Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR19823
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR19823/1
Regeling vervallen per 13-01-2012
Verordening voorzieningen voor wethouders, raads- en commissieleden gemeente Alkmaar 2005
Geldend van 01-05-2005 t/m 12-01-2012
Intitulé
Verordening voorzieningen voor wethouders, raads- en commissieleden gemeente Alkmaar 2005Hoofdstuk I BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN
Artikel 1 Definities
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
commissie: een commissie als bedoeld in de Verordening op de vaste commissies van de raad, raadsbesluit 29 augustus 2002;
- b.
Rechtspositiebesluit wethouders: het Koninklijk Besluit van 22 maart 1994, Stbl. 243;
- c.
Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden: het Koninklijk Besluit van 22 maart 1994, Stbl. 244;
- d.
Reisbesluit binnenland: het Koninklijk Besluit van 1 maart 1993, Stbl. 144;
- e.
Reisregeling binnenland: het besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken van 16 maart 1993, nr. AB93/U280, Stcrt. 56;
- f.
Reisbesluit buitenland: het Koninklijk Besluit van 29 juli 1994, Stbl. 600;
- g.
Reisbesluit buitenland: het besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken van 29 juli 1994, nr. AD94/U1011;
- h.
Verplaatsingskostenbesluit 1989: het Koninklijk Besluit van 6 oktober 1989, Stbl. 424.
Hoofdstuk II VOORZIENINGEN VOOR RAADSLEDEN
Artikel 2 Vergoeding voor de werkzaamheden
Aan het raadslid wordt een vergoeding voor de werkzaamheden toegekend die gelijk is aan het bedrag, vermeld in tabel I van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.
Artikel 3 Onkostenvergoeding
- 1.
Aan het raadslid wordt een onkostenvergoeding voor aan de uitoefening van het raadslidmaatschap verbonden kosten toegekend die gelijk is aan het bedrag, vermeld in tabel II van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.
- 2.
Aan een raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964voor de toepassing van die wetals dienstbetrekking wordt aangemerkt, wordt in afwijking van het eerste lid een onkostenvergoeding toegekend die gelijk is aan het bedrag, vermeld in tabel III van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.
Artikel 4 Berekening en betaling vaste vergoedingen
- 1.
Onverminderd het bepaalde in de artikelen 1, onder e, en 8 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieledenvangen de vergoedingen bedoeld in de artikelen 2 en 3 aan op de dag van het afleggen van de eed of belofte bedoeld in artikel 14 van de Gemeentewet.
- 2.
Onverminderd het bepaalde in de artikelen 1, onder e, en 8 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieledeneindigen de vergoedingen bedoeld in de artikelen 2 en 3 op de dag bedoeld in artikel C4, tweede lid, van de Kieswet, danwel het tijdstip bedoeld in de artikelen X1, eerste en derde lid, X6 en X8, tweede, derde en vijfde lid van de Kieswet.
- 3.
De vergoedingen, bedoeld in de artikelen 2 en 3, worden maandelijks uitbetaald.
Artikel 5 Reiskosten
- 1.
De ten behoeve van de gemeente gemaakte kosten in verband met reizen buiten het grondgebied van de gemeente ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur worden aan het raadslid vergoed.
- 2.
De in het eerste lid bedoelde vergoeding betreft:
- a.
bij gebruik van openbare middelen van vervoer en van een (trein)taxi: een volledige vergoeding van de in redelijkheid noodzakelijk gemaakte reiskosten;
- b.
bij gebruik van een eigen motorvoertuig of bromfiets: een vergoeding van de in redelijkheid noodzakelijk gemaakte reiskosten overeenkomstig de bedragen in het reisbesluit binnenland c.q. het reisbesluit buitenland.
- a.
Artikel 6 Verblijfkosten
De in redelijkheid noodzakelijk gemaakte verblijfkosten ter zake van reizen buiten het grondgebied van de gemeente ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur worden aan het raadslid vergoed, tot ten hoogste de bedragen, vastgesteld bij of krachtens het reisbesluit binnenland c.q. het reisbesluit buitenland.
Artikel 7 Cursus, congres, seminar of symposium
De kosten van deelname van een raadslid aan cursussen, congressen, seminars en symposia die in het gemeentebelang door of namens de gemeente worden aangeboden of verzorgd komen voor rekening van de gemeente.
Artikel 8 Computer
- 1.
Aan het raadslid wordt voor de uitoefening van het raadslidmaatschap op aanvraag een computer met bijbehorende randapparatuur en software in bruikleen ter beschikking gesteld.
- 2.
Het raadslid ondertekent voor de bruikleen een bruikleenovereenkomst met de gemeente.
- 3.
Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.
Artikel 9 Bijdrage in pc en internetkosten
Op aanvraag ontvangt een raadslid een maandelijkse bijdrage in pc- en / of internetkosten ad:
Maandelijkse bijdrage |
|
-) internetverbinding |
€ 30 |
-) gebruik eigen pc |
€ 40 |
Artikel 10 Spaarloonregeling/levensloopregeling
- 1.
Het raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt kan op aanvraag deelnemen aan de voor het gemeentelijk personeel geldende spaarloonregeling.
- 2.
Het raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt kan op aanvraag deelnemen aan de levensloopregeling als bedoeld in artikel 19g van de Wet op de loonbelasting 1964.
- 3.
Deelname aan de spaarloonregeling is niet mogelijk indien het raadslid gebruik maakt van de wettelijke levensloopregeling.
- 4.
Gelet op het bepaalde in artikel 99 van de Gemeentewetbestaat geen aanspraak op enige vergoeding van de gemeente.
Artikel 10A, Ziektekostenvoorziening
- 1.
De tegemoetkoming in de kosten van een ziektekostenverzekering als bedoeld in artikel 11 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden bedraagt € 175,- per jaar.
- 2.
In het geval een raadslid gedurende een gedeelte van een kalenderjaar lid van de raad is geweest ontvangt hij de tegemoetkoming, bedoeld in het eerste lid, naar evenredigheid van het aantal dagen dat hij in dat jaar raadslid is geweest.
- 3.
De betaling van de tegemoetkoming, bedoeld in het eerste lid, geschiedt in maandelijks termijnen.
Artikel 10B, Voorzieningen bij tijdelijk ontslag wegens zwangerschap en bevalling of ziekte
- 1.
De artikelen 2 tot en met 4 en 8 tot en met 10 blijven van toepassing op het raadslid aan wie ingevolge artikel X 10 van de Kieswettijdelijk ontslag is verleend wegens zwangerschap en bevalling of ziekte, met dien verstande dat de onkostenvergoeding die dit raadslid op grond van artikel 3, eerste of tweede lid, ontvangt de helft bedraagt van het bedrag dat op grond van die bepalingen van toepassing is.
- 2.
De artikelen 2 tot en met 9 van deze verordening zijn van toepassing op raadsleden die tijdelijk worden benoemd ter vervanging van een raadslid dat ingevolgde artikel X 10 van de Kieswettijdelijk ontslag heeft verkregen wegens zwangerschap en bevalling of ziekte.
Hoofdstuk III VOORZIENINGEN VOOR WETHOUDERS
Artikel 11 Onkostenvergoeding
- 1.
Aan de wethouder wordt een onkostenvergoeding toegekend voor overige aan de uitoefening van het ambt verbonden kosten die gelijk is aan het bedrag, vermeld in artikel 25, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit wethouders.
- 2.
Aan de wethouder van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964voor de toepassing van die wetals dienstbetrekking wordt aangemerkt, wordt in afwijking van het eerste lid een onkostenvergoeding toegekend die gelijk is aan het bedrag, vermeld in artikel 25, tweede lid, van het Rechtspositiebesluit wethouders.
Artikel 12 Reiskosten, woon-werkverkeer
- 1.
Aan de wethouder wordt voor het reizen tussen zijn woning en zijn plaats van tewerkstelling, indien de afstand daartussen meer dan tien kilometer bedraagt, een tegemoetkoming in de kosten van het reizen verleend overeenkomstig de bedragen die bij of krachtens artikel 12 van het Verplaatsingskostenbesluit 1989 zijn vastgesteld.
- 2.
De tegemoetkoming bedoeld in het vorige lid kan voor maximaal één jaar worden verleend.
Artikel 13 Zakelijke reiskosten
Aan de wethouder wordt naast de tegemoetkoming, bedoeld in artikel 12, vergoeding verleend voor reiskosten ter zake van andere dan de in artikel 12 bedoelde reizen ten behoeve van de gemeente gemaakt.
De vergoeding betreft:
- a.
bij gebruik van openbare middelen van vervoer en van een taxi: een volledige vergoeding van de reiskosten;
- b.
bij gebruik van een eigen personenauto: de vergoeding als bedoeld in artikel 4, onderdeel b, van de Regeling rechtspositie wethouders;
- c.
een vergoeding van de noodzakelijke en redelijkerwijs gemaakte verblijfkosten;
- d.
op aanvraag worden de reiskosten voor de zakelijke reizen van de wethouder gesaldeerd overeenkomstig de regeling voor gemeentelijk personeel. Indien geen regeling als bedoeld in de eerste volzin is vastgesteld vindt op aanvraag saldering van de reiskosten voor de zakelijke reizen van de wethouder plaats overeenkomstig artikel 4a van de Reisregeling binnenland, artikel 2a van de Reisregeling buitenland en artikel 13a van de krachtens het Verplaatsingskostenbesluit 1989 vastgestelde Verplaatsingskostenregeling 1989.
Artikel 14 Verblijfkosten
Vervallen.
Artikel 15 Cursus, congres, seminar of symposium
- 1.
De kosten van deelname van een wethouder aan cursussen, congressen, seminars en symposia die in het gemeentelijk belang door of namens de gemeente worden aangeboden of verzorgd komen voor rekening van de gemeente.
- 2.
De wethouder die wil deelnemen aan een cursus, congres, seminar of symposium dat niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd, dient daartoe een gemotiveerde aanvraag in bij het college. De aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie. De kosten komen voor rekening van de gemeente als deelname van belang is in verband met de uitoefening van het ambt van wethouder.
Artikel 16 Computer
- 1.
Aan de wethouder wordt voor de uitoefening van zijn ambt op aanvraag een computer met bijbehorende randapparatuur en software in bruikleen ter beschikking gesteld.
- 2.
De wethouder ondertekent daartoe een bruikleenovereenkomst met de gemeente.
- 3.
Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.
Artikel 17 Bijdrage in pc en internetkosten
Op aanvraag ontvangt een wethouder een maandelijkse bijdrage in pc- en / of internetkosten ad:
Maandelijkse bijdrage |
|
-) internetverbinding |
€ 15 |
-) gebruik eigen pc |
€ 20 |
Artikel 18 Mobiele telefoon
- 1.
Aan de wethouder wordt voor de uitoefening van zijn ambt op aanvraag een mobiele telefoon in bruikleen ter beschikking gesteld.
- 2.
De wethouder ondertekent daartoe een bruikleenovereenkomst met de gemeente.
- 3.
Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.
Artikel 19 Spaarloonregeling/levensloopregeling
- 1.
De wethouder kan op aanvraag deelnemen aan de voor het gemeentelijk personeel geldende spaarloonregeling.
- 2.
De wethouder kan deelnemen aan de levensloopregeling als bedoeld in artikel 19g van de Wet op de loonbelasting 1964.
- 3.
Deelname aan de spaarloonregeling is niet mogelijk indien de wethouder gebruik maakt van de wettelijke levensloopregeling.
- 4.
Gelet op het bepaalde in artikel 44 van de Gemeentewetbestaat geen aanspraak op enige vergoeding van de gemeente.
Artikel 19A Reis- pensionkosten en verhuiskosten bij benoeming
De wethouder die bij benoeming nog niet over woonruimte in de gemeente beschikt heeft ten laste van de gemeente aanspraak op vergoeding van:
- a.
reis- en pensionkosten overeenkomstig het bepaalde in artikel 1 van de Regeling rechtspositie wethouders;
- b.
verhuiskosten in verband met de benoeming als wethouder overeenkomstig het bepaalde in artikel 2 van de Regeling rechtspositie wethouders.
Hoofdstuk III VOORZIENINGEN VOOR COMMISSIELEDEN
Artikel 20 Vergoeding voor het bijwonen van vergaderingen
Het lid van een commissie, uitgezonderd een raadslid, ontvangt voor het deelnemen aan een vergadering van een door de raad ingestelde commissie een vergoeding die gelijk is aan het bedrag, vermeld in tabel IV van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.
Artikel 21 Reiskosten
- 1.
De ten behoeve van de gemeente gemaakte kosten in verband met reizen buiten het grondgebied van de gemeente ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur worden aan het commissielid vergoed.
- 2.
De in het eerste lid bedoelde vergoeding betreft:
- a.
bij gebruik van openbare middelen van vervoer en van een (trein)taxi: een volledige vergoeding van de in redelijkheid noodzakelijk gemaakte reiskosten;
- b.
bij gebruik van een eigen motorvoertuig of bromfiets: een vergoeding van de in redelijkheid noodzakelijk gemaakte reiskosten overeenkomstig de bedragen in het reisbesluit binnenland c.q. het reisbesluit buitenland.
- a.
Artikel 22 Verblijfkosten
De in redelijkheid noodzakelijk gemaakte verblijfkosten ter zake van reizen buiten het grondgebied van de gemeente ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur worden aan het commissielid vergoed, tot ten hoogste de bedragen, vastgesteld bij of krachtens het reisbesluit binnenland c.q. het reisbesluit buitenland.
Artikel 23 Cursus, congres, seminar of symposium
De kosten van deelname van een commissielid dat geen raadslid is aan cursussen, congressen, seminars en symposia die in het gemeentebelang door of namens de gemeente worden aangeboden of verzorgd komen voor rekening van de gemeente.
Artikel 23A Computer
- 1.
Aan een commissielid niet zijnde raadslid wordt voor de uitoefening van het commissielidmaatschap op aanvraag een computer met bijbehorende randapparatuur en software in bruikleen ter beschikking gesteld.
- 2.
Het commissielid ondertekent voor de bruikleen een bruikleenovereenkomst met de gemeente.
- 3.
Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.
Artikel 23B Bijdrage in pc en internetkosten
Op aanvraag ontvangt een commissielid niet zijnde raadslid een maandelijkse bijdrage in pc- en / of internetkosten ad:
Maandelijkse bijdrage |
|
-) internetverbinding |
€ 15 |
-) gebruik eigen pc |
€ 20 |
Hoofdstuk IV PROCEDURE VOOR DECLARATIE
Artikel 24 Betaling van kosten
Betaling van kosten op grond van deze verordening vindt plaats door:
- a.
betaling uit eigen middelen of
- b.
rechtstreekse toezending van de factuur aan de gemeente.
Artikel 25 Declaratie van vooruit betaalde kosten
- 1.
Voor de vergoeding van de kosten die uit eigen middelen vooruit zijn betaald, wordt gebruik gemaakt van een declaratieformulier, waarvan het model door de griffier is vastgesteld.
- 2.
Het declaratieformulier wordt volledig ingevuld en ondertekend en binnen 2 maanden ingediend:
- -
indien het een wethouder betreft bij de gemeentesecretaris en
- -
indien het een raadslid betreft bij de griffier,
- -
of bij een door hem aangewezen ambtenaar, onder bijvoeging van de originele bewijsstukken.
- -
Artikel 26 Rechtstreekse facturering bij de gemeente
- 1.
Voor de kosten die gefactureerd worden, zendt het raadslid, het commissielid c.q. de wethouder de voor akkoord ondertekende factuur te samen met het begeleidingsformulier aan de gemeente.
- 2.
Verantwoording van deze wijze van vergoeding vindt plaats door het begeleidingsformulier, waarvan het model door het college is vastgesteld, volledig in te vullen en te ondertekenen.
- 3.
Het begeleidingsformulier en de factuur worden binnen 2 maanden ingediend:
- -
indien het een wethouder betreft bij de gemeentesecretaris en
- -
indien het een raadslid betreft bij de griffier,
- -
of een door hem aangewezen ambtenaar.
- -
Hoofdstuk V OVERIGE BEPALINGEN
Artikel 27 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als Verordening voorzieningen voor wethouders, raads- en commissieleden gemeente Alkmaar 2005.
Artikel 28 Intrekking
- 1.
De “Verordening reis-, verblijf- en onkostenvergoeding wethouders” vastgesteld bij raadsbesluit 17 december 1992, nr. 8c, wordt ingetrokken.
- 2.
Artikel 1, lid 3 van de “Verordening op de fractieondersteuning”, vastgesteld bij raadsbesluit 3 maart 2003, wordt ingetrokken.
Artikel 29 Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op 1 mei 2005.
Ondertekening
ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING
Hieronder volgt een toelichting per artikel. Daarbij worden de belangrijkste aspecten behandeld. Artikelen die voor zich spreken worden niet toegelicht.
Artikel 2 Vergoeding voor de werkzaamheden
In het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden is geregeld dat raadsleden voor hun werkzaamheden een vergoeding ontvangen. In onze gemeente is altijd overeenkomstig dit Rechtspositiebesluit gehandeld. Met het voorliggende besluit wordt voorzien in de formele basis van de raadsvergoeding.
Het bedrag van de vergoeding voor de werkzaamheden is geïndexeerd. Het wordt jaarlijks per
1 januari herzien aan de hand van het indexcijfer CAO lonen overheid voor volwassenen, inclusief bijzondere beloningen. Hiervoor is in de gemeente geen nadere besluitvorming nodig omdat het bedrag van de vergoeding is gekoppeld aan het maximumbedrag dat de minister van BZK jaarlijks bijstelt.
Op grond van het bepaalde in de artikelen 3 en 4 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden kan de raad besluiten dat voor alle leden tot ten hoogste 20% naar beneden wordt afgeweken van de door de minister vastgestelde maximumbedragen. De raad kan bovendien besluiten ten hoogste 20% van de (eventueel verlaagde) raadsvergoeding als presentiegeld uit te betalen. Beide mogelijkheden zijn evenwel in deze verordening niet vormgegeven.
De bepalingen op dit gebied staan ook niet toe om bijvoorbeeld fractievoorzitters of commissievoorzitters extra te vergoeden voor hun werkzaamheden.
De raadsvergoeding wordt aangepast bij overgang naar een andere klasse bij stijging of daling van het inwonertal.
Artikelen 3 en 11 Onkostenvergoeding
Hierin is de vaste vergoeding geregeld voor aan het ambt van wethouder c.q. aan het raadslidmaatschap verbonden kosten.
De vergoeding is opgebouwd op basis van de volgende kostencomponenten:
- representatie;
- vakliteratuur;
- contributies, lidmaatschappen;
- telefoonkosten;
- bureaukosten, porti;
- zakelijke giften;
- bijdrage aan fractiekosten;
- ontvangsten thuis;
- excursies.
Sedert 1 januari 2001 zitten daarin niet langer de kostencomponenten fax/pc en cursussen en congressen. Door de brutering van de onkostenvergoeding voor gemeentebestuurders in het nieuwe belastingstelsel zijn deze componenten overgeheveld naar de gemeentelijke bedrijfsvoering en is de onkostenvergoeding vanaf die datum neerwaarts bijgesteld.
De hoogte van de onkostenvergoeding wordt bij gemeentelijke verordening bepaald. Wel is in de rechtspositiebesluiten voor wethouders en raadsleden het maximale bedrag van de kostenvergoeding aangegeven. Het bedrag van de onkostenvergoeding is geïndexeerd. Het wordt jaarlijks per 1 januari herzien aan de hand van de consumentenprijsindex.
Hiervoor is in de gemeente geen nadere besluitvorming nodig omdat het bedrag van de kostenvergoeding is gekoppeld aan het maximumbedrag dat de minister van BZK jaarlijks bijstelt.
Ook voor de onkostenvergoeding geldt dat deze met toepassing van artikel 3 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden met 20% kan worden verlaagd.
In de artikelen 3 en 17 is de hoogte van de kostenvergoeding bepaald op het maximale bedrag.
Tevens wordt de onkostenvergoeding aangepast bij wijziging van de gemeenteklasse.
Artikel 5, 13 en 21 Reiskosten
In deze artikelen is het recht op vergoeding van reiskosten geregeld voor resp. raadsleden, wethouder of commissieleden. De vergoeding kan worden toegekend voor een dienstreis ter uitvoering van een besluit van de raad, het college of de burgemeester.
Alle reiskosten voor reizen buiten het grondgebied van de gemeente, dus ook voor buitenlandse excursies, worden vergoed tot maximaal de vergoeding volgens het Reisbesluit Binnenland c.q. Buitenland voor rijksambtenaren. Daarmee is helderheid dat de werkelijke kosten tot een bepaald vóóraf voor iedereen bekend maximum vergoed kunnen worden. Met artikel 21 is tevens geregeld dat de reiskosten van leden van raadscommissies eveneens vergoed worden.
Artikel 6, 14 en 22 Verblijfkosten
In deze artikelen is het recht op vergoeding van verblijfkosten geregeld voor resp. raadsleden, wethouder of commissieleden.
Artikelen 7, 15 en 23 Cursus, congres, seminar of symposium
Zoals hierboven al aangegeven is deze voorziening in de bedrijfsvoering van de gemeente gebracht en komen de kosten rechtstreeks voor rekening van de gemeente. Zij zijn in verband hiermee uit de vaste kostenvergoeding gehaald. Dit betreft cursussen, congressen e.d. die door of vanwege de gemeente in het gemeentelijk belang zijn georganiseerd.
Alle overige cursussen, congressen e.d. dienen uit de fractievergoeding bestreden te worden.
Artikelen 8/9 en 16/17 Computer en internetaansluiting
Naast de kosten voor cursussen, congressen etc. is ook de kostencomponent computer bij de belastingherziening van 2001 overgeheveld van de onkostenvergoeding van raadsleden naar de bedrijfsvoering van de gemeente. Daarom is het niet onlogisch dat de gemeente dergelijke voorzieningen voor raadsleden beschikbaar stelt. Deze verordening biedt de mogelijkheid om hiertoe over te gaan. Het raadslid c.q. de wethouder dient hiervoor een bruikleenovereenkomst met de gemeente aan te gaan.
Hoewel de kosten van de internetaansluiting gedeclareerd kunnen worden, rest er toch een eigen aandeel in de kosten. Op grond van artikel 38 Uitvoeringsbesluit loonbelasting 2001 is een bedrag van € 20,32 per maand (in 2005) van de abonnementskosten onderhevig aan de loonbelasting.
De raadsleden met de fiscale status van ‘zelfstandige’ zullen deze voorzieningen als een verstrekking moeten bijtellen bij de raadsinkomsten. De kosten zijn echter weer als beroepskosten aftrekbaar.
Met het oog op een doelmatige uitvoering kan er vanuit de bedrijfsvoering voor gekozen worden één computermodel c.q. type internetaansluiting beschikbaar te stellen.
Artikel 18 Mobiele telefoon
Als onderdeel van de bedrijfsvoering kan de wethouder voor overwegend zakelijk gebruik (90% of meer) belastingvrij een mobiele telefoon als tweede telefoon om niet ter beschikking worden gesteld. De abonnementskosten en de (zakelijke) gesprekskosten komen dan voor rekening van de gemeente. De nadere voorwaarden zijn geregeld in de bruikleenovereenkomst die de wethouder met de gemeente sluit.
Artikel 20 Vergoeding voor het bijwonen van vergaderingen
In dit artikel wordt geregeld dat ieder lid (uitgezonderd raadsleden) voor het bijwonen van een vergadering van een vaste commissie van de raad een vergoeding ontvangt. Tot op heden ontvingen niet raadsleden enkel een vergoeding indien de fractie dat beschikbaar stelde.
Voor het vaststellen van het recht op vergoeding voor een raadscommissie is het ondertekenen van de presentielijst door het commissielid bepalend.
De raad kan op grond van de artikelen 82 tot en met 84 Gemeentewet diverse commissies instellen. In de opzet van deze verordening geldt de vergoeding alleen voor raadscommissies (zie artikel 1, definities). In andere door de raad ingestelde commissies, te weten de rekenkamercommissie en de welstands- en monumentencommissie, zijn in de verordening al bepalingen opgenomen over de vergoeding.
De hoogte van het presentiegeld is bepaald in het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.
Het wordt jaarlijks per 1 januari herzien aan de hand van het indexcijfer CAO lonen overheid voor volwassenen, inclusief bijzondere beloningen.
Hiervoor is in de gemeente geen nadere besluitvorming nodig omdat het bedrag van het presentiegeld is gekoppeld aan het maximumbedrag dat de minister van BZK jaarlijks bijstelt.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl