteitscriteria

Wet kinderopvang (artikelen 1.1 lid 1 en 1.56 eerste lid)

Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikelen 13, 14, 15 en 15d)

herstellende sanctie

Prioriteit

Hersteltermijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

De houder draagt er zorg voor dat per gastouder beoordeeld wordt hoeveel kinderen bij de betreffende gastouder verantwoord opgevangen kunnen worden (art 1.56 Wko jo art 13 lid 1 Beleidsregels kwaliteit).

Hoog

0-14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

De houder draagt zorg voor een intakegesprek met de gastouder (art 1.56 Wko jo art 15 lid 1 Beleidsregels kwaliteit).

Hoog

0-14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

De houder draagt zorg voor een intakegesprek met de vraagouder (art 1.56 Wko jo art 15 lid 5 Beleidsregels kwaliteit).

Hoog

0-14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

De houder draagt zorg voor een koppelingsgesprek voor elke nieuwe koppeling tussen vraag- en gastouder in de woning waar de opvang plaats vindt (art 1.56 Wko jo art 15 lid 2 Beleidsregels kwaliteit).

Hoog

0-14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

De houder draagt er zorg voor dat ieder opvangadres minstens twee maal per jaar wordt bezocht, waarbij het jaarlijkse voortgangsgesprek met de gastouder een onderdeel is van één van deze bezoeken (art 1.56 Wko jo art 15 lid 6 Beleidsregels kwaliteit).

Hoog

0-14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

De houder evalueert jaarlijks mondeling de gastouderopvang met de vraagouders en legt deze schriftelijk vast (art 1.56 Wko jo art 15 lid 4 Beleidsregels kwaliteit).

Hoog

0-14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

Een ondertekend origineel verslag van het evaluatiegesprek is aanwezig in het dossier op het gastouderbureau en een kopie is verstrekt aan de vraagouder (art 1.56 Wko jo art 15 lid 4 Beleidsregels kwaliteit).

Hoog

0-14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

4. Afwegingsmodel handhaving gastouderopvang

Gastouderopvang in de zin van de wet

1.0 Gastouderopvang en handhaving

Wet kinderopvang (Verzamelwet, later vastgesteld), wordt later aan Handhavingsbeleid toegevoegd

1 Er loopt geen handhaving in het kader van de Wet kinderopvang tegen de gastouder.

2 De gastouder treft maatregelen om recidive van eerder geconstateerde tekortkomingen in de opvangsituatie te voorkomen.

1.1 Gastouderopvang in de zin van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen

Wet kinderopvang (artikel 1.1 eerste lid)

Beleidsregels werkwijze toezichthouder (art 4 eerste lid)

Constatering

gevolg

1 De opvang vindt plaats door tussenkomst van een geregistreerd gastouderbureau (art 1.1 Wko jo art 4 lid 1 Beleidsregels werkwijze).

Indien niet voldaan: geen gastouderopvang in de zin van de wet.

Verwijdering uit landelijk register

2 De opvang vindt plaats door een gastouder welke niet de ouder van de op te vangen kinderen is noch de partner van de vraagouder (art 1.1 Wko jo art 4 lid 1 Beleidsregels werkwijze).

Indien niet voldaan: geen gastouderopvang in de zin van de wet.

Verwijdering uit landelijk register

3 De gastouder exploiteert maximaal één voorziening voor gastouderopvang (art 1.1 Wko jo art 4 lid 1 Beleidsregels werkwijze).

Indien niet voldaan: geen gastoudervang in de zin van de wet.

Verwijdering uit landelijk register

4 De opvang vindt plaats op het woonadres van de gastouder of van één van de vraagouders (art 1.1 Wko jo art 4 lid 1 Beleidsregels werkwijze).

Indien niet voldaan: geen gastouderopvang in de zin van de wet.

Verwijdering uit landelijk register

5 De gastouder is niet inwonend bij de vraagouder (art 1.1 Wko jo art 4 lid 1 Beleidsregels werkwijze).

Indien niet voldaan: geen gastouderopvang in de zin van de wet.

Verwijdering uit landelijk register

2 Gastouder

2.1 Verklaring omtrent het gedrag

Wet kinderopvang (artikel 1.56b, derde, vierde en vijfde lid)

herstellende sanctie

Prioriteit

Hersteltermijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

1 De gastouder is in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag (art 1.56b lid 3 Wko).

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

2 Bij opvang in de woning van de gastouder zijn alle huisgenoten vanaf 18 jaar in het bezit zijn van een verklaring omtrent het gedrag (art 1.56b lid 3 Wko).

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

3 De verklaring omtrent het gedrag is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het gastouderbureau overlegd (art 1.56b lid 4 Wko).

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

4 De verklaring omtrent het gedrag is bij aanvraag om opname in het landelijk register niet ouder dan twee maanden.

OF

De verklaring omtrent het gedrag is bij overleggen niet ouder dan twee maanden

(art 1.56b lid 4 Wko).

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

2.2 Onder toezicht

Wet kinderopvang (artikel 1.1 eerste lid)

herstellende sanctie

Prioriteit

Hersteltermijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

1 De gastouder heeft geen kinderen die (tijdelijk) onder toezicht staan (art 1.1 lid 1 Wko).

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

2 De gastouder is niet (tijdelijk) ontheven of ontzet uit het ouderlijke gezag (art 1.1 lid 1 Wko).

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

2.3 Deskundigheidseisen

Wet kinderopvang (artikel 1.56b, eerste lid)

Besluit deskundigheidseisen gastouders kinderopvang (artikel 3 en 4)

Regeling Wet kinderopvang (art 10 t/m 10c)

herstellende sanctie

Prioriteit

Hersteltermijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

1 De gastouder beschikt over een getuigschrift conform de ministeriële regeling.

OF

De gastouder beschikt over een EVC-bewijsstuk waaruit blijkt dat de gastouder voldoet aan alle competenties van de bij ministeriële regeling aangewezen MBO-2 opleiding(en).

(art 1.56b Wko jo art 10-10b Regeling Wko)

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

2 (deze formulering is aangepast aan de laatste toevoegingen en wijkt daarmee af van letterlijke tekst modelrapport)

De gastouder beschikt over:

* een geregistreerd certificaat Eerste Hulp aan kinderen van het Oranje Kruis;

OF

* een geregistreerd certificaat Spoedeisende Hulpverlening bij Slachtoffers (SEHSO) of Spoedeisende Hulpverlening bij Kinderen (SEHBK) van NedCert;

OF

* een geregistreerd certificaat Acute Zorg bij kinderen van Nikta;

OF

* een geregistreerd certificaat Acute Zorgverlener Module Kind en Omgeving van Nikta

OF

* een geregistreerd certificaat Eerstehulpverlener van Nikta.

(art 1.56b Wko jo art 10c Regeling Wko)

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

2.4 Overige eisen

Wet kinderopvang (artikel 1.1 eerste lid en 1.56b)

Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 15a onder a)

herstellende sanctie

Prioriteit

Hersteltermijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

1 De gastouder is 18 jaar of ouder (artikel 1.1 lid 1 Wko).

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

2 De gastouder is telefonisch bereikbaar (artikel 1.56b Wko jo 15a sub a Beleidsregels kwaliteit)

Gemiddeld

maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

2.5 Gebruik van de voorgeschreven voertaal

Wet kinderopvang (artikel 1.55)

herstellende sanctie

Prioriteit

Hersteltermijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

1 De voorgeschreven voertaal wordt gebruikt (art 1.55 Wko).

OF

Er wordt een andere taal als voertaal gebezigd, daar de herkomst van de kinderen in deze specifieke omstandigheid daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door de houder vastgestelde gedragscode (art 1.55 Wko).

Gemiddeld

maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

3. Accomodatie en inrichting

3.1 Woning

Wet kinderopvang (art 1.56b)

Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 15c)

herstellende sanctie

Prioriteit

Hersteltermijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

1 De woning waar gastouderopvang plaats vindt is te allen tijde rookvrij (art 1.56b Wko en art 15c lid 2 Beleidsregels kwaliteit).

Gemiddeld

maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

2 De woning waar gastouderopvang plaats vindt beschikt over voldoende binnenspeelruimte voor kinderen, afgestemd op het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen (art 1.56b Wko en art 15c lid 1 sub 1 Beleidsregels kwaliteit)

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

3 De woning waar gastouderopvang plaats vindt beschikt over voldoende buitenspeelmogelijkheden voor kinderen, afgestemd op het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen (art 1.56b Wko en art 15c lid 1 onder 2 Beleidsregels kwaliteit)

Gemiddeld

maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

4 De woning waar gastouderopvang plaats vindt dient voorzien te zijn van voldoende en werkende rookmelders (art 1.56b Wko en art 15c lid 1 onder 3 Beleidsregels kwaliteit)

Gemiddeld

maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

3.2 Slaapruimte

Wet kinderopvang (art 1.56b)

Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 15c)

herstellende sanctie

Prioriteit

Hersteltermijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

1 Er is een afzonderlijke slaapruimte voor in ieder geval kinderen tot anderhalf jaar (art 1.56b Wko en art 15c lid 1 onder 1 Beleidsregels kwaliteit)

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

2 De slaapruimte is afgestemd op het aantal op te vangen kinderen (art 1.56b Wko en art 15c lid 1 onder 1 Beleidsregels kwaliteit).

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

4 Pedagogisch beleid

4.1 Pedagogische praktijk

Wet kinderopvang (artikel 1.56b)

Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 15b)

herstellende sanctie

Prioriteit

Hersteltermijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

1 De gastouder kent de inhoud van het pedagogisch beleidsplan (art 1.56b Wko en art 15b sub c Beleidsregels kwaliteit).

Gemiddeld

maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

2 De gastouder handelt conform het pedagogisch beleidsplan(artikel 1.56b en art 15b onder c Beleidsregels kwaliteit)

Gemiddeld

maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

4.2 Emotionele en sociale veiligheid, persoonlijke competenties, overdracht normen en waarden

Wet kinderopvang (artikel 1.56b)

Beleidsregels kwaliteitkinderopvang (artikel 11 en 15b onder c)

herstellende sanctie

Prioriteit

Hersteltermijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

1 De gastouder draagt zorg voor het waarborgen van sociaal emotionele veiligheid (art 1.56b Wko en art 11 en 15b sub c Beleidsregels kwaliteit).

Gemiddeld

maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

2 De gastouder biedt de opvangkinderen de mogelijkheid om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen (art 1.56b Wko en art 11 en 15b sub c Beleidsregels kwaliteit).

Gemiddeld

maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

3 De gastouder biedt de opvangkinderen de mogelijkheid om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen (art 1.56b Wko en art 11 en 15b sub c Beleidsregels kwaliteit).

Gemiddeld

maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

4 De gastouder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden (art 1.56b Wko en art 11 en 15b sub c Beleidsregels kwaliteit).

Gemiddeld

maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

5 Aantal kinderen

5.1 Aantal kinderen

Wet kinderopvang (artikel 1.56b)

Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 15d)

herstellende sanctie

Prioriteit

Hersteltermijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

1 Bij een gastouder worden maximaal twee kinderen van 0 jaar gelijktijdig opgevangen (art 1.56b Wko en art 15d lid 3)

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

2 Bij een gastouder worden maximaal vier kinderen van 0 en 1 jaar gelijktijdig opgevangen (art 1.56b Wko en art 15d lid 3)

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

3 Bij een gastouder worden maximaal vijf kinderen gelijktijdig opgevangen, als de kinderen (op te vangen én eigen kinderen) allemaal jonger zijn dan 4 jaar (art 1.56b Wko en art 15d lid 3)

OF

Bij een gastouder worden maximaal zes kinderen gelijktijdig opgevangen, als de op te vangen kinderen in de leeftijd van 0 tot 13 jaar zijn. Eigen kinderen tot 10 jaar worden meegerekend (art 1.56b Wko en art 15d lid 3)

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

5.2 Achterwacht

Wet kinderopvang (artikel 1.56b)

Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 15b onder b)

herstellende sanctie

Prioriteit

Hersteltermijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

1 Indien er drie of meer kinderen op het opvangadres aanwezig zijn, dan is ondersteuning van de gastouder door een andere volwassene in geval van calamiteiten geregeld (artikel 1.56b Wko en art 15b onder b).

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

2 De achterwacht is telefonisch bereikbaar tijdens de opvangtijden (artikel 1.56b Wko en art 15b onder b).

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

3 De achterwacht is in geval van calamiteiten binnen 15 minuten op het opvangadres aanwezig (artikel 1.56b Wko en art 15b onder b).

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

6 Veiligheid en gezondheid

6.1 Risico-inventarisatie veiligheid

Wet kinderopvang (artikel 1.49 en 1.56b)

Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 12 en 15e)

herstellende sanctie

Prioriteit

Hersteltermijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

1 De gastouder heeft op het opvangadres een risico-inventarisatie veiligheid van maximaal een jaar oud (art 1.56b Wko en art 15e lid 1 Beleidsregels kwaliteit)

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

2 De gastouder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie (art 1.56b Wko en art 15e lid 1 Beleidsregels kwaliteit).

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

6.1.1 Beleid veiligheid

Wet kinderopvang (artikel 1.49 en 1.56b)

Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 8, 12 en 15e)

herstellende sanctie

Prioriteit

Hersteltermijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

1 Er is een plan van aanpak waarin is aangegeven welke maatregelen op welk moment worden genomen in verband met de risico’s, alsmede de samenhang tussen de risico’s en de maatregelen ((art 1.56b Wko en art 15e lid 1 Beleidsregels kwaliteit).

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

2 Er is een registratie van ongevallen, waarbij per ongeval de aard en plaats van het ongeval, de leeftijd van het kind, de datum van het ongeval en een overzicht van te treffen maatregelen worden vermeld (art 1.56b Wko en art 15e lid 5 Beleidsregels kwaliteit)

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

6.1.2 Uitvoering beleid veiligheid

Wet kinderopvang (artikel 1.49 en 1.56b)

Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 12 en 15e)

herstellende sanctie

Prioriteit

Hersteltermijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

1 De geïnventariseerde risico’s zijn compleet en komen overeen met de risico’s in de praktijk (art 1.56b Wko).

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

2 Risico’s worden gereduceerd door het nemen van preventieve maatregelen die effectief en adequaat zijn (art 1.56b Wko).

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

3 De gastouder is op de hoogte van de risico’s en handelt conform het plan van aanpak (art 1.56b Wko en art 15b sub c Beleidsregels kwaliteit).

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

4 De gastouder informeert de volwassen huisgenoten over de risico’s en de daarbij behorende maatregelen uit het plan van aanpak (art 1.56b Wko).

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

6.2 Risico-inventarisatie gezondheid

Wet kinderopvang (artikel 1.49 en 1.56b)

Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 12 en 15e)

herstellende sanctie

Prioriteit

Hersteltermijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

1 De gastouder heeft op het opvangadres een risico-inventarisatie gezondheid van maximaal een jaar oud (art 1.56b Wko en art 15e lid 1 Beleidsregels kwaliteit).

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

2 De gastouder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie (art 1.56b Wko en art 15e lid 1 Beleidsregels kwaliteit).

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

6.2.1 Beleid gezondheid

Wet kinderopvang (artikel 1.49 en 1.56b)

Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 12 en 15e)

herstellende sanctie

Prioriteit

Hersteltermijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

1 Er is een plan van aanpak waarin is aangegeven welke maatregelen op welk moment worden genomen in verband met de risico’s, alsmede de samenhang tussen de risico’s en de maatregelen (art 1.56b Wko en art 15e lid 1 Beleidsregels kwaliteit).

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

6.2.2 Uitvoering beleid gezondheid

Wet kinderopvang (artikel 1.49 en 1.56b)

Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 12, 15 b en 15e)

herstellende sanctie

Prioriteit

Hersteltermijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

1 De geïnventariseerde risico’s zijn compleet en komen overeen met de risico’s in de praktijk (art 1.56b Wko).

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

2 Risico’s worden gereduceerd door het nemen van preventieve maatregelen die effectief en adequaat zijn (art 1.56b Wko).

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

3 De gastouder is op de hoogte van de risico’s en handelt conform het plan van aanpak (art 1.56b Wko en art 15b sub c Beleidsregels kwaliteit).

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

4 De gastouder informeert de volwassen huisgenoten over de risico’s en de daarbij behorende maatregelen uit het plan van aanpak (art 1.56b Wko).

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

6.3 Protocol kindermishandeling

Wet kinderopvang (artikel 1.49 en 1.56b)

Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 15a)

herstellende sanctie

Prioriteit

Hersteltermijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

1 Op het opvangadres is een protocol kindermishandeling van het gastouderbureau aanwezig (art 1.49 Wko en art 10a Beleidsregels kwaliteit).

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

6.3.1 Uitvoering beleid protocol kindermishandeling

Wet kinderopvang (artikel 1.49 en 1.56b)

Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 15a)

herstellende sanctie

Prioriteit

Hersteltermijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

1 De gastouder kent de inhoud van het protocol (art 1.49 en 1.56b Wko en art 10a Beleidsregels kwaliteit).

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

2 De gastouder handelt aantoonbaar naar het protocol (art 1.49 en 1.56b Wko en art 10a Beleidsregels kwaliteit).

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

5. Afwegingsmodel handhaving peuterspeelzaal

1. Peuterspeelzaalwerk in de zin van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen

Peuterspeelzaalwerk in de zin van de wet

Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikel 2.1)

Beleidsregels werkwijze toezichthouder (artikel 4, eerste lid)

Constatering

gevolg

Gedurende het verblijf in de peuterspeelzaal wordt verzorging en opvoeding geboden en wordt een bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van kinderen.

Indien niet voldaan: geen peuterspeelzaal in de zin van de wet.

Verwijdering uit landelijk register

Het verblijf in de peuterspeelzaal is uitsluitend bestemd voor kinderen in de leeftijd van twee jaar tot het tijdstip waarop die kinderen kunnen deelnemen aan het basisonderwijs.

Indien niet voldaan: geen peuterspeelzaal in de zin van de wet.

Verwijdering uit landelijk register

2 Ouders

Informatie

Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikelen 2.11 en 2.21 vierde lid)

Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen (artikelen 19 en 20 tweede lid)

herstellende sanctie

Prioriteit

Herstelter-mijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

1.De houder informeert de ouders over het te voeren beleid (art. 2.11 Wko).

Laag

maximaal 6 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

2.De houder informeert de ouders en de kinderen tot welke peuterspeelzaalgroep het kind behoort en welke beroepskrachten op welke dag voor welke groep verantwoordelijk zijn en welke vrijwilligers op deze dag aanwezig zijn (art 2.11 Wko en art 19 lid 2 Beleidsregels kwaliteit).

Laag

maximaal 6 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

3.De houder legt een afschrift van het inspectierapport op een voor ouders en personeel toegankelijke plaats (art 2.21 lid 4 Wko).

Laag

maximaal 6 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

4.De informatie is gedetailleerd genoeg om ouders een adequaat beeld van de praktijk te geven (art 2.11 Wko).

Laag

maximaal 6 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

5. De praktijk sluit aan bij de aan de ouders verstrekte informatie.

(art 2.11 Wko)

Laag

maximaal 6 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

Items 2.2 t/m 2.3.2 zijn alléén van toepassing op niet-gesubsidieerde peuterspeelzalen

2.2 Reglement oudercommissie,

Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikel 2.16 en 2.17)

herstellende sanctie

Prioriteit

Herstelter-mijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

1.De houder heeft een reglement oudercommissie vastgesteld (art 2.16 lid 1 Wko)

Gemiddeld

maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

2.1.1 Inhoud reglement oudercommissie

Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikel 2.16)

herstellende sanctie

Prioriteit

Herstelter-mijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

1 Het reglement omvat regels omtrent het aantal leden (art 2.16 lid 2 sub a Wko).

Laag

maximaal 6 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

2.Het reglement omvat regels omtrent de wijze van kiezen van de leden (art 2.16 lid 2 sub b Wko).

Laag

maximaal 6 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

3.Het reglement omvat regels omtrent de zittingsduur van de leden (art 2.16 lid 2 sub c Wko).

Laag

maximaal 6 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

4. Het reglement omvat geen regels omtrent werkwijze van de oudercommissie (art 2.16 lid 3 Wko).

Laag

maximaal 6 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

5 De houder wijzigt het reglement na instemming van de oudercommissie (art 2.16 lid 5 Wko).

Laag

maximaal 6 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

2.3 Instellen oudercommissie

Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikel 2.15 eerste lid)

herstellende sanctie

Prioriteit

Herstelter-mijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

1.De houder heeft een oudercommissie ingesteld (art. 2.15 lid 1 Wko).

Laag

maximaal 6 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

2.3.1 Voorwaarden oudercommissie

Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikel 2.15, tweede, derde en vierde lid)

herstellende sanctie

Prioriteit

Herstelter-mijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

1.De houder is geen lid (art 2.15 lid 2 en 3 Wko).

Laag

maximaal 6 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

2.Het personeel is geen lid (art 2.15 lid 3 Wko).

Laag

maximaal 6 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

3.De leden worden gekozen uit en door de ouders (art 2.15 lid 2 Wko).

Laag

maximaal 6 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

4.De houder stelt de oudercommissie in de gelegenheid haar eigen werkwijze te bepalen (art 2.15 lid 4 Wko).

Laag

maximaal 6 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

2.3.2 Adviesrecht oudercommissie

Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikel 2.17)

herstellende sanctie

Prioriteit

Herstelter-mijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

1.De houder stelt de oudercommissie in staat haar advies uit te brengen over elk voorgenomen besluit met betrekking tot de genoemde onderwerpen (art. 2.17 lid 1 Wko).

Gemiddeld

maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

2.De houder verstrekt de oudercommissie tijdig en desgevraagd schriftelijk alle informatie die deze voor de vervulling van haar taak redelijkerwijs nodig heeft (art. 2.17 lid 4 Wko).

Gemiddeld

maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

3.Van een gevraagd advies van de oudercommissie wijkt de houder alleen af indien hij schriftelijk en gemotiveerd aangeeft dat het belang van de kinderopvang zich tegen het advies verzet (art. 2.17 lid 2 Wko).

Gemiddeld

maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

4.De houder geeft de oudercommissie gelegenheid ook ongevraagd te adviseren over de genoemde onderwerpen(art. 2.17 lid 3 Wko).

Gemiddeld

maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

3 Personeel

3.1 Verklaring omtrent het gedrag

Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikel 2.6, derde, vierde en vijfde lid)

Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen (artikel 21)

herstellende sanctie

Prioriteit

Herstelter-mijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

1.Personen werkzaam bij de peuterspeelzaal zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag (art 2.6 lid 3 Wko en art 21 lid 1 Beleidsregels kwaliteit)

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

2.De verklaring omtrent het gedrag is vóór aanvang van de werkzaamheden bij de peuterspeelzaal overlegd (art 2.6 lid 4 Wko)

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

3.De verklaring omtrent het gedrag is bij overleggen niet ouder dan twee maanden (art 2.6 lid 4 Wko).

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

3.2 Passende beroepskwalificatie

Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikel 2.6 eerste lid)

Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen (artikel 9 eerste lid en artikel 24)

herstellende sanctie

Prioriteit

Herstelter-mijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

Alle beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie overeenkomstig de CAO Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening (art 2.6 lid 1 Wko en art 20 lid 1 Beleidsregels kwaliteit)

Gemiddeld

maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

3.3 Gebruik van de voorgeschreven voertaal

Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikel 2.12)

herstellende sanctie

Prioriteit

Herstelter-mijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

1a De voorgeschreven voertaal wordt gebruikt (art 2.12 lid 1 Wko).

OF

1b Er wordt een andere taal als voertaal gebezigd, omdat de herkomst van de kinderen in deze specifieke omstandigheid daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door de houder vastgestelde gedragscode (art 2.12 lid 2 Wko).

Gemiddeld

maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

3.4 Vrijwilligersbeleid

Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (art 2.6)

Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen (artikel 23)

herstellende sanctie

Prioriteit

Herstelter-mijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

De houder heeft een vrijwilligersbeleid, wat tot uitdrukking komt in een beleidsplan (art 2.6 lid 1 Wko en art 23 lid 1 Beleidsregels kwaliteit).

Gemiddeld

maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

3.4.1 Inhoud vrijwilligersbeleid

Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (art 2.6)

Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen (artikel 23)

herstellende sanctie

Prioriteit

Herstelter-mijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

In het vrijwilligersbeleid staan minimumeisen waar een in de peuterspeelzaal werkzame vrijwilliger aan dient te voldoen (art 2.6 lid 1 Wko en art 23 lid 1 sub a Beleidsregels kwaliteit).

Gemiddeld

maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

In het vrijwilligersbeleid staan afspraken die de houder met vrijwilligers maakt (art 2.6 lid 1 Wko en art 23 lid 1 sub b Beleidsregels kwaliteit).

Gemiddeld

maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

In het vrijwilligersbeleid staan de taakomschrijvingen waarin wordt omschreven welke bijdrage aan het werk in de peuterspeelzaal van de vrijwilligers wordt verwacht en op welke wijze dit samenhangt met het pedagogisch beleid (art 2.6 lid 1 Wko en art 23 lid 1 sub c Beleidsregels kwaliteit).

Gemiddeld

maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

3.4.2 Aansprakelijkheidsverzekering

Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (art 2.6)

Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen (artikel 23)

herstellende sanctie

Prioriteit

Herstelter-mijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

De houder draagt er zorg voor dat alle vrijwilligers werkzaam bij de peuterspeelzaal voor wettelijke aansprakelijkheid verzekerd zijn (art 2.6 lid 1 Wko en art 23 lid 2 Beleidsregels kwaliteit).

Hoog

0-14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

4 Veiligheid en gezondheid

4.1 Risico-inventarisatie veiligheid

Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikel 2.9)

Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen (artikel 8 en 18)

herstellende sanctie

Prioriteit

Herstelter-mijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

1.De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid van maximaal een jaar oud (art 2.9 Wko en art 18 jo art 8 lid 1 en 6 Beleidsregels kwaliteit).

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

2.De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie (art 2.9 Wko en art 18 jo art 8 lid 1 en 6 Beleidsregels kwaliteit).

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

4.1.1 Beleid veiligheid

Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikel 2.9)

Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen (artikel 8 en 18)

herstellende sanctie

Prioriteit

Herstelter-mijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

1.De risico-inventarisatie beschrijft de veiligheidsrisico’s die de opvang van de kinderen met zich meebrengt op de thema’s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, (verstikking), verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden (art 2.9 Wko en art 18 jo art 8 lid 1 en 2 Beleidsregels kwaliteit).

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

2.Er is een plan van aanpak waarin is aangegeven welke maatregelen op welk moment worden genomen in verband met de risico’s, alsmede de samenhang tussen de risico’s en de maatregelen (art 2.9 Wko en art 18 jo art 8 lid 1 sub b Beleidsregels kwaliteit).

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

3.Er is een registratie van ongevallen, waarbij per ongeval de aard en plaats van het ongeval, de leeftijd van het kind, de datum van het ongeval en een overzicht van te treffen maatregelen worden vermeld (art 2.9 Wko en art 18 jo art 8 lid 4 Beleidsregels kwaliteit).

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

4.1.2 Uitvoering beleid veiligheid

Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikel 2.9)

Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen (artikel 18)

herstellende sanctie

Prioriteit

Herstelter-mijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

1.De geïnventariseerde risico’s zijn compleet en komen overeen met de risico’s in de praktijk (art 2.9 Wko)

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

2.Risico’s worden gereduceerd door het nemen van preventieve maatregelen die effectief en adequaat zijn (art 2.9 Wko en art 18 jo art 8 lid 1 sub b Beleidsregels kwaliteit).

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

3.De houder draagt zorg voor uitvoering van het plan van aanpak (art 2.9 Wko)

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

4.Beroepskrachten zijn op de hoogte van de risico’s en de aanpak daarvan ((art 2.9 Wko en art 18 jo art 8 lid 5 Beleidsregels kwaliteit).

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

5.Beroepskrachten handelen conform het plan van aanpak (art 2.9 Wko)

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

4.2 Risico-inventarisatie gezondheid

Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikel 2.9)

herstellende sanctie

Prioriteit

Herstelter-mijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

1.De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid van maximaal een jaar oud (art 2.9 Wko en art 18 jo art 8 lid 1 en 6 Beleidsregels kwaliteit)

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

2.De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie(art 2.9 Wko en art 18 jo art 8 lid 1 en 6 Beleidsregels kwaliteit).

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

4.2.1 Beleid gezondheid

Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikel 2.9)

Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen (artikel 18)

herstellende sanctie

Prioriteit

Herstelter-mijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

1.De risico-inventarisatie beschrijft de gezondheidsrisico’s die de opvang van de kinderen met zich meebrengt op de thema’s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen (art 2.9 Wko en art 18 jo art 8 lid 1 en 3 Beleidsregels kwaliteit).

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

2.Er is een plan van aanpak waarin is aangegeven welke maatregelen op welk moment worden genomen in verband met de risico’s, alsmede de samenhang tussen de risico’s en de maatregelen (art 2.9 Wko en art 18 jo art 8 lid 1 sub b Beleidsregels kwaliteit).

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

4.2.2 Uitvoering beleid gezondheid

Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikel 2.9)

Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen (artikel 18)

herstellende sanctie

Prioriteit

Herstelter-mijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

1.De geïnventariseerde risico’s zijn compleet en komen overeen met de risico’s in de praktijk (art. 2.9 Wko)

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

2.Risico’s worden gereduceerd door het nemen van preventieve maatregelen die effectief en adequaat zijn (art 2.9 Wko en art 18 jo art 8 lid 1 sub b Beleidsregels kwaliteit).

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

3.De houder draagt zorg voor uitvoering van plan van aanpak (art 2.9 Wko)

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

4.Beroepskrachten zijn op de hoogte van de risico’s en de aanpak daarvan (art 2.9 Wko en art 18 jo art 8 lid 5 Beleidsregels kwaliteit).

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

5.Beroepskrachten handelen conform het plan van aanpak (art 2.9 Wko)

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

4.3 Protocol kindermishandeling

Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikel 2.5 en 2.9)

Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen (artikel 10a en 22)

herstellende sanctie

Prioriteit

Herstelter-mijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

1.De houder heeft een protocol kindermishandeling welke voldoet aan de beschreven eisen (art.2.5 Wko en art 22 jo 10a lid 1 Beleidsregels kwaliteit)

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

4.3.1 Beleid protocol kindermishandeling

Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikel 2.5 en 2.9)

Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen (artikel 22)

herstellende sanctie

Prioriteit

Herstelter-mijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

1.De houder draagt er zorg voor dat beroepskrachten op de hoogte zijn van de inhoud van het protocol kindermishandeling (art 2.5 Wko en art 22 jo art 10a lid 3 Beleidsregels kwaliteit).

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

4.3.2 Uitvoering beleid protocol kindermishandeling

Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikel 2.5 en 2.9)

Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen (artikel 22)

herstellende sanctie

Prioriteit

Herstelter-mijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

1.De beroepskrachten kennen de inhoud van het protocol (art 2.5 Wko en art 22 jo art 10a Beleidsregels kwaliteit).

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

2.De beroepskrachten handelen aantoonbaar naar het protocol kindermishandeling (art 2.5 Wko en art 22 jo art 10a Beleidsregels kwaliteit).

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

5 Groepsgrootte en beroepskracht/vrijwilliger-kind-ratio

5.1 Opvang in groepen

Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikel 2.6)

Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen (artikel 19)

herstellende sanctie

Prioriteit

Herstelter-mijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

1.De opvang vindt plaats in groepen (art 2.6 Wko en art 19 lid 1 Beleidsregels kwaliteit)

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

2.De peuterspeelzaalgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen (art 2.6 Wko en art 19 lid 1 Beleidsregels kwaliteit).

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

5.2 Vaste beroepskrachten

Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikel 2.6)

Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen (artikel 19, derde lid)

herstellende sanctie

Prioriteit

Herstelter-mijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

1.Ieder kind heeft maximaal drie vaste beroepskrachten (art 2.6 Wko en art 19 lid 3 Beleidsregels kwaliteit)

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

2.Dagelijks is minimaal één van de vaste beroepskrachten werkzaam op de groep van het kind (art 2.6 Wko en art 19 lid 3 Beleidsregels kwaliteit)

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

5.3 Beroepskracht/vrijwilliger-kind-ratio

Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikel 2.6)

Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen (artikel 17 en artikel 19 lid 4, 5 en 6)

herstellende sanctie

Prioriteit

Herstelter-mijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

Het aantal beroepskrachten en vrijwilligers per groep bedraagt:

- in een groep met maximaal 8 kinderen ten minste 1 beroepskracht;

- in een groep met 9 t/m 16 kinderen ten minste 1 beroepskracht, en een vrijwilliger of tweede beroepskracht.

(art 2.6 Wko en art 19 lid 5 Beleidsregels kwaliteit)

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

Indien conform de beroepskracht / vrijwilliger-kind-ratio slechts één beroepskracht in een peuterspeelzaal aanwezig is, dan is ondersteuning van deze beroepskracht door een andere volwassene in geval van calamiteiten geregeld (art 2.6 Wko en art 17 Beleidsregels kwaliteit)

Hoog

maximaal 14 dagen

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

6. Pedagogisch beleid

6.1 Pedagogisch beleidsplan

Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikelen 2.5, 2.6 en 2.9)

Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen (artikel 16)

herstellende sanctie

Prioriteit

Herstelter-mijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor die peuterspeelzaal kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven (art 2.6 Wko en art 16 lid 1 Beleidsregels kwaliteit)

Gemiddeld

maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

6.1.1 Inhoud pedagogisch beleidsplan

Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikelen 2.5, 2.6 en 2.9)

Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen (artikel 16)

Herstellende sanctie

Prioriteit

Herstelter-mijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare termen het volgende beschreven: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie, en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt (art 2.6 Wko en art 16 lid 2 sub a Beleidsregels kwaliteit)

Gemiddeld

maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de werkwijze, de maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de peuterspeelzaalgroep (art 2.6 Wko en art 16 lid 2 sub b Beleidsregels kwaliteit)

Gemiddeld

maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de (spel)activiteiten waarbij kinderen hun peuterspeelzaalgroep danwel de peuterspeelzaalgroepsruimte verlaten (art 2.6 Wko en art 16 lid 2 sub c Beleidsregels kwaliteit)

Gemiddeld

maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop beroepskrachten bij hun werkzaamheden met kinderen worden ondersteund door andere niet structureel ingezette personen (art 2.6 Wko en art 16 lid 2 sub d Beleidsregels kwaliteit)

Gemiddeld

maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe de achterwacht geregeld is in het geval er slechts één beroepskracht in een peuterspeelzaal aanwezig is (art 2.6 Wko en art 16 lid 2 sub e Beleidsregels kwaliteit)

Gemiddeld

maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten in een peuterspeelzaal bijzonderheden in de ontwikkeling van kinderen of andere problemen signaleren en ouders doorverwijzen naar passende instanties die hierbij verdere ondersteuning kunnen bieden (art 2.6 Wko en art 16 lid 2 sub f Beleidsregels kwaliteit)

Gemiddeld

maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten in een peuterspeelzaal toegerust worden voor de taak van signaleren en doorverwijzen en op welke wijze zij daarbij ondersteund worden (art 2.6 Wko en art 16 lid 2 sub g Beleidsregels kwaliteit)

Gemiddeld

maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

6.1.2 Pedagogische praktijk

Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikelen 2.5 en 2.6)

Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen (artikel 16)

herstellende sanctie

Prioriteit

Herstelter-mijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

1.De beroepskrachten en vrijwilligers kennen de inhoud van het pedagogisch beleidsplan (art 2.6 Wko en art 16 lid 3 Beleidsregels kwaliteit)

Gemiddeld

maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

2.De beroepskrachten en vrijwilligers handelen conform het pedagogisch beleidsplan (art 2.6 Wko en art 16 lid 3 Beleidsregels kwaliteit)

Gemiddeld

maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

6.2 Emotionele veiligheid

Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikelen 2.5, 2.6 en 2.9)

Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen (artikel 16)

herstellende sanctie

Prioriteit

Herstelter-mijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

De beroepskracht en/of vrijwilliger communiceert met de kinderen (art 2.5 en 2.6 Wko en art 16 lid 2 sub a Beleidsregels kwaliteit)

Gemiddeld

maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

De beroepskracht en/of vrijwilliger heeft een respectvolle houding naar de kinderen (art 2.5 en 2.6 Wko en art 16 lid 2 sub a Beleidsregels kwaliteit)

Gemiddeld

maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

Er heerst een ontspannen, open sfeer in de groep (art 2.5 en 2.6 Wko en art 16 lid 2 sub a Beleidsregels kwaliteit)

Gemiddeld

maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

De kinderen worden uitgenodigd tot participatie (art 2.5 en 2.6 Wko en art 16 lid 2 sub a Beleidsregels kwaliteit)

Gemiddeld

maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

Kinderen hebben vaste beroepskrachten en bekende leeftijdsgenootjes om zich heen (art 2.5 en 2.6 Wko en art 16 lid 2 sub a Beleidsregels kwaliteit)

Gemiddeld

maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

Er is informatieoverdracht tussen ouders en beroepskracht (art 2.5 en 2.6 Wko en art 16 lid 2 sub a Beleidsregels kwaliteit)

Gemiddeld

maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

6.3 Persoonlijke competentie

Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikelen 2.5, 2.6 en 2.9)

Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen (artikel 16)

herstellende sanctie

Prioriteit

Herstelter-mijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

1.De beroepskracht en/of vrijwilliger ondersteunt en stimuleert individuele kinderen (art 2.5 en 2.6 Wko en art 16 lid 2 Beleidsregels kwaliteit).

Gemiddeld

maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

2.Er is een goede interactie tussen beroepskracht en/of vrijwilliger en individuele kinderen (art 2.5 en 2.6 Wko en art 16 lid 2 Beleidsregels kwaliteit)

Gemiddeld

maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

3.Kinderen hebben de mogelijkheid om eigen ervaringen op te doen middels spelmateriaal, activiteitenaanbod en inrichting (art 2.5 en 2.6 Wko en art 16 lid 2 Beleidsregels kwaliteit)

Gemiddeld

maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

4.Er is aandacht voor leermomenten. Hierbij is taal en motorisch spel van jonge kinderen belangrijk (art 2.5 en 2.6 Wko en art 16 lid 2 Beleidsregels kwaliteit)

Gemiddeld

maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

6.4 Sociale competentie

Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikelen 2.5, 2.6 en 2.9)

Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen (artikel 16)

herstellende sanctie

Prioriteit

Herstelter-mijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

1.De beroepskracht en/of vrijwilliger ondersteunt de kinderen in de interactie tussen kinderen onderling (art 2.5 en 2.6 Wko en art 16 lid 2 Beleidsregels kwaliteit)

Gemiddeld

maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

2.De beroepskracht en/of vrijwilliger ondersteunt de kinderen in het voorkómen en oplossen van conflicten (art 2.5 en 2.6 Wko en art 16 lid 2 Beleidsregels kwaliteit)

Gemiddeld

maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

3.De kinderen maken deel uit van het groepsgebeuren (art 2.5 en 2.6 Wko en art 16 lid 2 Beleidsregels kwaliteit)

Gemiddeld

maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

6.5 Overdracht van normen en waarden

Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikelen 2.5, 2.6 en 2.9)

Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen (artikel 16)

herstellende sanctie

Prioriteit

Herstelter-mijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

Afspraken, regels en omgangsvormen zijn aanwezig (art 2.5 en 2.6 Wko en art 16 lid 2 Beleidsregels kwaliteit)

Gemiddeld

maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

Afspraken, regels en omgangsvormen zijn duidelijk (art 2.5 en 2.6 Wko en art 16 lid 2 Beleidsregels kwaliteit)

Gemiddeld

maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

Afspraken, regels en omgangsvormen worden aan de kinderen uitgelegd (art 2.5 en 2.6 Wko en art 16 lid 2 Beleidsregels kwaliteit)

Gemiddeld

maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

Beroepskrachten en/of vrijwilligers geven zelf in hun spreken en handelen het goede voorbeeld (art 2.5 en 2.6 Wko en art 16 lid 2 Beleidsregels kwaliteit)

Gemiddeld

maximaal 2 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

7. Klachten

7.1 Wet klachtrecht cliënten zorgsector

Wet klachtrecht cliënten zorgsector (artikelen 1, 2, 2a en 3c)

herstellende sanctie

Prioriteit

Herstelter-mijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten die voldoet aan de beschreven eisen (art 2 lid 1 Wkcz).

Laag

maximaal 6 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

De houder brengt de regeling op passende wijze onder de aandacht van ouders (art 2 lid 1 Wkcz).

Laag

maximaal 6 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

De houder ziet erop toe dat de klachtencommissie werkt met een reglement (art 2 lid 3 Wkcz).

Laag

maximaal 6 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

De houder hanteert de termijn waarbinnen schriftelijk wordt gereageerd naar aanleiding van een oordeel van de klachtencommissie (art 2 lid 5 Wkcz).

Laag

maximaal 6 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

De houder leeft geheimhoudingsplicht na (art 4 Wkcz).

Laag

maximaal 6 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar verslag wordt opgesteld, waarin ten minste een aantal vaste onderdelen worden aangegeven (art 2 lid 7 Wkcz).

Laag

maximaal 6 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

De houder zendt het verslag voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de GGD (art 2 lid 9 Wkcz).

Laag

maximaal 6 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

7.2 Klachtenregeling oudercommissie

Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikel 2.18)

herstellende sanctie

Prioriteit

Herstelter-mijn

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten van de oudercommissie over een door hem genomen besluit als bedoeld in artikel 2.17, eerste lid die voldoet aan de beschreven eisen (art 2.18 Wko)

Laag

maximaal 6 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

De houder brengt de regeling op passende wijze onder de aandacht van oudercommissie (art 2.18 Wko)

Laag

maximaal 6 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

De houder zorgt voor naleving van de regeling (art 2.18 Wko)

Laag

maximaal 6 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar verslag wordt opgesteld, waarin ten minste een aantal vaste onderdelen worden aangegeven (art 2.18 Wko)

Laag

maximaal 6 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register

De houder zendt het verslag voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de GGD (art 2.18 Wko)

Laag

maximaal 6 maanden

Aanwijzing

Last onder dwangsom

Exploitatie-verbod

Verwijdering uit landelijk register