Regeling vervallen per 28-12-2018

Gemeenschappelijke regeling Regionaal Historisch Centrum Alkmaar

Geldend van 01-07-2003 t/m 27-12-2018

Intitulé

Gemeenschappelijke regeling Regionaal Historisch Centrum Alkmaar

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    de regeling : de gemeenschappelijke regeling

  • b.

    het samenwerkingsgebied : het gezamenlijk grondgebied van de aan deze regeling deelnemende gemeenten

  • c.

    het RHC Alkmaar : het rechtspersoonlijkheid bezittend lichaam als bedoeld in artikel 2

  • d.

    deelnemer(s) : een/de aan deze regeling deelnemende gemeente(n)

  • e.

    gedeputeerde staten : het college van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland

  • f.

    de wet : de Wet gemeenschappelijke regelingen

Artikel 2 Rechtsvorm en bestuursorganen

  • 1.

    Er is een openbaar lichaam genaamd 'Regionaal Historisch Centrum (RHC) Alkmaar’, gevestigd te Alkmaar.

  • 2.

    Het bestuur van het openbaar lichaam bestaat uit:

    • a.

      het algemeen bestuur;

    • b.

      het dagelijks bestuur;

    • c.

      de voorzitter.

Artikel 3 Doel

Doel van het RHC Alkmaar is het in het samenwerkingsgebied vervullen van de functie van regionaal kennis- en informatiecentrum op het gebied van de lokale en regionale geschiedenis door het opbouwen en beheren van een zo breed mogelijke collectie (regionaal) historisch bronnenmateriaal en deze op een zo actief mogelijke wijze dienstbaar maken voor een breed publiek.

Artikel 4 Taken en bevoegdheden

  • 1.

    Ter verwezenlijking van het doel worden in ieder geval, met inachtneming van het bepaalde in wettelijke voorschriften en deze regeling, de in artikel 5 genoemde taken verricht.

  • 2.

    Het RHC Alkmaar heeft de bevoegdheid om, in het belang van het in artikel 3 gestelde doel, deel te nemen aan gemeenschappelijke regelingen en privaatrechtelijke rechtspersonen op te richten.

  • 3.

    Het RHC Alkmaar is in het kader van de doelstelling bevoegd tot het op verzoek van één of meerdere deelnemers en/of derden verrichten van diensten.

  • 4.

    Een besluit tot dienstverlening als bedoeld in lid 3 vermeldt tenminste de wijze van kostenverrekening en de overige voorwaarden.

Artikel 5

Het RHC Alkmaar heeft tot taak het uitvoeren van werkzaamheden als bedoeld in de Archiefwet 1995:

  • -

    de zorg voor en het beheer van de in de archiefbewaarplaats berustende archiefbescheiden van de deelnemers (artikel 30 Archiefwet 1995);;

  • -

    het toezicht op het beheer van de archiefbescheiden van de deelnemers voor zover deze niet zijn overgebracht (artikel 32 Archiefwet 1995);

  • -

    het stimuleren van de lokale en regionale geschiedbeoefening en het daartoe aanleggen, beheren en bewaren van een zo compleet mogelijke collectie bronnenmateriaal op het gebied van de lokale en regionale geschiedenis.

HOOFDSTUK 2 SAMENSTELLING EN WERKWIJZE BESTUUR

2.1 Het algemeen bestuur

Artikel 6

  • 1.

    Het algemeen bestuur bestaat uit zoveel leden als het aantal deelnemers aan deze regeling.

  • 2.

    De raad van elke deelnemer wijst één lid van het algemeen bestuur aan.

  • 3.

    Tot (plaatsvervangend) lid van het algemeen bestuur kan worden aangewezen een lid van de raad of het college van burgemeester en wethouders.

  • 4.

    Een lid van het algemeen bestuur kan bij afwezigheid worden vervangen door een door de gemeenteraad aangewezen plaatsvervangend lid.

  • 5.

    In het algemeen bestuur heeft als adviseur zitting de provinciaal archiefinspecteur.

Artikel 7

  • 1.

    De leden van het algemeen bestuur worden aangewezen voor een periode gelijk aan de zittingsperiode van de gemeenteraad. Het lidmaatschap van het algemeen bestuur eindigt op de dag waarop de zittingsperiode van de gemeenteraad afloopt.

  • 2.

    Hij die ophoudt raadslid of lid van het college van burgemeester en wethouders te zijn van de gemeente, waarvan de raad hem als lid van het algemeen bestuur heeft aangewezen, houdt daarmee tevens op lid of plaatsvervangend lid van het algemeen bestuur te zijn.

  • 3.

    Het aanwijzen van een lid ter vervulling van een plaats die door ontslag, overlijden of om een andere reden openvalt, vindt plaats binnen twee maanden na dit openvallen.

  • 4.

    De raad van elke deelnemer kan een door hem aangewezen lid ontslaan indien dit lid het vertrouwen van de raad niet meer bezit.

  • 5.

    De leden van het algemeen bestuur kunnen te allen tijde ontslag nemen. Van dit ontslag stellen zij de voorzitter van het algemeen bestuur alsmede de raad die hen heeft benoemd, schriftelijk op de hoogte. Leden van het algemeen bestuur, die ontslag hebben genomen behouden hun lidmaatschap totdat in hun opvolging is voorzien.

  • 6.

    Het lidmaatschap van het algemeen bestuur eindigt tevens op het moment van uittreding uit de regeling van de gemeente die het lid vertegenwoordigt.

Artikel 8

  • 1.

    Op het houden en de orde van de vergaderingen van het algemeen bestuur is artikel 22, lid 1 van de wet van overeenkomstige toepassing.

  • 2.

    Het algemeen bestuur vergadert tenminste tweemaal per jaar.

  • 3.

    De vergaderingen van het algemeen bestuur zijn openbaar.

  • 4.

    De deuren worden gesloten wanneer een vijfde gedeelte der aanwezige leden daarom verzoekt of de voorzitter dit nodig acht.

  • 5.

    Het algemeen bestuur beslist vervolgens of met gesloten deuren zal worden vergaderd.

  • 6.

    Ten aanzien van het verhandelde in een besloten vergadering is artikel 23 van de wet van overeenkomstige toepassing.

  • 7.

    In een besloten vergadering kan niet worden beraadslaagd of worden besloten over:

    • a.

      de vaststelling en wijziging van de begroting en de vaststelling van de rekening;

    • b.

      het toetreden tot en het uittreden uit de regeling;

    • c.

      het wijzigen en beëindigen van de regeling.

Artikel 9

Ieder lid van het algemeen bestuur heeft een aantal stemmen afhankelijk van het aantal inwoners van de gemeente, welke het vertegenwoordigt.

Hierbij geldt de volgende sleutel: één stem voor gemeenten tot 10.000, twee stemmen voor gemeenten tot 20.000, drie stemmen voor gemeenten tot 30.000 inwoners enzovoort.

Artikel 10

  • 1.

    Een lid van het algemeen bestuur geeft aan de raad die dit lid heeft aangewezen de door één of meer leden van die raad gevraagde inlichtingen.

  • 2.

    Een lid van het algemeen bestuur kan door de raad die dit lid heeft aangewezen ter verantwoording worden geroepen voor het door hem in dat bestuur gevoerde beleid.

  • 3.

    De raad van elke deelnemer regelt de wijze waarop het verstrekken van inlichtingen als bedoeld in lid 1 en het ter verantwoording roepen als bedoeld in lid 2 plaatsvindt.

  • 4.

    Het algemeen bestuur geeft aan de raden van de deelnemers de door één of meer leden van die raden gevraagde inlichtingen.

  • 5.

    De wijze waarop het verstrekken van inlichtingen als bedoeld in lid 4 plaatsvindt, wordt nader geregeld in het op grond van artikel 8, lid 1 vast te stellen reglement van orde.

2.2 Het dagelijks bestuur

Artikel 11

  • 1.

    Het dagelijks bestuur bestaat uit vier leden.

  • 2.

    De in het eerste lid bedoelde leden worden door en uit het algemeen bestuur aangewezen.

Artikel 12

  • 1.

    De in artikel 11 bedoelde leden worden aangewezen in de eerste vergadering van het algemeen bestuur in nieuwe samenstelling, volgende op de dag van aftreden van de leden van de raden van de deelnemers. Zij treden af op de dag van aftreden van de leden van het algemeen bestuur.

  • 2.

    Degene, die ophoudt lid van het algemeen bestuur te zijn, houdt tevens op lid van het dagelijks bestuur te zijn.

  • 3.

    Een lid van het dagelijks bestuur kan te allen tijde ontslag nemen. Hij doet hiervan schriftelijk mededeling aan het algemeen bestuur.

  • 4.

    Het aanwijzen van leden van het dagelijks bestuur ter vervulling van plaatsen die door ontslag, overlijden of om een andere reden openvallen, vindt plaats binnen twee maanden na dat openvallen.

Artikel 13

  • 1.

    Het dagelijks bestuur en elk van zijn leden verstrekken aan het algemeen bestuur de door één of meer leden van dit bestuur gevraagde inlichtingen.

  • 2.

    Het dagelijks bestuur en elk van zijn leden leggen op het verzoek van het algemeen bestuur verantwoording af over het door het dagelijks bestuur of één der leden gevoerde bestuur.

  • 3.

    Het reglement van orde van het algemeen bestuur houdt bepalingen in over de wijze waarop het dagelijks bestuur en elk van zijn leden de hier bedoelde inlichtingen verstrekken en verantwoording afleggen.

  • 4.

    Het algemeen bestuur kan één of meer leden van het dagelijks bestuur ontslag verlenen, indien deze niet meer het vertrouwen van het algemeen bestuur bezitten. Artikel 50, lid 1 van de Gemeentewet is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 14

  • 1.

    De vergaderingen van het dagelijks bestuur zijn niet openbaar.

  • 2.

    Het dagelijks bestuur vergadert zo dikwijls als de voorzitter dit nodig acht of wanneer een lid hem dit schriftelijk verzoekt onder opgave van de te behandelen onderwerpen. Indien een vergadering is gevraagd, wordt zij binnen twee weken gehouden.

  • 3.

    Ieder lid van het dagelijks bestuur heeft één stem.

  • 4.

    Het dagelijks bestuur stelt een reglement van orde voor zijn vergaderingen en andere werkzaamheden vast, dat aan het algemeen bestuur wordt toegezonden.

2.3 De voorzitter

Artikel 15

  • 1.

    Door het algemeen bestuur wordt uit de leden een voorzitter aangewezen, die voorzitter is van het algemeen bestuur en van het dagelijks bestuur.

  • 2.

    Het dagelijks bestuur wijst uit zijn midden een plaatsvervangend voorzitter aan.

  • 3.

    De voorzitter is aan het algemeen bestuur verantwoording verschuldigd voor het door hem gevoerde bestuur. Hij geeft het algemeen bestuur mondeling of schriftelijk de door één of meer leden gevraagde inlichtingen.

HOOFDSTUK 3 BEVOEGDHEDEN BESTUURSORGANEN

Artikel 16

  • 1.

    Met betrekking tot de uitoefening van de in artikel 4 genoemde taken en bevoegdheden berusten bij het dagelijks bestuur alle bevoegdheden die niet krachtens deze regeling aan het algemeen bestuur of aan de voorzitter zijn opgedragen.

  • 2.

    Naast de uitoefening van taken en bevoegdheden op grond van het elders in deze regeling bepaalde is het algemeen bestuur in elk geval belast met en bevoegd tot:

    • a.

      het vaststellen van de meerjaren- en jaarlijkse beleidsplannen;

    • b.

      het vaststellen en wijzigen van de begroting;

    • c.

      het vaststellen van de rekening;

    • d.

      het opstellen van voorwaarden voor toetreding;

    • e.

      het besluiten over toe- en uittreding van gemeenten;

    • f.

      het doen van voorstellen tot wijziging van de regeling en opheffing;

    • g.

      het deelnemen aan gemeenschappelijke regelingen en het (mede) oprichten van privaatrechtelijke rechtspersonen.

Artikel 17

  • 1.

    Het algemeen bestuur kan commissies van advies instellen.

  • 2.

    De regeling van hun bevoegdheden en samenstelling alsmede de vaststelling van andere nadere regels met betrekking tot het functioneren, geschieden overeenkomstig het gestelde in artikel 24 van de wet.

  • 3.

    Het algemeen bestuur kan, overeenkomstig het bepaalde in artikel 25 van de wet, bestuurscommissies instellen.

Artikel 18

Naast de uitoefening van de taken en bevoegdheden op grond van het elders in deze regeling bepaalde is het dagelijks bestuur belast met en bevoegd tot:

  • a.

    het voorbereiden van al hetgeen in de vergadering van het algemeen bestuur ter beraadslaging en beslissing moet worden gebracht;

  • b.

    het uitvoeren van de besluiten van het algemeen bestuur;

  • c.

    het beheer van de activa en passiva;

  • d.

    de zorg, voor zover deze niet aan anderen is opgedragen, voor de controle op het geldelijk beheer en de boekhouding;

  • e.

    het voorstaan van de belangen van het RHC Alkmaar bij andere overheden, instellingen, diensten en personen;

  • f.

    het voeren van rechtsgedingen, het instellen van beroep en het maken van bezwaar.

  • g.

    het aangaan van geldleningen voor zover de financiële lasten door de begroting worden gedekt.

Artikel 19

  • 1.

    De voorzitter is belast met de leiding van de vergaderingen van het algemeen bestuur en van het dagelijks bestuur.

  • 2.

    Alle stukken uitgaande van het algemeen en het dagelijks bestuur worden door de voorzitter ondertekend. Artikel 75, lid 2 van de Gemeentewet is van overeenkomstige toepassing.

  • 3.

    De voorzitter vertegenwoordigt het RHC Alkmaar in en buiten rechte. Indien hij behoort tot het bestuur van een deelnemer die partij is in een geding waarbij het lichaam betrokken is, oefent een ander door het dagelijks bestuur uit zijn midden aan te wijzen lid deze bevoegdheid uit.

  • 4.

    De voorzitter kan de vertegenwoordiging, als in het vorige lid bedoeld, opdragen aan een door hem schriftelijk aangewezen gemachtigde.

HOOFDSTUK 4 PERSONEEL EN ORGANISATIE

Artikel 20 Secretaris-Directeur

  • 1.

    Aan het hoofd van de werkorganisatie staat de secretaris-directeur.

  • 2.

    De secretaris-directeur wordt benoemd en ontslagen door het algemeen bestuur.

  • 3.

    De secretaris-directeur kan worden geschorst door het dagelijks bestuur.

  • 4.

    De secretaris-directeur is bevoegd om binnen de kaders van de (meerjaren)begroting de organisatie zo in te richten en de bedrijfsvoering zo vorm te geven dat de in het (meerjaren)beleidsplan vastgestelde kwalitatieve en kwantitatieve doelstellingen worden gerealiseerd.

  • 5.

    De secretaris-directeur treedt op als archivaris van de deelnemers en is in die hoedanigheid belast met de taken en bevoegdheden krachtens de Archiefwet 1995.

Artikel 21

  • 1.

    De secretaris-directeur staat het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur, de voorzitter en de bestuurscommissies bij de uitoefening van hun taak terzijde.

  • 2.

    Alle stukken die van het algemeen en het dagelijks bestuur uitgaan, worden door de secretaris-directeur mede ondertekend.

  • 3.

    De secretaris-directeur is in de vergaderingen van het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur aanwezig.

  • 4.

    De secretaris-directeur is verantwoordelijk voor het opmaken van de verslagen van de vergaderingen van het algemeen en het dagelijks bestuur.

Artikel 22 Rechtspositie

Het algemeen bestuur regelt overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 125 en 134 van de Ambtenarenwet 1929 de rechtspositie en de bezoldiging van de medewerkers van het RHC Alkmaar.

HOOFDSTUK 5 FINANCIELE BEPALINGEN

Artikel 23 Financieel beheer

Het algemeen bestuur stelt regels vast met betrekking tot:

  • a.

    de organisatie van de administratie en het kasbeheer;

  • b.

    de controle op het geldelijke beheer en de boekhouding.

De bepalingen van het Besluit Comptabiliteitsvoorschriften 1995 en de artikelen 212 tot en met 215 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 24 Boekjaar

  • 1.

    Het boekjaar van het RHC Alkmaar is gelijk aan het kalenderjaar.

  • 2.

    Het eerste boekjaar loopt vanaf de datum van inwerkingtreding van deze regeling tot en met 31 december daaraanvolgend.

Artikel 25 Begroting

  • 1.

    De begroting wordt uiterlijk 1 juli voorafgaand aan het jaar waarvoor deze geldt door het algemeen bestuur vastgesteld.

  • 2.

    Het dagelijks bestuur maakt jaarlijks een ontwerp-begroting op, inclusief meerjarenraming en toelichting, voor het volgende boekjaar. Het dagelijks bestuur zendt deze zes weken voordat zij aan het algemeen bestuur wordt aangeboden toe aan de raden van de deelnemers.

  • 3.

    Voor de samenstelling van de jaarlijkse begroting wordt uitgegaan van de in de laatst vastgestelde begroting opgenomen ramingen alsmede de rekeningsresultaten van het voorlaatste jaar.

  • De

    raden van de deelnemers kunnen omtrent de ontwerpbegroting het dagelijks bestuur van hun gevoelen doen blijken. Het dagelijks bestuur voegt de commentaren, waarin dit gevoelen is vervat, bij de ontwerp-begroting zoals deze aan het algemeen bestuur wordt aangeboden. Voorts is artikel 35, lid 2 van de wet van toepassing.

  • 5.

    Na vaststelling zendt het dagelijks bestuur binnen twee weken, maar in ieder geval voor 15 juli, de begroting aan gedeputeerde staten en aan de raden van de deelnemers.

  • 6.

    De meerjarenbegroting omvat een overzicht van uitgaven en inkomsten, alsmede een toelichting.

  • 7.

    De in de meerjarenbegroting op te nemen ramingen worden gebaseerd op het loon- en kostenpeil dat geldt voor de samenstelling van de jaarlijkse begroting.

  • 8.

    Op het wijzigen van de begroting zijn de leden 2 tot en met 5 zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 26 Rekening

  • 1.

    Van de baten en lasten wordt door het dagelijks bestuur over elk dienstjaar verantwoording afgelegd aan het algemeen bestuur onder overlegging van de rekening met de daarbij behorende bescheiden. Het dagelijks bestuur voegt daarbij een verslag van een onderzoek naar de deugdelijkheid van de rekening, alsmede hetgeen het dagelijks bestuur verder voor zijn verantwoording noodzakelijk acht.

  • 2.

    De ontwerp-rekening wordt met de toelichting en het verslag, als bedoeld in lid 1, uiterlijk vóór 1 april aan de raden van de deelnemers toegezonden.

  • 3.

    De raden van de deelnemers kunnen binnen zes weken na de datum van toezending van de in het tweede lid bedoelde stukken het dagelijks bestuur hieromtrent van hun gevoelen doen blijken.

  • 4.

    Het dagelijks bestuur voegt de commentaren waarin dit gevoelen is vervat bij de ontwerp-rekening.

  • 5.

    Het algemeen bestuur onderzoekt de rekening zonder uitstel en stelt haar vast vóór 1 juli van het jaar volgende op het jaar waarop de rekening betrekking heeft.

  • 6.

    Het dagelijks bestuur zendt de vastgestelde rekening en alle daarbij behorende stukken binnen twee weken, maar in ieder geval voor 15 juli, aan gedeputeerde staten en aan de raden van de deelnemers.

  • 7.

    Uiterlijk 1 juli na afloop van het dienstjaar stelt het algemeen bestuur een jaarverslag vast. Dit jaarverslag wordt ter kennisneming toegezonden aan de raden van de deelnemers.

Artikel 27

Indien de rekening sluit met een batig saldo, besluit het algemeen bestuur of dit saldo:

  • a.

    geheel of gedeeltelijk zal worden gereserveerd;

  • b.

    geheel of gedeeltelijk zal worden gebruikt voor extra investeringen, danwel;

  • c.

    geheel of gedeeltelijk zal worden uitgekeerd aan de deelnemers in de verhouding waarin zij overeenkomstig de in artikel 29 bedoelde verdeelsleutel bijdragen in het exploitatietekort.

Artikel 28 Financiering

  • 1.

    Besluiten tot het aangaan van geldleningen en rekening-courant-overeenkomsten alsmede tot het uitlenen van geld worden binnen twee weken na de vaststelling daarvan aan gedeputeerde staten gezonden.

  • 2.

    Voor het betalen van rente en aflossing van geldleningen en in rekening-courant opgenomen gelden staan de deelnemers garant voor zover terzake door andere overheidsorganen geen garantie is verstrekt. De deelnemers nemen aan de garantie deel in de verhouding tot de bijdragen als bedoeld in artikel 29, lid 2 van deze regeling. Indien uit deze bepaling in enig jaar voor de deelnemers betalingsverplichtingen voortvloeien, worden deze aan de met de deelnemers te verrekenen bijdragen toegevoegd.

Artikel 29 Verdeling van baten en lasten

  • 1.

    De lasten van het RHC Alkmaar worden gedekt door:

    • a.

      bijdragen van de deelnemers;

    • b.

      subsidies, andere bijdragen dan de onder letter a van dit lid bedoelde en schenkingen;

    • c.

      overige inkomsten.

  • 2.

    De in het vorige lid onder a bedoelde bijdragen omvatten de jaarlijkse lasten, voor zover deze niet door de opbrengsten uit andere vergoedingen worden bestreden. Voor de vaststelling van deze bijdragen gelden de uitgangspunten zoals opgenomen in een van deze regeling deel uitmakende bijlage.

  • 3.

    De deelnemers betalen een vierde gedeelte van de volgens de begroting over enig boekjaar geraamde bijdragen bij wijze van voorschot in de eerste maand van elk kalenderkwartaal.

  • 4.

    Het vaststellen van de door elke deelnemer verschuldigde bijdrage geschiedt tegelijkertijd met de vaststelling van de rekening van baten en lasten door het algemeen bestuur.

  • 5.

    Het dagelijks bestuur doet van het vaststellen van de bijdragen mededeling aan de raden van de deelnemers.

  • 6.

    Binnen vier weken na ontvangst van de in het vijfde lid bedoelde mededeling worden de door de deelnemers verschuldigde bijdragen verrekend met de ingevolge het derde lid betaalde voorschotten.

HOOFDSTUK 6 ARCHIEF

Artikel 30

  • 1.

    Het dagelijks bestuur draagt zorg voor de archiefbescheiden overeenkomstig en volgens een door het algemeen bestuur vast te stellen regeling ingevolge artikel 40 van de Archiefwet 1995;

  • 2.

    De secretaris-directeur is belast met de bewaring en het beheer van deze archiefbescheiden.

HOOFDSTUK 7 TOETREDING, UITTREDING, WIJZIGING EN OPHEFFING

Artikel 31 Toetreding

  • 1.

    Toetreding tot de regeling kan plaatsvinden bij besluit van de raad, het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de toetredende gemeente, nadat het algemeen bestuur met deze toetreding heeft ingestemd.

  • 2.

    Het algemeen bestuur regelt de gevolgen van de toetreding en kan aan de toetreding voorwaarden verbinden.

  • 3.

    De toetreding gaat in op de eerste dag van de maand volgende op die waarin het door gedeputeerde staten goedgekeurde besluit tot toetreding is opgenomen in het provinciaal register als bedoeld in artikel 27 lid 2 van de wet.

Artikel 32 Uittreding

  • 1.

    Een deelnemer kan uittreden uit de regeling door een daartoe strekkend besluit van de raad, het college van burgemeesters en wethouders en de burgemeester.

  • 2.

    Het algemeen bestuur regelt de financiële en overige gevolgen van de uittreding.

  • 3.

    De uittreding vindt eerst plaats met ingang van 1 januari volgend op het jaar waarin het besluit tot uittreding is goedgekeurd door Gedeputeerde Staten en is ingeschreven in het provinciaal register als bedoeld in artikel 27 lid 2 van de wet.

Artikel 33 Wijziging

  • 1.

    De regeling kan worden gewijzigd indien de raden, de colleges van burgemeesters en wethouders en de burgemeesters van tenminste tweederde van het aantal deelnemers hiertoe besluiten.

  • 2.

    Indien het algemeen bestuur wijziging wenselijk acht, doet het een daartoe strekkend voorstel aan de deelnemers.

  • 3.

    Een wijziging treedt in werking op de eerste dag van de maand volgend op die waarin het besluit tot wijziging door Gedeputeerde Staten is goedgekeurd en is ingeschreven in het provinciaal register als bedoeld in artikel 27 lid 2 van de wet.

Artikel 34 Opheffing

  • 1.

    De regeling wordt opgeheven wanneer tenminste tweederde van het aantal deelnemers daartoe besluiten.

  • 2.

    In geval van opheffing besluit het algemeen bestuur tot liquidatie en stelt het daarvoor de nodige regels. Hierbij kan van de bepalingen van deze regeling worden afgeweken.

  • 3.

    Het liquidatieplan wordt door het algemeen bestuur, de raden van de deelnemers gehoord, vastgesteld.

  • 4.

    Het liquidatieplan voorziet in de verplichtingen van de deelnemers tot deelneming in de financiële gevolgen van de opheffing en voorziet tevens in de gevolgen die de opheffing heeft voor het personeel.

HOOFDSTUK 8 GESCHILLEN

Artikel 35

  • 1.

    Geschillen omtrent de toepassing van deze regeling tussen besturen van deelnemende gemeenten of tussen besturen van één of meer gemeenten en het bestuur van het RHC Alkmaar worden beslist door een geschillencommissie;

  • 2.

    De geschillencommissie bestaat uit drie onafhankelijke personen, die in onderling overleg tussen partijen worden benoemd;

  • 3.

    Indien geen overeenstemming wordt bereikt over de benoeming, wordt de bemiddeling ingeroepen van gedeputeerde staten;

  • 4.

    De wijze van behandeling van het geschil wordt door de geschillencommissie geregeld;

  • 5.

    De geschillencommissie doet haar uitspraak in de vorm van een bindend advies.

HOOFDSTUK 9 SLOTBEPALINGEN

Artikel 36

  • 1.

    Voor zover van toepassing, vervalt het bepaalde in de artikelen 1, onder u t/m x, en 14 van de Gemeenschappelijke regeling voor het Samenwerkingsverband Noord-Kennemerland 1995.

  • 2.

    Het gemeentebestuur van Alkmaar draagt zorg voor de toezending van deze regeling en van de besluiten tot wijziging, toe- en uittreding aan gedeputeerde staten.

  • 3.

    Deze regeling treedt in werking op 1 juli 2003.

  • 4.

    De regeling kan worden aangehaald als Gemeenschappelijke regeling Regionaal Historisch Centrum Alkmaar.

Ondertekening

Vastgesteld bij raadsbesluit der gemeente Alkmaar van 3 februari 2003.
Goedgekeurd door Gedeputeerde Staten en op 22 september 2003 is deze regeling opgenomen in het register, bedoeld in artikel 27, tweede lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen.
Gepubliceerd in het gemeenteblad op 3 oktober 2003.
Bekend gemaakt in de Officiële Mededelingen in het Alkmaars Nieuwsblad op 22 oktober 2003.