Regeling vervallen per 01-01-2011

Verordening op de heffing en de invordering van brandweerrechten 2010

Geldend van 01-01-2010 t/m 31-12-2010

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van brandweerrechten 2010

De raad van de gemeente Aa en Hunze

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Aa en Hunze d.d. 26 oktober 2009, nummer 2009/61;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de:

“Verordening op de heffing en de invordering van brandweerrechten 2009” (Verordening Brandweerrechten 2010).    

Artikel 1 Belastbaar feit

  • 1

    Onder de naam ‘brandweerrechten’ worden geheven:

    • a

      rechten voor het gebruik overeenkomstig de bestemming van voor de openbare dienst bestemde bezittingen van de gemeentelijke brandweer of van voor de openbare dienst bestemde werken of inrichtingen die bij de gemeentelijke brandweer in beheer of in onderhoud zijn;

    • b

      rechten voor het genot van door de gemeentelijke brandweer verstrekte diensten.

  • 2

    Geen rechten als bedoeld in het eerste lid worden geheven ter zake van:

    • a

      het voorkomen, beperken en bestrijden van brand;

    • b

      het beperken van brandgevaar;

    • c

      het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand;

    • d

      al hetgeen met de onderdelen a, b en c verband houdt;

    • e

      het beperken en bestrijden van gevaar voor mensen en dieren bij ongevallen anders dan bij brand;

    • f

      de bestrijding en beperking van rampen, als bedoeld in artikel 1 van de Rampenwet. 

Artikel 2 Belastingplicht

Belastingplichtig is:

  • a

    degene die gebruik maakt van de bezittingen, werken of inrichtingen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel a;

  • b

    degene die een dienst aanvraagt dan wel degene te wiens behoeve een dienst is verleend, als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel b. 

Artikel 3 Maatstaf van heffing en tarief

  • 1

    De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2

    Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt. 

Artikel 4 Belastingjaar

Voorzover in de bij deze verordening behorende tarieventabel tarieven zijn opgenomen die per jaar worden geheven, is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar. 

Artikel 5 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1

    De rechten waarop artikel 4 van toepassing is, zijn verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, zijn de rechten, in zoverre in afwijking van artikel 3, tweede lid, verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor de dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven. 

Artikel 6 Wijze van heffing

  • 1

    De rechten worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld.

  • 2

    Indien zich ten aanzien van eenzelfde belastingplichtige meerdere belastbare feiten voordoen, kunnen de rechten ter zake daarvan worden geheven bij wege van één gedagtekende schriftelijke kennisgeving. 

Artikel 7 Termijn van betaling

  • 1

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden betaald op het moment van uitreiking van de in artikel 6 bedoelde kennisgeving, danwel ingeval van toezending daarvan, binnen veertien dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 2

    De Algemene termijnenwetis niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen. 

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van brandweerrechten wordt geen kwijtschelding verleend. 

Artikel 9 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking  tot de heffing en de invordering van de rechten. 

Artikel 10 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1

    De ‘Verordening Brandweerrechten 2009” van 12 november 2008 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 3

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2010;

  • 4

    Deze verordening kan worden aangehaald als de “Verordening Brandweerrechten 2010”.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Aa en Hunze, gehouden op 11 november 2009.
De griffier, De voorzitter,
T. Santes. Drs. H.F. van Oosterhout.

Bijlage

Tarieventabel behorende bij de "'Verordening op de heffing en de invordering van Brandweerrechten 2010" (geldend vanaf 1-1-2010)

Alle in deze verordening opgenomen tarieven zijn inclusief omzetbelasting indien deze verschuldigd is.

Het recht bedraagt:

 

Bedrag

1. Voor het inzetten van een personeelslid, per half uur

 

 € 11,20

2. Voor het verrichten van wacht- en waakdiensten per personeelslid per uur (maximaal 5 uren)

 

 € 22,45

 3.  Voor het verrichten van diensten, exclusief bemanning, brandstof en blusmiddelen:

 

 

 3.1 Een auto- of motorspuit:

 

 

a. voor het eerste uur

 

 € 67,25

b. voor elk volgend half uur

 

€ 33,65

3.2 draagbare pompapparatuur:

 

 

 a. voor het eerste uur

 

€ 29,50

 b. voor elk volgend half uur

 

€ 14,80

4. Voor het beschikbaar stellen van brandslangen, per etmaal, exclusief de kosten voor het wassen en drogen, per slang

 

 € 9,60

 5. Voor het vullen van persluchtcilinders per liter waterinhoud

 

 

a. tot een druk van 200 bar per cilinder

 

 € 0,95

b. tot een druk van 300 bar per cilinder

 

 € 1,20

6. Voor het onderhoud van persluchtcilinders (exclusief de materialen):

 

 

a. voor het eerste uur

 

€ 22,50

b. voor elk volgend half uur

 

€ 11,25

7. Voor het reinigen en ontsmetten van een gelaatstuk

 

  € 6,25

8. Voor het beschikbaar stellen van materialen, onderdelen e.d. ten behoeve van de verrichte werkzaamheden, alsmede de verbruikte brandstof  en blusmiddelen

 

kostprijs

9. Indien de dienstverlening gepaard gaat met de levering of verwerking van materialen worden deze, uitgezonderd de materialen, bedoeld in 6 en 7, door middel van een gespecificeerde nota tegen kostprijs in rekening gebracht.

 

 

Behorend bij raadsbesluit van 11 november 2009

De griffier,

T.Santes