Verordening Restauratiefonds Delft 2012

Geldend van 01-05-2012 t/m heden

Intitulé

Verordening Restauratiefonds Delft 2012

Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Stimuleringsfonds Volkshuisvesting: de Stichting Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse Gemeenten (SVN) te Hoevelaken;

  • b.

    subsidie: in deze verordening wordt onder subsidie verstaan de aanspraak op financiële middelen in de vorm van laagrentende stimuleringsleningen voor de in het beleidskader vastgelegde voorzieningen aan monumenten;

  • c.

    het college: het college van burgemeester en wethouders van Delft;

  • d.

    revolverend fonds: het geheel van de fondsdelen waaruit de gemeente, op grond van haar deelnemingsovereenkomst en haar aanvullende overeenkomst met het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting, stimuleringsleningen kan toekennen, en waarin de rente en de aflossingen over deze leningen worden teruggestort;

  • e.

    stimuleringslening: een laagrentende lening voor doeleinden zoals omschreven in deze verordening, die door het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting wordt verstrekt ten laste van het gemeentelijk revolverend fonds, een en ander op voordracht van de gemeente;

  • f.

    marktrente: het gemiddelde rentepercentage dat het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting hanteert voor hypothecaire leningen met een rentevaste periode van 10 en 15 jaar, zoals dit geldt op het moment van het uitbrengen van de toekenning van de stimuleringslening;

  • g.

    eigenaar: een natuurlijk persoon met het meest omvattende recht op een zaak, waaronder mede begrepen:

    • -

      degene die het recht van erfpacht heeft;

    • -

      de houder van een recht van opstal;

    • -

      de houder van een appartementsrecht;

    • -

      degene die een beperkt zakelijk recht (vruchtgebruik) heeft;

    • -

      degene die kan aantonen in de nabije toekomst hieraan te voldoen;

    • -

      een vereniging van eigenaars als representant van bovengenoemde natuurlijke personen;

  • h.

    monumenten: panden die zijn opgenomen in de monumentenlijst zoals bedoeld in de gemeentelijke monumentenverordening;

  • i.

    plan of werk: het totaal van de te treffen voorzieningen;

  • j.

    goedgekeurde kosten: de goedgekeurde subsidiabele kosten waarover een stimuleringslening wordt toegekend;

Hoofdstuk 2 Algemene bepalingen

Artikel 2

  • 1.

    de gemeenteraad van Delft heeft een revolverend fonds ingesteld waaruit laagrentende stimuleringsleningen kunnen worden toegekend voor herstel en restauratie van monumenten;

  • 2.

    het revolverend fonds is ondergebracht bij het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting;

  • 3.

    het college stelt het plafond vast tot welk maximum jaarlijks stimuleringsleningen kunnen worden verstrekt;

  • 4.

    het college is bevoegd om nadere beleidsregels vast te stellen ten aanzien van werken en werkzaamheden aan monumenten die onder de reikwijdte van deze verordening vallen;

Artikel 3

  • 1.

    het college is bevoegd om in het belang van het behoud van monumenten een stimuleringslening toe te kennen, zulks met inachtneming van hetgeen daaromtrent in deze verordening nader is bepaald;

  • 2.

    het college kan aan het toekennen van stimuleringsleningen voorschriften verbinden;

Artikel 4

  • 1.

    uit het revolverend fonds kunnen slechts leningen worden toegewezen tot het maximum dat door het college op grond van artikel 2, lid 3, is bepaald, dan wel maximaal tot het bedrag van de in het fonds aanwezige middelen;

  • 2.

    aanvragen om steun op voet van deze verordening worden in volgorde van binnenkomst afgehandeld;

Hoofdstuk 3 Restauratie van monumenten

Artikel 5

  • 1.

    Aan de eigenaar van een monument kan een stimuleringslening worden toegekend ter tegemoetkoming in de kosten van het treffen van de voorzieningen voor zover deze zijn opgenomen in de beleidsregel als genoemd in artikel 2, lid 4.

  • 2.

    Een stimuleringslening kan worden toegekend voor het treffen van voorzieningen tot gedeeltelijke opheffing van bouwtechnische gebreken, indien de voorzieningen in het belang van de instandhouding van het monument met spoed dienen te worden getroffen.

  • 3.

    het college is bevoegd om, in afwijking van het eerste lid, een stimuleringslening te verstrekken aan andere dan natuurlijke personen indien dit uit de aard van de werkzaamheden gerechtvaardigd is en de betrokken rechtspersoon naar het oordeel van het college zonder de verlening van de stimuleringslening niet in staat wordt geacht om de noodzakelijke werkzaamheden te doen verrichten.

Hoofdstuk 4 Stimuleringslening, toekenning en leningbedrag

Artikel 6

  • 1.

    Het college kent geldelijke steun toe in de vorm van een stimuleringslening ter tegemoetkoming in de door hen vast te stellen kosten van voorzieningen voor de in de beleidsregel ex artikel 2, lid 4, genoemde categorieën van voorzieningen.

  • 2.

    Een stimuleringslening wordt alleen toegekend voor plannen waarvan de goedgekeurde kosten van voorzieningen € 5.000 of meer zijn per aanvraag.

  • 3.

    Voor voorzieningen wordt geen stimuleringslening toegekend over dat deel waarvoor op grond van enige regeling al financiële steun is of wordt toegekend.

  • 4.

    Het college stelt de subsidiabele kosten voor de toekenning van een stimuleringslening vast.

  • 5.

    Het college legt de toekenning van de stimuleringslening vast in een toewijzingsbrief waarin wordt vastgelegd:

    • -

      de goedgekeurde kosten;

    • -

      de maximale lening;

    • -

      de maximale looptijd;

    • -

      een vast rentepercentage voor de stimuleringslening gedurende de gehele looptijd;

    • -

      toewijzingsnummer;

    • -

      de soort lening;

    • -

      of en in hoeveel termijnen voor finale gereedmelding aanspraak gedaan kan worden op deeluitkeringen van de geldlening uit het bouwkrediet als bedoeld in lid 8;

  • -

    of er wel of niet sprake is van vestiging van een hypotheek door het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting.

    • 6.

      Op basis van de toewijzingsbrief kan de aanvrager bij het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting een offerte aanvragen voor de stimuleringslening. De aanvrager ontvangt daartoe van de gemeente bij de toewijzingsbrief een aanvraagformulier voor de Stimuleringslening.

    • 7.

      De stimuleringslening wordt vastgelegd in een onderhandse of notariële akte. Voor een stimuleringslening hoger dan € 10.000 is hypothecaire zekerheid vereist. Voor stimuleringsleningen gelijk of lager dan € 10.000 is geen hypothecaire zekerheid vereist, tenzij het college bepaalt dat wel hypothecaire zekerheid vereist is.

    • 8.

      De toegekende stimuleringslening wordt gestort in een bij het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting te openen bouwkrediet. Declaraties uit een geopend bouwkrediet behoeven de goedkeuring van het college. De eigen financiële middelen worden in het rekening courant gestort, tenzij anders is overeengekomen.

Artikel 7

  • 1.

    Voor de restauratie van monumenten waarvan de goedgekeurde kosten € 7.500 of minder bedragen wordt een stimuleringslening toegekend over 100% van de goedgekeurde kosten, met een looptijd van 5 jaar, een annuïtaire aflossing en een rentepercentage van 4% beneden de 10 jaars marktrente met een minimumpercentage van 1½ %.

  • 2.

    Voor de restauratie van monumenten waarvan de goedgekeurde kosten € 10.000 of minder maar meer dan € 7.500 bedragen wordt een stimuleringslening toegekend over 100% van de goedgekeurde kosten, met een looptijd van 10 jaar, een annuïtaire aflossing en een rentepercentage van 4% beneden de 10 jaars marktrente met een minimumpercentage van 1½ %.

  • 3.

    Voor de restauratie van monumenten waarvan de goedgekeurde kosten meer dan € 10.000, maar minder of gelijk aan € 40.000 bedragen wordt een stimuleringslening toegekend over 100% van de goedgekeurde kosten, met een looptijd van 15 jaar, een annuïtaire aflossing en een rentepercentage van 4% beneden de 15 jaars marktrente met een minimumpercentage van 1½ %.

  • 4.

    Voor de restauratie van monumenten waarvan de goedgekeurde kosten meer bedragen dan € 40.000 wordt voor het meerdere geen stimuleringslening verstrekt. Het college is bevoegd om in het toewijzingsbesluit de in het restauratieplan begrepen werkzaamheden te prioriteren;

  • 5.

    Ingeval een monument na restauratie uit meerdere zelfstandige eenheden bestaat, dan wel dat de omvang van het monument zulk een beslissing anderszins kan rechtvaardigen, is het college bevoegd om in afwijking van het bepaalde in lid 4. een restauratielening te verlenen tot een hoger bedrag met als maximum € 80.000

Artikel 8

  • 1.

    De stimuleringslening wordt toegekend onder de volgende voorschriften:

    • a.

      binnen zes maanden na toekenning met het treffen van de voorzieningen een aanvang wordt gemaakt;

    • b.

      de voorzieningen zijn getroffen en gereed gemeld binnen twee jaar na de toekenning;

    • c.

      aan de door het college met controle belaste personen op de door die personen te bepalen tijdstippen:

      • -

        toegang wordt verleend tot het gebouwde onroerend goed;

      • -

        inzage wordt verleend van de op het treffen van de voorzieningen betrekking hebbende bescheiden en tekeningen

      • -

        de op het treffen van de voorzieningen betrekking hebbende gegevens worden verstrekt;

      • -

        de gelegenheid wordt gegeven tot het controleren van de op het treffen van de voorzieningen betrekking hebbende gegevens;

      • -

        de bescheiden en gegevens die nodig zijn voor de juiste toepassing van deze verordening, worden verstrekt;

    • d.

      het pand of object na oplevering deugdelijk wordt onderhouden;

    • e.

      niet eerder met een werk wordt begonnen dan nadat het college de bestaande situatie heeft beoordeeld, dan wel dat van het college toestemming is verkregen met het werk te beginnen vooruitlopend op de toekenning van de stimuleringslening;

  • 2.

    het college verleent de stimuleringslening onder de voorwaarde dat de toetsing van de financiële draagkracht van de aanvrager door of namens de geldgever tot een positief resultaat leidt;

  • 3.

    het college kan afwijking van de in het eerste lid, onder a, genoemde termijn toestaan.

Artikel 9

Een stimuleringslening wordt niet toegekend indien:

  • a.

    het restauratieplan niet is goedgekeurd door het college;

  • b.

    de eigenaar van het monument naar het oordeel van het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting niet in staat is de financiële lasten verbonden aan een stimuleringslening te dragen;

  • c.

    door de verlening het in artikel 2, lid 3, genoemde subsidieplafond wordt overschreden;

  • d.

    het voorzieningen betreffen die niet als sober en doelmatig worden gezien;

  • e.

    met het treffen van de voorzieningen is begonnen voordat het college de bestaande situatie heeft beoordeeld. In bijzondere gevallen kan het college hiervan afwijken;

  • f.

    in de periode van 15 jaar voorafgaande aan de aanvraag door de gemeente geldelijke steun is verleend voor werkzaamheden aan het pand tot het maximum aan goedgekeurde kosten als genoemd in artikel 7 onder respectievelijk 4. en 5.;

  • g.

    de in de aanvraag begrepen goedgekeurde werkzaamheden op andere voet in de afgelopen 15 jaar met geldelijke steun van overheidswege zijn uitgevoerd;

Hoofdstuk 5 indieningsvereisten

Artikel 10

  • 1.

    De aanvraag om toekenning van een stimuleringslening wordt op een door het college beschikbaar te stellen formulier bij hen ingediend.

  • 2.

    voorzover van belang wordt geacht door het college, bevat de aanvraag naast het aanvraagformulier:

    • -

      een gespecificeerde begroting van de kosten;

    • -

      een werkomschrijving;

    • -

      een door de Monumentenwacht of een daaraan gelijk te stellen van de

      aanvrager onafhankelijke organisatie opgesteld rapport over bouwkundige en

      monumentale staat van het pand en de staat van onderhoud.

    • -

      tekeningen, aangevende zowel de bestaande als de te maken toestand (schaal 1:100);

    • -

      een eventuele lijst van eerder gesubsidieerde voorzieningen;

    • -

      een bewijs van eigendom;

    • -

      voorzover van toepassing een afschrift van de akte van splitsing;

    • -

      voorzover van toepassing een verklaring van de Vereniging van Eigenaren welke bouwdelen gemeenschappelijk, dan wel niet gemeenschappelijk zijn;

    • -

      alle overige bescheiden en gegevens die naar het oordeel van het college nodig zijn voor een juiste beoordeling van de aanvraag.

  • 3.

    het college beslist op de aanvraag binnen acht weken na indiening van de aanvraag. Zij kunnen hun beslissing éénmaal met ten hoogste acht weken verdagen.

Hoofdstuk 6 Gereedmelding en vaststelling

Artikel 11

  • 1.

    definitieve vaststelling van het bedrag van de stimuleringslening en de afsluiting van het bouwkrediet bij het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting vindt plaats nadat:

    • a.

      de in de aanvraag opgenomen werkzaamheden gereed zijn gemeld;

    • b.

      de onder a bedoelde werkzaamheden door het college is gecontroleerd en akkoord bevonden;

    • c.

      de bij de gereedmelding behorende gegevens en bescheiden, genoemd in het tweede lid, zijn overgelegd en door het college zijn gecontroleerd en akkoord bevonden;

    • d.

      er is voldaan aan de opgelegde voorschriften;

    • e.

      een overzicht is overgelegd van de getroffen gesubsidieerde voorzieningen en de daarop betrekking hebbende kosten.

  • 2.

    Deze gereedmelding bevat:

    • a.

      een kostenoverzicht;

    • b.

      alle rekeningen en betalingsbewijzen met betrekking tot de werkzaamheden.

  • 3.

    het college kan er mee instemmen dat de aanvrager in plaats van rekeningen en betalingsbewijzen een verklaring van een registeraccountant overlegt waaruit blijkt, dat het overgelegde kostenoverzicht juist en volledig is.

Artikel 12

  • 1.

    Na uitvoering en gereedmelding van het plan stelt het college binnen acht weken na de dag waarop de gereedmelding is gedaan de definitieve stimuleringslening vast. Zij kunnen hun beslissing éénmaal met ten hoogste acht weken verdagen.

  • 2.

    De hoogte van de vast te stellen stimuleringslening wordt berekend op basis van de bij de verlening aanvaarde kosten van de voorzieningen, of op basis van de werkelijke kosten van de voorzieningen als deze lager zijn.

  • 3.

    het college stelt de stimuleringslening vast met inachtneming van de goedgekeurde kosten van meer- en minderwerk.

  • 4.

    De vastgestelde stimuleringslening bedraagt niet meer dan het voorlopig toegekende leningsbedrag.

Artikel 13

Als het definitieve leningsbedrag lager is dan het bedrag dat ik de initiële toekenning is opgenomen, wordt het verschil in mindering gebracht op het voorlopig toegekende leningsbedrag.

Hoofdstuk 7 Intrekken van de stimuleringslening

Artikel 14

  • 1.

    het college kan een toewijzingsbrief waarin wordt voorzien in de toekenning of vaststelling van een stimuleringslening geheel of gedeeltelijk intrekken als:

    • a.

      er niet is voldaan aan de bij of krachtens deze verordening gestelde voorschriften;

    • b.

      de stimuleringslening is toegekend of vastgesteld op grond van onjuiste gegevens;

    • c.

      er binnen zes maanden geen gebruik van is gemaakt.

  • 2.

    het college trekt deze toewijzingsbrief in ieder geval in als de aanvrager meldt dat het werk niet door zal gaan.

  • 3.

    Bij de intrekking kan het college de al betaalde stimuleringslening geheel of gedeeltelijk en met vergoeding van de marktrente terugvorderen en de nog openstaande stimuleringslening geheel of gedeeltelijk opeisen, eventueel met de mogelijkheid van beslaglegging.

  • 4.

    De ontvanger van de stimuleringslening is verplicht om, onder het gestelde in dit artikel, binnen 30 dagen na de schriftelijke mededeling van de gemeente de stimuleringslening in zijn geheel af te lossen en het genoten rentevoordeel terug te betalen.

  • 5.

    In geval overtreding van de voorschriften in dit hoofdstuk de eigenaar verschoonbaar is, kan het college besluiten de in het eerste lid genoemde sancties geheel of gedeeltelijk achterwege te laten.

Hoofdstuk 8 Aflossing van de stimuleringslening

Artikel 15

  • 1.

    Aflossingen worden verricht volgens het in de leningsovereenkomst bepaalde.

  • 2.

    Extra aflossing op de stimuleringslening is altijd en zonder boete mogelijk.

  • 3.

    Bij verkoop van de woning moet het schuldrestant altijd afgelost worden.

Hoofdstuk 9 Hardheidsclausule, slot- en overgangsbepalingen

Artikel 16

Het college is bevoegd in gevallen waarin de toepassing van deze verordening naar hun oordeel tot een bijzondere hardheid leidt ten gunste van de aanvrager af te wijken van deze verordening.

Artikel 17

Deze verordening treedt in werking op 1 mei 2012

Artikel 18

Deze verordening wordt aangehaald als Verordening Restauratiefonds Delft 2012.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 26 april 2012.
mr. drs. G.A.A. Verkerk ,burgemeester.
R.H. van Luyk, griffier.
Bekendgemaakt 9 mei 2012.