Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR1883
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR1883/1
LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, van de 29ste juni 1998 regelende de instelling van de vreemdelingendiensten en de taak en organisatie van de ambtenaren der immigratie
Geldend van 01-08-1998 t/m heden
Intitulé
LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, van de 29ste juni 1998 regelende de instelling van de vreemdelingendiensten en de taak en organisatie van de ambtenaren der immigratieArtikel 1
Er is in elk eilandgebied van de Nederlandse Antillen een vreemdelingendienst welke deel uitmaakt van het Korps Politie Nederlandse Antillen.
Artikel 2
Van de vreemdelingendienst maken, onverkort het bepaalde in artikel 2 van de Politieregeling (P.B. 1962, no. 64), tevens deel uit de ambtenaren der immigratie. Zij staan onder de bevelen van het Plaatselijk Hoofd van Politie van het eilandgebied waar zij werkzaam zijn. Het Plaatselijk Hoofd van Politie van het eilandgebied Curaçao bedient zich daartoe van de Commissaris van Politie en dat van de eilandgebieden Bonaire, Saba en St. Eustatius en St. Maarten van de aldaar geplaatste Chef Korpsonderdeel onderscheidenlijk postcommandanten.
Artikel 3
De organisatie en de sterkte van het in ieder eilandgebied werkzame bestand van ambtenaren der immigratie worden door de Minister van Justitie, na overleg met het Plaatselijk Hoofd van Politie, vastgesteld.
Artikel 4
De Minister van Justitie stelt voor de ambtenaren der immigratie een ambtsinstructie vast.
Artikel 5
-
1. Ambtenaren der immigratie hebben tot taak toezichthoudende en administratieve werkzaamheden te verrichten welke verband houden met het uitoefenen van kontrole op het vreemdelingenverkeer en op de naleving van de wettelijke bepalingen dienaangaande, alsmede met de grensbewaking in de Nederlandse Antillen, een en ander namens de daarmede belaste politieambtenaren van het Korps Politie Nederlandse Antillen.
-
2. De ambtenaren der immigratie zijn bevoegd op te treden als algemeen opsporingsambtenaar en als ontschepingsambtenaar voor zover zij met deze hoedanigheden zijn bekleed, met inachtneming van de door de Minister van Justitie vastgestelde ambtsinstructie en de dienstaanwijzingen gegeven door of vanwege het Plaatselijk Hoofd van Politie.
Artikel 6
Als ambtenaar der immigratie kunnen slechts worden aangesteld zij die voldoen aan de gestelde eisen in artikel 6, van de Landsverordening Materieel Ambtenarenrecht (P.B. 1964, no. 159) en aan de overige gestelde eisen van artikel 5, eerste lid, en de daarbij behorende bijlage C, van het Bezoldigingslandsbesluit 1971 (P.B. 1968, no. 175).
Artikel 7
De ambtenaren der immigratie leggen, alvorens hun betrekking te aanvaarden, in handen van het Plaatselijk Hoofd van Politie de volgende eed (verklaring of belofte) af:
"Ik zweer/verklaar, dat ik middellijk of onmiddellijk onder welke vorm of voorwendsel ook tot het verkrijgen mijner aanstelling, aan niemand, wie hij ook zij, iets heb gegeven of beloofd, of zal geven of beloven.
Ik zweer/beloof, dat ik, om iets in mijn betrekking te doen of te laten, van niemand middellijk of onmiddellijk enige belofte of geschenken zal aannemen.
Ik zweer/beloof trouw aan de Koning en aan de wettelijke regelingen welke in de Nederlandse Antillen geldig zijn, alsmede gehoorzaamheid aan de Gouverneur en aan allen, die in de dienst boven mij zijn geplaatst; voorts dat ik de mij gegeven bevelen en opdrachten met alle ijver zal vervullen; dat ik aan niemand anders dan aan de boven mij gestelde autoriteiten zal openbaren zaken en handelingen, welke geheim behoren te worden gehouden, en dat ik in het algemeen alles zal doen wat een goed ambtenaar der immigratie betaamt. Zo waarlijk helpe mij God Almachtig (Dat verklaar en beloof ik)".
Artikel 8
-
1. De Minister van Justitie treft nadere voorzieningen met betrekking tot de bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen [zie: Landsbesluit, houdende algemene maatregelen, van de 29ste juni 1998, met betrekking tot het verstrekken van dienstkleding, bewapening en overige uitrusting aan ambtenaren der immigratie (P.B. 1998, no. 141)], vastgestelde bewapening van de ambtenaren der immigratie.
-
2. De Minister van Justitie stelt de draagwijze in ruime zin van de bewapening van de ambtenaren der immigratie vast.
Artikel 9
-
1. De Hoofdcommissaris van Politie treft nadere voorzieningen met betrekking tot de bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen [zie: Landsbesluit, houdende algemene maatregelen, van de 29ste juni 1998, met betrekking tot het verstrekken van dienstkleding, bewapening en overige uitrusting aan ambtenaren der immigratie (P.B. 1998, no. 141)], vastgestelde verstrekking van dienstkleding en uitrusting van de ambtenaren der immigratie.
-
2. De Hoofdcommissaris van Politie stelt de draagwijze in ruime zin van de dienstkleding en overige uitrusting van de ambtenaren der immigratie vast na overleg met het Plaatselijk Hoofd van Politie van het betrokken eilandgebied.
Artikel 10
De Hoofdcommissaris van Politie draagt voorts zorg voor de noodzakelijke opleidingen en de verdere bevordering van de vakbekwaamheid van de ambtenaren der immigratie [zie: Landsbesluit opleidingen ambtenaren der immigratie (P.B. 1998, no. 139)].
Artikel 11
Dit landsbesluit kan worden aangehaald als: Landsbesluit ambtenaren der immigratie.
Artikel 12
Dit landsbesluit treedt in werking met ingang van de dag na die der uitgifte van het Publicatieblad, waarin het wordt geplaatst.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl