Regeling vervallen per 01-01-2014

Beleidsregel oplaadpunten elektrisch vervoer Skarsterlân 2012

Geldend van 19-07-2012 t/m 31-12-2013

Burgemeester en wethouders van Skarsterlân;

gezien het collegevoorstel van 2 juli 2012;

besluiten:

vast te stellen de Beleidsregel oplaadpunten elektrisch vervoer Skarsterlân 2012.

Beschrijving onderwerp

De hier aan de orde zijnde beleidsregel is bedoeld als afwegingskader ter beoordeling van verzoeken om (privaatrechtelijke) medewerking te verlenen aan het inrichten van oplaadpunten voor elektrisch vervoer op grond dat in eigendom en beheer is van de gemeente Skarsterlân.

Juridisch kader

Artikel 4:81 Algemene wet bestuursrecht jo. Artikel 160, eerste lid onder e. Gemeentewet.

 

Artikel 1 Afbakening electrische voertuigen

  • a Medewerking wordt alleen verleend als het voertuig volledig elektrisch is en valt onder één van de categorieën die hieronder staan beschreven, of als het een plug-in hybride voertuig betreft met een volledig elektrisch bereik van meer dan 60 km:

    • Personenauto - categorie M1 met classificatie M1, niet zijnde een gehandicaptenvoertuig of een motorvoertuig met beperkte snelheid.

    • Bedrijfsauto - categorie N, niet zijnde een gehandicaptenvoertuig of een motorvoer-tuig met beperkte snelheid.

     

  • b Stadsauto - categorie L7e, andere vierwielige motorvoertuigen dan motorvoertuigen van de categorie L6e die een snelheid kan bereiken die toegang geeft tot de snelweg (60 km/u).

Artikel 2 Tenaamstelling voertuig

Het voertuig staat op naam van de aanvrager, of er kan een leasecontract worden overlegd.

Artikel 3 Parkeergelegenheid op eigen terrein

Indien het mogelijk is om het voertuig op te laden op eigen terrein, wordt er geen medewerking verleend aan een oplaadpunt op openbaar terrein.

Artikel 4 Locatiebepaling

Een oplaadpunt op wordt gerealiseerd indien:

a een passende stroomkabel op maximaal 25 meter van een hoofdleiding van het laag-spanningsnet aanwezig is en het oplaadpunt ruimtelijk inpasbaar is;

b het oplaadpunt voor een ieder te allen tijde toegankelijk is.

Hiermee wordt ingezet op meervoudig gebruik van het oplaadpunt. Dat betekent dat het oplaadpunt niet per se op de aangevraagde plek komt, maar op een centrale plek op loopafstand (maximaal 100 meter) van de aangevraagde plek. We bepalen de plek in afstemming met de aanvrager en de netwerkbeheerder;

c op basis van een toets aan de parkeernormen in de ASVV 2004 ‘Aanbevelingen voor verkeersvoorzieningen binnen de bebouwde kom’ (CROW) en de CROW publicatie nummer 182 ‘Parkeercijfers. Basis voor parkeernormering’, wordt besloten of er een parkeerplaats gereserveerd wordt specifiek voor het opladen;

d indien de parkeernormtoets negatief uitvalt, kan er een extra parkeerplek worden toe-gevoegd of kan worden besloten om geen oplaadpaal toe te staan. Dit laatste geldt met name in gebieden met een hoge parkeerdruk.

 

Artikel 5 Looptijd

De looptijd van deze beleidsregel is tot en met 31 december 2013.

Artikel 6 Hardheidsclausule

In gevallen waarin deze beleidsregel niet voorziet, beslist het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 7 Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking op de dag na bekendmaking.

Ondertekening

Besloten in de vergadering van 10 juli 2012

Burgemeester en wethouders voornoemd,

 

loco-secretaris, burgemeester,

G.N.M. de Wolff mevr. M. Looman-Struijs.