Regeling vervallen per 08-10-2009

Verordening rekenkamercommissie gemeente Hoorn

Geldend van 29-12-2005 t/m 07-10-2009

Intitulé

Verordening rekenkamercommissie gemeente Hoorn

De raad van de gemeente Hoorn;

- gelezen op artikel 81o van de Gemeentewet;

- gelezen het voorstel van het presidium van 19 januari 2005;

besluit

de verordening Rekenkamercommissie gemeente Hoorn

als volgt vast te stellen:

Paragraaf 1 BEGRIPSBEPALINGEN

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    wet: Gemeentewet;

  • b.

    commissie: rekenkamercommissie;

  • c.

    voorzitter: voorzitter van de rekenkamercommissie, niet zijnde raadslid en/of raadscommissielid;

  • d.

    college: college van burgemeester en wethouders;

  • e.

    rekenkamercommissie: de rekenkamercommissie van de gemeente Hoorn;

  • f.

    raad: gemeenteraad.

Paragraaf 2 TAAK, SAMENSTELLING EN LIDMAATSCHAP VAN DE REKENKAMERCOMMISSIE

Artikel 2 Rekenkamercommissie

  • 1. Er is een commissie die door de raad wordt ingesteld en wordt aangeduid als de rekenkamercommissie.

  • 2. De rekenkamercommissie bestaat uit 7 leden waarvan 3 gemeenteraadsleden zijn en 4 leden, waaronder de voorzitter, geen lid van de raad en/of raadscommissie zijn.

  • 3. De Rekenkamercommissie voert onderzoek uit naar de (maatschappelijke) effecten van het gemeentelijk beleid en naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van het gemeentelijke beleid, van het gemeentelijke beheer en van de gemeentelijke organisatie, naar de rechtmatigheid van het gemeentelijk beheer, alsmede naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van instellingen waarvan de activiteiten geheel of in belangrijke mate door de gemeente worden bekostigd.

Artikel 3 Benoeming leden

  • 1. De raad benoemt 3 leden van de rekenkamercommissie uit zijn midden en 4 externe leden.

  • 2. De leden van de rekenkamercommissie die tevens raadslid zijn, worden voor een periode gelijk aan de zittingsduur van de raad benoemd. De leden die niet deel uitmaken van de raad worden voor een periode van vijf jaar benoemd.

  • 3. De raad benoemt de voorzitter van de rekenkamercommissie. De voorzitter draagt zorg voor het tijdig en periodiek bijeenroepen van de rekenkamercommissie, het leiden van de vergaderingen, het bewaken van de uitgangspunten en werkwijze en het bevorderen van een zorgvuldige besluitvorming. De voorzitter voert hiertoe regelmatig overleg met de onderzoekers en met de secretaris. Bij ontstentenis van de voorzitter treedt het langstzittende externe lid op als voorzitter dan wel, als de overige leden een gelijke periode zitting hebben gehad, het oudste externe lid in jaren.

  • 4. Artikel 15 en 81 f van de gemeentewet zijn eveneens van toepassing op de leden van de rekenkamercommissie.

Artikel 4 Eed

Ten aanzien van de externe leden is artikel 81g van de gemeentewet van overeenkomstige toepassing.

Artikel 5 Ontslag en non-activiteit

  • 1. De raad ontslaat de leden of stelt hen op non-activiteit.

  • 2. Het lidmaatschap van een raadslid eindigt:

    • a.

      op eigen verzoek;

    • b.

      indien het lid aftreedt als lid van de raad;

    • c.

      indien de raad van oordeel is dat het lid niet langer geschikt is de functie van de rekenkamercommissie te vervullen;

  • 3. Het lidmaatschap van een extern lid eindigt:

    • a.

      op eigen verzoek;

    • b.

      bij de aanvaarding van een functie die onverenigbaar is met het lidmaatschap van de rekenkamercommissie.

    • c.

      wanneer het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;

    • d.

      indien het lid bij onherroepelijk geworden rechtelijke uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surseance van betaling heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld.

  • 4. De externe leden van de rekenkamercommissie kunnen door de raad worden ontslagen wanneer zij door ziekte of gebreken blijvend ongeschikt zijn hun functie te vervullen of indien zij naar het oordeel van de raad ernstig nadeel toebrengen aan het in hen gestelde vertrouwen.

Artikel 6 Vergoeding voor werkzaamheden van de externe leden van de rekenkamercommissie

  • 1. De externe leden ontvangen een vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen van de rekenkamercommissie.

  • 2. De vergoeding genoemd in het eerste lid komt ten laste van het budget van de rekenkamercommissie.

  • 3. De vergoeding van de voorzitter en de overige externe leden van de rekenkamercommissie is gelijk aan de vergoeding van de voorzitter en de leden van de Hoor en Adviescommissie Bezwaarschriften.

  • 4. Externe leden van de rekenkamercommissie ontvangen een reiskostenvergoeding conform de wettelijke regeling.

Paragraaf 3 ONDERSTEUNING VAN DE REKENKAMERCOMMISSIE

Artikel 7 Ambtelijk secretaris.

  • 1. De raad benoemt de ambtelijk secretaris.

  • 2. De secretaris voert het secretariaat van de rekenkamercommissie.

  • 3. De secretaris staat de rekenkamercommissie bij de uitvoering van haar taken terzijde en fungeert als eerste adviseur van de rekenkamercommissie.

  • 4. De secretaris legt rechtstreeks verantwoording af aan de rekenkamercommissie over de wijze waarop de ondersteunende taken worden verricht.

  • 5. De secretaris maakt deel uit van de griffie. Hiërarchisch valt de secretaris onder de griffier, maar functioneel onder de voorzitter van de rekenkamercommissie.

  • 6. De griffier draagt zorg voor de vervanging van de secretaris van de rekenkamercommissie in die gevallen waarin de secretaris verhinderd is.

Paragraaf 4 DE WERKWIJZE VAN DE REKENKAMERCOMMISSIE

Artikel 8 Reglement van orde

De rekenkamercommissie stelt een reglement van orde voor haar vergaderingen en andere werkzaamheden vast. Zij zendt het reglement na vaststelling onverwijld ter kennisneming naar de raad.

Artikel 9 Onderwerpselectie

  • 1. De rekenkamercommissie bepaalt de onderwerpen die zij onderzoekt, formuleert de probleemstelling en stelt het jaarplan vast.

  • 2. Het in het vorige lid bedoelde jaarplan wordt door de rekenkamercommissie ter kennisneming aan de raad verstuurd.

  • 3. De raad kan de rekenkamercommissie een gemotiveerd verzoek doen tot het instellen van een onderzoek. De rekenkamercommissie bericht de raad binnen een maand in hoeverre aan dat verzoek wordt voldaan. Indien de rekenkamercommissie niet aan het verzoek van de raad voldoet, zal zij daarvoor goede gronden aanvoeren.

Artikel 10 Werkwijze

  • 1. De rekenkamercommissie is belast met en verantwoordelijk voor de uitvoering, begeleiding en sturing van het onderzoek volgens de door haar vastgestelde onderzoeksopzet.

  • 2. De rekenkamercommissie beoordeelt of het wenselijk is de raad tussentijds te informeren.

  • 3. De rekenkamercommissie is bevoegd bij alle leden van het gemeentebestuur en bij alle ambtenaren de mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig acht voor de uitvoering van de onderzoeken. De leden van het gemeentebestuur en de ambtenaren van de gemeente zijn verplicht de gevraagde inlichtingen binnen de door de rekenkamercommissie gestelde termijn te verstrekken.

  • 4. De rekenkamercommissie vergadert zoveel als zij nodig acht, ter bespreking van procedurele en inhoudelijke aspecten van het onderzoek.

  • 5. De rekenkamercommissie vergadert in beslotenheid, haar rapporten zijn openbaar. Op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet Openbaarheid van Bestuur kan de rekenkamercommissie rapporten die aan de raad worden voorgelegd of gedeelten daarvan als geheim aanmerken.

  • 6. De rekenkamercommissie kan openbare informatieve vergaderingen beleggen.

  • 7. Voor de uitvoering van het onderzoek kan de rekenkamercommissie, met inachtneming van het beschikbare budget, externe personen of bureaus inschakelen.

  • 8. De rekenkamercommissie stelt de betrokkenen in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn, die tenminste twee weken bedraagt, hun zienswijze op het conceptonderzoeksrapport aan de rekenkamercommissie kenbaar te maken. Betrokkenen zijn degenen wier taakuitvoering (mede) onderwerp van onderzoek is of is geweest. De rekenkamercommissie bepaalt verder wie verder als betrokkenen worden aangemerkt.

  • 9. Na vaststelling door de rekenkamercommissie worden het onderzoeksrapport en de nota met conclusies en aanbevelingen en de zienswijze van betrokkenen op het rapport zo spoedig mogelijk, onder toezending van een afschrift aan het college en betrokkenen, aan de raad aangeboden.

Artikel 11 Behandeling rapporten

  • 1. De rapporten en overige stukken van de rekenkamercommissie worden aan de raad aangeboden.

  • 2. Het presidium kan bepalen dat rapporten en overige stukken voorafgaand aan de raadsbehandeling in een raadscommissie worden behandeld.

  • 3. De voorzitter van de rekenkamercommissie kan door het presidium worden uitgenodigd de behandeling van het rapport in een of meer raadscommissies bij te wonen om daar het rapport toe te lichten en eventuele vragen te beantwoorden.

  • 4. De rapporten en overige stukken worden door de raad in zijn vergadering, binnen drie maanden na ontvangst, behandeld. Daarbij stelt de raad desgewenst een termijn vast waarbinnen het college van Burgemeester & Wethouders met een plan van aanpak dient te komen ter uitvoering van de door de raad overgenomen aanbevelingen.

Paragraaf 5 BUDGET VAN DE REKENKAMERCOMMISSIE

Artikel 12 Budget

  • 1. De rekenkamercommissie is bevoegd binnen een aan haar bij de begroting beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen ten behoeve van de uitvoering van haar taken.

  • 2. Ten laste van het in het voorgaande lid bedoelde budget worden de kosten gebracht van:

    • a.

      de vergoedingen aan de externe leden;

    • b.

      interne onderzoeksmedewerkers;

    • c.

      externe deskundigen die eventueel door de rekenkamercommissie zijn ingeschakeld;

    • d.

      eventuele overige uitgaven die de rekenkamercommissie nodig acht voor de uitoefening van haar taak.

  • 3. De rekenkamercommissie doet jaarlijks een voorstel aan de raad voor de nodige middelen voor een goede uitoefening van de taken.

  • 4. De rekenkamercommissie is voor de aanvraag en besteding van het budget uitsluitend verantwoording verschuldigd aan de raad via de reguliere documenten uit de gemeentelijke planning & controlcyclus.

Paragraaf 6 SLOTBEPALINGEN

Artikel 13 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 mei 2005.

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening Rekenkamercommissie gemeente Hoorn.

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

Artikel 1

Dit artikel bevat enkele definities om te voorkomen dat bepaalde begrippen telkens in hun geheel moeten worden uitgeschreven.

Artikel 2

Op grond van artikel 81 van de wet worden de regels vastgesteld voor de uitoefening van de rekenkamerfunctie. De wet spreekt van een rekenkamerfunctie. In Hoorn is gekozen voor een rekenkamercommissie met raadsleden en externen. De voorzitter wordt, om het onafhankelijke karakter van de rekenkamercommissie te benadrukken, extern aangezocht.

Artikel 3

Anders dan bij de rekenkamer kunnen naast externen ook raadsleden deel uitmaken van de rekenkamercommissie. Uit oogpunt van onafhankelijkheid is er voor gekozen dat in meerderheid niet-raadsleden deelnemen aan de rekenkamercommissie. In het tweede lid is vanwege de continuïteit gekozen voor een zittingstermijn van vijf jaar voor externe leden.

Artikel 4

De verplichting deze eed of verklaring en belofte af te leggen vloeit voor de rekenkamer rechtstreeks voort uit artikel 81g van de Gemeentewet. Deze bepaling wordt van overeenkomstige toepassing verklaard op de externe leden van de rekenkamercommissie.

Artikel 5

Dit artikel handelt over het ontslag van de leden en over de mogelijkheid (of soms verplichting) hen op non-activiteit te stellen in bepaalde situaties.

Artikel 6

In dit artikel is de vergoeding die externe leden voor hun werkzaamheden ontvangen, vastgelegd.

Artikel 7

De rekenkamercommissie wordt bijgestaan door een secretaris. Deze wordt door de raad benoemd. De rekenkamercommissie dient zelfstandig te functioneren en in het vierde lid is voorzien in een rechtstreekse verantwoordingsrelatie van de secretaris ten opzichte van de rekenkamercommissie. In het vijfde lid wordt de positie van de secretaris t.o.v. de organisatie geregeld.

Artikel 8

Artikel 81i van de Gemeentewet wordt van overeenkomstige toepassing verklaard op de rekenkamercommissie. In het reglement van orde moeten zaken als de vergoeding, volgorde van aftreden, verhouding secretaris-voorzitter, de procedure die wordt gevolgd bij onderzoeken, hoe wordt omgegaan met verzoeken van derden om onderzoek te verrichten, enzovoorts worden geregeld.

Artikel 9

De rekenkamercommissie dient onafhankelijk te zijn en om deze onafhankelijkheid te bevorderen is het van belang dat zij zelfstandig de onderzoeksonderwerpen kiest. De rekenkamercommissie kan op verzoek van de raad een onderzoek instellen, maar is niet verplicht het verzoek van de raad in te willigen. Dit verzoek van de raad wordt in artikel 182, tweede lid van de wet expliciet genoemd. Doordat deze mogelijkheid uitdrukkelijk in de wet is genoemd, wordt er een bepaald gewicht toegekend aan het verzoek van de raad. Indien de rekenkamercommissie niet voldoet aan een goed gemotiveerd verzoek van de raad zal zij daarvoor goede gronden aanvoeren.

Artikel 10

Om te waarborgen dat de rekenkamercommissie bij de uitvoering van haar onderzoek over voldoende en relevante gegevens kan beschikken is voorzien in de bevoegdheid om inlichtingen in te winnen van alle leden van het gemeentebestuur en van alle ambtenaren. De rapporten van de rekenkamercommissie zijn in beginsel openbaar maar op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wob kunnen rapporten of gedeelten daarvan als geheim worden aangemerkt. Uit oogpunt van zorgvuldigheid is het van groot belang dat de onderzochte partij de kans krijgt om te reageren op het (nog niet gepubliceerde) ontwerp-onderzoeksrapport. Er vindt dan wederhoor plaats waarbij de feitelijke bevindingen die uit het onderzoek voortvloeien aan de betreffende ambtenaren worden voorgelegd met de vraag eventuele onjuistheden uit te halen en te corrigeren. Indien van toepassing wordt de verantwoordelijke wethouder of het college de gelegenheid geboden om te reageren op de conceptaanbevelingen die de rekenkamercommissie verbindt aan de (gecorrigeerde) bevindingen. Tot slot brengt de rekenkamercommissie een definitief rapport naar buiten met bevindingen, conclusies en eventueel aanbevelingen. De zaken die in dit artikel zijn opgenomen zouden ook in een reglement van orde kunnen worden geregeld.

Artikel 11

Dit artikel is opgenomen om aan te geven hoe er met de rapporten van de rekenkamercommissie door raad en college dient te worden omgegaan.

Artikel 12

De rekenkamercommissie is zelfstandig verantwoordelijk voor de besteding van het budget dat noodzakelijk is voor de uitvoering van haar taak. De in het tweede lid genoemde kosten worden ten laste van het budget van de rekenkamercommissie gebracht.

Artikel 13 en 14

Deze artikelen behoeven geen toelichting.