Regeling vervallen per 23-12-2017

Verordening baatbelasting parkeergarage Karperton

Geldend van 01-01-1986 t/m 22-12-2017

Intitulé

Verordening baatbelasting parkeergarage Karperton

Artikel 1 Aard der belasting

Onder de naam van:

"Baatbelasting parkeergarage Karperton" wordt ter verkrijging van een billijke bijdrage in de ten laste van de gemeente blijvende bouwkosten van de parkeergarage Karperton jaarlijks een belasting geheven ter zake van de onroerende zaken, die gelegen zijn binnen de grenzen, aangegeven op de bij deze verordening behorende en gewaarmerkte kaart, welke door deze voorziening zijn gebaat.

Artikel 2 Belastingplicht

  • 1.

    De belasting wordt geheven van degene die van de onroerende zaak als bedoeld in artikel 1 het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht.

  • 2.

    Voor de toepassing van het eerste lid wordt als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die bij het begin van het belastingjaar als zodanig bij het kadaster bekend staat, tenzij blijkt, dat op dat tijdstip een ander genothebbende krachtens eigendom bezit of beperkt recht was.

Artikel 3 Begripsomschrijving

Voor de toepassing van deze verordening wordt onder een onroerende zaak danwel de onroerende zaak verstaan: een gebouwd eigendom met zijn gebouwde aanhorigheden.

Artikel 4 Heffingsgrondslag

  • 1.

    De heffingsgrondslag voor de belasting is de uitkomst van de volgende formule: M x L

  • waarin: M = het aantal volle vierkante meters vloeroppervlakte van de onroerende zaak als bedoeld in lid 2 van dit artikel;

  • L = de liggingsfactor (zone-indeling) als bedoeld in lid 3 van dit artikel.

  • 2.

    De vloeroppervlakte van de onroerende zaak, als bedoeld in artikel 1, is de som van het volle aantal vierkante meters van de oppervlakte van elke bouwlaag, met uitzondering van het gedeelte, dat volgens de voorschriften van het bestemmingsplan is bestemd voor woonruimte, of op grond van artikel 5, als zodanig is aangemerkt.

  • 3.

    Zoals is weergegeven op de bij deze verordening behorende kaart bedraagt de factor:

  • voor liggingsgebied I 1,00

  • voor liggingsgebied II 0,75

  • voor liggingsgebied III 0,50.

  • 4a.

    Onroerende zaken die gelegen zijn in liggingsgebied II en uitgang hebben op wegen, die gelegen zijn in liggingsgebied I worden voor de toepassing van de factor voor ligging geacht geheel te zijn gelegen in liggingsgebied I.

  • 4b.

    Onroerende zaken die gelegen zijn in liggingsgebied III en uitgang hebben op wegen, die gelegen zijn in liggingsgebied I of II worden voor de toepassing van de factor voor ligging geacht te zijn gelegen in respectievelijk liggingsgebied I of II.

Artikel 5

De heffingsgrondslag wordt vastgesteld naar de toestand 1 januari van het belastingjaar.

Artikel 6 Bedrag der belasting

  • 1.

    De belasting bedraagt per volle vierkante meter van de heffingsgrondslag € 0,29 per jaar.

  • 2.

    Het bedrag der belasting wordt op gehele guldens naar beneden afgerond.

Artikel 7 Duur der belasting en belastingjaar

  • 1.

    De belasting wordt, behoudens het bepaalde in artikel 9, geheven gedurende 30 achtereenvolgende belastingjaren.

  • 2.

    Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 8 Wijze van heffing

De belasting wordt geheven bij wege van aanslag.

Artikel 8a Termijnen van betaling

  • 1.

    De aanslagen moeten worden betaald uiterlijk twee maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2.

    In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen baatbelasting en/of andere heffingen minder is dan € 4.500,--, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingschuldige kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden in het belastingjaar overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen tenminste twee bedraagt. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

Artikel 9 Heffing ineens

  • 1.

    Op verzoek van de belastingplichtige wordt de belasting ineens geheven naar een bedrag, dat gelijk is aan de contante waarde van de som van de belastingbedragen die verschuldigd zijn voor elk van de nog aan te vangen belastingjaren.

  • 2.

    De contante waarde, als bedoeld in het vorige lid, wordt berekend naar een rentevoet van 8½%.

  • 3.

    Een verzoek, als in het eerste lid bedoeld, moet voor 1 september van het lopende belastingjaar schriftelijk bij burgemeester en wethouders worden ingediend.

Artikel 10 Vrijstelling

De belasting wordt niet geheven ter zake van onroerende zaken of gedeelten daarvan die volgens de voorschriften van het bestemmingsplan zijn bestemd voor woonruimten, of op grond van artikel 5, als zodanig zijn aangemerkt.

Artikel 11 t/m 13 vervallen

Artikel 13a Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de baatbelasting Karperton.

Artikel 14 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 1986.

  • 2.

    Zij kan worden aangehaald als "Verordening baatbelasting parkeergarage Karperton".

  • 3.

    Bij inwerkingtreding van deze verordening vervalt het raadsbesluit van 21 november 1985, bijlage nr. 445, tot vaststelling van de Verordening baatbelasting Karperton.

Ondertekening

Vastgesteld bij raadsbesluit van 12 december 1985.
Goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 28 juli 1986, nr. 7.
Laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 8 november 2001.
Gepubliceerd in het gemeenteblad op 9 november 2001.
Bekend gemaakt in de Officiële Mededelingen van het Alkmaars Nieuwsblad op 14 november 2001.